ïffiS r h VLISSIINGSCH BUNKER'S r a.s. t Woensdag IS September. Feuileion. ibis sa Misk binnenland. \ict 47e Jaargang. seven de f O.ö? 5.50 - 6 - 6.70 ngelsche litend niet K- 244 stem, n nnnder. oor het meeren. veel grooter da„ nen. brengt u\v No. 216 1909. J er HUSON ver- VEN. Immers Heer STUART - O 82 - 2 07 dienst. fiddelburgr.v. 40J 5.50f 7.55 I.15 2.— 2.45 0.55 7.50 8.50 Remise, de an- idhuis. 5.15f 6.25+ 8.40 2.— 2.45 3.30 8.50 9.40 10.25 dan tot de Re- gaan naar het /alcheren ItiW 6.22, 9.20, (en 11.15. Het is, de Paul Kru el is resp, 5, 10 25, 9.23, 12.18, 3. Domburg6 45, 8.40 en 11.40. 'lissingen en Mid- 0.40, 1.35, 4.15, tar Viissingon en II.29, 2.24, 5.04, iYendienst -, 6.20, 6.45, 10.20, 10.40, .80,1.—, 1-30*. .30, 4,50, 5.20, 3,20 vm. 6.10, 6.30, 10.10, 10.30, 12.10, 12.45, .40, 4.10,4.40, .30, 8.—, 8.30 Zondags uit. |0, 8, 1.50, ^Schelde. 13,43 e) en 6,35 i) 10 ol en 7,05 2,15 a) en 5,0' 3,43 en 6.35 d) hJ het vertrek T»1 l.N«nzen val- keaa, 8,5» •eskens, Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. boot ran 16 van 16,^ April tot Staten-Generaal. De oproepingsbrief voor de Ver- eenigde Vergadering der Staten-Ge neraal op Dinsdag 21 September ver meldt kwart voor een uur als tijdstip van opening. Plaatselijke belastingen. Naar wij vernemen, hebben de chefs van de afdeeling financiën ter secretarie van de groote gemeenten in ons land zich in commissie ver- eenigd ter bespreking van het bij de Tweede Kamer aanhangige wetsont werp tot wijziging van eenige artikelen der Gemeentewet, beoogende uit breiding te geven aan de grenzen van het belastinggebied der gemeen ten. Het ligt in de bedoeling der commissie, na de uitkomsten harer besprekingen, een rapport op te stellen en dit bij de Tweede Kamer in te dienen. De commissie, die reeds een paar malen vergaderd heeft, hoopt nog in den loop van dit jaar met haar arbeid gereed te zijn. („N. Ct.") Het IXe internationale vee- artsenijkundig Congres. Nadat Zondagavond de toen reeds in Den Haag en Scheveningen aange komen gedelegeerden op bovenge noemd congres, namens het Uitvoe rend Comité, in het Kurhaus te Scheveningen waren ontvangen, had gisteren namiddag te 2 uur in een der zalen van hetzelfde Kurhaus de plechtige officieele opening plaats door Z. K. H. den Prins der Neder landen,beschermheer van het Congres. Vóór de opening, door den Prins, hield minister Talma eene rede. Aan het congres wordt deelgeno men door een 25-tal staten, onder welke eenige der Zuid-Amerikaansche republieken. Eed of belofte. In de vergadering van de vereeni- ging „De Dageraad", die heden in het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen te 's Gravenhage wordt ge houden, zal mr. S. van Houten de volgende stellingen verdedigen 1. De meer en meer in onze zeden doordringende persoonlijke gods dienstvrijheid eischt steeds dringen der, dat de in de praktijk van het recht aan de leden der Doopsgezinde gemeente geoorloofde eedsvervangen- de belofte (verklaring) worde toege staan aan allen, die te kennen geven in geen voor hen meer bindenden vorm van hunne gezindheid te kun nen doen blijken. 2. Het eischen van het lidmaatschap eener Doopsgezinde gemeente of van eenig ander kerk- 35.) De secretaris, de ondergeschikte opzichters en de huishoudster aten niet in het slot, maar in het zoo genaamde „ambthuis," waar ten tijde der fedale rechtspleging de ambtman van het rechtsgebied van Altenbrak gewoond had. Het „ambthuis" was nu verbouwd en bevatte de wonin gen van eenige beambten. De gunst om met de adellijke familie het mid dagmaal te gebruiken had de inspec tor Feldner zich door zijn langduri- gen diensttijd verworvenhij bekleedde JP betrekking reeds onder den ouden oarondaardoor ook kon hij, waar dit noodig was, vrijmoedig voor zijn gevoelen uitkomen. De brave, bijna zestigjarige man, sl°nd met den baron op een goeden v°et;de baron had weinig kennis MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, HOUDT VAST AAN GE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. (Adv.) genootschap, dat het eedzweren onge oorloofd acht, als voorwaarde om tot het afleggen eener belofte (verklaring) te worden toegelaten, steunt op geen wettelijken grond. Militaire berichten. De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de nagenoemde jongelingen, in alphabe- tische volgorde gerangschikt, met ingang van 1 October a. s., zijn be noemd tot adspirant-administrateur bij de zeemachtH. J. Eenhoorn, J. J. Gübsis, D. Pothoven, J. Vons. Wanneer de kaderreservisten, die onder de wapenen zijn geroepen, om te voldoen aan hun verplichtingen ingevolge de wet op de reserve voor de landmacht, tijdens het verblijf onder de wapenen ongesteld worden, zullen zij in het genot van onbepaald verlof behooren te worden gesteld. Zij zullen alsdan gehouden zijn van hun volledig herstel onder overlegging van een geneeskundige verklaring van den behandeienden geneesheer mededeeling te doen aan den daarbij betrokken commandeerenden officier. Het aantal compagnieën der Kolo niale Reserve wordt van 6 terrugge- bracht op 4, waarvan 1 te Zutphen en 3 te Nijmegen zullen worden gelegerd. De le luit. F. Plankeel van het 3e reg. infanterie te Bergen op Zoom wordt op 1 October a.s. overgeplaatst bij het instuctiebataljon. Emigratie. Blijkens van den consul-generaal te Hamburg ontvangen inlichtingen, zijn in de laatste maanden tal van Nederlanders naar Hamburg, Altona en Harburg gekomen om werk te zoeken, zonder dat zij voorzien waren van voldoende geldmiddelen of een bewijs van Nederlanderschap. Dien tengevolge kwamen zij vaak, na ge durende eenige dagen tevergeefs naar werk gezocht te hebben, de tusschenkomst van het consulaat- generaal inroepen om op staatskosten naar Nederland te kunnen terugkeeren. Ten einde belanghebbenden teleur stellingen te bespvren, vestigt de minister van buiteniandsche zaken er de aandacht op, dat als gevolg van de slapte die nog steeds in het Duitsche zakenleven heerscht, het niet alleen moeilijk is om aan boord van schepen geplaatst te worden, doch ook om aan den wal werk te vinden. Bovendien is voor velen het gemis van een bewijs van Neder landerschap, oorzaak dat zij niet ge plaatst worden. De minister van buiteniandsche zaken ontraadt derhalve een ieder die in Duitschland werk wil gaan zoeken, om zonder voldoende geld middelen of bewijs van Nederlander schap daarheen te vertrekken. Abonriements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uoortuaarden. van landbouwzaken en schikte zich daarom gaarne naar de inzichten van zijn rechtschapen inspector, waarbij hij niet slecht voer. Doch met de barones kon de inspector niet best overweg. Het trotsche, heerschzuchtige karakter der barones, hinderde den ouden, trouwen dienaar en de groote plannen der dame be. treffende het voordeeligste gebruik der landerijen ontlokten hem menig maal een minachtenden glimlach. Daarbij kwam, dat de barones bui tensporig verkwistend was zij leefde gaarne in al de pracht en praal van een vorstin. Feldner zag in, dat zulk een leven de inkomsten van het landgoed verslonder bleef niets over voor de verbetering van den bodem. Zoo snelde men onfeilbaar den ondergang te gemoet, als de verspillingen der barones niet be teugeld of nieuwe hulpbronnen ge opend werden. De ervaren man had reeds jaren geleden dezen staat van zaken aan den baron blootgelegd, en deze laatste had werkelijk den moed ge had met zijn vrouw hierover te spreken. Land- en Tuinbouw, Het gebruik en de behandeling onzer Bloem- en Bladheesters. Onder bovenstaanden titel is van de hand van den tuinbouwkundige K. Post een werkje verschenen bij den uitgever H. J. den Boer, dat o. i. in een door velen gevoelde behoefte voorziet. De kennis toch van de heesters, welke tot versiering van onzen tuin kunnen dienen, is bij het groote publiek geringbij den aan leg moet men zich geheel op den tuinman of kweeker verlaten en dik wijls ziet men zich dan later teleur gesteld in den regel betaalt men geld genoeg, maar de waar blijft in ferieur, of men ziet zich opgescheept met iets, dat onzen smaak niet be vredigt. Dan komt de behandeling zelf is men totaal onkundig en alweer geeft men zich over aan de zorg van den tuinman of een of anderen snoeibaas, die er veelal niet meer van weten. Men wordt opnieuw te leurgesteld heesters, die het bij an deren zoo mooi doen, voldoen in eigen tuin tuin niet, en komt men er dan ten slotte toe ze maar te laten opschieten of zelf eens het snoeimes ter hand te nemen, dan wordt het al niet beter en vaak een rechte wildernis. Zoo is de ervaring van velen. Eu dezen mitsgaders ook vele vak lieden kunnen van het werkje van den heer Post veel profijt hebben. De schrijver behandelt zijn onderwerp op voor ieder verstaanbare wijze en toont zich werkelijk een practische raadgever en leermeester. Wie deze handleiding heeft bestudeerd, kan zelf bij den aanleg van zijn tuin meepraten, heeft een eigen oordeel gekregen en zal ook verder, als zijn Aanvankelijk had de barones hem verwonderd aangekeken, en deze verwachtte reeds een koele, hoog moedige afwijzing, doch plotseling gleed toen een bijna spottende glimlach over haar gelaat en zij antwoordde Je oude inspector heeft gelijk het leven hier in Berlijn (Willy was toen nog majoor bij de garde-kurassiers) kost te veel geld, laten wij naar Altenbrak terug keeren. ik verlang ook naar het rus tige buitenleven. Verheugd, bijna aangedaan, had baron Willy zijn vrouw de hand ge kust. Reeds lang had hij den wensch gekoesterd den krijgsdienst te verla ten en op Altenbrak te gaan wonen Sedert jaren reeds had hij geen smaak meer in het woelige leven der voorname wereld of het schit terende spel der wapenen. Hij was een stille, zenuwachtige, sukkelende man geworden, wiens schuwe oog opslag nauwelijks meer den trotschen blik van zijn vrouw kon verdragen Zijn bekenden verwonderden zich over deze verandering van den vroe ger zoo vroolijken officier, zij schre ven die toe aan zijn verwonding in heesters behandeld moeten worden, niet verlegen staan. Wij achten dit werkje uitnemend geschikt om meer aandacht en liefde voor onze bloem- en bladheesters op te wekken. Het hier volgend artikeltje, dat wij zoo vrij zijn aan hoofdstuk VIII te ontieenen, moge een denk beeld geven van de manier, waarop de schrijver zijn leerstof voordraagt. Groenblijvende gewassen. Plant in overeenstemming met de grootte van uwen tuin hier en daar kleinere of grootere groepen groen blijvende gewassen, opdat ook in den winter uw tuin eenige aantrekkelijk heid bezit. Vooral in den winter ais alle andere gewassen kaal en naakt zijn, zien we dat groen gaarne en staren we er met welgevallen op. Een tuin, waarin geen groenblijvende gewassen voorkomen, is in den win ter ijl en leeg, biedt geen aantrekke lijkheid, geeft geen rustpunten aan het zoekend oog. Het is alsof diep groene gewassen dan iets warms ge ven ze kleeden den tuin. Maar ook afgezien van dit alles, zijn er vooral in de steden zoovele plekjes in tui nen, ja zelfs geheele tuintjes, waarin geen andere heesters kunnen tieren en zijn het juist vele van die groen blijvende gewassen, welke door hun veelal sterkere geaardheid die mis deelde plaatsen nog een levendig aanzien kunnen geven. Hoeveel plek jes zijn er niet, waar nooit of bijna nooit de lieflijke zon baar leven wekkende stralen zenden kan tocht en snuifgaten soms, waar geen hees ter met afvallend blad het houden kan. Maar ook, gelijk we reeds schreven, zijn er vele van hen uit stekend om er onooglijke plaatsen mede te bedekken, daar zij het ge heele jaar aan dit doel kunnen be antwoorden. Al dit voorgaande is reeds vol doende om van hen een ruim ge bruik te maken ter versiering onzer omgeving. En dan, wat zijn boven dien de meeste bescheiden in hun eischen, wat zijn ze soms met weinig tevreden en wat zijn hun onderhouds- zorgen weinigeVele, zooals de sterkere Hulsten en Aucuba's, Pru nus Lauro-cerasus, Buxus sempervi- vum, zoomede de meer harde Rho- dodendronsoorten kunnen geheel in de schaduw groeien en zeer veel koude verdragen, om welker eigen schappen ze ons voor verschillende doeleinden uitnemend te pas komen om ook min gunstige plaatsen nog wat op te vroolijken. Laten we het ons daarom tot een duren plicht stellen aan hun weinige eischen zoo veel mogelijk te voldoen. Vooral op die min gunstige plaat sen moeten we zorgen, dat de grond los is en passend voedsel bevat, vrij van het te veie puin, wat in de na bijheid van huizen in stadstuinen vaak al te veel wordt aangetroffen. Ook zijn er plaatsen, waar weinig regen valt, waarom we dan ook in den zomer het noodige water moe ten aanbrengen. Nu komt het me nigmaal voor, dat door verschillende werkzaamheden de grond zeer vast wordt geloopen, en zal het noodig zijn, hem meer dan één maal per jaar wat los te maken, opdat de lucht in den bodem heur heilzamen invloed kan uitoefenen. Kunnen vele van hen op ongunstige standplaats nog bevredigende resul taten geven, zooveel te beter kunnen ze dit op open en meer gunstig ter rein. Maar ook dan kunnen we de meer edele soorten en verscheiden heden aanwenden, zooals vele goud en zilverbonte Hulsten, de schoon gevlekte Aucuba's, Rhododendron- hybriden, Kalmia's, Mahonia, Aqui- folium, enz. Veel van die zachtere Hulsten, Aucuba's en Rod. hybriden echter eischen des winters beschutting, waarom we dan ook aanraden des winters sparretakken of wel lage riet matten te hunner beschutting te plaat sen, ter afwering van de zoo nadeelige scherpe Noorden- en Oostenwinden. Tevens is het noodig om bij dergelijke gewassen, vooral als zij nog betrek kelijk jong zijn, den grond met een laagje droog blad af te dekken. Na Maart nemen we deze beschutting weer weg, maken den bodem, voor zoover noodig, wat los en dienen ze tevens wat vloeibaren mest toe. Zeer goed daartoe is beer en koegier in gelijke hoeveelheid met elkaar ver mengd. De snoei bepaalt zich bij al dergelijke gewassen in hoofdzaak tot het bewaren van de gewenschte (liefst losse) vormen en het weghouden der z.g. wildegrondscheuten. Na den bloei behooren vooral bij Rhododendrons de uitgebloeide bloemen te worden weggenomen, zoowel om de netheid als ter voorkoming van noodelooze krachtsverspilling van de planten door zaadvormi'ng. Het mag eenigszins opmerkelijk heeten, dat behalve tot het maskeeren van onmogelijke plaatsen en hun gebruik op meer ongunstig of be schaduwd terrein, de aanwending dier gewassen tot heden zeer beperkt is te noemen. Toch, al moge 't waar zijn, dat hun groen in den zomertijd een meer doffe verschijning, hun aanblik een meer gedrukte stemming kan opwek ken, toch is het gewenscht, dat we onze tuinen en tuintjes wat meer met dergelijke gewassen stoffeeren, opdat, zooals reeds vroeger is opgemerkt, ook in den winter de tuin of omgeving meer aantrekkelijkheid biedt. Vele tuinen en tuintjes, ja sommige stads- plantsoenen zijn in dit opzicht te karig bedeeld. Enkele dier gewassen, den oorlog van 1870 en beklaagden hem oprecht. Niemand wist echter, welke worm in het geheim aan het leven van den vroeger zoo sterken levenslustigen man knaagde. Baron Willy nam zijn ontslag, kreeg een hoogeren rang, benevens een hooge ridderorde en trok naar Altenbrak. Daardoor verminderden de uitgaven echter slechts weinig, want omtrent dezen tijd werd Willy's zoon Harry als officier bij het garde regiment huzaren geplaatst, en Harry Von Altenbrak dacht er waarlijk niet aan zijn uitgaven te bekrimpen. Hij had de lichtzinnigheid van zijn vader, maar ook het eergevoel en recht vaardigheid van zijn grootvader geërfd, twee deugden, die steeds het geslacht Von Altenbrak tot sieraad hadden gestrekt. Harry was trotsch op de eer van zijn geslacht en zou elk offer gebracht hebben om die eer rein en onbevlekt te bewaren. In den roes van het leven in de groote stad vergat hij zeker meermalen, dat het niet voldoende is de uiterlijke eer van den stand op te houden. Hij genoot het leven met volle teugen en dacht daarbij evenmin aan beperking zijner uitgaven als mijn moeder, die zich hoofdzakelijk op Altenbrak te ruggetrokken had om niet door de schoonheid van haar bijna volwassen dochter Gerda in de schaduw ge steld te worden. Ook het leven op Altenbrak was op grooten voet ingericht. Men had een stal met prachtige paarden jachtpartijen, gezellige avondbijeen komsten, bals en dure reizen wis selden elkaar onophoudelijk af. De nooit bevredigde genotzucht van Rogalla verslond honderdduizenden, zoodat Willy reeds genoodzaakt was geworden een groote hypotheek op zijn goederen te nemen. intusschen was de barones ver standig genoeg om in te zien dat er nieuwe hulpbronnen moesten ge opend worden, wilde men niet dat de goederen eindelijk zoo zwaar met hypotheek belast werden, dat er van de jaarlijksche opbrengst niets voor den eigenaar overbleef. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1