MÉÉ tiHui
^Gemeentebestuur»
^3 Augustus»
Feuilleton,
47e Jaargang.
No. 196
Maandag
bekendmaking.
1909.
Prijs per drie maanden L30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
gij deze Courant behoort oen Bijvoegsel.
Verkiezing van een lid van den
gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen maken bekend
dat het proces-verbaal van den uit
slag der verkiezing van een lid van
den gemeenteraad in het gemeentelijk
kiesdistrict no. II, ingevolge artikel
98 der kieswet, van af heden voor
een ieder ter gemeente-secretarie ter
inzage is nedergelegd.
Vlissingen, den 21 en Aug. 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
BEKENDMAKING.
Stemming ter benoeming van een lid
van den gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen maken bekend
dat, tengevolge van de op den 20
Aug. 1.1. plaats gehad hebbende can-
didaatsteliing voor de verkiezing van
een lid van den gemeenteraad, op den
2en September e. k. van des voor
middags 8 uur tot des namiddags 5
uur zal gehouden worden eene stem
ming tot benoeming van een lid van
den gemeenteraad in kiesdistrict Vlis
singen no. II, waarin, candidaat zijn
gesteld de heeren
HUSON, A.
MANSE, T.
STUART, J. M.
Wijders zij herinnerd aan het be
paalde bij artikel 128 van het wetboek
van strafrecht, luidende
„Hij die opzettelijk zich voor een
ander uitgevende aan eene krachtens
wettelijk voorschrift uitgeschreven ver
kiezing deelneemt, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste één
jaar."
Vlissingen, den 21 en Aug. 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
gelet op art. 12 der Drankwet;
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een ver
zoek van PIETER MULDER, om ver
gunning tot verkoop van sterken drank
in het klein, in perceel Badhuisstraat
no. 3;
dat vanaf heden schriftelijke bezwa
ren tegen het eventueel verleenen der
gevraagde vergunning kunnen inge
bracht worden bij Burgemeester en
Wethouders voornoemd.
Vlissingen, 21 Augustus 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
NATIONALE MILITIE.
Eerste kennisgeving voor de loting van
de Nationale Militie.
Lichting 1910.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 26 en volgende der mi-
litiewet 1901, brengen ter kennis van be
langhebbenden dat de loting der in dit
jaar voor de militie ingeschrevenen in
deze gemeente zal plaats hebben ten raad-
huize op Dinsdag 7 September 1909, des
voormiddags ten 10 ure, voor de inga
schrevenen wier namen beginnen met A,
enz. tot en met L., des namiddags te
1.30 voor de overige ingeschrevenen
dat gedurende vijf dagen, te rekenen
van den dag, waarop de loting heeft plaats
gehad, tegen de wijze waarop zij is ge
schied, bij Ged. Staten v-n Zeeland be
zwaren kunnen worden ingebracht door
belanghebbende lotelingen of dooi\hun
vader of voogd;
dst de bezwaren moeten worden inge
diend door middel van een doordenoodige
bewijsstukken gestaafd verzoekschrift op
ongezegeld papier, onderteekend door hem
die hem die ze ii brengt, welk verzoekschrift
bij den burgemeester moet worden overge
bracht tegen bewijs van ontvang
dat op de navolgende dagen, telkens des
voormiddags van 10 tot 1 ure, ten raad-
huize (bureau militie) zitting zal worden
gehouden tot het opmaken van da getuig
schriften ter bekoming van vrijstelling we
gens broederdienst, bedoeld in art. 53 der
militiewet 1901, ais op Maandag den 13
September 1909, voor hen wier geslachts
naam begint met de letters A tot en met
Gop Dinsdag den 14 September 1909,
idem als voren met de letters H tot en met
R; op Woensdag den 15 September 1909,
idem als voren met de letters S tot en met
Z; dat zij, die op zoodanige vrijstelling
aanspraak maken, op gemelden tijd ten
raadhuize zullen moeten verschijnen, ver
gezeld van twee bij den Burgemeester be
kende meerderjarige ingezetenen, terwijl
op broederdienst reclameerenden zullen
moeten medebrengen de bewijzen van ge
boorte van hen zeiven en de nog in leven
zijnde broeders, benevens het paspoort of
ander bewijs van ontslag, of een uittreksel
uit het stamboek, of een bewijs var,
werkelijken dienst van den broeder of de
broeders, op wiens of wier dienst zij
hunne reclame gronden.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 21 Augustus 1909.
Burg. en Weth, voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen maken bekend
dat met het oog op de aanstaande
Negende tienjaarlijksehe A 1-
gemeene Volkstelling dezer da
gen in het bijzonder zal nagegaan worden
of de gebouwen en besloten erven be-
COURANT.
ADVERTENTIËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
ftbonnemesits-Aduertenfiën op zeer uoordeelige voorwaarden.
O—
16.)
Daar aan de noordwestzijde waren
de hoogten van Bruville, Sainte
Marie en Rezonville bezet door de
kerntroepen van het Fransche leger,
de regimenten van Canrobert en
Udmirault, die reeds te Krim en
talië gevochten haddenbij Rezon-
v'lle stonden de keurtroepen, de kei
zerlijke garde. Zij begeerden niets
"ever dan zich op de Pruisen te
terpen, die moedig en onophoude-
'lk over Tronville, Flavigny en Vion-
'he naar de hoogten van Rezonville
oortschoven. Op de hoogte van
!'ars stond de grijze veldheer Ba-
zaïne; den stand van het gevecht
I met wetende, hield hij zijn troepen
rug- Doch tegen den middag ver
kapte de kracht van het eene Prui-
legerkorps tegen de vijande
lijke overmacht. Bij Vionville kwam
het gevecht tot staan de vermoeide
Pruisen konden niet verder, de am
munitie raakte op, de artillerie had
geen voorraad meer. Daar drongen
nu Canrobert en de keizerlijke garde
onstuimig vooruit. Toen kwam het
er op aan het bedreigde voetvolk en
de artillerie te redden, hun tijd van
verademing te verschaffen en gele
genheid om nieuwe krachten te ver
zamelen. Dat was de taak van de
cavalerie.
De trompetters bliezen den aanval
en daar stortten de zwarte Bruns-
wijksche huzaren zich op den vijand.
Maar of de zwarte ruiters ook al
doordrongen tot de plaats waar Ba-
zaine stond, of hun aanvoerder zelf
het zwaard kruiste met den Franschen
maarschalk, de overmacht was te
groot, de lichte ruiterij moest terug
en de kolonnen der vijandelijke
grenadiers drongen steeds dichter
aan op de afgematte Pruische infan
terie. Nu moest een laatste krachts
inspanning van paard en ruiter red
ding brengen 1 De huzaren waren
teruggeworpen hoor 1 daar dreun
de de aarde onder den galop der
TELEFOONNUMMER 10.
hoorlijk van nummers voorzien zijn, en
herinneren de ingezetenen aan hunne ver
plichtingen tot het doen van aangifte
voor de bevolkings-registers,
De verplichtingen zijn hoofdzakelijk
de volgende:
Nummering der huizen.
De eigenaar van elk afzonderlijk per
ceel, onverschillig of dit tot woning ia
bestemd of niet, en van elk afzonderlijk
erf dat een uitgang heeft aan den open
baren weg, is verplicht oen zijnen koste
te zorgen dat a. het perceel of erf
voorzien words en blijve van een duide
lijk met olieverf geschilderd nummer, ter
grootte van minstens 7 c.M. ter zijde
van de toegangsdeur op sen hoogte van
2 Meter, welk nummer door Burgemees
ter en Wethouders wordt, bepaald.
In plaats van een met olieverf geschil
derd nummer mag een geëmailleerd plaatje
worden aangebracht, overeenkomstig het
ter secretarie aanwezig modelhet daar-
1 op geplaatste nummer in goed leesbaren
staat worde onderhouden.
Bij vernummering van het perceel mag
het oude nummer, mits doorstreept, nog
zichtbaar blijven gedurende den tijd van
een jaar te rekenen van den dag waarop
het nieuwe nummer is aangebracht.
Bij bouw, herbouw, splitsing of ver-
eeniging van perceelon is het den eige
naar verboden het perceel in gebruik te
nemen of op eenige wijze in gebruik te
geven alvorens het voorzien is van een
door Burgemeester en Wethouders aan
gegeven nummer.
Bij het maken van een nieuwen uit
gang aan den openbaren weg van een
afzonderlijk erf is de eigenaar verplicht
hiervan kennis te geven aan Burgemees-
ster en Wethouders en het te voorzien
van een door dit college aangegeven
nummer.
Aangifte voor- de
Bevolkingsrefp eters
a. Bij vestiging in de gemeente. Per
sonen die zich in de gemeente vestigen
doen daarvan aangifl e aan het gemeente
bestuur binnen eene maand na hunne
aankomst, onder overlegging van een ge
tuigschrift van werkelijke weonplaatsver
anderingb. bij het verlaten der ge
meente. Personen die de gemeente metter
woon verlaten, geven hiervan kennis aan
bet gemeentebestuur en moeten zich voor
zien van een getuigschrift van werkelijke
woon plaats-verandering, c. Bij verhuizing
binnen de gemeente ieder die binnen de
gemeente verhuist, is verplicht binnen
8 dagen na de verhuizing daarvan ken
nis te geven aan het gemeentebestuur
ter secretarie op het bureau der bevol-
kings registers. Wanneer het hoofd van
een gezin verhuist, is hij bovendien ver
plicht de in het vorige lid bedoelde ken
nisgeving te doen voor alle bij hem in
wonende personen, dienst- en werkboden
daaronder begrepen. Is door hem deze
kennisgeving gedaan, dan zijn de inwo
nende personen niet verplicht tot aan
gifte. Hij die binnenshuis afzonderlijk
een of meer kamers bewoont, wordt als
hoofd van een gezin beschouwd. Het
hoofd van een gezin doet uiterlijk binnen
8 dagen aan het gemeentebestuur ten
kantore van de bevolkingsregisters op
gave van iederen persoon, die in het huis
gezin wordt opgenomen of daaruit ver-
zware ruiterijde zon schitterde op
de glinsterende kurassen der zware
artillerie, de vaantjes der plannen
wapperden in het frissche windje en
als een verwoestende bergstroom
stootte de ruiterbrigade onder bevel
van generaal Von Bredow zich met
doodsverachting op den vijand. Met
doodsverachting ja, slechts de
helft van hen keerde uit den strijd.
Ook dit offer der Pruisische rui
ters schijnt vergeefschReeds is
Tronville weer in handen der Fran
schen, reeds dringt generaal Lad-
mirault over Mars la Tour naar
voren en dreigt den linkervleugel van
de stelling der Pruisen in te sluiten,
doch tegen vijf uur verschijnt de
twintigste divisie op het slagveld,
de trommen worden geroerd en met
versche krachten gaan de troepen
van het tiende legerkorps in het ge
vecht. Een heete strijd ontbrandt
rondom Tronville en Mars la Tour;
luid klinkt soms het hoera der
Duitschers, schetterend weergalmt het
geluid der signaalhoorns, het ge
weervuur knettert, de granaten vlie
gen fluitend door de lucht en daar-
tusschen sissen de mitrailleuses. En
trekt, inwonende dienst- en werkboden
hieronder begrepenDezelfde opgave moet
geschieden door afzonderlijk levende per
sonen wanneer zij andere personen in
hun huisgezin opnemen de verschillende
aangiften kunnen eiken werkdag van des
voormiddags negen tot des namiddags
vier uur geschieden ten raadhuize (bureau
der bevolksregisters.)
Vlissingen, .14 Augustus 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Een standbeeld voor
Joan uan Oldenbarneueld.
Het is meermalen gezegd, en het
is ook een onweerlegbare waarheid,
dat groote mannen, verdienstelijke
menschen in het algemeen, geene
ridderkruizen of andere onderschei
dingsteekenen noodig hebben, om bij
de natie die waardeering te vinden,
waarop zij aanspraak hebben.
Ongeveer op dezelfde wijze zou men
kunnen zeggen, dat onze groote doo-
den geene standbeelden of andere
gedenkteekenen noodig hebben, om
bij het volk in dankbare herinnering
voort te leven. Toch is dat slechts tot
op zekere hoogte waar. Immers, met
de geschiedkundige kennis van het
volk in 't algemeen, is het vrij treurig
gesteld en standbeelden kunnen zeer
goed een hulpmiddel wezen om die
kennis te vermeerderen en alzoo mee
te werken tot waardeering ook van de
groote gedachten, waardoor de groote
mannen en vrouwen der historie
werden bestuurd en geleid.
Het aantal standbeelden, dat wij
bezitten, is betrekkelijk gering en dan
zijn het nog niet eens alle kunstge
wrochten. Een eerste vereischte van
een standbeeld is dat het een kunst
gewrocht zij, dat veredelend werkt op
den smaak van het volk. En een
tweede vereischte, dat niet minder
zwaar weegt, dat allen er zich om
moeten kunnen vereenigen. Wij zou
den ons onmogelijk kunnen vereeni
gen om het standbeeld van een man,
die uitsluitend of vóór alles partij
ganger was, of bij wien, ondanks
groote daden, persoonlijke eer of
voordeel op den voorgrond stond.
Het is nu reeds vijf jaren geleden,
dat er sprake was van het oprichten
van een standbeeld voor onzen groo-
ten stadhouder-koning, Willem III.
Hoewel dat denkbeeld met groote
sympathie werd begroet, hebben wij
Nederlanders ons daarbij weer eens
van onze zwakke zijde leeren kennen
want terwijl het eigenlijke plan bij
het meerendeel van het volk alweer
vergeten is, duurt de strijd tusschen
de verschillende comité's voort over....
de plaats waar het standbeeld zal
worden neergezet
Mis, heeren 't is ons om het
over dit afgrijselijk tooneel van dood
en verwoesting werpt de ondergaan
de zon haar laatste stralen.
Op de linkerflank der Duitsche
slaglinie, half gedekt door laag
struikgewas, staan de gardedragon
ders, en onbeweeglijk voor zijn es-
cadron zien we Eduard von Alten
brak. Zijn oog schittert met een
somberen gloed. Langs zijn voor
hoofd vloeit langzaam bij droppels
het bloed uit een lichte wond, hem
door een vijandelijk zwaard toege
bracht. Reeds hebben de dragonders
twee maai een aanval gedaan en
zich in het heetst van den strijd ge
worpen nu staan ze daar, mannen
en paarden, om van de zware ver
moeienis te bekomen.
Beneden in het dal wordt de slag
voortgezet, op de hoogten donderden
de kanonnen en rondom het plateau
ziet men een kring wolken van
kruitdamp, waarbinnen de dood een
rijken oogst maakt.
Vergeten is nu alles, wat de sol
daat in zijn vaderland achterliet.
Vergeten zijn nu vrouw en kind,
vergeten de tranen en jammerklach
ten bij het afscheid. Eer en plicht
denkbeeld zelf te doenwe willen
een stuk van onze mooie historie vóór
ons zien en ons weer eens opgewekt
gevoelen om ons de daden en begin
selen van het voorgeslacht te herin
neren maar de grond van Neerland
is één en ondeelbaar en overal waar
menschen komen staat het standbeeld
goed en zal ons verhalen van die
lang vervlogen tijden, die al onze
belangstelling opwekken en zoo
krachtig tot hoofd en hart spreken.
Niets is verschrikkelijker dan klein
zieligheid, en onze geliefde Koningin
was tenminste niet kleinzielig, toen
zij terstond een ruime gift schonk
voor de oprichting van een gedenk-
teeken voor Joan van Oldenbarneveld,
dengrooten tegenstander van
Maurits van Nassau
Zonderlinge loop der dingen Ter
wijl men nog spreekt over de plaats
waar het standbeeld van Willem III
zal verrijzen, spreekt men over dat
van den man, wiens tragisch lot zoo
nauw met de levensgeschiedenis van
zijn roemruchten bloedverwant in
verband stond,
Is dat een tegenstrijdigheid Geens
zins; het is juist een bewijs van de
zuivere opvatting der beteekenis van
een standbeeld. De persoonlijke ge
voelens van een man die ongeveer
drie eeuwen in zijn graf rust, kunnen
ons tot op zekere hoogte koud laten
maar allerminst laten ons koud, de
groote beginselen die hij beleed en
waarvoor hij leefde, de omstandighe
den waaronder hij werkte en den
invloed dien hij op de geschiedenis
van het vaderland, of op de algemeene
wereldgeschiedenis oefende,
Daarom achten wij het een geluk
kig denkbeeld om de geschiedenis van
het sluiten van het twaalfjarig bestand
met Spanje en van de treurige bin-
nenlandsche twisten die er op volg
den, aan de vergetelheid te ontrukken
door een monument voor Oldenbar-
neveit.
Eens waren beide mannen door
hechte vriendschapsbanden verbonden,
maar toen Oldenbarneveld den ge
vaarlijken tocht naar Vlaanderen, ein
digende met den schitterenden slag
bij Nieuwpoort, tegen den zin van
Maurits doorgedreven had, ontstond
er eene verkoeling, en die verkoeling
werd grooter, toen Barneveld ook het
twaalfjarig bestand doordreef. De
hevige godsdiensttwisten, die later
ontbrandden en waarin ieder voor eene
afzonderlijke partij optrad, deed de
gespannen verhouding tot openlijke
vijandschap overslaan. Men kent het
verloop der geschiedenis. Toen Ol
denbarneveld, die de Remonstranten
tegen de Arminianen wilde bescher
men, daartoe maatregelen nam, die
inbreuk maakten op de rechten van
den stadhouder, liet Maurits zich
verleiden om, zonder voorkennis der
doen nu alleen hun eischen gelden.
Daar worden de Pruisische gele
deren teruggedrongen. Hun hoera
sterft weg in den donder der kanon
nen, waarmee de Franschen ginds
op de hoogten van Bruville den
vijand vervolgen. Met een groote
overmacht werpen zij zich op de
langzaam terugtrekkende Pruisen, en
thans nadert met daverend geweld
ook een Fransche divisie ruiterij
blinkende kurassiers met hun wui
vende paardenstaarten op de helmen,
bontgekleede spahis en Algerijnsche
jagers met hun witte burnoes. Daar
zet de commandant der gardedragon
ders zich in postuur, hij wenkt met
zijn degen, de trompetten schetteren
en in duizelingwekkende vaart wer
pen de Pruische dragonders zich op
de vijandelijke kurassiers en de
jagers te paard.
Eduard Von Altenbrak ziet nog
even om naar zijn manschappen, zijn
oog ontmoet den ernstigen blik va;i
Hendrik, zijn bediende.
(Wordt vervolgd.)