.EI.
Mui
\s.
SSE
OST.
Vrijdag
24 September.
(oedcn
I. f 16.80
I 1.10
f 13.20
f 0.85
f 0.90
fdttn.
Gemeentebestuur,
Feuilleton.
T.
en BLOUSE-
nsje.
DNINGS-
f 0.57
5,50
- 0.62
- 6
- 2.07
- 6.70
No. 224
47e Jaargang.
1909.
¥s¥?^NLANDr
•r
zoekt een L)a»=
rouw, om hem
lot 's middags 5
tt. S S, bureau
jmeubileerd
Ivattende Zitka-
ine Slaapkamer
i.S. met opgaaf
iss. Courant."
oon 160
RPEN.
s bezorgd
iriek
evende
ngelsche
end met
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Hbonnements-fiduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden.
Nieuwe Abonné's, uitge*
zonderd bij wekelijksche be=
taling, ontvangen de dagelijks
Verschijnende „VLISSING*
SCHE COURANT" koste*
loos tot, 1 October.
HOOFDELIJKE OMSLAG.
Afkondiging van het uitvoerbaar ver
klaarde 2e suppletoir kohier van
den hoofdelijken omslag voor
het jaar 1909.
Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend
dat het 2e suppletoir kohier van den
hoofdelijken omslag voor het jaar
1909, na door Gedeputeerde Staten
van Zeeland bij hun besluit van 17
September jl. no. 45 te zijn goedge
keurd, op heden in afschrift gedurende
den tijd van vijf maanden op de
Secretarie der gemeente voor een
ieder ter lezing is nedergelegd.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 22 Sept. 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. H. DOMMISSE. (L. S.)
Millioenen-nota.
Aan de nota betreffende den toe
stand van 's lands financiën, welke
de minister van financiën deed ver
gezeld gaan aan het ontwerp der
Staatsbegrooting voor het jaar 1910,
wordt het volgende ontleend
Het dienstjaar 1907 wijst een voor-
deelig saldo aan van f 1,435,966,37".
Daarentegen kunnen de uitkomsten van
het dienstjaar 1908 allerminst bevre
digend worden genoemd.
Voor zoover die uitkomsten thans
bekend zijn, zal er vermoedelijk een
tekort zijn van f 10,992,962.555.
Omtrent de vermoedelijke uitkom
sten van 't dienstjaar 1909 valt nog
weinig met zekerheid te zeggen. De
oorspronkelijke begrooting geeft een
eindcijfer van f 200,414,915.51Se
dert zijn verschillende hoofdstukken
verhoogd, tot een gezamenlijk bedrag
van f 201,490,433.515, terwijl voorts
nog aanhangig zijn 9 suppletoire
aanvragen, tot een gezamenlijk bedrag
van f 1,479,758.
Het tekort op den gewonen dienst,
door den minister ten vorigen jare bij
de indiening der begrooting (na af
bek van de vermoedelijke besparing)
°P f 10,100,000 geraamd, daalde, ten
gevolge van de verlaging van de
gewone uitgaven tijdens de behande
ling, tot f 9,645,000, terwijl de heffing
van 10 opcenten op de vermogens
43.)
Hun jonge harten liepen over, en
J°or hun aandoeningen meegesleept,
Vergaten zij de wereld en zonken in
'«anders armen.
He 2on ging reeds onder, toen
oerda van Eduard afscheid nam.
"and in hand, oog in oog, stonden
jongelieden tegenover elkaar met
'oppende harten en gloeiende
wangen.
Vaarwel, Eduard, fluisterde zij,
worden wij ook voor eeuwig ge-
neiden, dan zal-ik foch steeds aan
uu «ogenblik denken,
jij 1 wilde haar hand uit die van
hieldrd-ios maken> maar de jonkman
'd die vast en trok het meisje nog-
'aan zijn borst.
beloof me, Gerda, dat ge morgen
grnaals hier komt. Ik heb je nog
en bedrijfsbelastingen dit geraamd
tekort verder nog f 8,515,000 deed
dalen.
Wanneer buiten rekening wordt
gelaten de stijging van de opbrengst,
als gevolg van nieuwe middelen (10
opcenten, verhooging zegelrecht, ef
fecten, en wijziging registratierecht),
dan toonen de middelen over de eerste
8 maanden van 1909 een accres aan
van f 2,320,500, d.i. 2.28 pet.
Geven de laatste vier maanden een
accres tot gelijk percentage, dan za!
de opbrengst van de middelen AL
in het geheel f 167,390,000 bedragen,
d.i. f 3,506,000 boven de raming, en
't geraamd tekort (op den gewonen
dienst) zal alsdan dalen tot f 5,000,000,
ongetwijfeld een zeer belangrijk be
drag.
Hierna overgaande tot de uiteen
zetting van de .cijfers der ontwerp-
begrooting 1910, deelt de minister
mede, dat de uitgaven zijn geraamd
op f 207,187,206.87, waaronder be
grepen zijn aan buitengewone uitga
ven f 8,447,350, zoodat blijft voor
gewone uitgaven f 198,739,856.87.
Vergeleken bij het totaal bedrag van
de 13 hoofdstukken, gelijk die aan
vankelijk voor 1909 werden vastge
steld, wijst het totale thans aange
vraagde bedrag een vermeerdering
aan van f 6,772,291.355, voor den ge-
heeien dienst, waarvan f 5,432,856.62
voor den gewonen dienst, welke het
gevolg is van een hoogere raming van
Hoofdstuk II (voor geheeien en ge
wonen dienst) f 4360.50. Hoofdstuk
III (idem) f 48,435.45, Hoofdstuk IV
(idem) f 417,383, Hoofdstuk V (idem)
f 1,752,488.74, Hoofdstuk VI (idem)
f 749.485.68, Hoofdstuk Vil B (voor
geheeien dienst) f 1,159.930.10, voor
gewonen dienst f 529,930.10, Hoofd
stuk VIII (voor geheeien en gewonen
dienst) f 1,419,239, Hoofdstuk IX
(voor geheeien dienst) f 964,503.65,
voor gewonen dienst f 394,153.65,
Hoofdstuk X (voor geheeien dienst)
f 607,624, voor gewonen dienst
f 267,224, Hoofdstuk XI (voor gewo
nen dienst) f 175,792, waartegenover
staat eene lagere raming van Hoofd
stuk I (voor geheeien en gewonen
dienst) f 63,750, Hoofdstuk VII A
(idem) f 261,876.50, Hoofdstuk XI
(voor geheeien dienst) f 25,532.263,
De hoogere raming is mitsdien tot
een bedrag van f 1,339,425.735 ge
volg van de hoogere raming der
buitengewone uitgaven.
Eerste Kamer.
In de gisteren gehouden zitting is
het wetsontwerp tot wijziging van
het burgerlijk deel der kinderwetten"
aangenomen.
Alvorens had gedachtenwisseling
plaats tusschen den heer Van der
Feltz en den minister van justitie, die
toegaf dat het hier slechts geldt voor
niet alles gezegd, wat mij op het hart
ligt. Ik heb bekend dat ik je onuit
sprekelijk liefheb, maar het geheim
van mijn leven hebt ge nog niet verno
men. En ge moet alles weten, eerst
dan kunt ge beslissen, of wij voor
voor eeuwig zullen scheiden of samen
voor ons geluk zullen strijden. Reeds
lang heb ik er over nagedacht of ik
je alleS zou zeggen, maar thans, nu
ik je liefde heb gewonneais het mijn
plicht en morgen zult ge vernemen wat
ons voor eeuwig scheidt of ons voor
altijd vereenigt. Dezen stond wil ik je
niet ontwijden door de onthulling van
een droevig geheim. Het uur, waarin
wij onze liefde bekend hebben, mag
niet dan een vroolijke herinnering
achterlaten.
Ik zal komen, Eduard, ik be
loof het je
Eduard Montelii hief Gerda in
den zadel, nog even boog zij
voorover, Eduard drukte een kus op
haar voorhoofd, en toen galoppeerde
zij weg.
Eduard oogde haar na totdat haar
blauwe sluier uit het gezicht ver
dween. Toen nam hij weer plaats op
de bank, waar hij gezeten had, waar
ziening ten behoeve van natuurlijke,
niet erkende kinderen, met eerbiedi
ging zooveel mogelijk van de ouder
lijke macht en bevordering van re-
galarische onwettige verbintenissen.
Daarna is aangevangen met de be
handeling der achterstandsontwerpen.
De heer Van der Fe" - bestreed prin
cipieel de instelling van een alleen
rechtsprekenden rechter en gedwon
gen pensioneering. De heer Vermeu
len beaamde deze bezwaren, maar
stemde onder de bestaande omstan
digheden voor. De heer Peelinck sloot
zich bij den heer Van der Feltz aan.
De heer Kist vreesde dat men op
ruiming van den achterstand niet be
reiken zou.
Kamerverkiezing Breukelen.
De voorioopige uitslag der gisteren
in het district Breukelen gehouden
verkiezing voor een lid van de
Tweede Kamer der Staten Generaal
was als volgt
Aantal kiezers 7158. Uitgebracht
geldige stemmen 5923.
Hiervan verkregen mr. L. J. Doude
van Troostwijk (c.-h.) 886, mr. F. H.
de Monté Ver Loren (a.-r.) 1507, mr.
F. L. S. E. baron van Tuyil van Se-
rooskerken van Zuyien (lib.) 1050 en
mr. J. B. L. C. C. baron de Wijker-
slootli de Weerdesteijn (r.-k.) 2480
stemmen, zoodat herstemming moet
plaats hebben tusschen de heeren
baron de Wijkerslooth de Weerdesteijn
en de Monté Ver Loren.
De Troonrede.
De verschillende politieke organen
hebben weer beschouwingen gewijd
aan de openingsrede, Dinsdag door
minister Heemskerk uitgesproken.
Het zou te veel van onze plaats
ruimte vergen van al deze beschou
wingen, zij het ook slechts een be
knopt, overzicht te geven. Wij zullen
daarom slechts hier en daar een
greep doen en volstaan met wat de
hoofdorganen van dit officieele staats
stuk hebben gezegd.
De „N. R. Ct." klaagt over de
overlading van het aangeboden pro
gram. De regeering overschat haar
werkkracht en die van de Kamers
verre.
In het bijzonder bespreekt het blad
de financieele paragraaf, in verband
met de sociale hervormingen. Het
blad schrijft: Tot nu toe is het van
de rechterzijde steeds voorgesteld,
alsof men daar ter bestrijding van
de enorme kosten der verplichte so
ciale verzekeringen, die op het re-
geeringsprogram niet ontbreken, de
verhooging van het tarief in reserve
hield. Dit verband tusschen sociale
verzekering en tariefverhooging wordt
nu bij deze openingsrede verbroken.
De vraag rijstwaar denkt de re
geering de sommen voor de door
hij voor haar knielde en haar handen
kuste. Het was hem zoo wel en
toch zoo wee om het hart. Gelukkig
door het bewustzijn, dat zij hem be
minde, rampzalig door het zekere
vooruitzicht, dat morgen alles gedaan
zou zijn.
Maar moest hij haar zijn geheim
toevertrouwen Moest hij Handelde
hij goed de misdaad van haar eigen
ouders te onthullen De misdaad
Hij geloofde, dat er een misdaad ge
pleegd was, maar hij alleen geloofde
dat. Alle anderen meenden, dat een
ongelukkige samenloop van omstan
digheden het publiek maken van het
huwelijk zijner ouders verhinderd
had ja zijn eigen moeder was
in den loop der jaren gaan geloo^n,
dat dit de waarheid was. En was
het dan onmogelijk, dat hier een be
treurenswaardige dwaling in het spel
was, dat dus Gerda's ouders ter goe
der trouw gehandeld hadden
Neen, zoo moest het zeker zijn,
want een Altenbrak, Gerda's vader,
kon geen schurk, geen bedrieger zijn
En ais dat zoo was, dan was er
ook hoop, dat alles nog goed zou
worden. Als Gerda hem maar met
haar in uitzicht gestelde verzekeringen
dan nu te vinden Laat haar dit
koud Of zullen we het moeten be
leven, dat, na de voorioopige, en na
de definitieve \erhooging van het
tarief tot voorziening in den finan-
cieelen toestand des rijks, nog een
verhooging ter voorziening in de kos
ten der sociale verzekeringen als toe
gift zal worden aanhangig gemaakt
De vraag lijkt ons, ter beoordeeling
van de vooruitzichten, die wij onder
dit kabinet zullen hebben, gewichtig
genoeg.
Ten aanzien van het kiesrecht-
vraagstuk heeft de openingsrede zich
in nevelen gehuld. Een staatscom
missie zal worden benoemd ten einde
te onderzoeken, welke wijzigingen in
de grondwet behooren te worden ge
bracht. Ziedaar alles, roept de ,,N.
R. Ct." waarna het blad besluit:
in zooverre eruit afgeleid worden
mag, dat de aan de staatscommissie
te verstrekken opdracht een volstrekt
algemeene zal zijn, juichen wij het
besluit der regeering toe. Te meer,
omdat wij verwachten, dat de regee
ring, in tegenstelling met wat een
vroeger kabinet deed, het werk der
staatscommissie ook als basis zal ge
bruiken voor haar eigen voorstellen.
De plaats, waarop de herziening der
Grondwet, toch waarlijk wel iets van
uitnemend gewicht, in de openings
rede vermeld is, doet overigens den
ken, dat deze regeering de grondwets
herziening en de oplossing van het
kiesrechtvraagstuk, dat bij een grond
wetsherziening toch zeker niet zal
worden vergeten, niet als urgent be
schouwd hebben wil. De partijen,
óók die ter rechterzijde gezeten, die
het kiesrechtvraagstuk in het voorjaar
vóóraan op hun verkiezingsprogram
stelden, mogen hierover de regeering
eens aan den tand voelen. Of zou
het inderdaad blijken gelijk reeds
dezen zomer van zekeren kant rechts
werd te kennen gegeven dat men
wanneer men maar eenmaal de meer
derheid heeft, de beloften, waarmee
men de kiezers ter stembus gelokt
heeft, als ijdele leuze beschouwt De
stembusprogramma's als scheurpapier,
zonder zeifs een poging te doen, om
de regeering tot inlossing der beloften
te dringen
Ook het „Handelsblad" acht de
tariefsherziening het zwaartepunt der
openingsrede.
De gevreesde en gehate bescher
mende rechten zullen dus hun intocht
doen. Wij moeten hier echter billijk
heidshalve bijvoegen, dat wellicht het
bedrag dat door de onbillijk drukkende
en schadelijk werkende indirecte be
lasting van verhoogde rechten ver
kregen moet worden, niet groot zal
behoeven te zijn. Immers tegelijkertijd
wordt aangekondigd een verhooging
van de successierechten, die in ons
standvastigheid trouw bleef, zou haar
vaders tegenstand ten slotte wel te
overwinnen zijn. Was hij-zelf niet de
zoon van een Altenbrak Vloeide
ook niet in zijn aderen het adellijk
bloed van het oude riddergeslacht
Thans berouwde liet hem dubbel, dat
hij bij zijn moeder niet had aange
houden om den naam Altenbrak aan
te nemen. De baron had dan een
aanklacht ingediend, de justitie zou
de zaak onderzocht hebben, en wie
weet of zijn goed recht dan niet zon
neklaar gebleken was.
En dan Dan zou hij de erfgenaam
van Altenbrak geworden zijn, maar
Gerda's liefde zou hij voor eeuwig
verloren hebben. Neen, neen Liever
wilde hij voort leven onder den bur
gerlijken naam zijner moeder en be
mind door Gerda, dan ais million-
nair in het bezit van Altenbrak zonder
haar liefde.
En toch hij moest haar zeg
gen wat op zijn gemoed drukte.
Doch niet als aanklager van hare
ouders wilde hij dat doen, hij
wilde haar eenvoudig vertellen, wat
hij ondervonden had, en het oordeel
aan haar overlaten.
land zeker voor een aanzienlijke ver
hooging vatbaar zijn en de zoozeer
verlangde algemeene inkomstenbelas
ting, die de directe belasting naar
draagkracht eenvoudiger en billijker
kan doen regelen.
Wij moeten van deze beide toe
zeggingen met dankbaarheid gewag
maken.
Bedenkelijk is dat onder de mid
delen tot aanvulling van het oogen-
blikkelijk tekort, ook genoemd wordt
een „voorioopige verhooging van het
tarief van invoerrechten". Nu is er
wel geen belasting te veranderen
welke zooveel last, nadeel en onbil
lijkheid veroorzaken als de invoer
rechten-belasting. Een „voorioopige
verhooging van liet tarief van invoer
rechten" is iets wat a priori veroor
deeld moet worden, is spelen roet de
belangen van handel en nijverheid.
Het „Vad." ontving een vrij zake-
lijken indruk van de Openingsrede.
Echter worden veie schotels van het
vorig jaar opnieuw ter tafel gebracht.
De bijzonderheden der rede bespre
kende, vestigt ook het „Vad" ero.a.
de aandacht op, dat de groote finan
cieele wetsvoorstellen, die de regee
ring te vorigen jare aankondigde
de tariefsherziening sliep toen nog
den slaap van Dornröschen en wachtte
op den kus der algemeene verkiezin
gen destijds uitdrukkelijk werden
voorgesteld als bestemd voor de uit
voering van sociale hervormingen,
terwijl die vermelding nu ontbreekt.
Naar aanleiding van de Grondwets
commissie schrijft liet „Vad."
Het voornemen, om een staatscom
missie in het leven te roepen, ten
einde te onderzoeken, welke wijzi
gingen in de Grondwet behooren te
worden gebracht, schijnt in verband
te staan met het kiesrecht, maar be
oogt blijkbaar tevens een meer om
vattende herziening. De aankondiging
is een treffende illustratie van het
Sisyphus-werk dat de opeenvolgende
regeeringen elkander verschaffen het
rapport van de Staatscommissie, die
de minister Rink met dezelfde, schoon
beperkte, opdracht benoemde, is nog
versch.
Voor de „Nieuwe Courant" is het
merkwaardigste in de openingsrede
de aankondiging dat benoemd zal
worden een staatscommissie teneinde
te onderzoeken, welke wijzigingen
in de Grondwet behooren te worden
gebracht.
„Hieruit blijkt," zegt het blad, „dat
de regeering de wenscheiijkheid om
een grondwetsherziening te, bevorde
ren of te ondernemen, erkent. Waarom
dan zelve niet een zoodanig voorstel
aangekondigd Het wordt dwaas, ai
dat gesol met de Grondwet. Het
kabinet van 1905 kondigde een her
ziening aan van de grondwettelijke
kiesrechtbepalingen, benevens een
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Hoe is het, Greta, zoudt ge
geen lust hebben om rijtoertje naar
het Grünewald te doen
Het meisje schrikte op en sloeg
de oogen verstrooid op naar oom
Hendrik.
Wat zegt U daar, oom
Kijk toch eens aan
Oom Hendrik richtte zich langzaam
uit den hoek van de sofa op en
stapte brommend in de kamer heen
en weer.
Beste oom, ik heb u werkelijk
niet verstaan ik was in gedachten
verdiept. Hendrik Tiedemann bleef
voor het meisje staan en keek haar
onderzoekend aan.
Wat scheelt er toch aan, Greta?
Ge zijt niet meer het vroolijke kind
van vroeger. Grijpt het studeeren je
te veel aan Dan was het maar beter,
dat ge naar Neurode gingt, bij je
moeder.
Maar oom, hoe komt u op de
gedachte, dat ik'niet wei ben Ik was
nooit zoo gezond als tegenwoordig.
(Wordt vervolgd.)