sraad 5 5 krans, M ood! i(> Juli. Gemeentebestuur p. H.L. Feuilleton. No. 172 1909. Maandag EN telefoonnummer 10. SWEG. hooging. if Zonen, n. ïtheken. it van liet „EIGE> tXXXX## van hit versche brood wordt weer opgewarmd. e K i e s- AANEIV, rtij, diens eekenden Liezing op ■engen op COURANT i' Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËN van 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. rondwft", 5enningm 17 \PEN. if 99 jrr - Telef. 145. EVEN uit der otheekbanK, D, f 500 en f 100, den koers van het koopen HUIZEN, anden, yraarom- ;en worden ver- r/b NATIONALE MILITIE. Oproeping van verlofgangers tot den werkelijken dienst. De Burgemeester van Vlissingen gezien de circulaire van den Gommis saris der Koningin in dit gewest van den 13 Maart 1909, ANo. 1021,3e afdeeling M. Roept bij deze op tot den werkelijken dienst: de ondervolgende in deze ge meente wonende Verlofgangers van de lichtingen 1902, 1904 en 1.9e7. Vanhetkorps Torpedisten: Van der Windt Johannes Coinelis, loteling der gemeente Vlaardingen, lich ting 1907, dag en plaats van opkomst 9 lugustus 1909, Hoek van Holland. Van het 3e Regiment Infanterie: Sohier Oornelis, Bosselaar Lein, Eik- mans Willem Oornelis, Schets Johannes, De Ridder Job, lotelingen der gemeente Vlissingen, Pelle Willem Abraham, lote ling der gemeente Middelburg, lichting 1902, dag en plaats van opkomst 11 Augustus 1909, Middelburg. Boaachaarfc Nicolaaa, Van Rose velt Francois Robert,Van Beers Pieter Adriaan, Van Wijk Dirk Jacobus, Van der Hout Johannes, Bertirg Johannes Francies, lote lingen der gemeente Vlissingen, lichting 1902Van Drielen Augustinus Domini- cus, loteling der gemeente Vlissingen, lichting 1904; De Jong Pieter, loteling d. gem. Ridderkerk, Van der Vliet, Pieter, loteling der gem. Terneuzen, Boogaars Frauciskus Johannes Marinus, loteling der gem. Middelburg, lichting 1902, dag en plaats van opkomst 11 Augustus 1909, Vlissingen. Van het 4e Regiment Infanterie: Zurhaar, Frederik Gesinus, zonder lo ting ingelijfd voor de gemeente 's Gra- venhage, lichting 1902, dag en plaats van opkomst 11 Augustus 1909, Delft. Van het 9e Regiment Infanterie. De Nijs AuguBtinns Johannes Wilhel mus, loteling der gemeente Groningen, lichting 1902, dag en plaats van opkomst 11 Augustus 1909, Groningen. Van het 11e Regiment Infanterie: König Adrianus Richard, loteling der gein. Bergen op Zoom, lichting 1902, dag en plaats van opkomst 11 Augustus 1909, Ede. Van Beek Joseph Marie Aloysius, lo» teling der gem. Venlo, lichting 1902, dag en plaats van opkomst 11 Augustus 1909, Nijmegen. Van het RegimentGrenadiers en Jagers: Van Noppen Oornelis Daniel, loteling der gem. Vlissingen, lichting 1902, dag en plaats van opkomst 11 Augustus 1909, 's Gravenhage. Gelast: de voormelde verlofgangers zich te dien einde, voorzien van hunne kleeding en voorwerpen van uitrusting, alsmede van hun voor vertrek afgeteekenden verlofpas, elk op den voor hem bepaalden datum, rechtstreeks bij hun korps aan te melden, en wel zij die in de plaats van opkomst woonachtig zijn, uiterlijk te 8 uur voor middag. Zij die woonachtig zijn binnen 20 K.M. van de plaats van opkomst op -o—o- 49.) Zonder zich te laten bidden, nam zi] aan het instrument plaats, doch voor dat zij begon, keek zij haar neef aan en zeide Wie zooveel van muziek houdt, is er zeker ook wel ervaren in Zingt £e bespeelt ge een instrument? z'ng een beetje en speel juist genoeg om mijn gezang te kunnen begeleiden. 7~ Dan krijgen we straks ook van u te hooren, niet waar? Daarbij keek Rena hem zoo vrien delijk aan, dat hij in verwarring ge raakte en slechts kon antwoorden met een zwijgend hoofdknikje. Zeer lief droeg Rena nu twee lie deren van Schumann voor„Der Nuss- baum" en „Allnachtlich in Traume". Manfred was in een vensternis gaan den dag voor de opkomst bepaald, uiter lijk te 10 uur v.m. en de overige ver lofgangers voor 4 uur n.m, op den dag voor de opkomst bepaald. En geett kennis dat, voor het geval zij door ziekte of andere redenen buiten staat mochten zijn om op te komen, zij daarvan kunnen doen blijken, door op den dag voor de opkomst bepaald, een op ongezegeld papier geschreven geneeskundig getuigschrift of een ander bewijs of verklaring ter Ge meente Secretarie (Bureau Militie) over te leggen, zullende de zieken, die niet op den bepaalden tijd onder de wapenen komen, te dezer zake niet voor diligent worden gehouden, maar verplicht zijn, zich na hunne herstelling bij hun korps te vervoegen, teneinde daarbij in den wapenhandel te worden geoefend, wordende zij, voor zooveel noodig, er op gewezen, dat zoo zij in gebreke blijven aan deze oproeping te voldoen, zij vol gens Art. 133 der Militiewet 1901, als Deserteur zullen worden behandeld. Vlissingen, den 24 Juli 1909. Do Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE LANDWEER. De Burgemeester der gemeente Vlis singen gezien het 3da lid van 10 der Land weerinstructie 1 brengt ter kennis van een ieder, wien zulke aangaat lo. de dienstplichtigen bij de militie te land, die in den loop van dit jaar een achtjarigen dienst bij de militie te land hebben volbracht, dat zijn in het alge meen zij, die behooren tot de lichting 1901, zullen op 1 Augustus a. s. overgaan naar de Landweer echter gaan niet over naar de Landweer de plaatsvervangers, de nummerverwisselaara, zij die behooren tot een der bereden korpsen of tot het korps torpedisten en zij, die in het genot zijn van ontheffing van den werkelijken dienst; 2o. zij, die overgaan naar de Landweer, moeten zich vóór 31 Augustus a. s. in persoon aanmelden bij den Burgemeester hunner woonplaats en daarbij inleveren hun zakboekje met daarin gehechten ver lofpas de verlofgangers evenwel, die bui tenslands verblijf houden, behoeven zich niet in persoon aan te melden, dooh zullen hun zakboekje met daarin gehechten ver lofpas bij aaDgeteekenden brief (met dui delijke vermelding van hun volledig adres buiten het rijk) hebben toe te zenden aan den Burgemeester hunner laatste woon plaats binnen het rijk 3o. zij, die overgaan naar de Landweer, zijn vanaf 1 Augustus a. s. onderworpen aan alle voorschriften voor de Landweer gegeven Vestigt met nadruk de aandacht op de navolgende bepalingen der Landweerwet Artikel 24, De verlofganger van de Land weer meldt zich binnen dertig dagen na den dag van zijn overgang naar de Landweer of na dien, waarop hem de verlofpas is uit gereikt, bij den Burgemeester zijner woon plaats aan, ten einde deze den verlofpas, hem bij de Landweer of laatstelijk bij de militie uitgereikt, voor gezien of opnieuw voor gezien teekene. De verlofganger van de Landweer, die buiten het rijk woont of verblijf houdt, of die zich bij bij zijn vertrek met verlof bui- zitten en genoot dubbel bij het zien en het hooren van zijn nicht. Eerst toen zij ophield, schrikte hij op uit zijn droomerijenhij stamelde een woord van dank en nam vervolgens op verzoek zelf plaats aan het instrument. Zijn vingers gleden eerst een paar maal over de toetsen, en toen zette hij met klankvolle stem het Molenaarslied van Schu bert in. Hij wist gevoel te leggen zoo wel in zang als in begeleiding toen 't lied eindigde met de woorden „Sag" Bachlein, iiebt Sie mich oogstte hij dan ook stormachtigen bijval. En zoo komen wij nu pas te weten dat onze Manfred een echte kunstenaar is! riep gravin Orlowsky. Het is een genot je te hooren zin gen Waar heb je zulk een goede muzikale opleiding genoten Ik had te Madras een uitstekenden onderwijzer en bovendien had mijn moeder veel liefde voor muziek. Een "zacht rood kleurde Rena's wangen en haar oogen glinsterden, terwijl zij zeide Nu zullen wij u zeker nog me nigmaal verzoeken om een lied voor ons te zingen. Voortaan za! ik maar tenffiet rijk begeeft, kan; ter vervulling van da verplichting in het vorig lid omschreven, binnen den daarin vermelden termijn zijn verlofpas bij aangeteekenden brief ter af- teekening toezenden aan den Burgemeester zijner laatste woonplaats binnen het rijk. De verlofpas wordt hem door dien Bur gemeester bij aangeteekenden brief terug- Art. 25. De verlofganger van de Land weer, die zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burgemeester zijner woonplaats. Bin nen dertig dagen na den dag, waarop hij komt in de gemeente waarin hij zich ves tigt, meldt hij zich aan bij den Burgemees ter dier gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teskene. Art. 27. De verlofganger van de Land weer mag zich zonder toestemming van onzen minister van ooriog niet langer dan gedurende een jaar buitenslands begeven. Aan den verlofganger van de Landweer, die niet in verzuim is, wordt deze toestem ming, wanneer zij gevraagd wordt en blijkt noodig te zijn ter zake van oefeniDg van of opleiding tot landbouw, handel of nij verheid iu gewone tijden niet geweigerd. Bij de toestemming kan de verlofganger worden vrijgesteld van de verplichting tot deelneming aan de oefeningen in art. 11 vermeld, tot het bijwonen van het bij art. 29 voorgeschreven onderzoek en tot het komen in werkelijken dienst in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitenge wone omstandigheden. Aan de toestemming kunnen overigens zoodanige voorwaarden worden verbonden, als in het belang van den dienst noodig worden geoordeeld. Art.28. De verlofganger van de Landweer, die art. 24, 25 of 27 niet naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin ge durende ten hoogste eene maand gehouden. De duur van dezen dienst wordt bepaald door onzen minister van oorlog, die tevens het korps van het leger aanwijst waarbij de werkelijke dienst moet worden vervuld. Vlissingen, den 24 Juli 1909. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De uitslag der jongste verkiezin gen voor de Tweede Kamer zal, hoe men daarover ook denken moge, stel lig dit voordeel hebben, dat in de eerstvolgende wetgevende periode wat meer werk wordt afgedaan, dan in den laatsten tijd het geval was. Nu reeds liggen onderscheidene wetsontwerpen ter behandeling gereed en daaronder ook een, hetwelk ten doel heeft om Zondagsarbeid en nachtarbeid in broodbakkerijen te be perken. Het betreft hier een ontwerp, dat in het geheele volksleven tamelijk diep ingrijpt. Bij twee wetsontwerpen, van meer algemeene strekking, wer den reeds vroeger bepalingen om trent dit belangrijk onderwerp voor gesteld, maar er is nooit iets van ge komen, en daarom doet het ons ge zwijgen mijn kindergezang kan toch uw oordeel niet doorstaan. O Rena, zeg dat niet. Met veel genoegen heb ik naar uw zang ge luisterd. Als tante het goedvindt, moesten wij dikwijls samen muziek maken, ja, we moesten eenige duet ten instudeeren. Sedert dien avond werden de be zoeken van den jongen Romer nog menigvuldiger. Rena begroette hem altijd met vreugde, als hij kwam om met haar muziek te maken, en als zij daarmee bezig waren, was zij vol belangstelling voor Manfred. Soms hoopte hij dit, op andere tij den vreesde hij het tegendeelhet lag niet in Rena's aard hare gevoe lens te toonen, zoodoende bleef hij voottdurend in het onzekere. Zoo werd de arme Manfred in dien tijd aanhoudend geslingerd tusschen hoop en vrees. De brieven, die hij in die dagen aan zijn vader zond, handelden bijna over niets an ders dan over Rena Orlowsky. Het was een geluk, dat hoofd en hart van Mr. Beatcher niet bezig gehou den werden door verliefde droome rijen en dat hij de belangen van flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden. noegen, dat de regeering nu van de bakkersquaestieeen afzonderlijk wetsontwerpje heeft gemaakt. Wanneer wij met dat ontwerpje slechts matig zijn ingenomen, dan is het niet omdat wij geen voorstanders zouden zijn van beperking van Zon dags- en nachtarbeid. Integendeel, en wij hebben dat reeds lang geleden duidelijk doen uitkomen. Maar men zou zich zeer vergissen, indien men meende dat het nieuwe ontwerp van ongeveer gelijke strekking is als de vroegere bepalingen waren. Die vroe gere bepalingen toch hadden het u i t- sluitend doel om den nachtarbeid der bakkersg e z e 11 e n te verbieden en hadden dus de strekking om eene bepaalde klasse van personen te beschermen, die aan zoodanige be scherming dringend behoefte hebben, omdat pogingen om zonder hulp van den wetgever, verbetering in bestaan de misstanden te brengen, steeds hebben gefaald. Het tegenwoordige ontwerp strekt daarentegen om, in het algemeen en behoudens enkele uitzonderingen, die voor ons overzicht niet van groot ge wicht zijn, een algemeen ver bod te stellen, om bakkersarbeid des Zondags en des nachts te verbieden. Wij staan hier dus al dadelijk voor een ingrijpen in de particuliere vrij heid, die van zeer groot gewicht is. Niemand zal op de gedachte komen om een rechter, een advocaat, een geestelijke, een notaris enz., te be letten des nachts den arbeid te ver richten, door zijn ambt of betrekking vereischten dus ligt de vraag voor de hand waarom zal de bakker des nachts niet mogen werken, wanneer 'them belieft? Het antwoord heeft, vreemd genoeg, met de geheele quaestie van nacht arbeid niets te maken. De regeering vreest namelijk dat, wanneer de wet alleen strekt om den nachtarbeid der bakkersg e z e 11 e n te verbieden, de groote ondernemingen tegen de kleine niet meer zullen kunnen concurreeren, omdat, in de kleine, het juist op den zelfarbeid van den patroon aankomt. Feitelijk is hier dus sprake van be scherming van het grootbedrijf, ter. koste van de vrijheid van den kleinen werkmanmaar de regeering is van meening, dat zoodanige inbreuk op de particuliere vrijheid geoorloofd is, waar het gebruik van die vrijheid door enkelen, de normale levenswijze van duizenden anderen verhindert. De Staten-Generaa! worden hier dus voor een zeer moeilijk vraagstuk gesteld. Wel heeft de regeering een weinig water in den wijn gedaan, door te bepalen dat het verbod van nachtarbeid of van Zondagsarbeid niet zal gelden voor het hoofd of den bestuurder eener onderneming, die in den regel zonder hulp van het „huis Römer" als zijne eigene behartigde. Somwijlen vermaande hij echter Manfred op vaderlijken toon met de woorden Jonge vriend, zoo kan het niet blijven gaan, op die manier raken wij geheel uit den goeden koers Manfred kleurde dan en zei met een zucht Gave God, dat wij al behouden in de haven waren. Zoo geslingerd tusschen hoop en vrees verliep voor hem de winter. Deze was bijna ten eindede wind die op zekeren dag waaide, was zoel en Manfred moest zich geweld aandoen om in het kantoor over de dikke boeken gebogen te blijven zitten, terwijl hij bij die droge cijfers telkens aan bruine lokken en schit terende lieve oogen moest denken. Daar werd Manfred een brief ge bracht. Elke onderbreking van zijn werk was hem vandaag welkom, dus deze ook. Onmiddellijk opende hij den o.nslag en las den brief „Beste Manfred", schreef zijn tante Hildegard, „kom heden tegen den avond, als het mogelijk is. Wij hebben iets gewichtigs met je te anderen bakkersarbeid verrichtmaar, alleen dan, wanneer de bakkers- raad verklaard heeft, dat daartegen uithoofde van de belangen van an deren geen bezwaar bestaat. Die bakkersraad is een splinternieuwe instelling, bij ons ten minsteeen instelling, waarvan wij voor het te genwoordige niet veel kunnen zeggen, omdat de samenstelling, werkkring, bevoegdheden en verplichtingen van dit lichaam voor het tegenwoordige nagenoeg geheel in de lucht hangen. Het ligt namelijk in het voornemen om een en ander nader bij afzonder lijke wet te regelen. Intusschen is naar onze meening de opheffing van het verbod van Zondags- en nachtarbeid, voor kleine bakkers, die in den regel zonder vast personeel werken, zoo dringend noodzakelijk, dat dit niet aan de bakkersraden behoorde te worden overgelaten, maar wel degelijk in de wet behoorde te worden vastgelegd. Hier zien wij toch in het verbod een beperking van de particuliere vrijheid die door niets gerechtvaar digd wordt. Hoe gaarne wij eindelijk eens zouden zien dat een geheele categorie van werklieden in de gelegenheid werd gesteld om het leven naar de natuurlijke verdeeling in te richten, en hoezeer wij er ook van overtuigd blijven, dat nachtarbeid in bakkerijen voor het bedrijf zelf niet noodig isr zouden wij toch, indien de keuze aan ons stond, de voorkeur geven aan de bepalingen, indertijd door mi nister Kuyper ontworpen. Dat ontwerp bepaalde den norma len arbeidsdag voor een bakkersge zel, op elf uren, en die elf uren moesten liggen tusschen vijf uur 's ochtends en negen uur des avonds een en ander ook met de noodige uitzonderingen. Het voorschrift gold zoowel voor een kleine bakkerij als voor een groote broodfabriek. In zulk eene fabriek kan door behoorlijke ploegwisseling, worden gezorgd dat de werklieden niet te veel in den nacht werkzaam zijn maar dit feit kan toch niet leiden tot eene andere regeling. Wanneer de wet alleen be oogde om aan de bakkersgezellen te waarborgen dat zij n i e t te d i k- w ij 1 s nachtarbeid moeten verrichten, dan zouden de kleine bakkerijen niet tegen de fabrieken kunnen concur reeren. Deze laatsten zouden toch kunnen voortgaan met het leveren van versch brood in de morgenuren. Men zegt dat, wanneer alleen de nachtarbeid der gezellen wordt afgeschaft en de bakker 's nachts kan werken, een zeer groot aantal gezel len zich als patroon zullen vestigen en dan kunnen zij allen 's morgens versch brood leverenterwijl het in bespreken". Daar had hij nu een goede reden om de dikke boeken dicht te slaan en uit het duffe kantoor de buitenlucht in ie gaan. Nadat hij op zijn horloge gekeken had en wist, dat hij nog niet bij zijn tante kon verschijnen in den brief stond „tegen den avond" besloot hij een uurtje te gaan wandelen. In het park kon hij aan zijne gedachten den vrijen loop la ten, daarheen wendde hij zijne schre den. Wat mocht het wezen, dat zijne tante met hem wilde bespreken Had zij misschien treurige berichten van zijn vader ontvangen en moest zij die aan hem bekend maken Of betrof het Rena was zij mis schien verloofd, zonder dat hij iets had opgemerkt? En zou hem dan dezen avond het verloofde paar worden voorgesteld Het angstzweet parelde op zijn voorhoofd, als hij aan de mogelijk heid daarvan dacht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1