ai en odebl«L Vrijdag 13 Augustus. 1909. üitc;kvei DIT ode binnenland. Meltrets es ir.hi No. 1.88 47e Jaargang. lies ieit; Op l i e n s t. ;helde. Feuillieton. Viissingen in 1908. al per ma»! •ijk geiüustreeii tad dikwijls i iruk, en >atr«acsblili 3 ma an dei] fr p.p.65ciij ifft Ve rkriigbsï li bij den len van door rne- Markt 23. bnrg v.r. 5.50+ 7.55 5 2.— 2.45 7.50 8.50 se, de aü' 6.25+ 8.40 2.45 3.B0 0 9.40 10.25 tot de an naar Oef c) en 6,35 dj s) en 7,05 5 a) en 5,05 en 8.35 d) 5) vertrek va" izen vca.8,50 Borssele en ens, Borsele11 ot van 10,45 16 April tot VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Tariefherziening. Ter nadere aanvulling van de on langs gedane mededeelingen aangaan de de te verwachten tariefwijziging, meldt de „N. Ct." nog het volgende „Het ligt minder in de bedoeling een fiscale-, dan wel een tech nische herziening van de bestaande tarieven ter hand te nemen, waarbij dient opgemerkt, dat het ontwerp van Minister Harte zeer zeker een fiscale herziening beoogde. Op de komende begrooting wordt een tekort van minstens twaalf mil- lioen gulden verwacht. Gepoogd zal worden voor een goed deel 't ontbre kende te verkrijgen uit belasting wijziging, door samensmelting van vermogens- en bedrijfsbelasting tot een inkomstenbelasting, waarbij 'de plannen van den oud-Minister mr. Th. de Meester goede diensten zullen bewijzen. Pensioensgrondslag voor onderwij zers bij overgang van bijzonder tot openbaar onderwijs. De minister van binnenlandsche zaken heeft de Tweede Kamer eene nota van inlichtingen doen toekomen op de adressen van Straks, on derwijzer aan eene openbare lagere school te Oosterbeek en van 't hoofd bestuur van 't Ned. Onderw.-genoot- schap, omtrent de vaststelling van den pensioensgrondslag voor onderwijzers bij overgang van het bijzonder on derwijs tot het openbaar onder wijs en omgekeerd. De bedoelde onderwijzer was nl. bij de genoemde school in dienst getreden op een jaarwedde van f 1325, later tot f 1500 verhoogd, doch had vroeger aan een bijzondere school te Zwolle een jaarwedde en bijgevolg ook een grondslag voor pensioen van f2100. Het gemeentebestuur van Renkum meende dat deze pensioensgrondslag bij zijn overgang naar het openbaar onderwijs moest worden bevestigd, maar de pensioenraad heeft de aan dacht van het gemeentebestuur er op gevestigd, dat de wet bij over gang van bijzonder naar 't openbaar onderwijs geen bevestiging van een reeds verkregen pensioensgrondslag kent, doch deze opnieuw moet wor den vastgesteld overeenkomstig de tengevolge van den overgang verkre gen jaarwedde. Zoowel naar de meening van den minister van financiën als van den minister van binnenlandsche zaken nu is deze zienswijze van den pen sioenraad geheel juist. De wet tot regeling van het lager onderwijs heeft de aanspraak op pensioen van de openbare en van de bijzondere onderwijzers geheel afzonderlijk ge- 8.) En nu lag de weg, dien hij moest bewandelen, immers klaar en duide- jijk voor hem. En nu toefde zijn jongere broeder met vrouw en kin deren op het slot, dat hield hem terug van bijna eiken ernstige be handeling van zijn aangelegenheden. Willy's vrouw Rogalla Von Alten brak, geboren gravin Von Waldburg Hochstetten, had een voornaam, aristocratisch voorkomen. Zij was n'et bepaald schoon te noemen, maar haar bleek gelaat kon een lieven innemenden glimlach toonen, en haar lange slanke gestalte toonde zoowel ue trotsche houding als de bevallige vrijheid van beweging, die men alleen antreft bij dames, voornaam door genoorte en opvoeding. Onder de aangename vormen eener dame uit regeld. Daarbij is voor ieder dezer categorieën de bevestiging van den pensioensgrondslag mogelijk gemaakt bij overgang naar eene andere be trekking in dezelfde categorie. Eene bepaling welke die bevestiging toe laat bij overgang van de eene cate gorie naar de andere wordt in de wet niet aangetroffen. Eene wijziging der wet op dit punt is bij de regeering in overweging. De minister acht de wijziging echter niet zoo urgent als de commissie voor de verzoekschriften, al ware het slechts, omdat overgang van den eenen tak van onderwijs naar den anderen in het vooruitzicht op eene lagere wedde niet veelvuldig zal voorkomen. Drankverkoop in Localiteiten van openbare vervoermiddelen. De minister van binnenlandsche zaken heeft onder de aandacht van Gedeputeerde Staten der provinciën gebracht, dat volgens art. 67 der Drankwet op 1 Mei 1910 de ver gunningen vervallen, die verleend zijn voor den verkoop van sterken drank in het klein in ten dienste van het publiek bestemde localiteiten van openbare middelen van vervoer en dat het in verband daarmede te ver wachten is, dat voor vele dier loca liteiten dispensatie zal worden ge vraagd, voor zooveel noodig, van de eischen aan de localiteiten gesteld bij Koninklijk besluit van 7 Februari 1906 gewijzigd bij Kon. besluit van 25 Mei 1909ten einde verlof voorden verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan, sterken drank, te kunnen bekomen. Opdat nu op het vermoedelijk aan tal dispensalieverzoeken zoo tijdig zal kunnen beschikt worden, dat stoornis in hef bedrijf worde voor komen, heeft de minister den wensch te kennen gegeven, dat door Ge deputeerde Staten aan de gemeente besturen zoude worden verzocht om de eigenaars of bestuurders van bovenbedoelde localiteiten uit te noodigen, casu quo hunne verzoek schriften zoo spoedig mogelijk in elk geval voor 1 November a.s. in te dienen. Vlissingen, 12 Augustus. (Uit Kef Gemeenteverslag.) Vervolg. Geldleeningen. De gemeente was op 31 December 1908 bezwaard met de volgende schulden a. Stedelijk gevestigde schuld. Deze spruit voort uit geldleeningen, gedaan tusschen de jare 1650 en 1791. Vol de groote wereld, verborg Barones Rogalla echter een. koel berekend hart en een heerschzuchtig karakter, dat voor niets terugdeinsde. Op een schoonen zomeravond waren de bewoners van het slot on der de veranda bij het park veree- nigd. Het avondmaal was afgeloopen, de beide heeren zaten in hun luier stoelen te rooken, terwijl mevrouw Rogalla op de balustrade leunde en naar haar kinderen keek, die op een grasperk buitelden en sprongen. Eduards blik viel op haar slanke, voorname gestalte en gleed toen over de spelende kinderen onwille keurig moest hij nu aan zijn eigen vrouw en kinderen denken. Er kwam bij hem een hevig verlangen naar hen ophij had- er nu spijt van, dat hij geen flink besluit genomen had en vrouw en kinderen nog niet naar het slot Altenbrak had ontboden. Dan zou alles meteen tot klaarheid zijn gekomen. Deze gedachte greep hem sterk aan, hij stond op en liep eenige malen met snelle schreden de veranda heen en weer. Hij bemerkte daarbij niet, hoe Rogalla haar man een teeken gat, en daarop naar haar Abonnements-fldvertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden. gens eene ten jare 1818 daarvan op gemaakte tabel was het gezamenlijk bedrag dier schuld-f920.337.40, ren tende van 2 tot 4 percent. Den 10 De cember 1817 en 2 Januari 1818 werd door den raad vastgesteld een plan van liquidatie, waarbij in art. 2 be paald werd, dat de stedelijke schuld op eenparigen voet zou gebracht worden, een interest gevende van 2'/i pet. Volgens art. 4 zou van de uit te geven obligatiën jaarlijks be taald worden 2"2 pet. getierceerd. Ten einde zoo mogelijk te eeniger tijd tot afbetaling der geconstitueerde schuld te geraken, of wel die te ver minderen, werd vanwege de stad aangekocht uitgestelde schuld- en kansbiljetten. De uitgestelde schuld werd op het grootboek der Nationale Schuld ingeschreven en kansbiljetten bewaard, teneinde na uitloting het alsdan te verkrijgen bedrag aan te wenden ten voordeele der schuld- eischers. Den 23 December 1846 werd door den raad vastgesteld een plan, houdende nadere bepalingen aangaande de gevestigde schuld der stad Viissingen, en zulks tengevolge der wet van 27 September 1841 (Staatsbl. no. 35), waarbij de ver nietiging der kansbiljetten vastgesteld werd. Volgens dit pian zou jaarlijks van deze schuld tot een kapitaal van f4000 worden ingetrokken ben ver nietigd. Volgens art. 4 zou een loting plaats hebben, teneinde de volgorde aan te wijzen, waarin de obligatiën zouden ingetrokken worden. Terwijl bij voortduring een derde van 2l/s pet. zou betaald worden, zouden bij uitloting de obliga.'-jën verwisseld worden tegen gelijke obligatiën Nationale Werkelijke schuld, ren tende 2Ya pet. ten honderd, cn de oude obligatiën worden vernietigd. De uitloting heeft plaats gehad in de jaren 1849, 1874 en 1899, tel kens over een tijdvak van 25 jaren. Eindelijk bepaalde art. 10 dat, tot waarborg van de jaarlijksche intrek king en verwisseling van f4000 ste delijke schuld, op het Grootboek der 2Vs pet. Nationale Schuld een kapi taal van een honderd duizend gulden geaffecteerd en ten behoeve der schuldeischers onvervreemdbaar zou verklaard worden. Op 1 Juli 1908 werd f 4000 afgelost. Door uitloting en intrekking der obligatiën, is de stedelijk gevestigde schuld oorspron kelijk groot f897,600 thans gebracht tot een bedrag van 552.000. Over het afgeloopen jaar is aan rente be taald f 4616.66s, te weten 6 maanden rente ad 7s van 2'/> pet. der kapi talen f556.000 "en f552,000 bedra gende respectievelijk f2316.66s en f 2300. Bovendien was over het af geloopen jaar verschuldigd aan on afgehaalde rente over de jaren 1904 en 1906 een bedrag ad f230.35' spelende kinderen ging. Willy stond nu ook op en trad op zijn broeder toe. Deze bleef daarom stilstaan, waarop Willy zeide Neem me niet kwalijk, Eduard, dat ik je stoor in je overpeinzingen. Volstrekt niet! Het paste eigen lijk wel voor mij, dat ik verschoo ning vroeg, daar ik je zoo onacht zaam behandel. Waar is je vrouw? Rogalla is naar de kinderen in het park gaan zien. Laat haar maar blijven, het is mij aangenaam eens ongestoord met je te kunnen praten. Ik heb een ernstige aangelegenheid te bespreken. Eduard keek hem verwonderd aan. Betreft die aangelegenheid mij vroeg hij. Al naar men het neemt, ant woordde de jongere broeder. Zon der u is die aangelegenheid tenminste niet te regelen. Wel, laten wij er dan bij gaan zitten en vertel me de zaak. De broeders namen weer in hun luierstoelen plaats, en Eduard keek zijn broeder opmerkzaam aan, terwijl deze naar een passend begin voor het gesprek scheen te zoeken. Willy Door inkoop legen den koers van 22 pet. was de gemeente op 31 De cember 1908 in het bezit van eene nominale waarde dezer obligatiën van f 146,200, waardoor-eene rente wordt bespaard van f 1217.73. b. Geldleening ad f400.000, rente 3 pet. Deze leening werd aangegaan in 1888, bij raadsbeslnit van 2 Juli, welk besluit werd goedgekeurd door Ged. Staten van Zeeland, den 13 uli d.a.v. met het plan de opbrengst aan te wenden tot aflossing van de nog uitstaande obligatiën der na volgende leeningen, alsdie van f38.000 aangegaan in 1880; f45000 in 1883 f 112.000 in 1883 f 36000 in 1885; f60.000 in 1887; tot een gezamenlijk bedrag van f271.000 en tot het uitvoeren van buitengewone werken, als schoolbouw, bestrating, rioleering, plantsoen, uitbreiding van den Noordzee-boulevard en aanleg wandelsteiger. De uitloting en aflossing der obli gatiën ad f 1000 geschiedt binnen 42 jaren a pari en welin 1889 tot en met 1900 minstens 6 obligatiën 1901 1909 8 obligatiën 1910—1916 10 obligatiën; 19171922 12 obli gatiën; 1923—1928 14 obligatiën; 19291930 15 obligatiën. Rentebe taling en aflossing geschieden ten kantore van den gemeente-ontvanger en bij de Associatie-Cassa te Am sterdam de rente verschijnt 1 Maart en 1 September, de aflossing vindt plaats op 1 September van elk jaar. Den 1 September 1908 werd f8000 afgelost, terwijl over de daaraan voorafgaande 12 maanden aan rente ad 3 pet. van een kapitaal groot 272,000, f8160 werd betaald. Op 31 December 1908 was deze leening pro resto nog groot f 264,000. c. Geldleening ad f 78000 rente 3Va Pc*. Deze geldleening werd aan gegaan in 1899, krachtens raadsbe sluit van 31 Mei 1899, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zee land den 10 juni d.a.v., voor den verbouw van schoollokalen en aan koop van gronden voor een excerci- tieterrein voor het garnizoen. De af lossing geschiedt ten kantore van den gemeente-ontvanger in ten hoogste 52 jaren, voor het eerst op den 1 Juli 1900, met ten minste een bedrag van f 1500 per jaar, terwijl de rente betaling zal geschieden per drie maanden en wel op 1 Januari, 1 April, 1 Juli en op 1 October. Den 1 Juli 1908 werd f 1500 afgelost. Over het afgeloopen jaar is aan rente betaald f 2283.75, te weten 6 maanden rente ad 31/? pet. der kapitalen f 66.000 en f 64500, bedragende respectievelijk f 1155 en f 1128.75. Op 3) December 1908 was deze leening pro resto nog groot f 64500. d. Geldleening ad f 73.500 rente 4 pet. Deze leening werd aangegaan in 1900, krachtens raadsbesluit van 13 Augustus 1900, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zeeland den 25 Augustus d.a.v. voor den aanbouw van school F en aankoop van het voormalige Weeshuis. De aflossing geschiedt ten kantore van den ge meente-ontvanger, in ten hoogste 50 jaar; voor het eerst op den 1 Juli 1901 telkens met ten minste een bedrag van f 1500, terwijl de rente betaling zal geschieden per drie maan den en wel op 1 januari, 1 April, 1 Juli en 1 October. De totale rentelast van de gemeente bedroeg op ultimo December 1901 f 1266.03, waarvan 19962.69° wordt terug ontvangen voor rente van ingekochte oude schuld. Den 1 Juli 1908 werd f 1500 afgelost. Over het afgeloopen jaar is aan rente betaald f 2490te weten 6 maanden rente ad 4 pet. der kapitalen f 63.000 en f 61.500, bedragende respectieve lijk t 1260 en f 1230. Op 31 Decem ber 1908 was deze leening pro resto nog groot f 61.500. e. Geldleening ad f 19.000 rente 4 pet. Deze geldleening werd aange gaan in 1903, krachtens raadsbesluit van 8 Mei 1903, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zeeland den 15 Mei d.a.v., voor het uitbreiden van school F en het afgraven van vesting wallen. De aflossing geschiedt ten kantore van den gemeente-ontvanger, in ten hoogste 21 jaar; voor het eerst op 1 Juli 1904 telkens met ten minste een bedrag van f 1000, terwijl de rentebetaling zal geschieden per diie maanden en wel op 1 Janu ari, 1 April, 1 Juli en 1 October. Den 1 Juli 1908 werd f 1000 afgelost. Uver het afgeloopen jaar is aan rente betaald f 580; te weten 6 maanden rente ad 4 pet. der kapitalen f15.000 en f 14.000, bedragende respectieve lijk f 300 en f 280. Op 31 December 1908 was deze leening pro resto nog groot f 14.000 f. Geldleening ad f200.000 rente 3l2 pet. Deze geldleening werd aan gegaan in 1906, krachtens raadsbe sluit van 17 Augustus 1906, goedge keurd door Ged. Staten van Zeeland den 24 Augustus d. a. v., voor den aankoop van gronden en het uitvoeren van openbare werken. De aflossing geschiedt ten kantore van den rijks betaalmeester in ten hoogste 50 jaren, voor het eerst op den 1 December 1908, terwijl de rentebetaling zal ge schieden per zes maanden en wel op 1 Juni en 1 December. Gedurende de le 10 jaar wordt f2000 per jaar afgelost; Idem de 2e 10 jaar f3000; Idem de 3e 10 jaar f4000; Idem de 4e 10 jaar f5000; Idem de 5e 10 jaar f6000. Den 1 December 1908 werd f 2000 afgelost, terwijl over de daaraan voorafgaande 12 maanden aan rente ad 3l/2 pet. van een kapitaal groot f200.000, f7000 werd betaald. Op Von Altenbrak was nauwelijks twee jaren jonger dan zijn broeder. Groot en krachtig als hij was, kleedde hem zijn uniform zeer goed. Zijn gelaat was bijzonder schoon, bijna al te schoon voor een man en voor de groote gestalte van officier der ku rassiers. Zijn bruine oogen schitterden soms als opflikkerende dwaallichtjes en verrieden daardoor zijn onvast karakter, Willy was een genotziek man, een vroolijke Frans, een goed kameraad bij prettige gelegenheden, maar een vriend op wien men in den nood niet kan vertrouwen. Hij was in gezelschappen aangenaam in den omgang en wegens zijn vroo- lijken scherts zag men hem gaarne. Echter gaf hij spoedig toe aan zijn indrukken, al waren die ook slechts oppervlakkighij werd licht meege sleept, hij boog spoedig voor anderen, wier wil sterker was dan den zijne. Zoo was het karakter van Willy, den schitterenden officier, dien men overal gaarne ontving en die geen grooter vijand had dan de zwakheid van zijn eigen karakter. Die zwak heid had den levenslustige officier reeds in menige moeilijkheid gebracht en had hem bijna geheel-tot slaaf gemaakt van zijn schoone, trotschë vrouw, die een sterken wil had en verstandig genoeg was, eenige kleine onregelmatigheden van haar echtge noot door de vingers te zien. Van der jeugd aan waren de broeders door vriendschap nauw vereenigd. Steeds hadden zij een onbeperkt vertrouwen in elkander gesteld, alleen in de laatste jaren was dit eenigszins verminderd, eens deels omdat Willy afhankelijk was geworden van zijn vrouw, anderdeels, omdat Eduard meende zijn verhou ding tot Margerita voor zijn broeder verborgen te moeten houden. Maar Eduard was nu vast besloten aan zijn broeder zijn geheim mede te deelen deze moest hem helpen de moeilijkheden te overwinnen, die aan de openbaarmaking van zijn geheim huwelijk in den weg stonden. Maar Willy weifelde nog altijd om het gesprek te beginnentoen legde Eduard zijn hand op den arm van zijn broeder en zeiKomaan, Willy wat hebt ge op het hart? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1