No. 233 1909. Gemeentebestuur. 47e Jaargang. 16.50 1,05 19,- 1.25 1,55 Dinsdag BINNENLAND. iMid VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. IC3 O ADVERTENT1ËN van 14 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. j TELEFOONNUMMER 10. ZEEMILITIE. Burg. en Weth. der gemeente Viis- singen brengen ter voldoening aan art. 138 der militiewet 1901, bij deze ter kennis van wie- het aangaat dat de lotelingen voor de lichting der natio nale militie voor 1910 die voor vol ledige oefening bij de militie te land zouden moeten worden ingelijfd en de lotelingen van de lichting 1909 die zich voor de zeemilitie hebben opgegeven en in Maart a. s. krachtens art. 99 der militiewet worden inge lijfd, een der na te melden beroepen uitoefenen en verlangen bij de zee militie te dienen, worden uitgenoo- digd zich voor 1 November eerstko mende bij hen, Burgemeester en Wethouders aan te melden of te doen opgeven ter gemeente-secretarie (bu reau militie); tot welke aanmelding of opgave eiken werkdag van 9 uur voormiddag tot 4 uur nam. te dier plaatse gelegenheid zal zijn. De bovenbedoelde, bij beschikking- van den minister van marine van 16 December 1908, bureau S. B. no. 45; aangewezen beroepen zijn de vol gende Zeevarenden A. Stuurlieden, stuur mansleerlingen, matrozen, lichtmatro zen en jongens op koopvaardijsche pen van de groote en kleine vaart en op zeesleepbooten. Stuurlieden, schippers en verdere opvarenden van loodsvaartuigen, tonnenleggers en jachten. Diepzeevisschers en Noord- zeekustvisschers. Leerlingen van zee vaartscholen. Binnenschippers B. Stuurlieden, schippers en schippersknechts van Rijnschepen, aken, tjalken en andere vaartuigen. 'Stuurlieden, matrozen, schippers en schippersknechts van passagiers- en sleepbooten op binnenwateren. Zuiderzeevisschers. Visschers op Zeeuwsche wateren en op groote rivieren. Smeden, stokers machinisten en bankwerkers C. Machinisten en ma chinist-leerlingen op schepen en vaartuigen, bij spoor, of tramwegen en op fabrieken en andere inrichtin gen. Stokers als boven. Machinedrij vers (hieronder begrepen drijvers van motorbooten en automobielen.) Sme den en smid-bankwerker. Machine bankwerkers en gewone bankwer kers (hieronder ook te verstaan rij wielherstellers. Werktuigmakers. Ko- lentremmers. Metaalbewerkers (hier onder te verstaan koperslagers, ketel- makers, vijlenkappers en voorslagers.) Electriciens.Studenten in de werktuig kunde of in de electrotechniek. Leer lingen van de kweekschool voor ma chinisten te Amsterdam of van een cursus voor machinisten. Overige beroepen D telegrafisten (hieronder ook te verstaan radiotele 51.) Och natuurlijkhij leefde in de groote wereld, hij was een Altenbrak zijn zuster was niets dan Greta '"Ontelli, die het recht niet had haar vaders naam te dragen, ja die den ),aren naam van haar vader zelfs niet kende. Een kreet van woede en wraak ont wrong zich aan de bekelmde borst den jonkman. Zijn liefde, Gerda, 'ln hoop alles was vergetenhij ïcht slechts aan zijn arme zuster, eiker onschuld vernietigd was door en ellendeling, die den naam Von tenbrak droeg. Een woeste haat 'gen die familie vlamde op in Eduards jj Woed. Hij balde de vuisten, waarin pHjen brief krampachtig ineen from- ^aar deed het geluid van de schel grafisten, scheepsbeschieters, scheeps timmerlieden (scheepmakers), E. koek- brood- en banketbakkers of knechts, koks- en koksmaats, hetzij aan boord van schepen of vaartuigen, hetzij aan den wal. F. koffiehuis- en hotelbe dienden, hofmeesters en kellners op schepen of booten. G. ziekenverple gers, barbiers, apothekersbedienden. Studenten in de geneeskunde of in de artsenijbereidkunde. H. personeel van 's rijks werven. N. B. De personen genoemd onder A. B. en D. komen allereerst in aan merking voor inlijving als zeemilicien- matroos. C. komen allereerst in aan merking voor inlijving als zeemili- cien-stoker. E. komen in aanmerking voor inlijving als zeeinilicien-kok. F. komen in aanmerking voor zeemili- cien-hofmeester. G. komen in aan merking voor inlijving als zeemilicien- ziekenverpleger. H. komen in aan merking voor inlijving als zeemilicien- matroos of stoker, al naarmate van het beroep dat zij uitoefenen. Uit de lotelingen, die een dezer beroepen uitoefenen, wordt de voor keur gegeven aan hen, die zich over eenkomstig deze uitnoodiging voor den dienst ter zee hebben aangemeld of hebben doen opgeven de overige voor den dienst noodige manschappen worden te zijner tijd zoo noodig door loting aangewezen. Voorts wordt de aandacht van de belanghebbende lotelingen gevestigd op het navolgende le. dat een aantal van hen, die voor de zeemilitie zullen worden uitgekozen, terstond na inlijving met verlof zullen worden gezonden tot een van de eerste dagen van Augus tus 1910; 2o. dat de lotelingen bij hunne aangifte voor de zeemilitie ter ge meente-secretarie, bureau militie, zul len kunnen opgeven wat zij in geval van aanwijzing voor zeemilitie het liefst wenschen of dadelijk aanvang van hun werkelijken dienst in Maart of na inlijving verlof tot Augustus. 3e. dat bij de ter plaatse van inlijving te nemen beslissing zooveel mogelijk met het door de lotelingen kenbaar gemaakte verlangen zal worden reke ning gehouden, doch dat zij geene vrijheid zullen hebben zich aan in lijving .4)ij de zeemilitie te onttrekken, indien niet aan hun verlangen mocht kunnen worden gevolg gegeven 4e. dat de oefeningstijd van hen, die in Augustus zullen moeten op komen van gelijken duur zal zijn als de oefeningstijd van hen, wier wer kelijke dienst in Maart aanvangt. Vlissingen, den 4 October 1909. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. aan de tuindeur hem uit zijn gepeins opschrikken. Zijn moeder keerde van een kleine wandeling terug. Hij richt te zich in zijne volle lengte op, hij had een besluit genomen. Hij trad in het huis binnen om in zijn kamer het allernoodigste voor een korte reis in een koffer bijeen te pakken. Verwonderd bleef mevrouw Mon- telli in de deuropening staan, toen zij de kamer van haar zoon binnen trad om hem voor het avondeten te roepen. Gaat ge op reis, Eduard vroeg ze. Ja moeder, ik moet naar Berlijn. Naar Berlijn Voor Zaken Natuurlijk voor zaken, maar het zijn zaken, waarin u en Greta nauw betrokken zijn. Daar, lees den brief van oom Hendrik Wat is er gebreurd Lees den brief maar, dan zult zien wat het gevolg is van uw streven om heL rampzalig geheim van onze familie zoo zorgvuldig te bewaren. Eduard Op zulk een toon had Eduard nog nooit tot haar gesproken. Bevende las zij den brief en brastte toen in Oranjeboek. De minister van buitenlandsche zaken heeft de Tweede Kamer doen toekomen een Oranjeboek, getiteld „Overzicht der voornaamste van 1 Januari—15 September 1909 door het ministerie van buitenlandsche zaken behandelde en voor openbaarmaking geschikte aangelegenheden." Bij beschikking van I Juni 1909 is ingesteld eene commissie om te die nen van advies omtrent de verbetering van de financieele voorwaarden waar onder de diplomatieke ambtenaren dienen. De commissie bestaat uit de heeren mr. J. W. N. M. van Idsinga, lid der Tweede Kamer, voorzitter; jhr. mr. L. H. Ruyssenaers, gezant in disponibiliteit, de Tweede Kamerleden dr. H. F. R. Hubrecht en jhr. mr. O F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, en den heer A. G. Kröller, lid der firma Wm. H. Miiller Co. Secretaris is jhr. mr. C. de Graeff, adjunct-com mies aan het departement van buiten landsche zaken. Aan jhr. mr. F. Beelaerts van Blok land, benoemd tot gezant te Peking, werd opgedragen zich in Mei naar Ned.-lndië te begeven om zich door besprekingen volledig op de hoogte te stellen van de met China hangende quaesties. In Augustus keerde hij op zijn post terug. Voor de te vervullen betrekking van consul-generaal te Beyrouth heeft de minister omgezien naar iemand, in het bijzonder vertrouwd met den handel. Als zoodanig viel zijn keuze op den heer A. P. H, Hotz, koopman te 's Gravenhage. Overeenkomstig de ten vorigen jare gedane toezegging is de minister met onzen gezant te Peking in overleg getreden omtrent het nut van den post te Tientsin als beroepsconsulaat. De uitslag van dat onderzoek heeft hem versterkt in zijne reeds uitgesproken meening, dat de post te Tientsin behouden moet blijven. De consul-generaal te Londen maakte het afgeloopen jaar een reis door zijn ressort, ter inspectie van enkele onder hem ressorteerende con sulaire ambtenaren. Den consul-gene raal te Mel bourne is door den minis ter in overleg met zijn ambtgenoot van koloniën opgedragen een reis door Ned.-lndië te doen, teneinde het aanknoopen van handelsbetrekkingen tusschen Australië en Ned.-lndië te bevorderen, welke reis tot bevredi gende uitkomsten heeft geleid. Op het oogenblik is meer dan 36VJ pet. der onbezoldigde consulaire posten bezet door Nederlanders of personen die Nederlandsch verstaan. Definitieve overeenstemming met Italië over den inhoud van een arbi- trage-tractaat is nog niet verkregen. tranen los. Die arme Greta, klaagde zij. Ja Eduard, haal mijn arm kind hier, dat zij dien ellendige vergeet en zij weer ons vroolijk onschuldig kind wordt. Met de vroolijke onschuld van haar kinderlijk gemoed is liet nu ge daan Ik zal haar alles zeggen 1 Eduard, ge zult zoo wreed niet zijn. Zeker, ik zal haar alles zeggen, zoo alleen kan zij van die ongeluk kige liefde genezen worden. En dien voornamen jongen zal ik tuchtigen Je heftigheid zal nog onheil aanrichten 1 Denk aan Gerda, aan de liefde, die ge zelf koestert Daar denk ik aan, antwoordde Eduard somber. Het.berouwt me, dat ik die liefde in mijn hart wortel heb laten schieten. Gerda heeft me van daag mijn afscheid gegeven. Zij weet, dat het haar vader was, die ons in onze rechten heeft tekort gedaan. Eduard, het was wreed en har teloos, haar dat te zeggen, Ik antwoordde slechts op haar vraag Maar moeder, er moet een einde komen aan dien twijfel, aan flbonnemenfs-Aduerfenfiëii op zeer uoordeelige uooriuaarden. Van onzen gezant te Rome kwam echter juist een bericht in, dat op zeer spoedige en gunstige beëindiging der onderhandelingen wijst. Onder handelingen over een arbitrage-trac- faat worden gevoerd met Argentinië, Brazilië en Noorwegen. Nieuwe ar bitrage-verdragen met Frankrijk en Engeland zullen in den loop van dit zittingjaar aan de goedkeuring der Staten-Generaa! zijn te onderwerpen. Uitvoerig wordt verder bericht ge geven over de Londensche zeerecht conferentie waaruit blijkt dat aan onze delegatie een groote vrijheid van beweging is gelaten. Tegen openbaar making van de rapporten der dele gatie bestaat overwegend bezwaar. Legt men de declaratie van Londen naast het Nederlandsche memorandum dan zal men inzien, dat de Neder landsche regeering reden heeft over het resultaat der conferentie tevreden te zijn. In aansluiting aan het „Oranjeboek" betreffende de moeilijkheden met Venezuela worden nog eenige me- dedeelingen omtrent deze aangelegen heid gedaan. Dezerzijds werd den 28 Juni aan de Venezolaanscne regeering mede gedeeld, dat het wapenbord van haar consulaat te Willemstad, waar van zij ten vorigen jare had beweerd dat het was afgerukt en vernietigd door de bevolking van Curacao, door den nieuwen consul ongeschon den was teruggevonden achter een trap in de kanselarij van zijn voor ganger. Het komt den minister niet wenschelijk voor, eenige mededeeling te doen aangaande de trouwens goeddeels bekende bewegingen van ex-president Castro. Hij moge vol staan met de verzekering, dat te dezer zake, zooals trouwens door loopend, betreffende de onderhavige moeilijkheden door hem overleg is gepleegd met de andere bij Venezo- laansche aangelegenheden belang, hebbende mogendheden. Ook ter zake eener vordering op de Venezolaansche regeering van een Nederlandsch onderdaan, wegens het vernielen van diens eigendommen te Caracas, schijnt het oogenblik voor mededeelingen nog niet gekomen. Geenerlei bericht werd tot dusverre ontvangen nopens het uitzenden van een nieuwen Venezolaanschen gezant naar Europa ter vervanging van dr. Paul. Een wetsontwerp voor machtiging tot toetreding van Nederland tot de herziene Berner Conventie is eerlang tegemoet te zien. In Februari van dit jaar vergewiste zich de regeering der Ver. Staten van Amerika, dat er bij onze regeering geen bezwaar zou bestaan een we reldconferentie ter overweging van maatregelen om de natuurlijke hulp die onzekerheid, die ons allen nog ten gronde zal richten. Wat wilt ge doen In neem den strijd voor ons recht weer op. Eduard Ja, moeder, ik ben nu man gewor den. Lang genoeg heeft uw invloed mij weerhouden, nu niet meer. U ziet zelf hoeveel onheil die onzekerheid kan teweeg brengen. Als Greta de waarheid had geweten, zou in haar hart nooit liefde voor dien man ontstaan zijn. En gij dan Wist gij dan ons geheim niet? En toch bemindet Gerda Von Altenbrak_ Erg genoeg dat ik het deed. Maar die liefde zal mij niet terug houden om mijn plicht te vervullen 1 Vaarwel, moeder, u houdt mij nu niet meer terug. Ik ga mee naar Berlijn. Neen, binnen twee of drie dagen kom ik met Greta terug. Blijf hier om alles voor haar ontvangst gereed te maken. Vaarwel NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Het was den eerlijken Hendrik bronnen der wereld te beschermen, in de eerste weken van September te 's Gravenhage te ontvangen. Een uitnoodiging daartoe werd verzonden. Het zal thans van het onthaal dat deze uitnoodiging bij de verschil lende staten vindt en flen staat der voorbereiding van de conferentie af hangen, wanneer en tegen welken datum de regeering de definitieve uitnoodiging om gedelegeerden voor de conferentie aan te wijzen, zal kunnen doen. De regeering heeft instemming be tuigd met het voornemen der Fran- sche regeering om eene conferentie bijeen te roepen, teneinde maatregelen te beramen tot krachtiger keering van de verspreiding van ontuchtige geschriften. Met de Noorsche en Zweedsche regeering wordt overleg gepleegd aangaande het sluiten van een trac- taat tot wederzijdsche erkenning van naamlooze vennootschappen. Het heeft een ernstig punt van overweging uitgemaakt, of Nederland bij de Hudson-Fultonfeesten moest vertegenwoordigd zijn door meer dan één oorlogsschip, lntusschen bleek het beter, geen eskader te vormen. Aan de Portola-feesten zal worden deelgenomen door de zending van het pantserdekschip „NoordBrabant". Met de Duitsche regeering worden voorbereidingen getroffen voor een gemeenschappelijken exploratie-tocht in Nederlandsch-Duitsch grensgebied op Nieuw-Guinea. Het Oranjeboek bevat voorts o. a. een overzicht van de voornaamste congressen en conferenties, waarover in het afgeloopen halfjaar dezerzijds is gecorrespondeerd, voor zoover daaruit mededeelingen kunnen worden verstrekt. Dr. Kuyper. De ,,Ned." merkt op, dat bij de verkiezing van den voorzitter der commissie voor het Eerste Hoofdstuk, van een '„passeeren"' van dr. K." geen sprake kan zijn. „Hebben, ge lijk bij zulke keuzen gewoonlijk ge schiedt, de rechtsche leden Kuyper en Lohman op- elkander gestemd, dan hadden de beide liberalen leden in hun macht, en zeker hadden zij ook het recht, om aan laatstge noemde boven dr. Kuyper de voor keur te geven. De verkiezing van den heer Lohman tot voorzitter kan dus geen aanleiding geven tot beschou wingen.'' Een verzoek. 825 onderofficieren der zeemacht en van het korps mariniers hebben een verzoekschrift tot den minister van Marine gericht, houdende het het verzoek om aan de gehuwde onderofficieren instede van voeding in Tiedemann niet licht gevallen den noodiottigen brief te schrijven, die den vrede in het stille landhuis aan de Elbe zou verstoren. Toen hij den brief verzonden had, was hij het nog met zichzelven oneens, of hij wel goed gehandeld had. Maar dan herinnerde hij zich weer hoe het .arme ongelukkige meisje se dert weken gekniesd had, hoe zij stil en stom neergezeten had en op al zijn vragen slechts met een zwijgend hoofdschudden antwoordde, en dan kwam hij weer tot het inzicht, dat aan de kwellingen van dat jonge hart een einde moest komen en dat haar gemoed alleen weer tot rust zou komen als zij in den schoot van haar familie was wedergekeerd. Hendrik Tiedemann had heel wat moeite met den brief gehad hij was geen „schriftgeleerde" en dit mocht wel de reden zijn, waarom hij de gebeurtenissen met maar al te don kere kleuren had geschilderd. Zijn levendige verbeelding hield van over drijven, dat wist Eduard- nog best uit de oorlogsverhalen van den ouden dragonder. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1