sch Vrijdag 20 Augustus. ijte1", :n", jr. No. 194. 47e Jaargang. 1909. P - eken. EDERLAHD. ienst. ichelde. Gemeentebestuur Feuillletoth BINNENLAND. WUSSINGSCHE COURANT as I uitge- >venhuis 4. Te be- ant. 1 'elef. 145. 4 uit der iekbanK, 00 en 1100, koers van koopen IZEN. r, waarom- /orden ver- dam. Eerste Hy- ft 31/» en 4 ekomen bij R Jzfi. lbur gr.r. 5.50+ 7.55 5 2.— 2.45 7.50 8.50 3mise, de an* 6.25+ 840 2.45 3.30 50 9.40 10.25 tot de Be* aan naar het c) en 6,35 4) jen 7,05 15 a) en 5,05 i en 6.35 d) h) vertrek val sazen vm-8,50 3, Boreeeleen Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. ADVERTENT1ËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, v/ordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. Ij fibonnemsnts-Bduertentiën op zeer ooordeel'rge voorwaarden, PUBLICATIE. Bepaling sluitingsuur der tapperijen op 21 Augustus a. s. bij gele genheid van het Turnfeest. De Burgemeester van, Vlissingen gezien art. 150 der algemeene ver ordening van plaatselijke politie brengt ter algemeene kennis dat het sluitingsuur der tapperijen op Zaterdag 21 Augustus a. s. bij gelegenheid van het alhier te houden Turnfeest, door hem is bepaald op 2 uur na middernacht, terwijl een half uur te voren moet zijn opgehou den met het maken van muziek. Vlissingen, 19 Augustus 1909. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. NATIONALE MILITIE. Oproeping van verlofgangers tot den werkelijken dienst. De burgemeester van Vlissingen gezien de circulaire van den Com missaris der Koningin in dit gewest van den 13 Maart 1909, A no. 1021, 3e afdeeling, M. Roept bij deze op tot den werkelijken dienst: de ondervolgende in deze gemeente wonende verlofgangers van de lich tingen 1902, 1904, 1906 en 1908. Van het regiment grenadiers en jagers Naerebout Cornells, loteling der gemeente Vlissingen, lichting 1906. Kooper Frederik Karei, zonder loting ingelijtd voor de gemeente 's Graven- fiage, lichting 1906. Dag en plaats van opkomst: 30 Augustus 1909, 's Oravenhage. Van het le regiment infanterie: Spinhof Hendrikus Bernardus Mar- tinus, loteling der gemeente Gronin gen, lichting 1904. Dag en plaats van opkomst: 30 Augustus 1909, Assen. Van het 4e regiment infanterie Van der Straaten Gerard Adrianus, loteling der gemeente Berg Ambacht, lichting 1904. Dag en plaats van op komst: 7 September 1909, Leiden. Coster Ambrosius, loteling der ge meente Rotterdam, lichting 1906. Dag en plaats van opkomst7 September 1909, Gouda. Van het 7e regiment infanterie Ladenberg Daniel, loteling der ge meente Vlissingen, lichting 1904. Dag en plaats van opkomst30 Augustus 1909, Amsterdam. Van het 10e regiment infanterie De Wijn, Martinus Jacobus Nico- laas Cornelis, loteling der gemeente Helder, lichting 1904 dag en plaats van opkomst: 7 September 1909, den Helder. Bouwman, Dirk Johannes Petrus, loteling der gemeente Haarlem, lich- lens, oot van 10.4& 16 April tot O— 14.) Immers, zonder zijn ontslag gekre gen te hebben, kon hij zijn verbin tenis met Margherita niet laten wet a 6n en 'oc'1' nu 00r'0§ voor de deur stond kon bij geen ontslag vragen zonder zich in zijn burgerlijke on militaire eer te benadeelen. Ook was hij te veel soldaat om een «ogenblik ernstig aan zulk een ont slag te denken. Het kan toch slechts een kort uitstel zijn, dacht hij. De oorlog kan »lijk lang duren, daarvoor neett de kunst van oorlogvoeren ti groote vorderingen gemaakt en a loopt het niet af met een zomerveld "CM, zooals in 1866 in Bohemen, zal toch niet langer dan een jaar uren, eer ik terugkom. En mocht sneuvelen, dan liggen de bewij ting 1904 dag en plaats van opkomst 7 September 1909, Haarlem. Van het 3e regiment veld-artillerie Mulder, Cornelis, loteling der ge meente Vlissingen, lichting 1906 dag en plaats van opkomst1 September 1909, Bergen op Zoom. Van het Korps Pontoniers Van Offenbeek, Elias, loteling der gemeente Vlissingen, lichting 1902 dag en plaats van opkomst: 14 Sep tember 1909, Dordrecht. Gelast: de -voormelde verlofgangers zich, te dien einde, voorzien van hunne kleeding en voorwerpen van uitrus ting, alsmede van hun voor vertrek afgeteekenden verlofpas, elk op den voor hem bepaalden datum, recht streeks bij hun korps aan te melden. Zij zullen zich voor zooveel zij bin nen het rijk gevestigd zijn, op den dag voor de opkomst bepaald, met het eerst vertrekkende openbaar mid del van versneld vervoer van hunne woonplaats of naaste station, naar de plaats van opkomst moeten begeven en voor zooveel zij buiten bet rijk gevestigd zijn, zich op dien dag vóór 4 uur bij hun korps moeten aanmelden. En geeft kennis: dat, voor het geval zij door ziekte of andere redenen buiten staat moch ten zijn om op te komen, zij daarvan kunnen doen blijken, door op den dag voor de opkomst bepaald, een op o n g e z e g e 1 d papier ge schreven geneeskundig getuigschrift of een ander bewijs of verklaring ter gemeente-secretarie (bureau mili tie)"over te leggen, zullende de zieken, die niet op den bepaalden tijd onder de wapenen komen, te dezer zake niet voor diligent worden gehouden, maar verplicht zijn, zich na hunne herstelling bij hun korps te vervoegen, teneinde daarbij in den wapenhandel te worden geoefend, wordende zij, voor zooveel noodig, er op gewezen, dat zoo zij in ge breke blijven aan deze oproeping te voldoen, zij volgens art. 133 der militiewet 1901, als deserteur zullen worden behandeld. Vlissingen, den 18 Augustus 1909. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. SCHIETOEFENINGEN. Onveiligheid Vaarwater. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben dat op 24 en zoo noodig ook op 26 Augustus schietoefeningen zullen gehouden worden van hetfortPampus; dat omtrent de regeling dier schiet oefeningen inlichtingen zijn te beko men ter gemeente-secretarie op eiken werkdag van des morgens 9 tot des namiddags 4 uur. Vlissingen, 19 Augustus 1909. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. zen van ons huwelijk in het familie archief, dus de rechten van mijn vrouw en kinderen zijn verzekerd. In de kazerne heerschte groote drukte. Bijna alle officieren waren daar bijeen, ook de commandant. De paarden werden gemonsterd en die voor den velddienst ongeschikt wa ren, werden aangewezen om in het garnizoen den dienst te blijven ver richten. In de magazijnen van klee ding en wapening werd het benoo- digde te voorschijn gehaald en aan de manschappen uitgereikt, leder was druk bezig, van den commandant tot den jongsten soldaat. Bij het werk ontbrak het natuurlijk niet aan een vroolijk lied en een aardigen kwinkslag. Een opgeruimde geest bezielde officieren en soldaten, im mers de oorlog gold Frankrijk, den erfvijand van Duitschland. Ah, ritmeester, riep de com mandant hem toe. Het is goed, dat ge bereids gekomen zijt. Met deelneming heb ik den dood van uw geachten vader vernomen maar laten wij nu de dooden rusten wie weet, ritmeester, hoe spoedig wij ook tot hen behooren. Er staat Wetsontwerp tot bestrijding der zedeloosheid. Het wetsontwerp tot bestrijding der zedeloosheid door den minister van justitie, mr. Nelissen ingediend, zal in de driemaandelijksche vergadering der Nederlandsche Vereeniging tegen de prostitutie worden behandeld. Deze vergadering wordt Dinsdag 7 September a. s. in het „Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen" te Utrecht gehouden. Prof. mr. Van Boneval Faure. t Op den huize Schoonderbeek te Putten, waar hij sedert jaren den zomer doorbracht, is Dinsdagmiddag, na korte ongesteldheid, in den ouder dom van 83 jaar, overleden, professor mr. R. T. H. P. L. A. van Bonevai Faure, oud hoogleeraar te Leiden. Prof. van Boneval Faure werd in 1856 benoemd tot buitengewoon hoogleeraar en in 1858 tot gewoon hoogleeraar aan de universiteit te Groningen. In 1859 werd hij in de zelfde functie benoemd te Leiden. In 1892 nam hij zijn ontslag. Van 1894 tot 1904 was prof. van Boneval Faure lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal. Het Nut. Uit het verslag vaii iiet hoofdbe stuur over 1908—09 blijkt, dat het ledental der Maatschappij in Septem ber 1908 bedroeg: 13556, verdeeld over 287 departementen, behalve 10 vereeniging-leden, 176 eereleden en 23 algemeene leden. Volgens de laatst ontvangen op gaven bedraagt het aantal gewone leden en begunstigers, in 287 depar tementen, met 1 Maart 1909:13833, tegenover 13824 in Maart 1908, ter wijl het aantal vereeniging-leden is 10, dat der eereleden 176 en dat der algemeene leden 23. Het aantal bij het hoofdbestuur bekende buitengewone leden bedraagt 424, d. i. 29 meer dan in Maart 1908. Telt men deze buitengewone leden bij het gewone ledental, dan blijkt dit, samen genomen 14257, 38 hooger te zijn dan op 1 Maart 1908. Drankwetovertredingen. Aan de procureurs-generaal, fun- geerende directeuren van politie, is door den minister van justitie het volgende schrijven gezonden Bij circulaire van 21 September 1889, 2e afd. B en B no. 79, is de ons een zware strijd te wachten. En nu heb ik iets voor u te doen Ge zijt de jongste ritmeester van het regiment, daarom heb ik u bestemd om uit Koningsbergen de reserve manschappen te halen, die ons re- gi ment daar heeft. Ge moet reeds hedenavond daar heen reizen. Hedenavond reeds, comman dant Een uur geleden ben ik van de reis gekomen, en ik heb nog het een en ander te regelen. Ja, mijn waarde, daar helpt niets aan, de dienst gaat boven alles. Ik kan u nog wel verlof geven tot morgenochtend, maar dan moet ge gaan. Uw schriftelijke lastgeving ligt reeds bij u thuis. Zeer goed commandant. Ik zal mijne orders stipt uitvoeren. Best ritmeester! Ik verwacht van u niet anders en ga nu eens naar uw escadron zien. Met een bezwaard gemoed deed Eduard zijn plicht. Hoe geheel anders had hij zich het wederzien van zijn vrouw voorgesteld. Hij had haar de blijde boodschap willen brengen, dat nu de tijd van haar geduldig wach ten voorbij was, dat zij nu spoedig gedragslijn voorgeschreven, welke politieambtenaren bij het opsporen van drankwet-overtredingen hebben te volgen. Met de grondgedachte, die aan het vaststellen dier circulaire blijk baar bij mijn toenmaligen ambts voorganger heeft voorgezeten, ver eenig ik mij geheel. Ook ik ben van gevoelen, dat een politiebeambte niet door aan te dringen de oorzaak mag zijn, dat een persoon, aanvankelijk afkeerig van het begaan eener over treding, ten slotte voor de verleiding bezwijkt; terwijl ik.aan den anderen kant tevens van oordeel ben, dat een eenvoudige bestelling, ten einde vast te stellen, of een bestaand vermoeden, dat overtredingen plegen te worden begaan, inderdaad juist is, niet mag geacht worden een ongeoorloofde uitlokkingsdaad te zijn. Het schijnt echter, dat het voor schrift, dat na een weigerend of weifelend antwoord niet verder mag worden aangedrongen,, te algemeen is gesteld, en dat een letterlijke naleving van dit voorschrift tot geheel onge- wenschte gevolgen leidt. Immers zoo danig weigerend of weifelend ant woord plegen niet alleen zij te geven, die aanvankelijk nog ongeneigd zijn zich aan ongeoorloofden drankverkoop schuldig te maken, doch zoodanig aanvankelijk weigerend of weifelend antwoord wordt ook dikwijls gegeven, om zoodoende eenige zekerheid te verkrijgen of niet de bestelling door een politieambtenaar wordt gedaan. Want is dit het geval, dan mag, nu een weigerend of weifelend antwoord werd gegeven, niet meer worden aangedrongen, en ontkomt dus de drankverkooper aan de mogelijkheid dat zijn overtreden van de bepalingen der drankwet worde geconstateerd. Waar derhalve uit het eerst gegeven antwoord niet kan worden afgeleid, met welke categorie van personen de opsporingsambtenaar te doen heeft, acht ik het gewenscht dit voorschrift in te trekken en den politiebeambten op dit punt eenige meerdere vrijheid te schenken. Aldus zal het hun b.v. geoorloofd zijn nader op het voldoen eener gedane bestelling aan te drin gen, indien redelijkerwijze door hen mag worden vermoed, dat de aarzeling of weigering slechts voor de leuze geschiedt met het blijkbaar doel om de. constateering van de overtreding te ontgaan. Ik vertrouw, dat deze meerdere vrijheid niet zal worden misbruikt en geen aanleiding zal geven tot een zoodanig uitlokken van overtredingen, als èn in den aanvang van deze circulaire èn in die van mijn toenmaligen ambtsvoorganger werd gewraakt. Ik heb de eer Uweledelgestrenge te verzoeken te bevorderen, dat voortaan dienovereenkomstig worde gehandeld, en daartoe het bovenstaande, door in het volle genot harer rechten zou komen, en nu kon hij een vluchtig uur bij haar doorbrengen om haar te zeggen, dat die pijnlijke toestand nog langer moest duren, dat hij voor langen tijd weg moest, ja, misschien nooit zou terugkeeren. Eduard had al zijn plichtgevoel noodig om niet moedeloos te wor den. Wat beteekende de strijd tegen den vijand des vaderlands, vergeleken bij het - neerdrukkende gevoel, dat hij zijn vrouw en kinderen in geen beteren toestand kon brengen. Den vijand ging hij onversaagd te ge- moet voor de verwonderde blik ken van zijn kinderen, voor de be traande oogen van zijn vrouw stond hij beschaamd, ja hij vreesde die. Hoe berouwde het hem nu, dat hij niet reeds lang den moed had ge had zijn huwelijk publiek te maken juist, toen hij te Rome Marghe rita leerde kennen, had hij dadelijk zijn ontslag moeten nemen en zijn geliefde vrouw niet in een dubbel zinnige positie moeten brengen. Nu was het te laat. De avond viel reeds, toen Eduard gevolgd door zijn oppasser Hendrik, middel van de in voldoenden getale hierbij gevoegde afdrukken dezer cir culaire, ter kennis te doen brengen van de officieren der justitie, de kantonrechters en de commissarissen van politie in uw ressort, terwijl ter kennisneming door de overige in art. 8 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren en beambten deze circulaire in het Algemeen Politieblad zal worden geplaatst. Vlissingen, 19 Augustus. Vlissingen in 1908. (Uit hef Gemeenteverslag.) Vervolg. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De kosten door de gemeente in 1908 voor het lager onderwijs be steed, waren de volgende Jaarwedde der onderwijzers en be looning tijdelijke diensten f79630.12 vergoeding aan hoofden van scholen wegens gemis aan vrije woning f 233.33'tegemoetkoming in huis huur aan gehuwde onderwijzers f2316.53; herhalingsor.derwijs f973.185 vergoeding personeele belasting f40.50; instandhouden schoollokalen en onderwijzerswoningen f3574.375; aanschaffen en onderh. schoolmeu- belen f 1105.33; aanschaffen en on derh. van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften f 3420.69s; ver lichting, verwarming en schoonhou den der lokalen f 4229.82 plaatselijk schooltoezicht flOO; belooning aan onderwijzers (plaatsverv. hoofden) f295.835; eereblijken, prijsuitdeeling f 30 commissie tot wering van school verzuim flOO; advertentiën betref fende het onderwijs f 58.50 brand waarborg en verdere kosten f 508.575 teruggaaf reis- en verblijfkosten aan sollicitanten f 20.10 subsidie voeding en kleeding schoolkinderen f 193.06 toelage studie voor de hoofdakte f 41.666; reis- en verblijfkosten aan hoofden van scholen f51.65; totaal f97023.285. Aan schoolgeld werd ontvangen f 17963.81 (waaronder is begrepen f39.75 voor herhalingson- derwijs), terwijl volgens de art. 48 en 49 der wet tot regeling van het lager onderwijs, een som van resp, f 42835 en f 233.10 door het rijk werd vergoed. De r.-k. meisjesschool bleef in den aanvang van het jaar gevestigd in de schoollokalen van het voormalige weeshuis op de Bierkade, daar hier tegen geen bezwaar werd gemaakt door Ged. Staten, tot welk college zich het r.-k. parochiaal kerk- en schoolbestuur wendde, naar aanlei ding van een besluit van den hoofd inspecteur der volksgezondheid, waar bij de sluiting der localiteiten werd voorgeschreven. In Maart werd het in snellen galop den straatweg naar Friedrichshaven langs reed. Alles is in de beste orde, had de eerlijke Hendrik gezegd. Ik ben eiken dag naar de villa geweest. Kleine Eduard was verzot op de paarden. Dat zal een flink ruiter worden, ritmeester. In den geest zag de officier den juichenden blonden knaap op het paard zitten en met weemoed dacht hij er aan, hoe hij zich zoo mooi had voorgesteld zelf zijn zoon op het voorvaderlijke slot te onderrich ten in alle ridderlijke kunsten. Wie wist, of hem dat geluk ook zou te beurt vallen Met een kreet van vreugde sloot Margherita haar echtgenoot in hare armen, de kleine Eduard pakte va ders arm, terwijl de oude Dorothea met de kleine Margherita kwam aandragen, die ook haar lieve ronde armpjes naar haar vader uitstrekte. Eindelijk, eindelijk heb ik je terug, snikte Margherita aan de borst van haar echtgenoot. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1