Woensdag 18 Augustus. Feuilleton. No. 192. 47e Jaargang. 1909. TELEFOONNUMMER 10. j Abonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden. Volksgeneeskunde. BINNENLAND, VHssingen in 1908. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. Hoe groot tegenwoordig ook het aantai officieele geneeskundigen moge wezen, het wordt verre overtroffen door dat der „deskundigen" onder het publiek, ledereen zal dat ondervinden, zoodra hij aan de eene of andere kwaal lijdt, vooral als dit naar de meening van hemzelf of van de om geving wat lang duurt. Bijna iedereen zal hem een advies geven. De nar van den hertog van Ferrara verzamelde voor een voorgewende kiespijn twee honderd geneeskundige wenken en toonde daarmede zijn gebieder aan, hoe algemeen de geneeskunde wel beoefend wordt. Doch ook den lang- durigen lijder valt het menigmaal zwaar te berusten in de onmacht der medische kennis. Immers, hoe groot de vooruitgang en ontwikkeling van dit vak moge zijn, er blijven toch altijd nog genoeg zieken, die tever geefs hare hulp inroepen. En is men ziek, dan houdt alle logische rede neering op, dan tracht niet alleen het volk, maar ook de'meer ontwikkelde door het toepassen van huismiddelen, die hem van alle kanten worden aan bevolen, of door het inroepen van de hulp van kwakzalvers of wonder dokters de genezing te verkrijgen, die onder officieel-deskundige behande ling uitbleef. Daarom kan men met zekerheid zeggen dat de volksgenees kunde nooit geheel zal verdwijnen. Wat heeft men nu onder volksge neeskunde te verstaan Ze is, hoewel ze in vele opzichten treffende over eenkomst vertoont met de kwakzal verij, daarmede toch niet op dezelfde lijn te stellen. Terwijl nl. het doel der kwakzalverij is, geld te maken, en een zuivere handelszaak is, werkt de volksgeneeskunde geheel belangeloos. Kwakzalverij is een grove vorm van oplichterij, terwijl volksgeneeskunde geheel te goeder trouw is en vast vertrouwen stelt in de werkzaamheid harer voorschriften. Haar ontstaan is te zoeken in vroegere voorschriften der officieele geneeskunde. Daarom is het niet te verwonderen, dat de volks geneesmiddelen zoo weinig overeen komst vertoonen met dé wetenschap pelijke. Vergelijkt men ze echter uit vroeger eeuwen met elkaar, dan is het verschil minder sterk. Zelfs is er samenhang te bespeuren tusschen volksmiddelen van den huidigen dag met die uit den tijd toen de mensch nog in primitieven staat verkeerde. De primitieve mensch was nl. op zijn instict aangewezen, en trachtte zich, door het instinct geleid, zoo goed mogelijk te helpen. Later werden allerlei middelen door herhaald ge bruik bekend, en waren er personen, die door hunne ervaring op dit ge bied, als medici fungeerden. Een af spiegeling van dezen toestand vindt 12.) Nu is daarvoor het geschikte oogen- blik gekomen, als je broeder voor de keuze wordt gesteld Neuenbrak af te staan of al de gevolgen van zijn schandelijke verbintenis te dra gen. Als ge hem dreigdet de zaak publiek te maken geloof ik, dat je broeder niet lang zou twijfelen °m je voorslag aan te nemen. Willy's gelaat kleurde zich vluch "g rood. Mijn broeder heeft mij zoo grootmoedig mogelijk geholpen, ik zou onrecht plegen, ja een eerlooze daad begaan, als ik zijn vertrouwen teleurstelde. IntegendeelHij handelde ver keerd, toen hij je vader misleidde omtrent zijn verhouding tot die vrouw. Of denkt ge soms, dal je vader onder zulke omstandigheden men tegenwoordig nog op Nieuw- Guinea, waar de beschaving niet is doorgedrongen. Herodatus verhaalt, dat de Babyloniërs hunne zieken op de markt brachten, om van voorbij gangers, die mogelijk voor de kwaal raad wisten, hulp te verkrijgen. Na deze periode van „instinctieve" hulp, komen andere opvattingen over ziekten en geneesmiddelen voor den dag en worden de kwalen toegeschre ven aan den invloed van vijandige personen of hooger staande machten. Dit was destijds een algemeen ver spreid idee, waarvan men gewag vindt gemaakt bij de klassieke schrijvers, o.a. ook in het Oude Testament. Doch ook in latere tijden en zelfs heden ten dage hoort men nog wel spreken van booze geesten, duivels etc. Dit blijkt uit de talrijk bekende bezwerings formules, die nog in den volksmond heerschen. Men ging dan van het denkbeeld uit, dat een booze geest bezit nam van liet lichaam van den lijder. Dit kan blijken uit het in Limburg gebruikelijke formulier tegen de nachtmerrie Nachtmeer, leelijk dier Kom toch dezen nacht niet hier. Alle wateren zult ge waaien, Alle boomen zult ge blaaien, Alle grassprietjes zult ge tellen, Komt gij mij deez' nacht nog kwellen. of in dat tegen de koorts Koorts, koorts, ik ben niet thuis. Ga maar naar een ander huis. Ook werd het een of andere teeken boven de voordeur gehangen. Dit kan men tegenwoordig nog vinden in Noord-Brabant, waar een bepaald gedeelte van het jaar een takje boven de voordeur hangt. Vervolgens kwam het idee „be- tooverd" of „behekst" in zwang. Dat dit lang als oorzaak van ziekte be schouwd is, blijkt wel hieruit, dat men tegenwoordig nog wel hoort zeggen, dat iemand behekst is. Daar mee veranderde echter de wijze van genezing weer. Er kwamen duivel banners, die den aard der ziekte vaststelden op het aanwezig zijn van het een of andere, dat van de overige in de nabijheid van den patiënt aan wezige voorwerpen verschilde, b.v. een kransje veeren in het hoofdkussen. Behandeling was dan koken van een levende, geheel zwarte kip met veeren en al, waardoor degene, die aan be- toovering schuldig was, werd ge dwongen zich te vertoonen en de betoovering op te heffen. Ook begon men zijn hei! te zoeken in zoenoffers, waarvoor dikwijls men- schen, doch veelal dieren werden gebruikt. Langzamerhand echter nam men deelen ervan als geneesmiddel. Zoo werd b.v. bloed zeer veelvuldig aangewend. Tegenwoordig gebruikt men in de omgeving van Medemblik bij stuipen van kinderen nog men- schenbloed. het majoraat aan je broeder zou heb ben laten vervallen en de kinderen van die vrouw als zijn kleinkinderen zou erkend hebben De dood van den ouden man kwam je broeder ongetwijfeld zeer van pas. Mevrouw Von Altenbrak glimlachte boosaardig en trad aan het venster, terwijl zij in heftige opgewonden heid aan haar kanten zakdoek plukte. Willy liep in de kamer met vluch- tigen tred heen en weerplotseling bleef hij voor zijn vrouw staan en zeide aangedaanSpreekt daar nooit weer over Rogalla. Je woorden dringen ais vergift in mijn ziel maar ik kan ik wil tegenover mijn broeder niet als een schurk handelen. Rogalla keerde zich om, haar oogen bliksemden, een scherp ant woord zweefde op haar lippen, doch zij sprak het niet uit. Een bediende trad binnen en reikte een telegram over. Dit telegram is zoo pas gebracht, heer baron, zeide hij. Uit mijn garnizoen riep Willy verwonderd. Wat mag daar weer gebeurd zijn Als volksmiddel tegen bed'wateren wórdt nog aangeraden de kinderen een gebraden muis te doen opeten. Dit vindt men in denzelfden .jjorm bij Plinius. Vele van deze middelen kunnen niet meer verklaard worden, wel is het mogelijk de hooge ouder dom ervan aan te toonen, doch de oorzaak van hun ontstaan wordt niet opgehelderd. Daarnaast zijn er, die op hun tocht uit de oudheid naar het tegenwoordige door allerlei mon delinge en schriftelijke overzettingen zulke veranderingen hebben" onder gaan, dat men hun spoor bijster raakt. Ook zijn de middelen aangewend tegen ziekten, die met de oorspron kelijke eenige overeenkomst vertoon den, om ten slotte bij geheel andere kwalen te worden toegepast. Niet alleen echter in toepassing, maar ook in vorm treden vaak veranderingen op. Zoo wordt b.v. een mollepootje oorspronkelijk gebruikt als amulet, te dragen door kinderen, wier tanden doorkomen. Daar bij dit proces dik wijls sluipen optreden, wordt het ook een amulet tegen stuipen en ten slotte, wanneer de beteekenis totaal ver loren is gegaan, gebruikt men het ook bij andere kwalen, hoofdpijn, kiespijn, kinkhoest. Een ander voorbeeld, dat de volks geneeskunde van heden verband ver toont met die uit oeroude tijden, blijkt hieruit, dat vele ziekten geacht worden te ontstaan door wormen. Vandaar de namen dauwworm, ringworm, vetworm. Kiespijn zou ver oorzaakt worden door het knagen van wormpjes. Men vindt deze op vattingen bij den beroemden genees heer der oudheid Paracelsus reeds. In al deze voorbeelden heeft de volksgeneeskunde zijn oorspronkelijk karakter van primitieve geneeskunde bewaard. Van deze primitieve vorm heeft zich eerst langzamerhand de officieele geneeskunde afgesplitst. Een eerste schrede in die richting vindt men bij de natuurvolken, waar de behandeling der zieken was toever trouwd aan een bepaalden stand priesters en toovenaars. In den loop der tijden nu is door de meerdere ervaring de schoolgeneeskunde ge vormd, die in het begin van haar zelfstandig bestaan allerlei volksmid delen toepaste, terwijl het volk, dat bijna dagelijks er mee in aanraking komt, gemakkelijk er toe overgaat, om eenige middelen zelfstandig te gaan gebruiken. Niet alleen beschikt echter die volksleer over middelen, wier waarde twijfelachtig is, integen deel, er zijn er onder, die wel dege lijk gebleken zijn van goede werking en daarom door de wetenschap vol komen zijn overgenomen. Zoo worden tegenwoordig bij de wondbehandeling vochtige verbanden gebruikt, die van niemand anders afkomstig zijn dan Hij scheurde den omslag open en las het bericht. Dit bevatte slechts weinig woorden, maar genoeg om zijn gemoed in hevige ontroering te brengen. Het telegram is van den regi- ments-adjudant, zeide hij, het papier aan zijn vrouw overreikende."Wegens dienst-aangelegenheden moet ik da delijk terugkeeren. Men verwacht, dat het leger mo biel verklaard zal worden. Inderdaad zeide Rogalla, even eens verrast, zoo luidt het slot van het telegram. Waar zijn de couranten van vandaag In de laatste dagen heb ben we hier geleefd als op een eenzaam eiland in den Grooten Oceaan. Geef hier Bijna onbeleefd trok hij zijn vrouw de couranten uit de hand, die zij van het tafeltje bij den schoorsteen had genomen. Vlug vloog zijn oog over de telegrafische berichten. Kijk, daar staat het. Om de bezetting van de troon in Spanje is er tusschen Frankrijk en Pruisen een botsing ontstaan. De Fransche ambassadeur is naar den koning te van een eenvoudigen Duitscher, Priessnitz. Meer dergelijke middelen zijn op te noemen, en zij geven ons een vingerwijzing om tot voorzichtig heid aan te sporen bij het be- en veroordeelen van de middelen, die het volk toepast. Veel, veel meer valt over dit on derwerp te zeggen, doch uit den aard der zaak moeten we hier kort zijn, ja eigenlijk te kort voor dit onder werp. Wil de lezer er meer van weten, dan kan hij dit vinden in een pas- verschenen proefschrift van dr. van Andel te Gorcum. A. Schepenwet. Naar het „Hbl." verneemt is het te voorzien dat de Schepenwet reeds in het aanstaande najaar zal worden ingevoerd. De algemeene maatregel van bestuur tot uitvoering dezer wet is bij de regeering in overweging en evenzeer de samenstelling van den raad voor de Scheepvaart, welk col lege in de plaats zal komen van den raad van tucht voor de koop vaardij. Naar het blad verneemt heeft de regeering mr. Henny, den tegenwoor- digen voorzitter van den raad van tucht, uitgenoodigd zich beschikbaar te stellen voor den raad voor de Scheepvaart, doch heeft mr. Henny, die tevens raadsheer is in het Ge rechtshof te Amsterdam, gemeend de uitnoodiging niet te moeten aan nemen, omdat uit den aard der zaak de betrekking van voorzitter van den raad voor de Scheepvaart niet als bij den raad van tucht vereenigbaar is met de vervulling van een ander ambt. Prins Hendrik op de Landkolonie van het Leger des Heils. Maandagnamiddag te 3 uur kwam Prins Hendrik per auto van Het Loo op „De Groote Batelaar", bij Barne- veld, ten einde zijn reeds vermeld bezoek aan de Landkolonie te bren gen. Voor dit bezoek waren o. m. commandant en mevrouw Ridsdel, vergezeld van een tiental staf-officie ren van het Leger des Heils, uit Amsterdam overgekomen. Bij den in gang van het hoofdgebouw was een fraaie eeiepoort, dragende het op schrift: „Hartelijk welkom aan Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden", opgericht, terwijl van alle gebouwen der Landkolonie de driekleur wap perde. Nadat de Prins aan commandant en mevrouw Ridsdel en aan de andere officieren was voorgesteld, werd Z. K. H. door kolonel Schoch, van Apel doorn, welkom geheeten op de Land kolonie. Eems gereisd. Koning Wilhelm heeft hem niet willen ontvangen en de oorlog is dientengevolge verklaard. Oorlog tegen Frankrijk. Hoera Ik bewonder je krijgshaftige geestdrift, sprak Rogalla, maar denkt ge dan volstrekt niet aan je huisge zin Op dit oogenblik schijnt me die oorlogsverklaring zeer ongelegen te komen voor onze belangen. Integendeel, lieve Rogalla Onder deze omstandigheden kan Eduard zijn ontslag niet vragen. Zoo doende blijft de zaak hangende, wij winnen daardoor tijd om alles te overleggen. Daarmee is veel gewon nen. Of alles verlorenMet weet niet, wie door het geluk van den krijg begunstig zal worden, en even min wie uit den krijg levend terug keert. Rogalla Nu ja, het zou toch geen wonder zijn, als ge sneuveldet, men moet op alles voorbereid zijn. Een onaangenaam ijzig gevoel scheen het hart van den officier te verstijven. Zoo koel, met zoovee! be rekenende kalmte kon zijn vrouw Hierop maakte de Prins, in gezel schap van alle aanwezige officieren, een wandeling over de kolonie, waarbij Z. K. H. telkens belangstel lend naar een en ander informeerde. Blijkbaar interesseerden de groote ontginningen, die de laatste jaren op initiatief van adjudant Stel hebben plaats gehad, den Prins ten zeerste. Hierna werd in een der zalen van het hoofdgebouw de thee gebruikt, bij welke gelegenheid deze zaal fraai met groen en bloemen versierd was, terwijl hierin tevens waren aange bracht de portretten van H. M. de Koningin en den Prins. Vervolgens werden de gebouwen der kolonisten en de groote boederij door Z. K. H. in oogenschouw geno men. Met heel veel belangstelling nam de Prins ook kennis van de statistieken over de laatste jaren der Landkolonie, waaruit blijkt, dat ge middeld ongeveer 80 pet. der ver pleegden, ook na hun vertrek, alle reden tot tevredenheid geven.. Tegen half zes verliet de Prins, natuurlijk weer per auto, de kolonie, waar hij, naar Z. K. H. aan een der officieren mededeelde, met veel ge noegen enkele uren had doorgebracht. Zoowel bij de komst als bij het vertrek van den Prins, werd door de officieren en 37 verpleegden, die allen in hun Zondagsche kleedij gestoken, in gelid waren opgesteld, een driewerf hoera aangeheven. Vlissingen, 17 Augustus. (Uit hef Gemeenteverslag.) Vervolg. Medische politie. De in 1908 ter hand genomen werken, teneinde onze gemeente van eene goede waterkeering te voorzien en haar te bewaren voor rampen als bij de watersnood van 12 Maart 1906, mochten nog voor den afloop van het jaar beëindiging zien. Deze werken bestonden ten eerste in het verhoogen van kaaimuren aan de Engelsche Kade, en verder in het dichtmetselen der doorvaartopening van de Roode Brug en het bouwen van eenen afsluitmuur van cement- beton op eene onderheide fundeering in de Voorhaven. Bij missive d.d. 31 Juli 1908 werd door Gedeputeerde Staten van Zeeland het ontwerp van laatstgenoemde werken tot watervrij making der gemeente door afsluiting van de binnenhavens, Pottenkade, Bierkade en Kaaskade,krachtens voor melde wet van 10 November 1900, goedgekeurd. In het midden der lengte van den afsluitmuur aan de Roode Brug werd een eivormig riool van cement-beton ingemetseld, voorzien van eene water over zijn dood spreken Dat was een harde slag voor Willy's eigen liefde Hij zag in, dat de liefde van zijn eigen vrouw reeds lang was uit- gebluscht, anders zou zij zoo niet kunnen spreken. Hij keerde zich af en sprak bewogen Niet alle kogels zijn raak. Overigens morgen vertrek ik. Voorloopig blijft ge met de kinderen hier, mijn broeder zal daar niets tegen hebben. Tot zoo lang, die.... die vrouw hier ais meesteres optreedt. RogallaMijn broeder is een man van eer, al heeft hij tegen de gewoonten van onzen stand en tegen de wettelijke voorschriften ge zondigd, in strijd met onze begrip pen van eer zal hij niet handelen. Hij zal je niet in pijnlijke moeilijk heid brengen, dat ge hier zijn vrouw moet aantreffen. Ik zou zoo'n ontmoeting wel weten te ontwijken. Rogalla, hebt ge dan voor mij geen enkel woordje van liefde over. Het is misschien de laatste maal, dat wij bij elkander zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1