irt
r.
8",
tins
id.
IlittOII.
Donderdag
26 Augustus.
gemeentebestuur.
Feuilleton.
No. 199
47e JaargaDg.
1909.
;r.
Van Week tot Week.
-KLOP.
BINNENLAND.
Vlissingen in 1908.
stus
us
tus
jaar-
er.
n kind,
vindt?
n oud
■woud
5 ons.
ekt
<ALFS~
..undo
AN G-
5 ons.
rancier.
uur in
:(n.
ters van
nten op
ZN als
os in de
or meis-
heer J.
vak K,
50 voor
den Bur-
r a.s.
er kinde-
igeboden
Zit» en
m. Geie-
de Fran-
even on-
:ourant.
lieden ter
INGSCH
COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
BRANDWEER.
Oproeping van vrijwilligers bij de
Brandweer.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
gelet op artt. 405 en 425 der alge-
meene verordening van politie voor
deze gemeente
maken bekend
dat zij, die genegen zijn als vrij
williger bij de brandweer geplaatst
te worden, zich daartoe van af heden
dagelijks tot en met 30 September e.k.,
uitgenomen Zondags, ter gemeente
secretarie (bureau bevolking) kunnen
aanmelden van v.m. 9 uur tot n.m. 4 uur;
dat men, om vrijwilliger te zijn,
den leeftijd van 25 jaar bereikt moet
hebben, niet ouder zijn dan 50 jaar,
geene plichten ten aanzien van de
militie of de brandweer te vervullen
hebben, en vrij zijn van hinderlijke
lichaamsgebreken, een en ander ter
.beoordeeling van Burgemeester en
Wethouders
en dat de diensttijd voor vrijwilli
gers op slechts tien jaar gesteld is.
Vlissingen, den 25 Aug. 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
W1TTEVEEN.
De definitieve, onveranderde goed
keuring van het constitutie-ontwerp
voor Zuid-Afrika, door het Brifscbe
Lagerhuis, waarmede de zaak is af
gedaan, is ongetwijfeld eene merk
waardige gebeurtenis in de geschie
denisder wereld. Regeering en Kamer
hebben zich daarbij op het standpunt
gesteld, dat de koloniën het recht
hebben om, als zelfbesturen de
koloniën, hare eigene zaken te regelen.
Alleen heeft de regeering de hoop
uitgesproken, dat het thans in de
constitutie opgenomen beginsel van
uitsluiting der kleurlingen van kies
recht en kiesbevoegdheid voor het
Zuid-Afrikaansche parlement, geen
duurzaam karakter zal dragen.
Natuurlijk zal koning Eduard het
ontwerp bekrachtigen er. dan zal zich 't
merkwaardigefeit voordoen dat, zeven
jaren na het einde van den gruwe-
lijken oorlog, een Vereenigd Zuid-
Afrika in overwegend Hollandschen
geest en met een Hollandsche toe
komst reeds werkelijkheid is gewor
den.
Intusschen mag men daarbij niet
over het hoofd zien dat wij hier alleen
spreken van de blanke bevolking.
De groote meerderheid is zwart en
die zwarte bevolking is uitermate
vruchtbaar. De opneming der kleur
lingen in het gewone statenverband,
TELEFOONNUMMER 10.
aderen.
ekt.
19.)
Zij leefde alleen nog voort in de
hoop, dat de dood haar spoedig met
haar man zou vereenigen. Als de
oude Dorothea er niet geweest was,
zouden de kinderen alle verzorging
gemist hebben, maar de oude getrouwe
ziel zorgde voor den geregelden
loop van het huishouden en voor de
kinderen. Nood en gebrek kwamen
de woning niet binnen. Eduard Von
Altenbrak had voor zijn vertrek een
groote som gelds bij een bankier
in bewaring gegeven, op naam van
Margherita, en van dit kapitaal
bestreed de oude Dorothea de uitgaven
van het huishouden.
Onbeweeglijk stil zat Margherita
daar neer. Zelfs in den warmen
zonneschijn rilde het verzwakte
lichaam als van koude. Zij trok haar
zou wellicht in de toekomst een
rassenstrijd veroorzaken, van vrij wat
grooter beteekenis, dan die welke
thans is beëindigd.
De Kretenzer-quaestie schijnt in
een tijdperk van overgang te verkee-
ren. Griekenland heeft er de regee
ring te Constantinopel op gewezen
dat de Porte in hare vorige verkla
ringen, menigmaal de correcte hou
ding der regeering te Athene geroemd
heeft. Niettemin heeft laatstgemelde
opnieuw verklaard, dat zij zich in
allen deele gedragen zal naar de be
slissingen der beschermende mogend
heden en zich zal onthouden van
alle aanmoediging van op het eiland
Creta bestaande gisting.
Men verwacht nu weer een weder
antwoord van de Porte. Men schijnt
intusschen wel te mogen verwachten
dat de Ottomaansche regeering het
niet in het belang des lands zal
achten om eene aanvallende politiek
voort te zetten, waartoe ze trouwens
slechts gedreven werd. En dit te eer
wijl het later gebleken is dat de toon
der nota, door de beschermende mo
gendheden tot haar gericht, niet zoo
scherp was als men eerst meende.
De Kreienzers zelf zijn thans vrij
kalm, zoodat men we! mag aannemen
dat, op dit oogenblik althans, de ge
vaarlijke crisis weer bezworen is.
De strijd der Spanjaarden tegen de
Riff-stammen in Marokko schijnt tij
delijk stil te staan, vermoedelijk om
dat de legeroverste niets ondernemen
wil, alvorens de moeilijke quaestie
der proviandeering geregeld is. Wan
neer men daarmede gereed is en dus
wat wagen kan, zou men trachten
met 8000 man Versterkingstroepen de
vijandelijke positiën om te trekken,
teneinde ze op die wijze te bedwingen.
Intusschen heeft Moelai-Hafid het
geluk gehad van op zijn tegenstander
Boe Hamara een overwinning te be
halen, maar deze schijnt het ontko
men te zijn, waarop de Sultan, naar
oude, trouwe Moorsche zeden, de
gevangen genomen volgelingen des
pretendents op de meest gruwelijke
wijze heeft doen martelen.
Het Engeische conservatieve hoofd
orgaan de „Times", breekt een lans
voor de tusschenkomst van Enge
land, tot voortdurende verbetering
van den gespannen toestand tusschen
China en Japan'. Wel is het gevaar
voor een oorlog tijdelijk weer voorbij,
maar daarbij is niet alles overwonnen.
Aan wederzijdsche welwillendheid en
verdraagzaamheid ontbreekt het nog
maar al te veel. Vooral zijn de Chi-
neezen zeer vijandig jegens Japan
gezindmaar zij hebben toch niet
alleen schuld. De Japanners hebben
doek dichter om haar hals en sloot
de oogen.
Plotseling schrikte zij op. Het
tuinhek knarste in de hengsels, en
toen zij langzaam het oog daarheen
richtte, zag ze een man, die op krukken
in den tuin voorstrompelde. De man
had een houten been, hij was in
burgerkleeding, maar zijn borst was
versierd met eereteekenen voor
krijgsbedrijven.
Even als immer, wanneer zij door
het een of ander herinnerd werd
aan de gebeurtenissen van het laatste
jaar, werd ook nu Margherita's hart
pijnlijk getroffen. Zij keek schuw
achter zich, als wilde zij in huis
vluchtendoch daar stond de man
reeds voor haar. Hij stak haar de
breede hand toe en sprak met bevende
stem Kent u me niet meer, mevrouw
Ik ben het Hendrik Tiedemann
de oppasser van mijnheer.
Een zachte kreet van verrassing
kwam over Margherita's lippen,
nu herkende zij hem en reikte hem
de hand. Doch een doodelijke
bleekheid overtoog haar gelaat en zij
zou zeker gevallen zijn, wanneer
Hendrik haar niet gegrepen had. Hij
veei gedaan om in Mandschoerije,
toch nog altijd een Chineesche pro
vincie, de inheemsche bevolking van
zich te vervreemden, evenals in Co-
rea. Zij traden ais bevrijders in die
streken op, maar zij handelden dik
wijls meer als veroveraars en de
kolonisten, die hei leger volgden in
den tijd der militaire bezetting, waren
niet van de beste soort. Het staat
vast dat de Japansche regeering later
veel gedaan heeft om het kwaad te
herstellen, maar dat gaat niet zoo op
eens en om op den duur geschil
punten te ontgaan, zal het noodig
wezen om samen te werken en op
die wijze te trachten zooveel mogelijk
de gemeenschappelijke belangen te
bevorderen.
In Teheran, Perziës hoofdstad,
heeft men het nu zoover gebracht,
dat de verkiezingen in den eersten
trap voor het parlement zijn afgeloo-
pen. Voorloopig is inmiddels een
bestuur van twintig leden benoemd
om toezient over de handelingen der
ministers te oefenen.
Den gewezen Sjah is men nog maar
niet kwijt kunnen raken. Hij had
hypotheken van een Russische bank
op zijne bezittingen genomen en nu
heeft men hem verhooging van jaar
geld toegezegd, indien hij het beheer
dier bezittingen aan de regeering
overdraagt. Dit voorstel is gedaan met
het oog op de mogelijkheid, dat die
goederen anders aan de Russische
bank in handen zouden vallen. Met
echt Oostersche langzaamheid gaat
de liquidatie der ontbonden firma op
die wijze voort
in de Fransche bladen wordt veel
geschreven over zekere bedenkelijke
verschijnselen, welke zich in de laatste
jaren met betrekking tot de weerbaar
heid hebben voorgedaan. Gestadig
neemt het getal van de jongelieden
toe, welke niet onder de wapenen
komen. Van ruim 4000 in 1906 is dit
getal van zoogenaamde weerspanni-
gen thans tot bijna 12000 gestegen.
Natuurlijk is dat wegblijven een straf
baar feit, maar in Frankrijk bestaat
de gewoonte om af eiï toe aan al die
lui bij de wet amnestie te verkenen.
Vooral in de groote steden is de
afkeer van den militairen dienst
merkbaar. De Algemeene Arbeiders
bond verspreidt jaarlijks duizenden
exemplaren van een „Soldatenhand-
boek", vol aansporingen tot weerspan
nigheid en het schijnt wel dat vele
onderwijzers der lagere scholen dap
per meedoen. Eveneens neemt het
aantal voor den dienst ongeschikt
verklaarde jongelieden hand over
hand toe en daar, zooals men weet,
in Frankrijk de tweejarige diensttijd
geldt, zou door al die omstandigheden
Abonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden.
voerde haar in huis en deed haar
op de sofa plaats nemen. Verlegen
in het ronde ziende, en zelf met
tranen in de oogen, stond Hendrik
daar. Eindelijk vatte hij moed en
zette zich naast Margherita neder,
die hevig snikte. Haar hand vattende,
zeide hij met in tranen verstikte
stemNeem het mij niet kwalijk,
mevrouw, dat ik u zoo verschrikt
heb. Ik had u vooraf behooren te
schrijven; maar dat werk gaat mij
zoo slecht van de hand en nu dacht
ik dat ik maar dadelijk zelf moest
gaan.
Ik dank je Hartelijk Hendrik,
mijn hartelijken dank Gij zijt zelf
ook gekwetst geworden.
Ja, mevrouw, voor Parijs hebben
ze mijn rechterbeen te pletter ge
schoten. De dokters hebben het
afgezaagd en nu strompel ik als
een kreupele voort met een pensi
oentje van dertig mark per maand.
Doch laten wij nu niet over mij
spreken, mevrouw, maar over u. Hoe
is het u gegaan
Margherita's tranen vloeiden mil
der. Nu had zij toch iemand gevon
den, met wien zij over den dierbaren
de weerkracht des lands wel eens
kunnen gaan lijden, welke krachtige
pogingen de regeering dan ook doet
om dezen vorm van anarchistische
propaganda te onderdrukken.
Met groote plechtigheid is prins
Albert van België in zijn vaderland
verwelkomd bij gelegenheid van zijn
terugkeer uit den Congostaat en naar
men zegt is de prins voornemens een
reisverhaal uit te geven. Dat kan heel
belangwekkend worden, als de zaak
dan tenminste niet te eenzijdig is
voorgesteld. Conan Doyle, de bekende
Engeische schrijver van de Sherlock
Holmes romans, heeft in een brief aan
de „Times" alweer op de heftigste
wijze geklaagd over de behandeling
der negers aan den Congo en ver
langt dat Engeland eene conferentie
zal beleggen, met het doel om Bel
gië een monopolie te ontnemen, waar
van het zoo schandelijk misbruik heeft
gemaakt. Doyle wil eene internatio
nale rechtbank, voor welke de „slach
ters" zullen verschijnen, die een zoo
schandelijk verraad aan godsdienst en
beschaving pleegden en die de con
cessiehouders dwingt tot teruggaaf
van wat zij gestolen hebben, door hen
te verplichten aan hunne honderd
duizenden slachtoffers een pensioen
te betalen.
Nu, het wil ons voorkomen, dat de
slachtoffers lang op hun pensioen
kunnen wachten. Het stuk van Doyle
is trouwens vol overdrijving en on-
practisch. Men mag inderdaad zeer
dankbaar wezen, wanneer, onder den
nieuwen toestand, langzamerhand aan
de ergste misstanden in het onmete
lijke Congogebied een einde wordt
gemaakt. Op zich zelf is dat reeds
een reuzentaak, waarover wij waarlijk
niet te licht mogen denken.
Breukelen.
Te Breukelen is Maandagavond
een gecombineerde vergadering ge
houden van de hoofdbesturen der
anti-revolutionnaire en roomsch-ka-
tholieke kiesvereenigingen. Het staat
thans vast dat de roomsch-katholie-
ken en anti-revolutionnairen ieder
een eigen candidaat zullen stellen.
Over de houding, aan te nemen
bij een eventueele herstemming, zal
in een nadere conferentie worden
beslist. (De Tijd).
Vlagvertoon.
Blijkens te 's-Gravenhage ontvan
gen bericht, is de divisie van drie
schepen, behoorende tot de Indische
zeemacht, waarvan het bezoek aan de
Chineesche en Japansche wateren
onlangs werd aangekondigd, naar
Manilla vertrokken. Van daar wordt
doode kon spreken. O, wat deed
het haar goed, toen de brave op
passer zonder omhaal over haar
Eduard sprak. Om haar gevoel te
sparen, wilde hij in het gesprek
over het sterven van zijn heer be
hendig hêenglijdenmaar dqarmee
was zij niet tevreden. Hij moest alles
in bijzonderheden vertelier. eri onder-
tusschen hing zij in ademlooze
spanning aan zijn lippen. Hij besloot
zijn verhaal met de woordenin
mijn armen is de ritmeester gestor
ven, mevrouw, en zijn laatste woor
den warenHendrik, ga naar
mijn vrouw, verlaat mijn kinde
ren niet en hier ben ik nu, me
vrouw zeg maar, waarmee ik u hel
pen kan.
In dat oogenblik kwam bij Marg
herita een geheel nieuw gevoel op,
iets dat op een nieuwen levens
loop geleek. Zij zag haar echtgenoot
weer voor zich staan, zij hoorde
weder de ernstige woorden, die hij
bij het afscheid gesproken had. Zij
herinnerde zich de belofte, die zij
haren man dien laafsten avond ge
daan had en plotseling kreeg zij
schaamte en berouw, dat zij die be
de reis voortgezet naar China en Japan.
Het eskader bestaat uit de pantser
schepen: „Tromp," „De Ruyter" en
„Koningin Regentes" en staat onder
bevel van den kapitein ter zee Ty-
deman, die zich aan boord bevindt
van het viaggeschip „De Ruyter."
Het bezoek aan de aan de Nederl.
bezittingen grenzende koloniën en
vreemde rijken heeft ten doel het
onderhouden van goede nabuurschap.
Het pantserschip „Noord-Brabant"
zal rechtstreeks uit Ned.-Indie naar
San Francisco reizen, ten einde al
daar ter reede aanwezig te zijn bij
de feesten ter eere van den weder
opbouw dier stad.
Te Utrecht werd gisteren een ver
gadering gehouden van de besturen
der Provinciale organisaties der Na
tionale Christen-Geheelonthouders
Vereeniging.
Deze voorgadering werd gepresi
deerd door ds. A. Dorst uit Loenen,
Aan de orde was gesteld de vraag
Hoe staat de Vereeniging dus ook de
Prov. afdeeling tegen over allerlei
maatschappelijk werk. De inleider,
de heer Bos van Groningen kwam
tot enkele stellingen, waaruit wij het
voornaamste hier laten volgen:!, de
roeping der Chr. Gem. is, wat haar
arbeid betreft, het licht der Evange
lie te. laten schijnen op allerlei per
soonlijke, huiselijke sociale verhou
dingen, het aan de sociologen over
latende de waarheden van het Evan
gelie in hun verschillend werk toe
te passen. 2. De roeping der N. C.
G. O. V. is overeenkomstig die der
Chr. Gem. haar licht te laten schijnen
over het Drankvraagstuk in zijn veei-
zijdigen vorm b.v. huisvesting en
drank, terwijl haar taak niet is ver
betering der woningtoestanden ter
hand te nemen arbeidsverhoudingen
en drank, armoede en drank, mis
dadigheid en drank enz. 3. Allereerst
is haar terrein de Chr. gemeente, ten
einde haar te brengen tot het ver
vullen harer roeping tegenover de
drinkgewoonte. 4. De Vereeniging
wake er zooveel mogelijk voor, dat
haar leden werkelijke Christenen zijn.
De heer Woltman van Edam leidde
nog de vraag in hoe men denkt over
samenwerking van plaatselijke af-
deelingen met andere drankbestrij-
dingsvereenigingen.
Vlissingen, 25 Augustus.
(Uil hef Gemeenteverslag.)
Vervolg.
G e m e e n t e-R e i n i g i n g s-
d i e n s t.
De gebouwen verkeeren over het
algemeen in een goeden staat. Be
langrijke reparatiën zijn niet noodig
lofte zoo lang had vergeten. Zij dacht
aan haar kinderen, aan zijn zoon en
erfgenaam, dien zij de gedachtenis
aan zijn vader zou inprenten, en zij
gevoelde nieuwe kracht. Een licht
rood kleurde haar wangen en haar
oogen, die anders zoo dwalend
rondkeken, kregen nieuwen glans.
Met een vlugge beweging stond
zij op, stak Hendrik de hand toe en
vroegHendrik, wilt gij mijn
vriend zijn, een vriend, op wien
ik kan rekenen
Maar, mevrouw
Gij weet, toch wel, Hendrik,
dat ik de rechtmatige echtgenoote
van baron Eduard Von Altenbrak
ben, en dat mijn kinderen de erfge
namen van zijn naam zijn. Maar de
wereld zal dit niet willen erkennen,
want ons huwelijk is geheim gehou
den, omdat mijn man als officier
en als erfgenaam van Altenbrak niet
in het openbaar met een arm bur
germeisje kon trouwen.
Dus, dan is u of de kleine
Eduard de erfgenaam van hef slot
Altenbrak
(Wordt vervolgd.)