Méé si Misdaai Woensdag 1 September. No. 204 47e Jaargang. 1909. Gemeentebestuur BINNENLAND. Feuileton. Land- en Tuinbouw. VLISSIINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTlEN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. PUBLICATIE. Burg. en Weth. van Vlissingen gelet op het besluit van den raad dier gemeente, d.d. 24Juni 1908 no. 6 tot onttrekking van de Nieuwe Kolvenierstraat aan den publieken dienst brengen ter algemeene kennis dat deze straat met ingang van 8 September a.s. voor het openbaar verkeer zal worden afgesloten. Vlissingen, 31 Aug. 1909. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. BEDRIJFSBELASTING. Afkondiging van een kohier der Be drijfsbelasting dienst 1909 1910. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat op heden bij hem ontvangen en aan den Rijksontvanger is gezonden, het door den Directeur der directe belastingen te Middelburg executoir verklaarde kohier no. 6, wegens de Bedrijfsbelasting dienst 1909 1910; de daarop voorkomende belasting schuldigen worden uitgenoodigd om hunne aanslagen op den bepaalden tijd aan te zuiveren, ook ter voorko ming van vervolgingen en herinnert dat de bezwaarschriften binnen zes weken na heden behooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 31 Aug. 1909. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Koningin's verjaardag. Onder gelukkiger omstandigheden dan ooit te voren viert onze Konin gin heden haar verjaardag, schrijft de „N. Ct.". Van groote dankbaarheid zal haar hart heden vol zijn. Zij zal terugden ken aan het jaar van blijde verwach ting en blijde vervulling, dat achter Haar ligtZij zal hoopvol in de toe komst zien naar het nieuwe levens doel dat Haar werd geschonken. Tot ons allen die Haar eeren als Koningin en afstammelinge der Oran jes, is zij in het afgeloopen jaar na der getreden. De angstige uren aan de geboorte van het prinsesje voor afgaande, het kindje zelf en de uiting van het nationale gemeenschapsge voel, door zijn verschijnen teweeg gebracht, hebben Haar ons dierbaar der gemaakt dan Zij reeds was. Er is nu een tijd van betrekkelijke stilte rondom het Koninklijk Gezin 24.) In Willy's schrijfvertrek stond een klein mager man met listige oogen, die verborgen waren achter een bril met glinsterende glazen. Het mannetje maakte een diepe buiging, toen Ro- galla langs hem voorbijging. Trotsch, bijna onmerkbaar neigde de barones met het hoofd, terwijl zij een scherp onderzoekenden blik op den man wierp. Onmiddellijk nadat Rogalla achter de kamerdeur verdwenen was, trad Willy binnen. Zwijgend en met som ber gelaat luisterde hij naar de be richten van den agent. Mijnheer Tirschner wist echter niet veel te berichten. „Mevrouw Montelli leeft zeer stil en ingetogen de kosten haar huishouding bestrijdt zij Wlt «en klein kapitaal, dat voor haar aangebroken. Moeder en kind zijn te zamen. Onze Koningin vervult haar moederplichten op voorbeeldige wijze het zijn voorwaar geen mindere dan die welke haar hooge waardig heid en de Grondwet Haar opleggen. Voorspoedig groeit het prinsesje op, toevertrouwd aan een teere zorg als voor geen koningskind beter te wen- schen is die eener echte moeder, wier algeheele hoop en liefde aan het jonge schepseltje zijn gewijd. Een gelukkige gedenkdag deze 29ste verjaardag onzer Koningin, blij- der wellicht dan één vierdag in haar leven. Moge hij het begin zijn van een heerlijk jaar, waarin de voor spoed die haar Huis en ons volk ten deel viel, worde bestendigd en be vestigd. Hofbericht. Aan het gala-dejeuner op heden ten Paleize Het Loo, ter gelegenheid van Harer Majesteits verjaardag zijn, be halve de hofhouding van H. M. de Koningin en H. M. de Koningin- Moeder, genoodigd: de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Qeneraalal de ministers de vice-president van den Raad van Statede Commissaris der Koningin in Gelderland en de directeur van het Kabinet. In 't geheel ongeveer 72 gas ten. Gedurende het dejeuner zal ge speeld worden door de kapel van het 8ste regiment infanterie. Surnumerair der posterijen en telegrafie. Bij het laatstelijk gehouden examen voor surnumerair der posterijen en telegraphie zijn de nagenoemde can- didaten geslaagd P. Van Rugge, te Rotterdam H. J. Engelkens, te 's-Gravenhagemej. H. Hardon, te Zwolle A. J. van de Velde, te Vlis singen A. A. Beerens, te Groede P. J. Berkers, te SluisW. J. Comel- lo, te Amsterdam W. M. Poot, te 's-Gravenhage; J. M. Duintjer, te Amsterdam J. Breure, te 's-Graven hage C. j. v. Burken, te Veenen- daalJ. J. M. Beek, te 's-Graven hage A. P. Van Leeuwen, te Zeven huizen, en mej. H. J. Lefeber, te 's-Gravenhage. Koninklijke Militaire Academie. De minister van oorlog brengt in de „Staatscourant" nader ter. kennis van belanghebbenden, dat, met wij ziging van de aankondiging in de Nederlandsche „Staatscourant" van Vrijdag 13 Augustus 1909, no. 188, voor een plaatsing bij bovenvermelde inrichting, tegen 20 September e.k., in aanmerking komen voor a. infanterie hier te landeJ. Ph. van Oosten, Ch. F. J. Boers, W. G. Zwolle, C. Reynierse, F. K. Bedet, bij een bankier te Berlijn in bewa ring is gegeven. Sedert den dood van baron Eduard Von Altenbrak ontvangt zij nooit bezoekdaarbij komt, dat zij het laatste "jaar voort durend ziek is geweest, zoodat de dokter zelfs aan haar herstel heeft getwijfeld." Ziedaar zijn verslag. Op het hooren van die laatste woorden veranderde Willy's gelaat plotseling - hij vroegAan welke ziekte lijdt de dame De dokter, die haar behandelt, denkt dat het op borsttering zal uitloopen. Zij hoest hevig en is zeer zwak geworden. De baron was intusschen opge staan en liep heen en weer. Einde lijk bleef hij voor een venster staan en staarde in gepeins verzonken naar buiten. Allerlei plannen door kruisten zijn hoofd. Wat zou hij doen Zou hij de documenten aan mevrouw Montelli overhandigen, maar daarbij terzelfder tijd zijn eigen kinderen opnieuw in armoede bren gen en zijn huiselijk leven verniet) gen? Oh, hij kende Rogalla's onbuigbaren wil. Haar bedreiging was ernstig gemeendzij was de TELEFOONNUMMER 10. A. J. van Eeck, W. van der Ent, W. L. Voncken, D. Hooit b. cavalerie hier te lande W. C. M. Schmidt, jhr. A. van der Goes, jhr. Ij. D. Ch. Quarles van Ufford, J. A. Timmerman, A. R. C. Bijvoet c. artillerie hier te lande W. H. M. de Vos, J. Siblnga Mulder, D. van den Berg, J. F, Grosjean, H. A. J. G. Kaasjager, L. Ezerman, J. Sanders, jhr. G. M. M. Alting von Geusau, jhr. W. G. L. van Spengler, A. L. Th. j. Vogelsang, D. J. Burger, P. Th. J. Huberts, J. F. Schultink, N. J. H. M. van Middendorp, L. B. Zon, G. A. A. de Voogd, D. W. P. Gielen,J. Covers, J. A. Hauer, J. Ch. T. Motké, W. W. B. Halbertsma d. genie hier te lande W. A. Gra- velaar, G. F. E. Kiers, G. C. Kools e. infanterie in Ned.-IndiëW. F. Bisschoff, J. A. Verkuyl, W. de Veer, A. J. Hillen, W. H. Houwing; f. cavalerie in Ned.-IndiëH. J. A. Kamps g. artillerie in Ned.-Indie H. Sluyter; h. genie in Ned.-Indië H. A. Vis- man, F. Bronsing. Bij Kon. besluit is aan den eersten luitenant H. F. C. Bos, van het 3e regiment infanterie, met ingang van September 1909: op het daartoe door hem gedaan verzoek een eervol ontslag uit den militairen dienst ver leend en is genoemde officier mede met ingang van gemelden datum be noemd tot reserve-eersten-luitenant bij het wapen der infanterie en wel bij liet 3e regiment. Floret. Blijkens een uit Nederlandsch- Indië ontvangen telegram zijn inland- sche politie-soldaten in Manggarai (eiland Flores) in een hinderlaag ge vallen, waarbij vijftien hunner sneu velden en hunne wapenen verloren gingen. Bij een nader treffen met uit gezonden militairen leden de aan vallers een verlies van 67 dooden. Op een afstand van twee dagmarschen van de plaats van eerstbedoelden overval werden maréchaussées ge lijktijdig aangevallen, waarbij de aan vallers met een verlies van 35 dooden en zonder verliezen onzerzijds werden afgeslagen. Volgens het laatste Koloniaal Ver slag liet de politieke toestand in Manggarai in het jaar 1908 niets te wenschen over. Daarentegen zien we in het kort verslag der residentie Timor en on- aerhoorigheden over de maanden Januari en Februari II. vermeld, dat in de onderafdeeling Manggarai aan het einde van den verslagtijd werd geconstateerd, dat de houding der bevolking van Todo minder vriend schappelijk was en zij weigerde aan de pradjoerits voedingsmiddelen te flbonnements-flduerfenfiën op zeer uoordeelige uoortuaarden, verkoopen. Een onderzoek zou wor den ingesteld naar'de reden van dit verschijnsel. Manggarai maakt deel uit van het deel van Fiores, dat onder den naam van West Flores onder het bestuur van den in 1906 op het eiland ge plaatsten controleur is gesteld. Ook in een ander deel van West Flores liet de toestand in de maan den Januari en Februari te wenschen over. In de onderafdeeling Ngada waren in het landschap Soa zoowel de hoofden als de zeer armoedige bevolking schuw en onwillig de meesten verschenen niet bij oproeping en moesten met den sterken arm worden opgehaald. Het zal nog veel tijd en geduld kosten, alvorens deze oerbevolking een weinig zal zijn ge wend aan orde en regel, te meer daar de hoofden al zeer weinig in vloed blijken te bezitten. De vraag is, of het in zulke streken wel raadzaam is op te treden met gewapende politiedienaren en dat wel in het bijzonder op Flores, waar de bewoners in verschillende ontmoetin gen met onze troepen blijk gaven niet gering te schatten tegenstanders te zijn. Bovendien al zijn militairen ook niet aitijd van zorgeloosheid vrij te pleiten, toch kan men van hen veeleer verwachten, dat zij op alles voorbe reid zijn, dan van eene gewapende politiemacht. Opmerkelijk is dan ook in voren staand bericht, dat de marechaussées die gelijktijdig doch elders werden aangevallen, de aanvallers van zich af wisten te houden. Gelukkig werd het door de politie macht geleden échec onmiddellijk goed gemaakt door de uitgezonden militairen, anders zou het den over moed aangewakkerd hebben der be woners, die toch weinig ingenomen zijn met den nieuwen zoozeer van den ouden toestand van ongebonden heid en anarchie verschillenden gang van zaken. vrouw om die uit te voeren. Maar als Margherita het slachtoffer werd van die sluipende ziekte De kin- ren waren nog te klein om hun aan spraken te laten gelden, en vreem den kon men altijd met een som geld tot zwijgen brengen. Er moest dus tijd gewonnen worden, dan was alles misschien nog wel te regeien op een manier, waarbij de eer van het adellijk geslacht niet leed en zijn eigen gevoel evenmin, Willy's be sluit was genomen, hij trad fluks op den kleinen man toe en zeide Mijnheer Tirschner, ik moet u in een familiegeschiedenis inwijden kan ik u mijn vertrouwen schenken De sluwe oogen van den man be gonnen te schitteren en om zijn mond speelde een glimlach. Familiegehei men waren voor hem altijd de voor- deeligste zaakjes. Hij maakte een diepe buiging en met de hand op het hart verzekerde hij Mijnheer de baron kan mij in alle aangele genheden het volste vertrouwen schenken Juist in gevallen, waarin zwijgen een vereischte was, hebben de aanzienlijkste families mijne diensten gevraagd. Natuurlijk kan ik u nie Bestrijding van dieren, schadelijk voor onze cultuurgewassen. in een onzer laatste artikelen be toogden wij, dat een der beste voor behoedmiddelen ter bestrijding van ziekten en schadelijke dieren bij onze gewassen iseen krachtige bemes ting, en terloops stipten we aan, dat bij het gebruik van kunstmeststoffen ook door de directe inwerking van deze op het schadelijk gedierte in den grond dit onschadelijk werd ge maakt, dat wil zeggengedood. Wij willen hierbij nader stilstaan naar aanleiding van een desbetref fend artikel, dat wij vonden in een der jongste afleveringen van „Die mand aanwijzen, bij wien u infor matie kunt krijgen, want alleen door het noemen van een naam zou ik 't geschonken vertrouwen schenden. Willy knikte even met het hoofd. Hij nam daarop in zijn armstoel voor de schrijftafel plaats en wenkte mijnheer Tirschner wat dichter bij te schuiven. Toen begon hij Reeds bij den aanvang zult ge wei begrepen hebben, dat ik niet wegens een voorbijgaande genegenheid naar de levenswijze van mevrouw Mon telli onderzoek heb laten doen. Die dame beweert, dat zij de rechtmatige echtgenoote van mijn overleden broeder is. Mijnheer Tirschner antwoordde niets, toen Willy Von Altenbrak op zettelijk een oogenblik zweeg aan dachtig luisterend, bleef hij den baron aankijken. Aan een opmerk zaam toeschouwer zou echter het plotseling schitteren der grijsgroene oogen van den listigen zaakwaar nemer niet ontgaan zijn. Gij zult wel begrijpen, dat ik die bewering in twijfel moet trek ken, vervolgde de baron. Van uwe nasporingen had ik bewijzen ver Ernahrung der Pflanze", van de hand van P. Krische. De schrijver vangt zijn artikelen aan met een herinnering aan de proe ven van prof. Hiltner in Beieren, die bij de aanwending van verschillende middelen ter bestrijding van enger lingen op weidegronden slechts baat zag bij het uitstrooien van kainiet met gelijktijdig rollen. Vervolgens treedt hij in een beschouwing over het nut en de schade van de regen wormen. Als zeer nuttig roemt hij deze, wijl ze in den grond talrijke gangen woelen en opgenomen aarde zeer fijn verdeeld als uitwerpselen aan de oppervlakte weder afgeven. Gemiddeld zegt hij wordt in den loop van tien jaren door hen een fijne aardlaag van 6 c.M. gevormd. Waar zij echter optreden in grooten getale, wordt dit nut verre door hun schadelijke inwerkingen overtroffen en kunnen zij voornamelijk in den groenten- en vruchtentuin voor den plantengroei, inzonderheid voor jonge planten, gevaarlijk worden. Zij kunnen dan bestreden worden door aanwen ding van kaiizouten, welke, volgens mededeelingen van het Galicische tijdschrift „Rolnih" op regenwormen een doodelijke werking uitoefenen. Aan een ander blad wordt door den schrijver de volgende mededee- ling ontleend Een landbouwer had de ervaring opgedaan bij het telen van hakvruch- ten, dat daar, waar 40 procentisch kalizout gebruikt was, op een diepte van Yj meter onder de oppervlakte geen regenwormen te vinden waren, terwijl ze op aangrenzende gronden, welke die bemesting niet hadden ge kregen, vrij talrijk waren. Deze waarneming gaf den schrijver aanleiding op de voetpaden van zijn tuin op de plaatssn, waar droge, van de hoornen gevallen bladeren en ver dord onkruid lagen, kalizout te strooi en. Na eenige dagen nam hij waar, dat daar geen enkel blad door de wormen in den grond was getrokken bij het omgraven vond men de regen wormen tamelijk diep in den grond zichtbaar opgezwollen, alsof zij ziek waren. De schrijver besluit hieruit, dat de kalizout-oplossingen niet slechts oppervlakkig op de teere li chamen der wormen, zooals ook bij de slakken, inwerken, maar misschien ook innerlijk doodend werken. Hij herinnert in dit verband er aan, dat men van oudsher bloedzuigers dwong tot het teruggeven van het opgezogen bloed, door ze met asch of zout te bestrooien. Onder duidelijke krampen gaven de diertjes dan door den bek het opgenomen bloed weer. In den jaargang 1907 van „Die Ernahrung der Pfianze" was reeds medegedeeld, hoe voortreffelijk de kaiizouten werk ten bij het optreden van een slakken wachtmaar gij vertelt mij niéts, dat belangrijk genoemd kan worden. Neem mij niet kwalijk, heer baron, zeide de zaakwaarnemer, als u mij van die omstandigheden vroe ger gesproken had, zou ik mijn na sporingen anders hebben ingericht. Wilt u mij veroorloven eenige vra gen te doen om dan mijn oordeel te verhemen Ga uw gang, vraag maar. Heeft uw broeder ooit van dat huwelijk gesproken Willy weifelde hij was nog niet bedreven in het liegenmaar hij had een begin gemaakt en moest nu op den ingeslagen weg voortgaan. Mijn broeder heeft eenige ondui delijke toespelingen gemaakt, ant woordde hij toen, maar het rechte er van begreep ik niet. Zoo heeft hij mij opgedragen voor Margherita Montelli en haar kinderen te zorgen, wanneer hij in den oorlog mocht komen te sneuvelen. Tirschner glimlachte, hij zag op Willy's gelaat, dat deze loog maar dat was hem juist naar den zin, want nu kon de baron niet meer terug. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1