BLOOKEB'S
Zaterdag
25 September.
DAALDERS
CACAO.
No. 225.
47e Jaargang.
1909.
Feuilleton,
VAN OEH HM OP DEH TAK.
BINNENLAND.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Abonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige oooruiaarden.
Nieuwe Abonné's, uitge.
zonderd bij weKelijksche be
taling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VLISSING
SCHE COURANT" koste
loos tot 1 October.
President van Bylandt.
„Politicus" gaf in de „Haarlemsche
Courant" deze schets van den nieuwen
Kamervoorzitter.
Toen de naam van den Apel-
doornschen afgevaardigde werd ge
noemd in verband met de aanstaande
voordracht van een nieuwen praeses
der Tweede Kamer, zullen er ver
scheidene zijn geweest, die uitriepen
„Zeker, natuurlijk! Dat is de man,
dien wij hebben moetenHoe is
'1 mogelijk, dat we daar niet eer op
kwamen
Hij heeft het uiterlijk-plooizame,
hoffelijke, rustig-beminnelijke en
kalm-zelf beheerschende, dat den di
plomaat eigen moet zijn. Graaf van
Bylandt zal gedurende zijne eervolle
diplomatieke carrière minder hebben
uitgeblonken dunkt me zoo
door fijn-schertsende geestigheid,
welke de kunst verstaat om „puntige",
haast-scherpe waarheden te ontwikke
ien met honigzoete woordekeus
als wel door zekere taaie volharding,
die zich niet laat ontmoedigendie
aan- en volhoudt zonder te prikkelen,
en daardoor kans heeft ten leste te
winnen....
Mocht de Apeldoornsche afgevaar
digde werkelijk door Kroon en Ka
mer tof jhr. mr. Roëll'$ opvolger
worden aangewezen, nadat hij zich
tot het offer (want dat is en blijft 't)
bereid heeft verklaard, krijgt het par
lement een voorzitter, weer heel
„anders" dan de praesides, die ik
kan herinneren.... met den heer
Roëll heelt graaf Van B. wel punten
van overeenkomst, doch hij is
dunkt me zoo, zachter, minder over-
ernstig, iets gemoedelijker van be
stier, Zeker is, dat de heer Van By
landt veel krachtiger, vaster van
I leiding zou wezen dan baron Mackay
ooit vermocht.
Het is eigen zekere rustige vrien-
delijkheidongekunstelde minzaam
heid, waar de onstuimigen, zij, die
den baron-praeses, man-van-rechts
gaarne hun allerroodste en ultra-
democratische aspiratiën toonen in
lelie gloeiing, toch niet licht „vat"
op zouden hebben....
Het leuk-slagvaardige, handig-iro-
nische, waarmee wijlen Gleichman
roo meesterlijk wist te manoeuvreeren,
is graaf Van Bylandt's kracht niet.
En toch wist hij meer dan eens door
eengoedig-schertsend, vrooiijk woord
—O—
44.)
Q'eta poogde te lachen, maar dit
"I haar niet goed af.
j*iet ge, sprak oom, zelfs het lachen
JA ge verleerd. Nu, ik ben een oud
l"1311 en heb niet veel onderwijs ge-
ï0'en, maar toch zie ik wel, dat alles
met je is zooals het wezen moet.
ge kunt je ouden oom Hendrik
Fust je vertrouwen schenken. Waar
"eelt het je Hier misschien
En met een glimlachje wees oom
P Wrik naar de plaats waar hij zijn
IW vermoedde.
yreta'g wangen kleurden zich plot-
lng donkerrood. Haastig keerde zij
gelaat af en zeide minachtend
n°e kunt u zoo iets van me den-
'cn> ootn
Nu, ik zal er niet verder over
Greta. Wees maar niet boos.
GEEN CACAO SMAAKT
ZOO KRACHTIG ALS
(Adv.)
de harten te winnen. Hem is eigen een
soort van eenvoud, die toch besef
van waardigheid in zich sluit. Sober
zakelijk zonder saai te wordenaf-
keerig van woordenpraal en klink
klank, doch waar 't pas geeft toch
„taal des harten" wetende te vinden,
die indruk maakt doordien men ge
voelt dat zij werkelijk uit het oprechte
hart is ontsproten Man van rechts,
trouw aan de beginselen zijner partij
en als zoodanig „Kerksche" figuur
natuurlijk doch zonder ooit iets van
het „zalvend-dierbare" te hebben, dat
sommige anders-denkenden prikkelt...
Ik kan mij voorstellen dat een presi
dent Van Bylandt waar hij „gelegen
heids-speechen" moest houden, zou
streven naar het beknopte evenzeer
als naar het sobere. En in de manier,
waarop hij elke overtuiging en „kleur"
tot haar recht zou doen komen, ware
geloof ik stellig zulk een rustig-
eenvoudig doen, dat elke twijfel aan
de strikte onpartijdigheid des leiders
alras zou verdwijnen.
Als „politiek man" heeft de heer
Van Bylandt nooit eene bepaald „her-
vorragende" rol gespeeld.
Herhaaldelijk werd hij waar
rechts de zetels had te verdeelen
voor de portefeuille van buitenland-
sche zaken genoemd, en toch is 't nooit
gekomen tot het ministerschap.
Bij de behandeling der begrootingen
had hij steeds zijn „vaste" onderwer
pen, en noch de belangen der kerk
in Indië noch de kwestie der „blanke
slavinnen" werden daarbij ooit gemist,
voorzoover ik mij herinneren kan. 't
Was voor den ijverig-volhardenden
afgevaardigde uit Apeldoorn een jaren-
achtereen durend, echt „geduldwerk",
maar teekenen van ongeduldig-worden
bespeurde men bij hem nooit.
Wat graaf Van Bylandt over de
belangen, hem zoozeer interesseerend,
te betoogen had, bracht hij steeds te
berde op dien rustigen toon met de
vrij-zachte stem, waarmee hij het
Ik vroeg daar straks, of we vandaag
eens naar het Grünewald willen rijden.
De frissche boschlucht zal je goed
doen-
Dat is een goede inval, oom
Ja, laten wij dat doen en de dingen
van vroeger vergeten. U denkt geen
kwaad van me, niet waar, oom
Ik denk het allerbeste van je,
mijn kind I Maar kleed je nu aan,
dan zal ik het rijtuig laten inspannen.
Nauwelijks een kwartier later rolde
het rijtuig weg in de richting naar
de Brandenburger poort. In de breede
laan naar Charlotienburg zette Hen
drik de rossen in flinken draf, en met
welbehagen ademde Greta de fris
sche lucht in, die haar te.genwaaide.
Het fraaie rijtuig met de fwee donker
bruine paarden maakte geen slecht
figuur bij de vele equipages van rijke
lieden, die men op den weg ont
moette. En Hendrik Tiedemann, die
in stramme militaire houding op den
bok zat, maakte ook geen slechten
indruk. Men had kunnen gelooven
dat hij een oud majoor van de hu
zaren was, die nog gaarne zelf de
paarden mende en nu met zijn doch
ter een rijtoer maakte.
woord voert, opbouwend hoffelijk,
welgestyleerde, sobere zinnekens,
niet bijzonder-eloquent, niet indruk
wekkend, zonder spoor van gloed of
„emphase", uiterst bescheiden, waar
dig, volhardend; vasiclijk geloo-
vend dat, gelijk „Gutta cavat lapi-
dem", hij ten slotte toch wel be
reiken zou, wat zeker tijd en geduld
kostte om te veroveren
Doch een goed zoon derdiploma-
tenschool weet zich te hoeden legen
overijling. Beseft de waarheid van het
„qui trop embrasse, mal étreint"
Bij de straks genoemde Zuid-Afri-
kaansche kwestie was de heer van
B. vuriger, warmer dan ooit. Het ge
luid van zijn spreken werd forscher.
Er was gloed in zijne oogen. Hij
bouwde z'n zinnen sneller, zoodat ze
gespierder werden... Toen kreeg
men eensklaps „kijk" op een anderen
afgevaardigde van B. dan de meesten
zich konden voorstellen besefte men,
dat niet zoozeer lauwheid van tem
perament als wel zorgzaam-getraind
zelfbedwang dezen volksvertegen
woordiger uiterlijk deed zijn, gelijk
men hem vóór zich ziet, in en buiten
de Kamer
En hierin schuilt ook een waarborg
dat hij niet de „speaker" (zal) blijken,
die met zijn gezag of met het R. van
O. zou laten „spelen". Wie hem lang
durig observeerden, zullen wel de
overtuiging hebben gekregen, hoe het
„suaviter in modo, fortiter in re" bij
hem richtsnoer is. De Kamer, die
denken zou dat die hoffelijke-eenvou-
dige, bescheiden-rustige praeses de
teugels op zeker moment niet met
forschc handnipt een greep, die,
eenmaal aangevat hebbend, tot geen
prijs meer loslaat, kon tot zich trek
ken Die Kamer zou zich deerlijk
vergissen.
En ook daarom geloof ik, dat de
Apeldoornsche afgevaardigde, in de
gegeven politieke en verdere omstan
digheden, de aangewezen man mag
heeten om voor het njeuw-aangebro-
ken vierjarig tijdperk voor de zware
„speakers" taak te worden aangezocht.
Geen interpellatie.
Van het aanvankelijke voornemen
om een interpellatie te houden over
de zaak Kuyper—LehmannWest-
meijer is, om meer dan éene reden,
afgezien ook door de sociaal-de
mocraten. De zaak zal echter ver
moedelijk bij de begrooting ter sprake
worden gebracht, dus zonder dat de
Regeering er rechtstreeks in betrok
ken wordt. („Hbl.")
Arbeidsovereenkomst.
De minister van justitie heeft tot
de Kamers van Arbeid een schrijven
gericht, waarin hij als zijn meening
te kennen geeft, dat de wet tot re
Qreta zag er bekoorlijk uit in haar
nauw sluitend zomercostuum, met
fraaien stroohoed, waaronder de don
kerbruine lokken in weelderigen
overvloed voor den dag kwamen,
ondanks haar eenvoudige kleeding
lag er iets voornaams in haar voor
komen en menig heer die op een
edel ros gezeten het rijtuig ontmoet
te, keek haar met bewonderende
blikken na 1
Charlottenburg was achter den rug
en spoedig bereikte men het Grüne
wald.
In „Hundekehle" werd halt ge
houden. Oom Hendrik liet de paar
den op stal brengen en ging toen
met Qreta den tuiq van het restau
rant in. De deftige beer met het hou-:
ten heep e'n het lint van het IJzeren
Kruis trok de aandacht van vele
gasten, maar het lieve meisje naast
hem nog veel meer. In de vrije lucht
had Greta haar vroegere gezonde
kleur teruggekregen en haar oog
schitterde weer met kinderlijke vroo-
lijkheid.
Plotseling verschrikte zij, ze ver
bleekte en haar hand beefde, zoodat
oom Hendrik bezorgd werd en vroeg
geling van de Arbeidsovereenkomst
thans, na verscheidene maanden
werkens, aan de Kamers wel gele
genheid zal hebben gegeven tot het
vormen van een oordeel over de
waarde van de nieuwe wetsvoor
schriften voor de practijk van het
maatschappelijk leven. De minister
noodigt daarom de Kamers uit, nu,
en telkens weer, wanneer de Kamers
meenen daartoe aanleiding le hebben,
hem mede te deelen op welke pun
ten de Kamers verbetering meenen
te mogen constateeren vergeleken bij
den vroegeren rechtstoestand, en in
welk opzicht de wet gebreken of
leemten deed kennen.
Stoomloodsvaartuig.
Op de marinebegrooting is voor
gesteld de bouw van een negende
stoomloodsvaartuig, vdaardoor verdere
uitvoering gegeven wordt aan de
voorgenomen geleidelijke vervanging
van de zeilloodsvaartuigen van het
4e en 5e loodsdistrict voor den kruis
post Dungeness doorstoomvaartuigen.
Inhaling van om de cholera uitge
stelde herhalingsoefeningen.
Door den minister van oorlog is het
verbod tot opkomst onder de wapenen
van de verlofgangers der militie uit
en naar de gemeenten, waar zich ge
vallen van cholera hebben, voorge
daan, ingetrokken.
In verband hiermede, zullen de
miliciens, die niet aan de herhalings
oefeningen hebben kunnen voldoen,
op 29 November a.s. onder de wa
penen moeten komen.
Den laatsten tijd kunnen de ge
regelde krantenlezers hun hart op
halen aan de rubriek: „Luchtscheep
vaart", welke zich in veler belang
stelling mag verheugen.
Wij lezen ook al van vrouwen, die
zich in het luchtruim wagen en op
dat pas veroverd terrein met den
man willen gaan concurreeren. Ver
scheidene dames, als niet Katharina
Wright, de zuster van den bekenden
luchtschipper, mevrouw O'Berg en
anderen verhieven zich in een toestel
van Wright boven de aarde. In
Frankrijk laat mevrouw Pelletier zich
onderrichten in de geheimen der
luchtscheepvaart; haar naaste doel
is vijf kilometer te vliegen. Zoo
hoopt zij den prijs te verdienen, uit
geloofd door René Grienton aan de
vrouw, die in aeroplan voor het eerst
een mijl in de lucht rondvaart.
Ook in de gondels der Zeppelin's
hebben zich vrouwen gewaagdzijn
eigen dochter en de koningin van
Wurtenburg,
Het is nu de tijd schrijft zeker
Wat scheelt er aan, Greta Waar
van schrikt ge zoo
O, het is niets, oomIk ben
mal. Ik weet zelf niet, waarvan ik
zoo schrikte! Kom, oom, laten wij
daar in dien hoek gaan zitten.
Wat Daar in dien afgelegen
hoek? Nu, zooals ge wilt, het is mij
goed.
Hij richtte zijn schreden naar de
bedoelde plek, die half verscho
len lag tnssphen het struikgewas.
Doch daar voelde hij zich- aan de
panden van zijn jas vastgehouden.
Qp vroolijken toon riep een man
- Hola, Tiedemann, waar gaat ge
heen? Zijt gij een oud vriend ver
geten
Zoo, Karei, zijt gij het
Hendrik herkende twee vrienden,
met wie hij meermalen kaartspeelde,
liefst skat.
Dat treft mooiNu zijn we met
ons drieën
Daar kan vandaag niets van ko
men' Ik heb mijn nicht bij me.
Och kom, gekheid Juffrouw
Greta heeft er niets tegen, nietwaar,
juffrouw? Verlegen glimlachend knik
te Greta.
blad voor de beheerschers en be-
heerscheressen der mode, dat zij een
passend, een modieus kleed ontwer
pen voor de elegante luchtschipsters.
De vrouw-automobilist hebben zij het
aanzien van een ijsbeer gegeven, de
luchtschipsters zullen zij misschien
den schijn afgeven van paradijs
vogels als de dames-kleermaker op
timist, en den schijn van vleermuizen
als hij pessimist is.
In de 17e eeuw heeft Vondel in
zijn Wildzang reeds aanbevolen en
gezegd hoe de lucht in te gaan
Wie nu een vogel worden wil,
Die trekke pluimen aan.
Vermij de stad, en atraatgeschil
En kièze een ruimer baan.
Nog heel wat vroeger, vóór 't be
gin onzer jaartelling, schreef de groote
Romeinsche dichter Ovidius over'
vliegende menschen (Doedalus en
Icarus), o.a. als volgt
„De mensch, niet tevreden land en
water te kunnen begaan, wil ook de
lucht voor zich toegankelijk maken
hij roept uit: De weg door het lucht
ruim blijft nog over. Wij zullen
trachten door het luchtruim te gaan.
Hij beseft, dat hij daartoe een bij
zondere vinding moet doen Ik moet
nieuwe eigenschappen aan de nien-
schelijke natuur toevoegen. Hij zocht,
zocht en vindtZoo sprak hij en
hij wendt zijn geest tot onbekende
kunsten en hij brengt iets nieuws in
de natuur. Met trots kan hij nu uit
roepen Doorklief nu de lucht, die
door mijn uitvinding voor u openstaat.
De eerste aviatoren begonnen hun
vlucht van een heuvel af. Er was
een heuvel, lager dan een berg, maar
hooger dan het vlakke veld van hier
af werden hun lichamen aan de ramp
zalige lucht toevertrouwd. Angstig
houdt hij zich in evenwicht op den
nieuwen weg. Maar al spoedig begint
hij er pleizier.in te krijgen. En reeds
schept hij behagen in de nieuwe
wijze van voortgaan, en na zijn vrees
afgelegd te hebben, vliegt hij krach
tig met stoutmoedige kunst.
....Maar nog is men niet tevreden
een stoutmoedig aviator waagt zich
boven de zee, doch Verschrikt zag
hij van boven uit de lucht neer op
de golven en duisternis kwam van
angst en vrees voor zijn oogen. Hij
is zijn toestel niet langer meesterEn
hij siddert en vindt geen steun meer
hij valt neer en vallend roept hij
„God, o God, ik stort neer...." het
groene water sloot zijn mond terwijl
hij nog sprak."
Aan 't slot geeft de dichter dan de-
volgende waarschuwing laat nimmer
de mensch zich op zijn vliegkunst
verhoovaardigen, en laat ieder aviator
op zijn aëroplaan deze woorden
griffen
„Vergeef mijn beginnen, hooge Ju
piter, ik streef er niet naar den hemel
met zijn sterren te bereiken."
Kom aan, oude jongen, kom dan
maar hier zitten; kellner, de kaarten I
Het duurt niet lang, juffrouw, hoog
stens een uurtje I
Hendrik Tiedemann was veel te
groot liefhebber van het edele skat-
spei om de gelegenheid te laten voor
bijgaan. in weinige oogenblikken wa
ren de drie heeren in hunne kaarten
verdiept en bemerkten niet, hoe ver
legen Greta er bij zat en nauwelijks
de oogen opsloeg.
Zij durfde dat niet, want zij ge
voelde, dat de oogen van een jong
heer, die drie tafeltjes verderop zat,
met vurig verlangen op haar rustten
en ze wist dat haar blikken onfeil
baar de zijne zouden ontmoeten, zoo
dra zij de oogen opsloeg.
Hoe kwam het toch dat zij hem
overal ontmoette Sedert dien dag
der wedrennen ging er bijna geen
week om, dat zij den jongen officier
der huzaren niet ontmoette. Nu eens
Unter den Linden, dan weer in de
Leipzigerstraat, een andermaal in den
Thiergarten, als zij 's avonds een
kleine wandeling deed.
(Wordt vervolgd.)