Maat.
A
IE,
De oude Uniform
21.
IZ.
aisoe*
rsoN.
ïrbouwen.
Donderdag
21 October.
HTNWWnlandT"
No. 247.
47e Jaargang.
1909.
f 0.57
- 2.07
- 6.70
Han Week Week.
Feuilleton.
de
nsje,
alle
ijzen
ijgbaar.
gevende
- 5 50
- 0.02
- 6
Engelsclie
itend met
1
EN,
leste Etigelsche
LKOOL.
genomen f0.75
Bestellingen
lewacht DoK=
lende zich eerst
|at 74,
ontwerp gratis
ergoeding van
percentage der
iding en contro-
op zich neemt.
en kindje van
1 met mazen en
vervoegen na 4
fiii
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1 —4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts fiveemaal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Het is bijna ongelooflijk, dat een
volk zich zoo langzaam ontwikkelen
kan, als dit nu weer gebleken is, met
het Spaansche het geval te zijn. De
Brusselaars hebben geprotesteerd te
gen de executie van den Spaanschen
vrijdenker Francisco Ferrer, vóór het
monument van Egmond en Hoorne.
Dat was treffend juist, want het is
ten duidelijkste gebleken, dat het
Spaansche staatswezen in drie en een
halve eeuw nagenoeg niets veranderd
is. Maar dan is het ook geen wonder,
dat er rechters te vinden waren, om
een man te veroordeelen, die zich
schuldig had gemaakt aan de, volgens
het Spaansche staatsrechterlijk begin
sel, grootste misdaad.: openlijk te
strijden voor de vrijheid van gedachte.
Egmond en Hoorne waren trouwe
katholieken en zij meenden ook koning
en vaderland getrouw te zijn maar
in zooverre waren zij ook dragers van
een groot beginsel, dat zij vasthielden
aan de bezworen privilegiën, in geld
nood aan het volk geschonken, en
die een beperking daarstelden van
het koninklijk gezag,
Zulk een beginsel te hebben, was
in de 16e eeuw een misdaad van de
allerergste soort, en, in Spanje althans,
is het ook in de 20e eeuw nog een
misdaad. Ook in het dompige Spanje
der 20e eeuw, ziet men volstrekt niet
tegen zoogenaamde gerechtelijke
moorden op. Het stond vast dat Ferrer,
een man met zulke verlichte denk
beelden en die zooveel voor de volks
verlichting gedaan heeft, sterven
moest. Het vonnis lag om zoo te
zeggen gereed en het proces was niels
dan een schijnvertoor.ing, waarbij men
eigenlijk niet eens den schijn opge
houden heeft.
Is het dan wonder, dat een gevoel
van ontroering door de menschheid
gaat Is het wonder, dat de zoo licht
afdwalende menschelijke geest zich,
geheel nutteloos, zich wel eens op
minderwaardige wijze uit en het be-
leedigd rechtsgevoel zich op onschul
dige personen en zaken tracht te
wreken Helaas, het kan niet anders.
En wat moet er omgaan in het
Etigelsche volk, wanneer men bedenkt
dat een telg van het geliefde vorsten
huis op den troon van datzelfde
Spanje gezeten is en daarvoor, naar
het uitwendige althans, het geloof der
vaderen verzaakte Wij kunnen ove
rigens medelijden hebben met den
jongen koning, wien het voorheen
toch niet aan sympathie ontbrak, maar
die sinds geruimen tijd bezig is, een
groot deel van zijn volk van zich te
vervreemden en de achting van de
geheele vooruitstrevende wereld te
verspelen.
2.)
Ook zagen wij nu het kasteel, een
niet groot maar schilderachtig ge
bouw in den besten rococostijl. Tus
schen twee groote vensters was de
hoofdingang, voor weiken een breed
bordes lagdat bordes verlatende
bon men naar verkiezing links of
rechts een fraaie trap afgaan om den
tuin te bereiken. Front en zijgevels
waren boven deuren en vensters
versierd met kroonlijsten van kunstig,
doch nu vervallen steenhouwwerk,
dat men thans bezig was te herstellen.
De vensters "waren deels wijd ge
opend, deels uitgenomen om door
nieuwe te worden vervangen. Slechts
d'e aan den zijvleugel waren met
zware luiken gesloten.
De oude geestelijke zuchtte, en op
bet huis wijzende zei hij„Hier wor
den alle herinneringen aan het ver
In dat opzicht bestaat er veel over
eenkomst tusschen koning Alfonso en
den Russischen Czaar, die het zoo
verlichte, maar juist daarom niet zeer
geliefde Finsche volk van zich ver
vreemdt.
De keizer, als groothertog van Fin
land, maar meer als Czaar van Rus
land, heeft bij manifest een regeling
gemaakt van het sinds lang hangende
militaire vraagstuk. De Finnen wor
den vrijgesteld van den krijgsdienst,
tegen jaarlijksche betaling door het
groothertogdom van tien millioen
mark, welke som ten bate zal komen
van Finlands verdediging. Zulke den
kende nienschen als de Finnen, heeft
de Czaar niet graag in zijn leger.
Welnu, dan moeten de Finnen maar
weerloos worden en betalen voor het
onderhoud van een Russische leger
macht, die elk oogenblik gereed kan
staan om de privilegiën, de rechten
en vrijheden des volks te vernietigen.
Men ziet het ook in Rusland Van
Egmond en Hoorne tot Francisco
Ferrer, is de afstand niet zoo groot
als het schijnt.
Intusschen is, volgens het Finsche
staatsrecht, het manifest van den
Czaar onwettig. Het beslist willekeu
rig in een zaak, aan welks regeling
de Finsche Landdag voigens de be
zworen constitutie zijn goedkeuring
had te hechten. Op 't oogenblik is er
echter geen Finsche Landdag en deze
is nooit over dit besluit gehoord.
Maar, wat maalt men ook om con
stituties dingen daar men mee spot
in de 16e eeuw, maar immers ook
in de twintigste
De Finnen willen, zegt men, een
beroep doen op de groote vrijzinnige
staten van West-Europa. Alsof
deze den Czaar onder handen zullen
nemen
Voor het overige moet het eerlijk
erkend worden, dat de Russische re-
geering gematigder te werk gaat dan
de Spaansche. Het is toch van alge-
meene bekendheid dat graaf Leo
Tolstoi door de regeering van den
Czaar ongemoeid is gelaten, en dat
Maxim Gorki in vrijheid is gesteld,
toen het beschaafde Europa dat
eischte. Misschien zal dit den Czaar
nog goed doen voor zijn Italiaansche
reis. Donderdag wordt hij te Rome
verwacht, zonder dat men weet hoe
de reis gaat, evenals het geval was
met den Cullinan-diamant. Het is
echter niet zeer waarschijnlijk dat de
reis over Hongarije zal gaan, omdat
er aan een hartelijke verstandhouding
tusschen Rusland en Oostenrijk-Hon-
garije nog veel ontbreekt, 't Is
overigens in Italië ter zake van het
Spaansche schandaal, ook onrustig
genoegmaar, zooals gezegd, dat
geeft juist afleiding.
leden weggevaagd, alles wordt inge
richt naar de eischen van den mo
dernen tijd. God geve, dat hier nu
ook betere tijde aanbreken
Daar kwam uit een zijpad een be
jaard man te voorschijn en naderde
ons met een beleefden groetdat was
de nieuwe rentmeester van het land
goed. Nadat de geestelijke eenige
woorden met hem had gewisseld,
bracht hij ons langs de steenen trap
in het kasteel. Wij betraden het
hoofdvertrek, dat ons nog geheel
zijn verbleekte rococopracht vertoon
de. De geestelijke wees mij op twee
portretten, die in breede vergulde
lijsten aan de bestoven wanden
hingen. Het eerste was de beeltenis
van een jong meisje met bleeke maar
buitengewoon lieflijke trekken en
groote sprekende oogen het tweede
vertoonde een edelman, uit wiens
oogen levenslust en moed straalden.
Beiden droegen gepoederd haar en
de rijke kleederdracht van de acht
tiende eeuw.
Op verzoek van mijn geleider
bracht de rentmeester ons nu naar
het zijvertrek, waarvan wij de ge
sloten luiken reeds hadden opge
De Engelsche ministers gaan, naar
het gebruik medebrengt, nog steeds
voort met het verdedigen hunner plan
nen, op openbare vergaderingen, waar
zij door duizenden worden toegejuicht.
Zij betoogen dat de veelbesproken
begrooting noch de industrie, noch
den eigendom bedreigtdat de han
del er levendiger door worden zal
dat de verzwaring der grondlasten de
oorzaak is van de tegenkanting der
iords. Waar nieuwe belastingen on
vermijdelijk zijn, wil men voorzien
in de uitgaven voor werkmanspen
sioenen en voor 's lands weerbaarheid.
Volgens het Engelsche staatsrecht
staat het vast dat alleen de gemeenten
iets over de middelen te zeggen
hebben.' Het Heerenhuis kan alleen
de begrooting aannemen of verwer
pen, maar in den tegenwoordigen
stand der zaak zou verwerping een
soort van omwenteling te weeg bren
gen, waarvan hec volk de leiding in
handen zou nemen,
De conservatieve bladen schelden
er onbarmhartig op los. Lloyd George
is een opruier en een demagoog,
die den eenen stand tegen den an
deren ophitst. Het is echter niet
waarschijnlijk dat zij succes zullen
hebben. De „Daily News" herinnert
er aan, dat juist tien jaren geleden
de oorlog tegen de Boeren begon en
Lloyd George door zijn verzet tegen
dien oorlog, een naam verwierf als
man van moed en van groote rede
naarsgaven.
Volgens dit blad is de eigenlijke
stand der quaestie deze
De eene partij stelt vooringe
voerde goederen, de meest ruwe
stoffen, waarvan de industrie afhan
kelijk is, en het volksvoedsel, dat de
arbeiders van hun loon moeten be
kostigen, te beiasten.
De andere partij wil het benoodigde
geld vinden door een opslag op de
belasting van overgrooten rijkdom,
op erfenissen, en eene percentage op
niet verdiende vermeerdering van
grondwaarden.
En het blad vraagt: In welk geval
zal de last drukken op de schouders
welke dien dragen kunnen
inderdaad, wanneer de voorstelling
geheel juist is, dan is de keuze voor
het volk niet moeilijk.
fibonnements-ftduertentiën op 2eer uoordeeiige uoortuaarden.
Tweede Kamer.
Morgen zal een beslissing geno
men worden omtrent het voorstel van
den heer Patijn, om van de agenda
af te voeren het ontwerp voor ver
hooging van den drankaccijns en dit
eerst te behandelen bij de Staatsbe-
grooting, wanneer het algemeen finan
cieel regeeringsbeleid zal zijn na te
Bij de behandeling der suppletoire
merkt. Met veel moeite gelukte het
onzen gids een van de luiken te
openen. Terwijl hij daarmee bezig
was, zei de geestelijke zacht tot mij
„Vele jaren wei een eeuw lang
was deze kamer gesloten,en vroeger
onder den vorigen eigenaar, zou nie
mand het gewaagd hebben, dit ver
trek binnen te dringen. Toen ik
veertig jaar geleden mijn loopbaan
hier begon, en met verleden van
het kasteel en de lotgevallen van zijn
bewoners eenigszins bekend werd,
begreep ik waar om deze kamei zoo
gqschuwd werd. Mijn nieuwsgierig
heid was geprikkeld. Ik wilde dit
vertrek wat meer van naderbij ieeren
kennen, ik vroeg den sleutel, en daar
ik geen slotbewoner kon bewegen
mij te vergezellen, betrad ik alleen
het vertrek, opende een van de ven
sters en keek eens rond. Ik vond er
meer in dan ik vermoedde, zooals ge
spoedig zult vernemen. Ik deed nog
de grootste moeite om de menschen
aan te toonen, dat de kamer niets
ongewoons bevatte het hielp niets
Vensters en deuren werden weer ge
sloten en het vertrek bleef verdacht
en gemeden ais vroeger. Thans
oorlogsbegrooting voor soldijverhoo-
ging voor militairen beneden den
officiersrang keurden de heeren Thom
son, Eland en Ter Laan de in
gevoerde classificatie van onderoffi
cieren af.
De heer Duymaer van Twist en
de minister van oorlog daartegenover
verdedigden die splitsing en het stel
sel van loon naar geschiktheid. Na
replieken is het ontwerp aangenomen.
Ook is goedgekeurd het ontwerp,
houdende verbod van invoer, ver
vaardiging en verkoop van absinth.
kienburg—Lovink.
Wegens een lichte ongesteldheid
is het vertrek van den Gouverneur-
Generaa! Idenburg eenige dagen uit
gesteld.
De heer idenburg, die hedenoch
tend de residentie zou verlaten ter
aanvaarding via Parijs van de reis
naar Indië, gaat eerst nog eenigen
tijd in Zwitserland doorbrengen en
vertrekt 25 November via Genua
met de mailboot naar Batavia.
Te Genua zal zich aan boord bij
hem \oegen de heer Lovink, met
wien de opperlandvoogd tezamen den
overtocht naar indië maakt.
De lintjes-zaak.
De Haagsche correspondent van
„de Tel." schrijft aan zijn blad
Naar ik van betrouwbare zijde
verneem, heeft de behandeling van
de bekende lintjeshistorie in de af-
deeiingen der Kamer niet zulk een
omvang genomen, als door velen
verwacht werd. De felste beschou
wingen zijn hoofdzakelijk gehouden
door de sociaal-democraten en vooral
in de afdeeling, waarin de heeren
Schaper en Duys zitting hadden, is
een scherp en uitvoerig debat ge
voerd. Het jongste Kamerlid, de af
gevaardigde van Zaandam, heeft
daarin een zeer werkzaam aandeel
gehad. Het merkwaardigste was, dat
juist ook in deze afdeeling de heer
Kuyper niet alleen zitting had, maar
dat hij er zelfs rapporteur van was,
zoodat bij de hem veroordeelende
redevoeringen zelf heeft mogen rap
porteeren. Hij heeft echter met geen
woord aan het debat deelgenomen,
in de eerste en derde afdeeling had
den geen sociaal-democraten zitting.
Accijns op gedistilleerd.
Het hoofdbestuur van de Ne-
derlandsche Vereeniging tot Afschaf
fing van Alcoholhoudende Dranken
heeft, onder verwijzing naar het adres
van 28 Nov. 1908 aan de Tweede
Kamer gezonden, andermaal tot de
Kamer het verzoek gericht het wets
ontwerp tot verhooging van den ac
cijns op het gedistilleerd te willen
verwerpen met zoodanige meerderheid
gaat ieder binnen, onverschillig en
zonder vrees, en over eenige
weken zal het wel de toiletkamer
voor mevrouw zijn".
Het was een tamelijk groote kamer
met gewone meubelen, die er bestoft
uitzagen en van veeljarigen dienst ge
tuigden. De kleur van het gebloem
de en op verscheidene plaatsen ge
barsten overtrek van de groote sofa
was nauwelijks meer te herkennen.
Met den hoogen leunstoel en de
andere zetels stond hei niet beter
geschapenhet stof lag er dik op.
De ouderwetsche schrijftafel getuigde
van veelvuldig gebruik, evenals het
ruw gewerkte kleed op de tafel.
Hier moest het woonvertrek van een
der vroegere bezitters van het kas
teel geweest zijn. Vergeefs zag ik
rond naar het een of ander ongewo
ne, dat het lange, zorgvuldige afslui
ten van deze kamer zou hebben
kunnen rechtvaardigen. Ik vond niets.
Toen wees de geestelijke naar den
wand naar een vierhoekige, houten
lijst, van binnen met grof linnen
bespannen. Het was een schilderij,
die men had omgekeerd om de beel
tenis aan de blikken van den
dat in de toekomst eike Regeering
er van af ziet ondanks het herhaalde
votum der volksvertegenwoordiging
in deze richting versterking van 's
Rijks financiën te zoeken.
De Nederlansche Vereeniging blijft
in afwijking van de meening van eenige
harer zusterorganisaties, haar stand
punt ten opzichte van accijnsverhoo-
ging in het algemeen en van eene
zoo belangrijke verhooging als in dit
wetsontwerp is belichaamd in het
bijzonder, beslist handhaven. Nader
zal worden overwogen, indien onver
hoopt het wetsontwerp mocht worden
aangenomen, of niet hetzij in vereeni
ging met andere organisaties eene
krachtige actie kan worden onder
nomen voor een jeneverboycot.
Landweerwet.
Op het wetsontwerp tot aanvulling
en wijziging van eenige bepalingen
der Landweerwet, zijn door den heer
Ter Laan twee amendementen voor
gesteld lo. om te bepalen dat de
dienstplichtigen bij de landweer mei
uitzondering van hen die tot de hos
pitaalsoldaten of tot de administratie
troepen behooren, gedurende hun
diensttijd niet tweemaal telkens voor
ten hoogste zes dagen, maar een
maal voor ten hoogste zes dagen tot
het houden van oefeningen onder de
wapenen komen2o. om te bepalen
dat wanneer ter handhaving of tot
herstel van de openbare orde of rust
enz. zulks noodig is niet uiterlijk
zes weken, maar twee weken na den
voor de opkomst vastgestelden dag
een voorstel van wet aan de Staten-
Generaal wordt gedaan, om het on
der de wapenen blijven van de op-
geroepenen zooveel noodig te bepalen.
Zondagsrust.
De Nederlandsche Barbiers- en
Kappersbond (patroons) heeft naar
aanleiding van de bekende circulairs
in zake „beperking van den Zondags-
arbeid" in 36 plaatsen van het land
een enquête gehouden naar de wen-
scheiijkheid van Zondagsluiting voor
kappers- en barbierszaken. De uitslag
was, dat 80 pet. van de gevestigde
patroons zich uitspraken voor een
totaal verbod van Zondagsarbeid in
het kappers- en barbiersbedrijf, niet
alleen voor het personeel, doch ook
voor de patroons.
Over de aanleiding tot deze enquête
schrijft de redacteur van het bonds
orgaan „in de circulaire van minister
Talma wordt alleen gesproken over
beperking van Zondagsarbeid voor
het personeel en indien dit beginsel
in het toekomstig wetsontwerp als
grondslag zou worden gebruikt, dan
worden de kleine patroons geheel
vergeten en de grootere patroons
zouden heel wat last krijgen en last
toeschouwer te onttrekken. De gees
telijke verzocht nu den rentmeester
het oude ding eens van den wand
te nemen en dicht bij het venster in
het licht te brengen. De man voldeed
aan dit verzoek en weldra stond
het portret op een stoel bij het
venster in het volle licht.
Wij zagen nu het borstbeeld van
een bejaard man in slordige kleedij
het gelaat had zulk een sombere af-
stootende uitdrukking, dat ik ont
steld terugdeinsde. Plotseling kwam
bij mij de overtuiging op, dat achter
dit geiaat een geheim verborgen
was. Ik sprak dit vermoeden uit,
waarop de geestelijke antwoordde
„Ja, hier was een geheim verborgen,
maar ik heb het gevonden. Het is een
lange geschiedenis, die op Mont
Royal is afgespeeld en ziehier hef
einde alles is tot stof en asch over
gegaan".
(Wordt vervolgd.)