O
i
Woensdag
11 Augustus.
m
No. 186
47e Jaargang.
1909.
theekbanki
HAUW,
s
j
f 0.57
- 2.07
Gemeentebestuur,
Feuilleton,
JÜÉ BI lllll,
Jzn.
amer
- 0.62
- 6
-Schelde
lerkaas
station.
M.
jitenderBank
itaal voor-
otheek. Ook
n rente vanai
chtingen zijn
|?e Co,
:foon 125.
IJ DAG van I
30, V lis,
bedden g
listus tot
heid' van def
lett. Z., met
Izer Courant,
Tan
ai een
waar-
sen in
eeld.
a
SXSS
cent.
>0/62.
'evende
- 5.50
- 6.70
Ingelscho
tend met
3,43 c) en 6,35 J)|
10 e) en 7,Of
2,15 a) en 5,
§3,43 en 6.35 d)k
het vertrek
.Nauaen
ikens,
Ires kens,
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden.
NATIONALE MILITIE
Oproeping van verlof
gangers tot den werke
lijk e n dienst.
De burgemeester van Vlissingen
gezien de circulaire van den Com
missaris der Koningin in dit gewest
van den 13 Maart 1909, A no. 1021
3e afdeeling, M.
Roept bij dezen op tot den werke-
lijken dienst:
de ondervolgende in deze ge
meente wonende verlofgangers van
de lichtingen 1903, 1904, 1905 en
1906.
van het 3e regiment
infanterie:
Rijnberg Matthijs Jacobus, loteling
der gemeente Vlissingen, lichting
1903.'
Tavenier Jan, Bos Pieter Cornelis,
Van Boven Jacobus, Biggendorp
Johannes, De Kam Cornelis Abraham,
Bijleveld Pieter Jacobus, Van de Kop
Simon Willem, Goedbloed Frans,
Van Meer Daniel, Huijsman Jacobus
Johannes Marinus, Van Gemert Ja
cobus Jan, Scherpenisse Willem, Van
Husen Angelus Marinus, Dobbelaar
Jan, Van Boven Adriaan, Nagtegaal
Sander, Linders Antoon, Olijslager
Lein Pieter, Arents Willem, Naerebout
Hendrik Lourens, Van Eek Jacobus
Lodevicus, Rouw Pieter Martinus,
Castel Adriaan, Vinke Frans Laurens,
lotelingen der gemeente Vlissingen,
Dijkstra, Pieter Simon, loteling der
gemeente Smilde, lichting 1904. Dag
en plaats van opkomst 24 Augustus
1909, Vlissingen.
Poerstamper Louis Jacobes, Nobels
Daniel Constantijn, Antheunissen
Christiaan Hendrik, lotelingen der
gemeente Vlissingen lichting 1905.
Dag en plaats van opkomst 24 Au
gustus 1909 Vlissingen.
Brouwer Jan, Verstraate Charles
Francois, Leijnse Janis, Nierse Leo
nard, Pasveer Harm, lotelingen der
gemeente Middelburg lichting 1906.
Hootsmans Jean Baptist, Schrijver
Dingenis Adriaan, lotelingen der ge
meente Goes lichting 1904. Florijn
Jacob, loteling der gemeente Wolp-
haartsdijk lichting 1906. Versiuijs Ja
cobus Johannes, loteling der gemeente
Veere lichting 1906. Dag en plaats
van opkomst 24 Augustus 1909 Mid
delburg.
Van de Kop Willem, Weijermans
Pieter, Goote Willem, Stein Wouter
Franciscus, Jilleba Frederik Hendrik,
janse Jozias, Brasser Pieter, De Jonge
Gerardus Johannes, De Vlieger Johan
nes, Vader Hendrik, Struijck Gijsber-
his Antonius, Van Dien Mattheus
Abraham, De Ruijter Huibrecht, Milot
Mattheus, Arents Abraham, De Beer
Cornelis, De Ruijter Jacobus Henricus
je boot van l0^
i 16 Apf' w' van bet
Langs verschillende slingerpaden
kon men van daar het vrije veld be
reiken. Terzijde van het slot vond
men nog verschillende bijgebouwen,
en verderop lag een klein dorp,
dat men zijn oud kerkje, zijn boeren
hofsteden en arbeiderswoningen even
eens tot de heerlijkheid van het
Slot Altenbrak behoorde.
Zoover het oog op den slottoren
in het ronde kon zien, behoorde al
het land aan de heerlijkheid. Van
het slot uit waren deze uitgestrekte
landerijen niet goed te besturen en
te bewerken. Daarom hadden vorige
baronnen verschillen
steden laten bouwen in
I-IN-
verschillende groote hof-
- bouwen in den omtrek.
De grootste daarvan was„Neuenbrak,"
ongeveer --
op een
stamslot
half uur
gelegen.
afstands
Jongere
Josephus, Smallegange Teunis Mari
nus, Van de Vrie Johannes Philippus,
Kuzee Jan, lotelingen der gemeente
Vlissingen lichting 1906. Vreeke Karei
Benjamin Lodewijk, loteling der ge
meente O. en W. Souburg lichting
1906. De Maijnck, Jacob Christiaan,
loteling der gemeente Wissekerke
lichting 1906. Dag en plaats van op
komst 24 Augustus 1909, Vlissingen.
Ribbens Arnoldus Cornelis, loteling
der gemeente Rotterdam lichting 1904.
De Vliegher, Johannes Cornelis, lote
ling der gemeente Bergen op Zoom
lichting 1906. Dag en plaats van op
komst 24 Augustus 1909 Bergen op
Zoom.
van het 6e regiment
infanterie:
Cremers, Albertus Antonius, loteling
der gemeente Dordrecht lichting 1906.
Dag en plaats van opkomst 24 Au
gustus 1909 Breda.
van het korps pantserfort-
artillerie:
Van de Voorde Willem, loteling
der gemeente Den Helder lichting 1906.
Dag en plaats van opkomst 24 Au
gustus 1909 Den Helder.
Gelast:
de voormelde verlofgangers zich, te
dien einde, voorzien van hunne klee
ding en voorwerpen van uitrusting,
alsmede van hun voor vertrek afge-
teekenden verlofpas, elk op den voor
hem bepaalden datum, rechtstreeks
bij hun korps aan te melden, en wel
zij die in de plaats van opkomst
woonachtig zijn, uiterlijk te 8 uur
voormiddag. Zij die woonachtig zijn
binnen 20 K. M. van de plaats van
opkomst op den dag voor de opkomst
bepaald, uiterlijk te 10 uur v. m. De
overige verlofgangers zullen zich voor
zooveel zij binnen het rijk gevestigd
zijn, op den dag voor de opkomst
bepaald, met het eerst vertrekkende
openbaar middel van versneld vervoer
van hunne woonplaats of naaste sta
fion naar de piaats van opkomst moe
ten begeven en voor zooveel zij bui
ten het rijk gevestigd zijn zich op
dien dag voor 4 uur bij hun korps
moeten aanmelden.
En geeft kennis
dat, voor het geval zij door ziekte
of andere redenen buiten staat moch
ten zijn om op te komen, zij daarvan
kunnen doen blijken, door op den
dag voor de opkomst bepaald, een
op ongezegeld papier geschreven ge
neeskundig getuigschrift of een ander
bewijs of verklaring ter gemeen
te-secretarie (bureau militie) over
te leggen, zullende de zieken, die niet
op den bepaalden tijd onder de wa
penen komen, te dezer zake niet voor
diligent worden gehouden, maar ver
plicht zijn, zich na hunne herstelling
bij hun korps te vervoegen, teneinde
daarbij in den wapenhandel te worden
zonen uit het geslacht van Altenbrak
hadden reeds beproefd „Neuenbrak"
van het groote erfgoed af te schei
den en een onafhankelijke zijlinie te
grondvesten. Doch steeds hadden
hun pogingen schipbreuk geleden
op de bepalingen, die de grondves
ter van het majoraat had gemaakt,
daardoor werd iedere deeling van
het erfgoed verboden, op straffe
van vervallenverklaring van het ma
joraat. Toen bij de regeering ver
zocht was, deze bepaling te vernie
tigen, had deze iedere verandering
geweigerd en zoo was het geheele
landgoed voortdurend door éen en
kelen majoraatsheer bezeten. Daar
om ook had in de familie altijd
groote aanhankelijkheid geheerscht,
en hoe ver de familie ook in Duitsch-
land verspreid was, op dagen, die
voor het geslacht merkwaardig moch
ten heeten, verzamelden alle bloed
verwanten zich steeds op het oude
stamslot.
Een streng-aristocratische, feodale
gezindheid Was het erfdeel der fa
milie Von Altenbrak, en de tegen
woordige bezitter van het stamgoed,
de oude zeventigjarige baron, voelde
geoefend, wordende zij, voor zooveel
noodig, er op gewezen, dat zoo zij
in gebreke blijven aan deze oproeping
te voldoen, zij volgens art. 183 der
Militiewet 1901, als deserteur zullen
worden behandeld.
Vlissingen, den 10 Augustus 1909.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
BINNENLAND.
Het Keizerbezoek.
Kwart na twee reed de stoet den
voorhof van Middachten op. Ver
schillende kasteelgasten, de oudste
dochter van den graaf, gravin Mech-
tild vooraan, wachtten de hooge
gasten af. Met klinkend hoefgedreun
hoort ge de staatskoetsen naderen
en dan zwenken ze het perk om voor
de slotbrug.
De keizerin steeg het eerst uit, ge
groet door' gravin Mechtild. Daarna
geholpen door de jeugdige dochter,
de gravin. Daarop reed het tweede
staatsierijtuig voor, waarin de keizer
en de graaf gezeten waren. Vlug,
militairement, steeg de keizer uit.
Z. M. wendde zich het eerst tot gra
vin Mechteld, ep bood haar den hand
kus. Allengs was nu ook het gevolg
uitgestegen. De heeren meest in
Duitsche uniform blauw met roode
biezen en gouden passementen.
Langzaam ging het gezelschap de
slotbrug over. De keizer toonde da
delijk oog voor het natuurschoon om
zich heen, hij praatte druk met zijn
gastheer. De andere g -sten van den
huize Middachten nadoen zich nu bij
het keizerlijk echtpaar gevoegd. Zij
werden voorgesteld of de kennisma
king van vroeger werd hernieuwd,
en in intiem gesprek' bleef men nog
even toeven. Van het bordes van het
kasteel waaide reeds de keizerlijke
standaard.
Wat overigens den middag aan
gaat die werd op het kasteel in
kalmte doorgebracht. Tengevolge van
de lange reis op dezen snikheeten
zomerdag was vooral keizerin Au
gusta Victoria wat vermoeid en een
lichte hoofdpijn kwelde haar. Ook
was de atmosfeer te drukkender ge
worden doordat volkomen windstilte
ging heerschen en onweerswolken
dreigend samendreven boven de
Steeg. Er was dus alle reden om
rustig in de koele vertrekken van het
kasteel te blijven. Tegen den namid
dag werd een fotografische opname
gemaakt van het keizerlijke paar met
de familie Bentinck en naaste ver
wanten, welke foto met eenige an
dere betreffende het keizerlijk bezoek
in den handel zuilen verschijnen.
Tegen half zes brak een zwaar
onweder los, tengevolge waarvan van
den voorgenomen rijtoer niets kon
zich verplicht die gezindheid zoo
zuiver mogelijk op zijn erfgenamen
over te dragen. Het volk dat meer
en meer vervuld werd van de nieuwe
ideëen, hield weinig van den streng
feodalen baron, ofschoon ieder moest
erkennen, dat hij een voorbeeld van
ridderlijke eerlijkheid was, dat hij
steeds gereed was tot hulp aan
noodlijdenden, en dat zijn pachters
en arbeiders onder zijn aartsvader
lijk bestuur een goed tevreden leven
hadden. Schikte men zich naar den
wil van den ouden baron, dan was
hij de goedhartigste en inschikke-
lijkste patroon ter wereld maar de
geringste tegenspraak deed hem in
toorn ontbranden. Zoodanig was het
gesteld met het karakter van den
heer Von Altenbrak, die nu door
een beroerte onverwacht op het ziek
bed was geworpen.
De morgenschemering wierp haar
eerste vale stralen door het open
venster in de hooge sombere kamer,
waar de oude baron op zijn leger
stede rustte. Aan de donkere wan
den hingen eenige oude familie-por-
tietten; in die lage breede alcove
met haar hooge stijlen en ouder-
komen en de Keizer ook niet, gelijk
hij wenschte, de kerk te Ellecom kon
bezoeken. Ook de kapel der grena
diers en jagers moest voor het on
weder wijken, maar werd tegen den
aanvang van het diner onder een tent
op het voorplein gezet.
Keizer Wilhelm kwam in admiraals
uniform aan tafelzijn gastheer was
in rok gekleed keizerin Augusta en
de gravinnen droegen avondtoilet. In
het geheel zaten acht-en-twintig per
sonen aan.
Graaf Bentinck stelde een dronk
in op Z. M. den Keizer en H. M. de
Keizerin, dank zeggend voor de eer
hem dit bezoek bewezen. De muziek,
die zich tijdens het diner deed
hooren, speelde na dezen toast het
„Heil dir im Siegerkranz". Toen stond
Zijne Majesteit op en bracht een dronk
uit op zijn gastheer en de gravin,
Graaf Bentinck huldigend voor de
ontvangst. De muziek zette daarop
ons „Wien Neerlands Bloed" in. De
keizer zat in het midden' van de tafel
ter rechterzijde van gravin Bentinck;
aan de overzijde had graaf Bentinck
plaats genomen ter linkerzijde van
Keizerin Augusta. Na tafel begaven
de heeren zich in den rooksalon van
het kasteel.
Tegen half negen klaarde de lucht
op en toen werd met het ontsteken
der vetlichtjes en lampions een begin
gemaakt. Het was te iaat geworden
om de geheele „parterre de broderie"
te verlichten. Men bepaalde zich der
halve tot het middenstuk achter het
slot, en van de 21.000 gereedstaande
potjes werden er dan ook maar een
kleine 10.000 ontstoken. Maar tóch
gaf dit een mooi effect. Het voor
naamste stuk der illuminatie bestond
uii een groote W. A. V. (Wilhelm,
Augusta, Victoria) door een kroon
gedekt.
Ook de lampionverlichting op het
slotplein deed het goed. De Keizer
uitte meermalen zijn bewondering
over de verlichting
Met de zware slagregens was ook
het publiek weggestroomd, maar toch
kwamen nog honderden op het land
goed een kijkje nemen. Tegen elf
uur begaven de hooge gasten zich
ter rustte.
Commissaris der Koningin in
Overijsel.
De „St. Ct." bevat het Kon. be
sluit waarbij met ingang van 16 Oct.,
benoemd wordt tot Commissaris der
Koeingin in de provincie Overijsel
mr. A. F. L. graaf van Rechteren
Limpurg Almelo, buitengew. gezant
en gevolm. min. van H. M. de Ko
ningin, te Bern.
De minister van Koloniën.
Naar de „Avonpost" „met volkomen
wetschen bedhemel waren zeker
reeds vele leden van het oude ge
slacht ter eeuwige rust ingegaan.
Aan de zoldering hing een lamp,
uit een hertengewei gesneden en ver
der stonden in de kamer eenige
stoelen, waarvan de zittingen met
leder waren bekleed, gedachte
nissen uit een lang vervlogen tijd.
Een wand der kamer werd bijna ge
heel ingenomen door een groote
kast, waarvan de deuren en het be-
slagwerkmet wonderlijke figuren ver
sierd waren.
Aan het bed van den stervenden
majoraatsheer zaten zijn beide zo
nen, terwijl in de kamer daarnaast
de dokter uit de naburige stad in
gesprek was met de echtgenoote
van den jongste der beide broeders.
Daar lagen ook haar beide kinderen,
een knaapje van zes en een meisje
van twee jaren, op den divan in
een gerusten slaap.
Zeg, Willy, vertel me toch
eens: hoe is dat zoo spoedig mo
gelijk gegaan sprak Eduard, die
pas was aangekomen, tot zijn broe
der.
Je weet, dat vader van ouds
zekerheid" verneemt, zal de heer
Idenburg weldra aftreden als minister
van koloniën en zich voor eenigen
tijd uit het ambtelijk leven terugtrek
ken. De heer Idenburg wordt als mi
nister van koloniën opgevolgd door
den heer De Waal Malefijt, Kamerlid
voor Breukelen. Binnen eenige dagen
is deze verandering te wachten.
De heer Idenberg is bestemd om
den heer Van Heutsz als gouverneur-
generaal op te volgen.
Marine en Leger.
Naar wij vernemen maakt het bij
het legerbestuur een punt van over
weging uit, om aan militieplichtigen
(al of niet gehuwd) die voor herha
lingsoefeningen bij de bereden en
onbereden korpsen onder de wapenen
komen, vergunning te verleenen in
of nabij de garnizoenen bij hun ge
zin te overnachten.
Deze maatregel, welke verleden
jaar ook bij de landweer werd toe
gepast, heeft daarbij niet alleen tot
geenerlei bezwaren aanleiding gege
ven, doch zelfs uitstekend voldaan.
Behalve kostenbesparing, zou wor
den voorkomen dat de. miliciens,
door gebrek aan logies in de kazer
nes, tijdens hun verblijf onder de
wapenen in tenten moeten worden
ondergebracht. (Arnh. Ct.")
Broederschap van Notarissen.
Het hoofdbestuur van de broeder
schap van notarissen in Nederland
heeft aan de staatscommissie, belast
met de voorbereiding der herziening
van wetgeving, voorschriften en orga
nisatie betreffende registratie, hypo
theken, kadaster en scheepsbewijzen,
het volgende te kennen gegeven, naar
aanleiding van het bij die commissie
door het hoofdbestuur der broeder
schap van candidaat-notarissen inge
zonden adres„Zonder de daarin
uitgedrukte meening te deelen, „dat
het algemeen belang medebrengt, dat
alle akten wegens privaatrechtelijke
verhoudingen worden opgemaakt in
authentieken vorm", spreekt het hoofd
bestuur toch zijn algeheeie instem
ming uit met die gedeelten van het
adres, waaruit de bevoorrechting van
de onderhandsche akte boven de
authentieke onmiskenbaar blijkt.
„Dat door die bevoorrechting de
uitoefening der rechtspractijk door
onbekwamen en dikwijls niet betrouw
baren wordt bevorderd, lijdt geen
twijfelstellig wordt hierdoor ge
schaad drieërlei belangten eerste
dat van het publiek, dat door de
authentieke akte meer gebaat wordt
dan door de onderhandsche,. hetgeen
ook bewezen wordt door de statistiek
der rechtsgedingen, welker aantal is
afgenomen „naarmate het nationaal
intellectueel is gerezenten tweede
een liefhebber was van sterk ge
kruide spijzen en zware wijnen. In
den laatsten tijd had de dokter hem
meermalen vermaand om toch in dit
opzicht de voorzichtigheid te be
trachten, maar je kent vaders stijf
hoofdigheid hij liet zich van
niemand voorschriften geven. Zoo
kwam gisterenmorgen de catastrophe.
Sedert lang had vader een proces
tegen de naburige gemeente over
een stukje boschgrond. Uit oude
papieren had hij begrepen, dat hij
recht had op dien grond, en nu liet
hij die aanspraken gelden.
De gemeente won het proces,
waarvan vader gisterenmorgen de
uitspraak vernam. Hij was vreeseiijk
opgewonden, hij wilde onmiddellijk
naar den koning schrijven om zijn
recht te handhaven. Hij nam plaats
aan zijn schrijftafel, ik zag hoe zijn
hand beefde; nauwelijks had hij
eenige woorden geschreven, toen hij
onrustig opstond en mij verzocht
een glas wijn te bezorgen.
(Wordt vervolgd.)