7 September.
47e Jaargang.
BINNENLAND.
29.)
No. 209.
1909.
tien schot-
Den nu»
de vrouw
Het betreft
jrd. De
vaken. Het
n ter plaatse
Sept.
JWD:
j. en V/- J
Bleyenbergil
lias, gescn-I
jtn. 27 j'
VLISSINGSCHE COURANT
Dinsdag-
prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, i TELEFOONNUMMER 10. j flbonnements-Aduertentiën op zeer uoordeeiige uoorwaarden.
öemeentebestuufo
BEKENDMAKING.
Dc Burgemeester van Vlissingen
overwegende,dat, nu zich aan boord
der Middelburgsche boot een geval
van cholera asiatica heeft voorgedaan,
liet water van het kanaal door Wal
cheren moet worden besmet geacht
maakt bekend,
dat het gebruik van dit kanaalwater
voor welk doeleinde ook, ernstig moet
worden ontraden,
Vlissingen, 6 September 1909.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Ons Prinsesje.
Nu bij Prinses Juliana het„dumme
Vierteljahr", zooals onze oostelijke
buren de drie eerste maanden in het
kinderleven noemen, achter den rug-
is, wordt met steeds grootere be
langstelling naar berichten omtrent
iel Koningskind uitgezien.
Het doet ons genoegen, uit de
meest betrouwbare bron te kunnen
raededeelen, dat Prinses Juliana een
alleraardigst, kerngezond kindje is,
zich in elk opzicht voorspoedig
ontwikkelt.
Hoewel omtrent een kind van haar
leeftijd met besliste zekerheid te dien
opzichte nog niets kan worden ge-
d, is men in de allernaaste om
geving der Prinses van oordeel, dat
de Koninklijke baby hoe langer hoe
meer op Haar Moeder gaat lijken.
Haar heldere hia 1WP LrJjkoro cJo«
vroolijk de wereld in en daar het
Prinsesje een bijzonder levendig
kind is, lacht ze bijna voortdurend.
Koningin Wilhelmina is, naar men
ons verzekerde, in éen woord een
ideaal-moeder. Gelijk bekend is,
voedt ze haar kind, althans in hoofd
zaak, zelf. Ook de kleeding der
Prinses verzorgt H. M. en legt daarbij
veel smaak aan den dag. Het Prin
sesje is steeds in het wit gekleed.
Haar jurkjes zijn allerliefst, vooral
door hun grooten eenvoud. Het on
dergoed der Koninklijke baby (de
luiermand werd indertijd door de
Koningin zelf in orde gemaakt) is,
hoewel niet hyper-modern, toch
uiterst practisch. Reformstoffen wer
den voor het kinderuitzet niet gebruikt.
Over het geheel genomen, houdt
men Prinses Juliana zoo rustig mo
gelijk. De omgeving van het Loo
Wedt volop gelegenheid tot wandelen.
Ondanks den slechten zomer, heeft
Prinsesje veel buiten vertoefd.
Alleen wanneer het stortregende,
Weef de kinderwagen, dikwijls door
Koningin zelf gereden, binnen de
muren van het paleis. De kamers,
war het Prinsesje en Hare verzorg
FeuilileiotL
sters zich ophouden, zijn, evenals
het geheele paleis te Apeldoorn,
ouderwetscb. Er werd echter voor-
gezorgd, dat lucht en licht rijkelijk
naar binnen kunnen stroomen. Groote
openslaande deuren verleenen toe
gang tot den tuin. Overbodige luxe
is in de vertrekken vermeden alles
wat het kindje noodig heeft, is prac
tisch en eenvoudig. Dagelijks gebrui
ken de verzorgsters de kleedtafel, in
dertijd H. M. door de Utrechtsche
vrouwen aangeboden.
Dr. Haverschmidt te Apeldoorn
heeft de algeheele medische behan
deling, in zooverre men bij een
kerngezond kind hiervan spreken kan,
op zich genomen, maar toch komt
ook dr. Roessingh af en toe naar het
Prinsesje zien.
De manier, waarop de koninklijke
ouders met Hun kindje omgaan,
moet alleraardigst wezen en wanneer
Koningin Emma op het Loo is, ver
toeft ze urenlang aan liet ledikantje
van Haar kleinkind, dat rustig ligt
te slapen, onbewust van het feit, dat
de belangstelling van honderdduizen
den in den lande op Haar is gericht.
(„Tel.")
Beperking Zondagarbeid.
Vanwege het ministerie van land
bouw, nijverheid en handel is onder
staande circulaire, geteekend door
minister Tahna, verzonden
Ik heb de eer u te berichten, dat
bij mijn departement een wettelijke
regeling in studie is genomen, ten
einde zooveel mogelijk den arbeid op
Zondag te verbieden of te beperken
u a.ueiucrs. ciie in de tin-1"-
neming van een ander voor loon
werkzaam zijn.
De voorbereiding van dit wets
ontwerp eischt, dat nauwkeurig worde
nagegaan, weike arbeid thans op Zon
dag wordt verricht en in hoeverre
deze noodzakelijk is. Zooals uit het
bovenstaande blijkt, kunnen bij dit
onderzoek personen, die huiselijke
diensten verrichten, buiten beschou
wing blijven deze toch kunnen niet
geacht worden in een onderneming
werkzaam te zijn overigens zal het
onderzoek allen moeten omvatten,
die in ruimen zin als arbeiders kun
nen worden aangemerkt. Het zal der
halve ook moeten loopen over kan
toor- en handelsbedienden en ande
ren, die door het gewone spraakge
bruik niet als arbeiders worden aan
geduid, maar toch voor loon in een
onderneming werkzaam zijn in fa
brieken of werkplaatsen, op werven,
in mijnen, pakhuizen, opslagplaatsen,
kantoren, hotels, koffiehuizen, restau
rants, badinrichtingen, in het algemeen
in eenige inrichting, waarin een on
derneming is gevestigd, maar ook
met betrekking tot hen, die buiten
zulke inrichtingen hun arbeid ver
o—
~Bedaard antwoordde hijHoe
ik u niet kennen, mevrouw
Afijn arme broeder heeft over u ge
broken.
Alleen gesproken, heer baron?
[iKft hij u niet met een opdracht
heiast
Willy verbleekte. Hij deed zich ge
weld aan en antwoorddeZeker,
mevrouw, zekerHij verzocht mij
'oor u en uwe kinderen te zorgen,
als >k langer leefde dan hij. Ik had
'eeds de eer u te doen opmerken,
ji' ik daartoe gaarne bereid ben.
'een ik wist niet goed, hoe ik
mij met u in betrekking zou stellen.
Met stijgende verbazing had Mar-
gnerita bij deze woorden hem aange-
XNu wist z'i met volle zeker"
dat deze man haar en hare
kinderen van hun wettig erfdeel
wilde berooven.
En waarin zou die zorg be
staan, heer baron vroeg zij op
koelen toon.
Ik zou aan u een vrij groot
kapitaal uitbetalen en voor een pas
sende opvoeding der kinderen zorg
dragen.
Margherita beefde van verontwaar
diging maar zij bedwong zich, ze
wilde nog meer zekerheid.
En Altenbrak Het majoraat
vroeg zij met gedwongen kalmte.
Willy zag in, dat die vrouw niet
zoo gemakkelijk te overwinnen was.
Hij streek met de hand langs zijn
voorhoofd, waarop het zweet parelde
en al zijn zelfbeheersching verzame
lende, antwoordde hij voor het uiter
lijk bedaard: Ik begrijp u niet, me
vrouw.
Begrijpt u mij niet, heer baron
vroeg Margherita, met vlammende
oogen voor Willy tredende. Wist
u dan niet, dat mijn zoon de erfge
naam van het majoraat is
U schertst, mevrouw, klonk
het van Willy's vale lippen.
Genoeg van deze woorden, die
richten, bijvoorbeeld de arbeiders bij
bouwwerken, bij het herstellen en
onderhouden van gebouwen, bij den
aanleg en het onderhoud van gas-,
water- en electrische geleidingen,
van wegen, straten, dijken, kaden,
bruggen, sluizen, de arbeiders in de
bedrijven van jacht, visscherij, enz.,
eveneens over de arbeiders bij ver
voermiddelen, het personeel van
trams, de bemanning ian schepen,
koetsiers, vrachtrijders enz., met dien
verstande, dat het personeel van de
gewone spoorwegen en de spoorwe
gen, vallende onder de wet van 9
Juli 1900, Staatsblad no. 118 buiten
beschouwing kan blijven, daar om
trent deze personen in de laatste
jaren reeds een uitgebreid onderzoek
is ingesteld. Mede zijn reeds vol
doende gegevens verkregen met be
trekking tot arbeiders, werkzaam in
de bedrijven van landbouw, tuinbouw,
boschbouw, veehouderij en veenderij,
zoodat te hunnen aanzien geen nader
onderzoek wordt vereischt.
ik zou het op hoogen prijs stellen,
indien de vereenigingen van arbeiders,
zoomede de vakvereenigingen van
werkgevers en dc vereenigingen,
waarvan zoowel werkgevers als ar
beiders lid kunnen zijn, bij dit on
derzoek haar medewerking wilden
verleenen, door aan den heer bur
gemeester, door wien haar deze cir
culaire wordt toegezonden, vóór 15
September e.k. een antwoord te doen
toekomen op de volgende vragen
a. In welke bedrijfstakken, waarover
de werkkring der vereeniging zich
uitstrekt, worden binnen haar ressort
etmaalr aanvangende te middernacht
tusschen Zaterdag en Zondag en
eindigende te middernacht tusschen
Zondag en Maandag) door arbeiders
werkzaamheden verricht? b. Van
welken aard zijn de werkzaamheden,
die in eiken bedrijfstak, in vraag a
bedoeld, des Zondags worden ver
richt? c. Welke is de duur van die
werkzaamheden op Zondag d. Wor
den die werkzaamheden gedurende
het geheele jaar op Zondag verricht,
of slechts gedurende een bepaalden
tijd van het jaar en zoo ja ge
durende welken tijd van het jaar e.
Worden die werkzaamheden in den
regel steeds aan diezelfde arbeiders
opgedragen, zoodat deze gedurende
het geheele jaar of een bepaald ge
deelte ervan eiken Zondag arbeid
hebben te verrichten Zoo niet, hoe
is dan gewoonlijk de Zondagsarbeid
geregeld en om de hoeveel weken
heeft eiken arbeider een geheel vrijen
Zondag? f. Waarom wordt het ver
richten van arbeid op Zondag, in de
bedrijfstakken, in vraag a bedoeld,
noodzakelijk geacht en welke belan
gen zouden door afschaffing van den
Zondagsarbeid worden geschaad
toch nutteloos zijn. Ik zie, heer ba
ron, dat u het voornemen koestert
het goed recht van mij en mijn kin
deren te betwisten.
Uw recht zei Willy. En waar
op berust dat vermeende recht, als
ik u vragen mag
Ik ben de echtgenoote van uw
overleden broeder, dat weet u zeer
goed heer baron.
De schuldbewuste man kreeg een
rilling door de leden. U beleedigt
mij, mevrouw Montelli, stamelde hij.
Ja, mijn broeder heeft mij van dat
zoogenaamde huwelijk gesproken,
maar daar geloof ik niets van, voor
dat ik bewijzen in handen heb.
Gij liegt
Schouderophalend keerde Wiliy
zich af. Margherita's hartstochtelijke
heftigheid had elk beter gevoel in
hem verstikt,» in zijn drift had hij
den strijd liefst door een geweldigen
slag tot een einde gebracht.
Bewijzen, heer baron vervolgde
de jonge vrouw met toenemende
drift. In het familie-archief, dat hier
naast in den toren is, heeft mijn
I echtgenoot de papieren neergelegd,
I die de wettigheid van ons huwelijk
Breukelen.
De „Stichtsche Ct." had het ka
binet, dat door de opneming van
den heer De Waal Malefijt in zijn
midden den Kamerzetel voor Breuke
len openmaakte, aansprakelijk gesteld
voor het geharrewar, dat over de
vervulling van dien zetel in de coa
litie ontstond.
Naar aanleiding daarvan schrijft
het (kath.) „Huisgezin"Wij begrij
pen, dat een Kamerlid, voor een
ministersportefeuille zeer geschikt,
wordt overgeslagen, wanneer de
meerderheid, waarover het ministerie
beschikt, zeer klein is en kans be
staat dat de openkomende zetel aan
de tegenpartij zal overgaan.
Maar verder strekt zich de ver
antwoordelijkheid van een ministerie
ook niet uit.
De rechtsche partijen moeten zoo
wijs zijn, dat ze den vrede onderling
weten te bewaren. Men moet de za
ken niet omkeeren en zeggen indien
in een district het noodige beleid
gemist wordt, behoort het ministerie
het Kamerlid te laten zitten maar
de partijen in een district dienen
zoo verstandig te zijn liet ministerie
niet in ongelegenheid te brengen.
Bovendien, hoe ware hetgeen de
„Stichtsche Ct." wenscht, practisch
uitvoerbaar geweest Op welke wijze
had het ministerie zich moeten ver
gewissen of er in Breukelen 011-
eenigheid zou rijzen
Had het ministerie de besturen der
kiesvereenigingen moeten polsen,
misschien zelfs leden-vergaderingen
<J^,.J!(L(;?,up.rcftt,w.vige,a juftstaim&'.Vc
moeten sturen aan de pers a propos,
wat denkt ge van het geval, kunnen
we het er op wagen
Waarlijk, wat de „Stichtsche Ct."
in 't midden brengt is moeilijk ern
stig op te nemen.
Onderscheidingen.
De „Limb. Koerier" schrijft: Tot
de gebruikelijke onderscheidingen bij
gelegenheid van Koninginne-verjaar-
dag behoort naast het verleenen van
ridderorden en medaijes, ook het be
vorderen van gepensioneerde officieren
tot een titulair-hoogeren rang.
Dat men een verdienstelijke ofiicier
die langen tijd eervol, bv. als kapi=
tein, gediend heeft en niet bij zijne
pensioneering als zoodanig voor den
majoorstitel in aanmerking mocht
komen, later desnoods na jaren, dien
titulairen rang alsnog schenkt,
wat is er tegen Het kan integendeel
eene zeer billijke voldoening zijn.
Maar... sit modus in rebusAls
men op dien weg van sehijn-bevor-
dering voortgaat bij wijze van repe-
teerende breuk, komt men toch in
malle verhoudingen
bewijzen, en voor het gerecht zullen
de deuren van uw archief niet ge
sloten blijven.
Willy verschrikte. Zou Margherita
soms iets weten van de geheime
kast in den muur
Als u de plaats weet, waar die
papieren te vinden zijn, wijs ze mij
dan, sprak hij. Ik weet die plaats
niet en van die papieren weet ik
ook niets. Het zij verre van mij, dat
ik u zou willen krenken in uwe
rechten, maar u zult wel begrijpen,
dat ik zonder deugdelijke bewijzen
mijne bezittingen niet aan u kan
overleveren. Mag ik u verzoeken,
vervolgde Willy tot Margherita, hier
het archief staat voor u open.
Zoek nu gerust naar die papieren
Met deze woorden opende hij de
d;ur en noodigde haar met een
handbeweging uit om binnen te treden.
Zij wierp een vluchtigen blik op
haar tegenstander en trad toen vast
beraden het archief binnen. In vree-
selijke spanning stond Willy naast
haar en lette op al haar bewegingen.
Nu moest het beslist worden. Had
zijn broeder haar gesproken over
het geheime vak in den schoorsteen
Zoo is nu de rang van majoor
verleend aan een gepensioneerden
eerste-luitenant, die vroeger al eens
den titulairen rang van kapitein had
gekregen. En zoo gaat dus op den
naam van ex-bataljonschef iemand
door, die zelfs nog geen compagnies
commandant is geweest.
Op die manier zou een gepensio
neerd tweede luitenant het op zijn
visitekaartje tot luitenant-generaal
kunnen brengen
Een fcder curiosum is, dat de
rang van generaal-majoor is verleend
aan een gewezen overste der maré-
chaussée, natuurlijk via den reeds
vroeger gekregen kolonelsrang-titu
lair.
„Gepensioneerd generaal der maré-
chaussée", de titel herinnert leven
dig aan den generaalstitel, die nog
niet zoo lang geleden aan den af
tredenden commandant van een regi
ment schutterij werd verleend. Zoo
iets als admiraal der Zwitsersche
vloot.
Indien ons volk daartegen niet de
stem van zijn nuchter gezond-verstand
verheft, gaan we met onze titelkramerij
den verkeerden weg op. Met onze
hof-professors" en gloednagel-nieuwe
„hofraden" voeren we reeds ruim
voldoende gebruiken in uit het vader
land der grande-duchesse de Gérol-
stein.
Laten we in 's hemelsnaam zorgen,
dat ons leger in het buitenland niet
den naam krijgt, zich staten van
opper-officieren samen te stellen, die
aan de generaaislijsten uit het land
van Castro of zelfs uit die der ne^er-
herinnerenHier hebt ge te doen
met „militarisme" in den meest bij
tenden zin van het woord.
Dr. J. Th. de Visser.
Donderdag werd namens vele leden
der Ned. Herv. Gem. aldaar en nog
enkele vrienden, daar en elders woon
achtig, door een commissie, aan dr.
J. Th. de Visser, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, een aan
denken met album aangeboden als
blijk van sympathie, bestaande uit
twee bronzen beelden met console,
voorstellende den zaaier en den vrede.
Namens de commissie werd het
woord gevoerd door den voorzitter
der commissie, mr. E. H. Markvoort,
die deed uitkomen, dat het vele leden
der gem. Amsterdam met droefheid
vervulde, dat dr. de Visser afstand
gedaan had van zijn ambt als predi
kant en dat velen waren teleurgesteld
door het besluit van de Synode,
waarbij het ambt van predikant on-
vereenigbaar werd verklaard met het
lidmaatschap van onze volksvertegen
woordiging, omdat toch door dr. de
Visser de beide functies, en van
predikant, en van volksvertegenwoor-
dan was alles verloren, dan kon zij
in dezen strijd met een enkelen druk
op de veer de overwinning behalen,
dan kon zij hem niet alleen arm,
maar ook eerloos maken. Ach, waar
om had hij geluisterd naar de raad
gevingen van zijn vrouw waarom
had hij zich ingelaten met de zaak
vol leugen en bedrog. Schaamte en
vrees maakten hem bijna krankzinnig.
Nog immer stond Margherita be
wegingloos daar. Alleen haar donkere
oogen vlogen over de oude boeken
rekken en ladetafels en boorden tot
in de diepste hoeken der kamer.
Waar zou zij beginnen met zoeken
Onder welke van deze stoffige geel
geworden akten zou zij de papieren
vinden, die aan haar kinderen, niet
alleen hun erfdeel, maar ook een
eerlijken naam moesten verschaffen
Wanhopig wendde zij haar blikken
af van die rijen boeken en akten en
vestigde het oog op Willy's bleek
gelaat.
Deze herademde. Zij wist niets van
het geheime vak in den muur.
(Wordt vervolgd.)