od! laatschappij mmm mxxnn 14 Juli. Woensdag binnenland. Feuilleton, No. 162 47e Jaargang. 1909. VAN DER EIJK. dienst. ir-Schelde. C. H. VAN Peze niet zelf hem reeds pnen te moeten JIJL toch met door aan hem strijd met de verstrekt door erdam. VLISSIINGSCHE COURANT van liet „EIGEN T I A". STERDAM. goedgekeurd in kap. f 100.000, IRANDAG Jr. •uiten, Spiegels, tegen het geval .n door onvoor- rilligheid, straat- age 'premiën. |or Zeeland, Middelburg v.v. 4 40t 5.50f 7.55* 12.30* 1.15§ 2.—* 5.50§ 6.55* 5§ le Remise. |de Zsilmarkt. iet Badhuis. 5.15f 6.25t 8.40* 1.15* 2.—2.45* [5.50* 6.55§ 7.50* „10t er dan tot de Re« eilmarkt. dadhuis. vertrekken tot it Badhuis, 09. m. 3,43 c; en 6,35 d) 4,10 cl en 7,05 2,15 a) en 5,05 b) 3,43 en 6.35 d) h) na het vertrek van ten,Neuzen vai.3,51 reskens, BoreeeleeD Breskens, Boraelen de boot van 10,45 en van 16 April tot Prijs per drie maanden L30, Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, j TELEFOONNUMMER 10. fiborniemenfs-Myertenfiën op zeer uoordeeiige voorwaarden. Ontwerp stuwadoorswet. In verband met een door den mi nister van landbouw ter beoordeeling gezonden ontwerp stuwadooiswet, heeft de commissie uit de Kamer van Koophandel te Middelburg, in wier handen dit ontwerp was gesteld, het volgende gerapporteerd ln de eerste plaats rees bij het be- studeeien van het ontwerp bij haar de vraag, of de misbruiken in het stuwadoorsbedrijf inderdaad van dien aard zijn, dat wettelijke regeling zoo dringend noodig is; de toelichting geeft daarover slechts zeer korte en vage mededeelingen. Aangezien echter in deze omge ving uit de praktijk al even weinig licht is te bekomen en bovendien de nieuwe bepalingen voorshands niet voor deze gemeente zullen gelden, acht de commissie het beter de be antwoording van deze vraag aan meer bevoegden en meer belangstellenden over te laten. Wat de ontworpen bepalingen be treft wijst de commissie op het vol gende Naast passagiersgoed ware het goed ook proviand en scheepsbehoeften uit te zonderen van hetgeen onder laden of lossen van een schip wordt ver staan. De commissie acht het onbillijk dat, zooals in art. III wordt bepaald alle kosten van het dure ambtenaarskorps, dat een gevolg van de wet zal zijn, door de stuwadoors te laten betalen. Tegen de bepaling, dat elke haven arbeider verplicht is een arbeiders boekje, dat door den bevoegden ambtenaar is gewaarmerkt en door of namens hen is uitgereikt, in zijn bezit moet hebben, bestaan bij de com missie bezwaren en zij acht die boekjes voor het beoogde doel on- noodig. Ook acht de commissie het ver keerd, om de boekjes te laten betalen door den werkman, behalve ingeval van levering van een nieuw wegens verliezen of zoek maken. De commissie zou ook in bijzondere gevallen, al zijn zij niet „onvoor zien" Zondagswerk willen toestaan. De bepaling, dat de minister de loonen zal regelen bij overwerk acht de commissie een te sterk ingrijpen in het bedrijf, vooral waar het de bedoeling schijnt die loonen buiten gewoon hoog te stellen. Wanneer, zooals in art. 14 wordt bepaald, de ambtenaar steeds het recht heeft nadere voorschriften te geven, meent de commissie, dat voor de werkgevers het nut van den al- gemeenen maatregel tamelijk denk beeldig is. Men geve daarom óf uit sluitend de bevoegdheid aan de amb tenaren öf men regele alles in den Graaf Paul drong alle gedachten daaraan wel zooveel mogelijk op den achtergrond immers, alles was nog met verlorenmaar als hij niet opzettelijk de oogen wilde sluiten, dan moest hij zien, dat hij ras ten ondergang snelde. In overgroot vertrouwen had Hil- degard hem het beheer in handen gegeven over de gelden, die zij vijf jaar geleden van haar vader had geërfd. Hij had haar bij hoog en by laag verzekerd, dat hij haar ver mogen zorgvuldig zou beheeren Hoe weinig ernstig hij deze belofte opnam, is ons reeds bekend. In den eersten tijd scheen de aan zienlijke rente hem onuitputtelijk het was heerlijk, eens ruim te kunnen leven zonder zich iets te ontzeggen. algemeenen maatregel. De commissie zou aan het laatste de voorkeur geven. De commissie acht de bepaling van het hebben van privaten, wasch- gelegenheden en drinkwater niet uit voerbaar, daar meermalen midden in de haven wordt gelost of geladen. Het hebben van een badgelegenheid komt der commissie wel wat over dreven voor. De commissie acht het zeer noodig, dat worde geregeld, dat en hoeveel vergoeding wordt uitbetaald, voort vloeiende uit schade, geleden door het staken van de werkzaamheden, wanneer de werkgever in hooger be roep in het gelijk wordt gesteld. De opgenomen strafbepaling, waar bij een arbeider het recht ontzegd kan worden om in een stuwadoors- bedrijf werkzaam te zijn voor den tijd van ten hoogste één jaar, houdt de commissie voor een straf, die in onzen tijd niet thuis behoort. In de meeste gevallen zullen de arbeiders geen ander handwerk verstaan en broodeloos zijn. De commissie adviseert het boven staande aan den minister mede te deelen, met beleefd verzoek daaraan bij het definitief ontwerpen der wet zijn aandacht te wijden. Naar men verneemt, zal bij gele genheid van de komst van Z. M. den Duitschen Keizer te Kleef, die tegen 9 Augustus in deze plaats nabij de Nederlandsche grens verwacht wordt, een buitengewone zending Keizer Wilhelm namens H. M. de Koningin begroeten. Met die complimenteering zullen worden belast vice-admiraal baron Sweerts de Landas Wyborgh, com mandant der marine te Amsterdam, en de luit.-generaal van het Indisch leger, met verlof hier te lande, Van Daalen. Aan de missie wordt toegevoegd de le luit. baron van Voorst tot Voorst, Hr. Ms. ordonnance-officier. Staatscommissie werkloosheid. De „Arnh. Ct." bevestigt het bericht, dat de regeering aan haar voornemen heeft gevolg gegeven om het vraag stuk der werkloosheid ten onderzoek op te dragen aan een staatscommissie, waarvan de benoeming spoedig zou kunnen worden tegemoetgezien. De druppelsgewijze herziening onzer Ongevallenwet. Men zal zich herinneren dat minis ter Talma een nieuw plan voor de herziening der Ongevallenwet had bedacht. Dat hij voor de ontwikkeling van dat plan ambtelijke en niet-amb- telijke medewerking had ingeroepen. Dat hij officieel mededeelde van zijn voornemens af te zien omdat de heeren Doch weldra bemerkte hij, dat ook dit zijne grenzen had, dat hunne behoeften steeds grooter werden en dat de wintermaanden in badplaatsen van het Zuiden ongelooflijk veel geld verslonden. Op zekeren dag had de graaf zich laten verleiden om in den kring zijner Poolsche vrienden nog eens zijn geluk in het hazardspel te be proeven. Hij speelde echter onge lukkig en verloor aanmerkelijke sommendaardoor begon hij nog meer te wagen en geraakte eindelijk in een toestand, dat hij alle bezin ning kwijt was Zoo stond het met hem op den avond vóór hun vertrek uit Mislo- wice, toen hij het eerder vermelde gesprek met Hildegard had. Volgens zijne gewoonte zeide hij haar na tuurlijk de waarheid nietmet een schertsend woord of eene uiting van ongeduld wist hij zich van haar af te maken. Natuurlijk sprak hij niet weer over dit onderwerp. Graaf Paul en zijne vrouw waren omstreeks die dagen fe Nizza, toen zij naar gewoonte een wandeling langs het strand deden. Het aantal Bok en Rahusen hun medewerking afhankelijk stelden van den eisch, dat het Kon. besluit over de nieuwe re geling der administratiekosten geen terugwerkende kracht zou hebben. En dat hij in de Eerste Kamer volmondig toegaf, zich in dezen te hebben vergist. Het „Sociaal Weekblad" van 10 juli jl. maakt de opmerking, dat hier moet worden gedacht aan een voorwendsel. Immers de minister denkt blijkbaar niet meer over zijn oorspronkelijk voornemen van nieuws op te vatten wat toch zou moeten worden verwacht wanneer enkel zijn onjuist gebleken meening tot staking van den voorbe reidenden arbeid heeft geleid. De her ziening der Ongevallenwet gaat voort volgens het receptelke maand een ontwerp. En dat aldus genoemd Weekblad van een minister die niet scherp genoeg de handelingen van zijn voorganger betreffende par- tieeie herzieningen wist te bestrijden. De hulp van den Staat in den strijd tegen de Vervalsching. De redactie van het „Maandblad tegen de Vervalschingen" heeft in het juli-nummer een artikel over bo venstaande onderwerp geplaatst. De redactie schrijft Bij het eindigen van den 25en jaargang van ons blad, komt het ons wenschelijk voor een korten terugblik te werpen, op hetgeen in deze tijd ruimte van Staatswege hier te lande gedaan is ter bestrijding van de le- vensmiddelen-vervalsching, een euvel hetwelk voorzeker een der noodioftigste maatschappelijke kwalen genoemd kan worden. Onze getrouwe lezers, wien het ons een behoefte is bij deze van harte dank te zeggen, voor de ons betoonde belangstelling bij de be strijding der vervalschingen, zullen zich herinneren dat ons ijveren in de vervlogen kwarteeuw steeds gold hef in werking treden van strenge wetten, waardoor het alleen mo gelijk is, volgens de ervaring in alle landen, het kwaad zooveel mogelijk tegen te gaan, gegeven het feit dat het uitroeien er van een utopie zou zijn, alleen bestaanbaar, indien de mensch zelf een onvervalschte natuur zoude gaan bezitten. Vragen wij nuwat heeft de Ne derlandsche Staat bijgedragen tot de bestrijding der knoeierijen met levens middelen en handels-artikelen dan moeten wij verklaren dat, hoe zeer de goede wil ook bij onze ver schillende regeeringen moge voorge zeten hebben, de hoofdzaak, nl.een wet tegen de vervalschingen benevens een officieele Code, regelende de samenstelling der waren, nog steeds op zich lieten wachten. Met erkentelijkheid gewagen wij van de inwerking zijnde Boterwet en badgasten was niet zeer groot meer, en onder de weinigen, die hier, evenals zij, wandelden, zagen zij plotseling twee heeren nader ko men, die hun bekend voorkwamen. Toen zij voor hen stonden riep Paul verrast uit Waarlijk mijnheer Von Pot- schoreck en graaf Bradsky O, zou de gravin ook hier zijn fluisterde Hildegard, terwijl zij verbleekte. Paul kon daarop niet meer ant woorden; de heeren staken hem reeds de hand toe. Welkom in Nizzariep de jonge graaf. Hildegard beantwoordde hun groet slechts koeltjes. Ach, zoo gaarne had Hildegard willen weten, of gravin Bradsky ook hier wasdoch zij waagde het niet, den ouden heer naar zijne vrouw te vragen. Het kwam haar dus zeer gelegen, dat Paul een gesprek met den graaf aanknoopte en dat de heer Von Pofschoreck naast haar kwam loo- pen, die weldra fluisterend vroeg Hebt ge reeds gehoord van de oprichting der Boter-controie-sta- tions. Waar het een zoo groot natio naal belang als onze zuivel-industrie gold, waren dergelijke maatregelen gebiedend noodzakelijk. Doch nog tal van zooveel andere belangen eischen eveneens onverwijlde behan deling, en waar reeds in 1901 de regeering een wet tegen de verval schingen in het vooruitzicht stelde, daar dringen wij bij het besluiten van een 25 jarig tijdperk met klem aan op de verwezenlijking dier belofte, en hopen van ganscher harte dat deze lang gekoesterde wensch, die, wij zijn er van overtuigd, ieder die het wel meent met ons volk, ook tot den zijnen maakt, door de sa menwerking van alle partijen met onze regeering, binnen korten tijd vervuld moge worden. Indien onze bemoeiingen daartoe dan zij het ook in geringe mate iets bijgedragen hebben, zouden wij het vijf-en-twintig-jarig streven van ons blad rijk beloond achten. Volksonderwijs. De aigemeene vergadering der vereeniging Volksonderwijs zal dit jaar gehouden worden te Groningen op Zaterdag 18 en Zondag 19 Sep tember. Op deze vergadering zullen o. m. behandeld worden de volgen de voorstellen Voorstel van het hoofdbestuur De aigemeene vergadering drage het hoofdbestuur op de stichting van een fonds voor te bereiden, waaruit aan jongelieden, mannelijke als vrou welijke, uitmuntende door aanleg en bekwaamheid, op aanwijzing en met steun der afdeelingen, financieele hulp voor voortgezette opleiding kan worden verleend. Voorstel van het hoofdbestuur De aigemeene vergadering machtige het hoofdbestuur, in verband met den op de begrooting voor 1910 voorkomenden memorie-post „voor administratieve hulp", uit het kapi taal der vereeniging, over 1910 een bedrag tot den hoogste f 1000 be schikbaar te stellen voor de inrich ting en het dagelijksch beheer van een bureau, teneinde de werkzaam heden der vereeniging belangrijk te kunnen uitbreiden. Voorstel van de afd. Brummen Het hoofdbestuur van volksonder wijs dringe er bij de regeering op aan, dat er cursussen gehouden wor den voor onderwijzers(essen), waar over schoolhygiëne gesproken zal worden. Voorstel van de afd. Hoorn De algem. vergadering verzoekt het hoofdbestuur zich nogmaals tot de regeering te wenden, met het ver zoek, door oprichting van rijkskweek scholen en door verbetering der rijksnormaallessen (met uitbreiding het lot, dat den armen Bradsky ge troffen heeft, mevrouw Neen, geen enkel woord, ant woordde Hildegard in gespannen verwachting. Nu, in kort gezegd, zijne vrouw heeft hem veriatenhij tracht hier zijn leed een beetje te vergeten. Verschrikkelijk, zuchtte Hilde gard maar dit bericht schonk haar toch groote verlichting. Iets anders deed haar weldra de vrees om het hart slaan. Bij het scheiden wendde graaf Bradsky zich nog eens om en zeide fot haar man Het blijft dus afgesproken, morgen tegen de» avond treffen wij elkaar in het „Café du Commerce". Niet vergeten hoor, Orlowsky Met bezwaard gemoed wandelde Hildegard met haar man naar de villa terugdien avond werd er tusschen hen niet veel gesproken. Hildegard durfde niet vragen of waarschuwen. Paul toonde, ihuis ge komen, een slecht humeur en ver school zich achter een wolk van tahaksrookde arme jonge vrouw voelde, dat iets onzichtbaars, maar tevens verschrikkelijks zich tusschen van het leerplan dezer inrichtingen) de beslist slechte wijze van oplei ding tot de taak van onderwijzer aan laatstgenoemde inrichtingen te verbeteren. Voorste! van de afd. Hoorn De algem. vergadering verzoekt het hoofdbestuur maatregelen te nemen tot de verbetering van den volkszang. Voorstel van de afd. Sneek Het hoofdbestuur neme zoo spoedig mogelijk opnieuw de krachtige pro paganda ter hand ter handhaving der openbare schooi. Vlissingen, 13 Juli. Prijsuitdeeling Schietwedstrijd. Wegens het late uur, waarop de prijzen voor den schietwedstrijd gis teren werden uitgereikt, waren wij verplicht ons verslag af te breken. Bij de aanbieding van de medaille, als eerste prijs op de Juiianabaan, fen deel gevallen aan den heer A. J. van Ockenburg Jr., nam de heer A.J. van Ockenburg Sr., wegens afwezigheid van zijn zoon, deze medaille in ont vangst. Het was den voorzitter bijzonder aangenaam deze medaille, door den heer Van Ockenburg Sr. zelf geschon ken, thans aan hem te kunnen over handigen om deze aan zijn zoon af te dragen. De heer Van Ockenburg verklaarde dit eveneens op hoogen prijs te stel len en hij maakte van deze gelegen heid gebruik nogmaals een woord van dank te brengen aan de Kon. Scherp- schutters-vereeniging „Vlissingen" voor de wijze waarop de wedstrijd is georganiseerd en ten einde gebracht. Hij herinnerde reeds bij de opening van den wedstrijd er op gewezen te hebben dat bet hem hoogst aangenaam is deze vereeniging feitelijk te hebben opgericht. Thans bracht hij nog een woord van dank aan aile schutters die den goeden geest op 'dezen nationalen schietwedstrijd hebben helpen bevor- neren en hij eindigde met naast den voorzitter alle bestuursleden van de Kon. Scherpschutters-vereeniging „Vlissingen" hartelijk dank te zeggen die den voorzitter in zijn moeilijk werk zoo uitnemend hebben bijgestaan. Dat deze toespraak van den heer Van Ockenburg een luid applaus uit lokte behoeft nauwelijks vermeld te worden. Daarna werd overgegaan tot de uitreiking van de bekers, uitgeloofd door den Zeeuwschen Scherpschut- tersbond „Pro Patria". De beker, behaald op de baan van 200 M. kon nog niet worden uitgereikt, omdat daartegen eenige bezwaren zijn gerezen, welke, nog door den Bond moeten worden onder zocht. haar en haar echtgenoot had geschoven. Ook trok het hare aandacht den volgenden dag, dat hij, vóór hij uit ging, geruimen tijd in zijne kamer vertoefde, terwijl de deur met den sleutel was gesloten, en toen hij bij haar kwam om afscheid te nemen, zag hij zeer bleek. Laat hem niet heengaan riep eene stem in haar binnenste, doch zij onderdrukte dit angstig gevoel en, voor het uiterlijk heel bedaard, zeide zij Blijf niet te lang weg, Paul je ziet er niet al te wel uit. Laat je niet door je vrienden overhalen tot Iaat in den nacht weg te blijven. Lieve kind, het staat niet aan mij, het gezelschap zoo vroeg te verlaten als je wel zoudt wenschen. Vergeet niet, dat ikuitgenoodigd ben en niet onbeleefd mag wezen, ant woordde hij. Maar denk aan mij, Paul, en dat ik op je zit te wachten tot je thuis komt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1