No. 184 47e Jaargang. 1909. Maandag 9 Augustus. lm ntiss ia nog wat. BINNENLAND. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maai berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, jj TELEFOONNUMMER 10. fibonnements-flduertentiën op zeer uoordeeiige uooruiaarden. voor ieder is het vacantie. zal zeggen dat spreekt van Niet Men zelf. Wel mogelijk; maar dan zijn wij zoo vrij om te beweren, dat het toch eigenlijk niet van zelf moest spre ken en wij zijn er ook vast van overtuigd dat er eens een tijd zal komen, waarin een ieder, die in dienst van anderen geregeld arbeid verricht, eenmaal per jaar een korten tijd zal worden geschonken, waarin hij of zij zich geheel aan dien arbeid kan onttrekken en in voile vrijheid over dien tijd kan beschikken. Er is alom een streven in die richting waar te nemen. Onze begrippen van betame lijke vrijheid wijzigen zich en ook op dit gebied staat de vooruitgang niet stil. Overigens is het waar, dat wij, van vacanties sprekende, meer denken aan de jeugd, en ook in dit opzicht mogen wij 'wel zeggen dat er voor uitgang Wij geven gaarne toe dat de vacantie hare eigenaardige be zwaren met zich brengt en kunnen ons best begrijpen dat menige huis moeder met een gevoel van verlich- ting het einde ziet naderen. Overi- '^jgens mogen wij aan het noodzakelijke ervan niet twijfelen. Het staat vast dat een kind leeren moet en dat het in onzen tijd veel moet leeren, en nu mogen wij ai het mogelijke aan wenden om dat te bevorderen zonder al te veel schade aan het kinder lichaam toe te brengen, het verblijf op school, de inspanning waarmee het onderwijs min of meer gepaard gaat, zijn niet bepaald gezond, aller minst voor een zeer jong wezen, dat in zijn beste tijdperk van groei en ontwikkeling verkeert. Geheel zonder schade voor het lichaam kan het kind op den duur geen onderwijs genieten en de schoollucht inademen. Er mogen uitzonderingen zijn, de regel zal toch wel zoo wezen. De groote vacantie moet goedmaken wat, om het zoo eens uit te drukken, nood zakelijk bedorven is; en als wij dat be grijpen en met genoegen zien dat de kinderen door de vrijheid en de be weging in de frissche lucht zichtbaar veranderen, dan zullen wij moeten erkennen dat de vacantie eer te kort dan te lang duurt of dat, een kortere vacantie, maar dan van tijd tot tijd herhaald, misschien nog beter zou zijn. Wij zullen dan ook gaarne over de bezwaren heenstappen en willen meewerken om te bevorderen, dat de vacantie voor het kind inderdaad is wat ze wezen moet. Aan leeren mag het in dien tijd niet denken het moet weer geheel kind zijnhet moet al de vrijheid genieten die het zonder schade voor zich zelf of voor 4.) Voor je heengaat moet je Hen drik bij me zenden, voegde hij er nog bij. Toen begon hij een brief aan Margherita, waarin hij haar ken nis gaf van zijn plotseling vertrek wegens de ziekte van zijn vader. Onwillekeurig moest hij weer denken aan het gesprek, dat hij dien middag met haar gevoerd had en aan hetgeen hij haar bijna had ge zegd. Onder den indruk daarvan schreef hij aan het slot van zijn brief „Mocht mijn vader sterven, dan zal ik bij mijn oprechte droefenis toch den troost hebben, dat ik mijn vrouw en kinderen de hun toeko mende plaats kan geven, zonder in de noodzakelijkheid te zijn mijn vader ten diepste te bedroeven. Ik kan u thans nog niet schrijven, hoe ik mij anderen genieten kan, en het moet zooveel beweging en verblijf in de open lucht hebben als maar eenigs- zins mogelijk is. Het is niet waar, wat wel eens beweerd wordt, dat de vacantie het geleerde weer verloren doet gaan, en zelfs al ware dit bij enkele kinderen voor een gedeelte waar, dan wordt dit toch ruimschoots vergoed door de aanwinst van gezondheid en krachten, die tot meerdere inspanning in staat stelt. Het is een verblijdende gedachte, dat, in den regel althans, geen overvloed van geld of andere middelen noodig zijn, om de vacantie van het kind te doen wezen wat ze inderdaad zijn moet. Het is zelfs de vraag of het min of meer vermoeiende reizen, het weelderige leven dat daarmede som tijds gepaard gaat, of de overmaat van genot, dat de kinderen smaken wanneer ze bij familie gaan logeeren wel zoo bijzonder aanbevelenswaar dig zijn. Ook hier ligt de waarheid in het midden en moet de kunst om den juisten middenweg te houden, ijverig worden beoefend. En nu valt het niet te ontkennen dat er zijn, die zich, ter wille van de beurs, met zeer weinig tevreden moeten stellen maar dan is het een heerlijke ge dachte dat ook op dit gebied het gemeenschapsgevoel leeft en dat het verblijf in de vacantiekólonies, het bezoeken van den speeltuin en het doen van schoolreisjes, dingen zijn waarvan onze voorouders niet hebben gedroomd en waarmee we ook voor de kinderen der minvermogenden de vacanties meer en meer tot haar recht doen komen. Er zijn er ook die in de vacantie voor 't een of ander ziften te „blok ken". Wij zijn in de periode van examens en dat is een artikel waar mede wij menschen van den nieuwe- ren tijd nog al kwistig omspringen. Eerst hadden we alleen maar de van overheidswege ingestelde examens, maar tegenwoordig komen er nog eens even zoovele particuliere bij. Als we tegenwoordig geen diploma kunnen vertoonen, dan blijft de aarde wel draaien, maar wij draaien niet mee. Een groote grief tegen de offici- eele examens is het zoogenaamde voorwaardelijk overgaan. Men heeft het er niet al te slecht afgebracht, maar in enkele vakken was het zoo, dat men toch niet kon worden toe gelaten, en nu wordt de vacantie be dorven, door den jongen of het meisje het uitzicht te openen, om door extra werk en studie alsnog het doel, dat aanvankelijk gemist werd, te be reiken. Wij stellen ons voor dat de groote meerderheid van hen, die hun kinderen aan hoogëre burgerschool of gymnasium laten studeeren, wat nu onze toekomst voorste!al mijn gedachten zijn op mijn zieken vader gericht. Aan hem behooren nu ai mijn gevoelens, vergeef me daar om, lieve vrouw, wanneer ik je eerst over eenige dagen nadere, vaste be richten kan geven. Je goede hart zal mij begrijpen. Vaarwel tot spoe dig wederziens. Kus de kinderen hartelijk voor hun vader. Met een diepen zucht stond Edu- ard op. Hendrik was binnengetreden en wachtte bij de deur op de beve len van zijn heer. De ritmeester trad op hem toe en legde de hand op zijn schouder, terwijl de oppasser hem trouwhartig aankeek. „Hendrik begon de ritmeester, ge zijt een brave borst, ik weet dat ge me trouw dient. Ik moet voor eenigen tijd op reis, mijn vader ligt op ster ven. Ik heb hier niemand die daar buiten, je weet wel, wat ik be doel die daarbuiten een oog in 't zeil houdt. Ik kan Johan niet uit zenden, hij moet hier bij het esca- dron blijven, maar gij zijt geen sol daat meer, dus je hebt vrijen tijd. Ga eiken dag eens naar buiten en zie, of er wat hapert. Ge zijt dikwijls de kosten betreft nu juist niet op een jaar meer of minder behoeven te zien en dan zouden wij, indien wij voor de keuze gesteld warenniet over gaan, of voorwaardelijk over gaan, voor onze kinderen zeer zeker het eerste kiezen. Voor allen is natuurlijk het eind examen het hoofddoel en dat is ook al een heel mooi ding, wanneer men tenminste met een bepaald doel verder wil studeeren of te voren weet dat men ergens klaar kan komen. Maar het bezit van een einddiploma wordt ook al een modeartikel en wanneer men, met dat ding gewapend, en zonder verdere studieplannen, nog moet gaan zoeken om ergens klaar te ko men, vaak om ten slotte daar te be landen, waar het geleerde voor drie kwart ballast is, dan noemen wij dat hoogst treurig. Natuurlijk ligt de schuid voor een deel bij de ouders. Zij willen 't voor hun kinderen hoo- ger op zoeken en dat is op zich zelf ook wel goed wanneer 't er maar niet bepaald om te doen is om van zijn kinderen met alle geweld „heeren" te maken, en wanneer men maar niet dwaas genoeg is om laag neer te zien op den handenarbeid, zooals men dat noemt. Bij handenarbeid denke men toch vooral de hersens niet weg. Aan de gelijke vakmenschen is zeer groote behoefte in tal van bedrijven en een jongen, die flink geleerd heeft, die kan vrij wat gemakkelijker dan een ander een vak grondig leeren en in de beoefening er van goed voor uitkomen. En ook de maatschappij zal er niets hij verliezen, wanneer er war minder halve geleerden en halve heeren en wat meer goede vakmen schen komen. In den laatsten tijd is de vraag naar ontwikkelde werklieden vermoedelijk daarom grooter gewor den, omdat de ambachten tegenwoor dig kunstambachten worden en de kunst op alle bedrijven meer wordt toegepast. Dat za! veel tot veredeling van het ambacht bijdragen en dit moge voor vele ouders een vinger- wijziging in de goede richting zijn. De beroepskeuze is een levens vraag en vereischt daarom al onzen ernst, 'tis een vraag met welker op lossing men, lettende op aanleg, ge schiktheid en voorkeur bij de kinde ren, al vroeg beginnen moet, en bij welker beantwoording men rekening heeft te houden met tal van factoren.- Begrooting 1910. Naar „De Vaderlander" uit goede bron verneemt, zal minister Kolkman in September de Kamer mededeelen, dat op de aanstaande begrooting een tekort is van 12 miilioen. genoeg met me bij mevrouw Mon- telli geweest, je kent de kinderen... Nu, of ik ze ken, mijnheer De kleine Eduard is altijd als dol, wanneer ik met de paarden kom. Een vluchtig lachje gleed over het ernstige gelaat van den officier. Nu goed, sprak hij, rijd dan morgen vroeg uit en breng dezen brief aan mevrouw Montelli, breng haar nogmaals mijn groeten en zeg, dat ik van nacht met den sneltrein van elf uur vertrokken ben. Je kunt er dan den geheelen dag blijven en als je lust hebt, mag je den kleinen Eduard een uurtje les geven in het paardrijden. Dat zal gebeuren, mijnheer. Ik zal Zerline meenemen, dat is een mak dier, daar zou mevrouw Mon telli zelfs op kunnen rijden. Goed, goed, en ga dan eiken dag de bevelen van mevrouw Mon telli vragen. Het zal je geen schade zijn. Oh, mijnheer! daar denk ik niet aan; ik doe het met plezier! En dan Hendrik je zwijgt, hoor. Zelfs met Johan moet je er niet over spreken. Ik zat wel oppassen, mijnheer Keizerbezoek te De Steeg. De tuin van het kasteel Middach- ten zal des avonds schitterend ver licht worden met vetglazen, terwijl de Koninklijke Kapel uit den Haag een concert zal geven. Het publiek wordt in de gelegenheid gesteld een en ander te zien en te hooren,waarvoor 5000kaarten werden uitgereikt. De ver lichting welke van half acht tot half elf zal plaats hebben, wordt ont stoken door 60 man. Aangezien Z. M. de Keizer gewoon is 's mor gens om vijf uur op te staan, moe ten deze mannen zorgen dat op dat uur alles opgeborgen en de tuin weer schoon is. Over den te volgen weg van het station naar het kasteel wordt zand gestrooid, opdat de rijtuigen niet te veel zullen schokkendaar waar de stoomtramrails worden gekruist wordt de weg bijzonder geëffend. De stoom tram van Dieren naar Velp en om gekeerd zullen van 1 tot 2 uur niet loopen. Het personeel van het post- en telegraafkantoor te de Steeg wordt behalve met 6 telegrafisten, versterkt met 6 hulpbestellers. Twee der oudste bestellers zullen niets anders te doen hebben dan de keizerlijke post naar het kasteel te brengen. Van alle trei nen die aan de Steeg stoppen zullen brieven gehaald worden. Langs den geheelen weg dien de stoet zal volgen zijn tribunes ge plaatst, die voor goede prijzen met graagte worden gehuurd. Weduwen- en weezenfonds voor Bij de wet tot vaststelling van be palingen omtrent de toekenning van pensioen aan de weduwen en weezen van militairen en gepensioneerde mi litairen der landmacht beneden den rang van officier is bepaald, dat in het op te richten weduwen- en wee zenfonds voor militairen en gepen sioneerde militairen der landmacht door het rijk jaarlijks voor de land macht zal worden bijgedragen een som van f 150,000. In verband met het den len Juli 1909 in werking tre den van de wet zal derhalve voor het loopend dienstjaar zijn bij te dragen een som van f 75,000, met welk be drag wordt voorgesteld de oorlogs- begrooting voor 1909 te verhoogen. Herstellings- en vacanciekolorties. Heden wordt het koloniehuis Wee- zenkas te Nunspeet, in huur bij het Centraal Genootschap, weder bevolkt met 31 zwakke kinderen uit Heeren veen, Groningen, Winschoten en Amsterdam. 5 Augustus vertrokken in de beste conditie 37 kinderen naar 's-Graven- Dat is dus afgesproken, Hen drik Ik reken op je. Dat kunt u gerust doen, rit meester „Nu goed, ik vertrouw op je. Je kunt gaanmaar neen Deze pa pieren Eduard nam uit zijn schrijftafel een groot verzegeld pakket en hield dit weifelend in de hand. Peinzend liet hij zijn oogen rusten op deze woorden, die hij zelf geschreven hadAan mijn echtgenoote Marg herita Von Altenbrak geboren Món- telli. Bevattende onze huwelijks akte en mijn testament. Ed. Von Altenbrak. Neen, sprak hij toen met een zucht, je kunt gaan, ik heb niets meer voor je. Het wordt tijd dat ik me gereed maak voor de reis. Hendrik ging heen en de ritmees ter verborg het pakket in de borst zak van zijn jas. Ik zal die papieren bij me houden, mompelde hij. Mar gherita is zoo onervaren in zulke zaken, bij mij zijn ze veiliger en wie weet, of ik ze op het slot Al tenbrak niet noodig beb. Johan verscheen nu om te melden, hage, Harlingen en Steenwijk. Bij sommige kinderen werd, in weerwil van het ongunstige weder, een ge wichtsvermeerdering van 8 tot 9 pond geconstateerd. Tegelijkertijd verwis selde ook het koloniehuis Zonneheu- vel te Hoeven (N.-B.) van bevol king. Een groep van 30 kinderen vertrok naar de afdeelingen Breda, Utrecht, Velsen en Middelburg, om plaats te maken voor 34 patiëntjes uit Zierikzee, Tholen, Vlissingen, Utrecht, Goes, Zalt-Bommel, Woerden en Weesp. Ook in deze kolonie zijn de resul taten bevredigend. Vlootmanoeuvres. Van 16 tot 26 Augustus a. s. zal onze zeemacht op de Noord-Holland- sche kust manoeuvres houden, waar aan nagenoeg al het in dienst zijnde materieel zal deelnemen. Deze ma noeuvres zullen op grooter schaal plaats hebben, dan sinds jaren het geval was. De eerste drie dagen zullen gewijd zijn aan verbandoefeningen, terwijl van 19 tot 25 Augustus de eigenlijke „onderstellingen" worden uitgevoerd. Vlissingen, 7 Augustus. Grand Hotel. Het programme de la soirée de Gala donnée par l'Elite orchestre des Dames gisteravond, bood heel wat verscheidenheid en veel afwisseling, zonder dat een van beide storend werkte op het muzikaal genot, dat voor ernstige liefhebbeis van goede lied werk geeft deze kapel, alles om togen met een waas van ernst, met strenge opvatting van haar taak en dientengevolge de meest mogelijke nauwgezetheid in de uitvoering ervan, tengevolge waarvan de muziek als 't ware sprekend wordt, zoodat uit het warrelend dooreenslingeren van tonen beelden te voorschijn treden, die het ontvankelijk gemoed in afwisselende, maar weldadigaandoende stemmingen brengen. Natuurlijk komt eene zoo ernstige opvatting van eene taak aan de uit voering van een program ten goede en treedt het bekoorlijke, het indruk makende van ieder nummer duidelijk op den voorgrond, zoodat de hoorder telkenmale de executanten dankbaar toejuicht, 't Is dan ook onnoodig op ieder nummer van het programma van gisteravond de aandacht te vestigen wij vermelden alleen uit voorliefde het zeer fraai uitgevoerde „La Favo rite" van Donizetti, een juweeltje om zijn verrukkelijke, wegslepende me lodie, duidelijk sprekend voorgedra gen door de eerste viool. De beide zeer verdienstelijke so listen, Mile. C. Rogmanoli, viool en dat het rijtuig voor de deur wachtte. Weinig minuten later reed Eduard Von Altenbrak in draf naar het Pots- dammer station, waar hij plaats nam in den sneltrein naar Maagdenburg, Het was een heldere zoele zomer nacht. In het westen stapelden zich zwarte onweerswolken op en nu en dan verlichtte een bliksemstraal het duistere landschapin de verte hoorde men den donder rommelen. Eduard Von Altenbrak leunde in een hoek van de coupé en staarde ernstig naar buiten op het voorbij vliegende landschap, De trein stopte slechts aan weinige stations. De dor pen en kleine steden waar langs de sneltrein vloog, lagen alle in diepe rust, evenals de donkere dennen- bosschen aan beide zijden van de spoorbaan. In ernstig gepeins verzonken, over dacht de jonge offfcier zijn geheelen levensloop. Overmoedig was hij het leven ingegaan met duizend wen- schen en begeerten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1