Maandag
28 Juni.
No. 148
1909»
Gemeentebestuur.
47e Jaargang.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel
COMpENSEEREü
F-euilleton.
Brieven uit deflofsfad.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Nieuwe Abonné's, uit£e=
zonderd bij weKelijKsche be=
taling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VLISSING=
SCHE COURANT" koste,
loos tot 1 Juli.
SCHOOLWEZEN.
De Plaatselijke Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs
maakt bekend, dat de openbare
lessen aan onderstaande gemeente
scholen zullen worden gehouden als
volgt
Donderdag 1 Juli, 24 uur n.m.
school E, klassen 6 en 6a
Vrijdag 2 Juli, 2—4 uur n.m. school
E, klassen 7, 8 en 9, (Hoofd de heer
W. J. FR1JL1NG)
Dinsdag 6 Juli, 24 uur n.m. school
A, 12de klasse, (Hoofd de heer P.
LANDSMAN)
Donderdag 8 Juli, 2—4 uur n.m.
school B, 12de klasse (Hoofd de heer
J. F. OP DEN ZIEKE)
Vrijdag 9 Juli, 2—4 uur n.m. school
C, 6de en 7de klasse, (Hoofd de heer
G. JURRY)
Maandag 12 Juli, 2—4 uur n.m.
school D, 6de klasse, (Hoofd de heer
J. D. C. DE VRIES)
Dinsdag 13 Juli, 2—4 uur n.m.
school F, 12de klasse, (Hoofd de
heer J. E. VAN DER SLIKKE).
Ouders, voogden of verzorgers van
leerlingen en belangstellenden wor
den uitgenoodigd deze lessen bij te
wonen, terwijl aan hen op diezelfde
uren gelegenheid wordt gegeven tot
bijwonen der lessen in alle klassen.
De Commissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE, Voorzitter.
G. H. VüRTHEIM, Secretaris.
Als A. van B. twintig gulden te
vorderen heeft, en B. heeft van A.
tien gulden te vorderen, dan betaalt
A. aan B. eenvoudig tien gulden en
daarmee zijn de wederzijdsche zaken
vereffend.
Men noemt datcompenseeren.
„'tis iets wat van zelf spreekt",
zegt wellicht iemand.
Neen, dat is toch inderdaad niet
het geval. Het zou toch zeer goed
mogelijk wezen, dat A. van B. zijn
twintig gulden kon vorderen en we-
derkeerig B. van A. zijn tien gulden.
Natuurlijk zou dat zeer omslachtig
wezen; ten slotte zou het op't zelfde
neerkomenmaar daarom zou het
toch wel kunnen zijn dat b. v. de
wet dit toeliet en men dus om be
-O—O
25.)
Zoodra zij de stad met haar ko-
ler.magazijnen, factrijen, regeerings-
gebouwen, hdtels en kerken hadden
verlaten, verlustigden zij zich in den
aanblik der zomerverblijven met hun
platte daken, die op kale, zwarte
rotspunten gebouwd een roman-
tischen indruk maakten. Allereerst
werd echter hun aandacht getrokken
door de reusachtige vulkanische
rotsgroepen van meer dan 1700 voet
hoogte. De gids had hun onder meer
ook verteld dat, volgens de sage, in
een der afgronden tusschen de ge
spleten rotsmassa's het graf van den
broedermoorder Kaïn was, en die
plek wilden zij gaarne zien.
Het was niet gemakkelijk daar
tusschen omhoog te klauteren, slechts
met groote voorzichtigheid konden
paalde redenen die meer omslachtige
en onpractische weg koos.
Maar dit is niet het geval. De we
derzijdsche schulden vernietigen el
kaar tot op zekere hoogte en alleen
wat de eene schuld meer bedraagt
dan de andere kan gevorderd worden.
Door compensatie smelten dus het
meerdere met het mindere samen,
wordt het bestaande verschil, zoo
niet weggenomen, dan toch vermin
derd, en komt er een zekere gelijk
matigheid in de dingen, die het leven
vereenvoudigt en vergemakkelijkt.
Compensatie is tot op zekere hoogte
een natuurlijk verschijnsel. Wanneer
op zekere plaats het water heel hoog
staat en op eene andere plaats veel
lager, en die twee plaatsen hebben
met elkander gemeenschap, dan zal het
water binnen betrekkelijk korten tijd
zijn eigen niveau maken, dat wil
zeggen het hoogere water loopt zoo
lang naar het lagere, tot er één wa
terspiegel is.
Maar 'tgaat niet aan, om steeds
overal denzelfden waterspiegel te
hebben. Dat zou niet goed wezen en
het is ook niet mogelijk.
Toch zal op een gegeven oogen-
blik, een schip van de hooge plaats
naar de lage plaats moeten worden
gebracht, zonder schokkende over
gangen.
Dan komt de sluis en doet het
werk der compensatie. Men brengt
eerst het schip tusschen de twee
sluisdeuren, waarin de kleine hoeveel
heid water in overeenstemming was
gebracht met het water waarin het
vaartuig zich bevond, en bracht het
daarna door de andere deur in het
andere water, dat op zijn beurt met
het water tusschen de sluisdeuren
samensmolt. Zoo zijn hoog en laag
water toch wei blijven stilstaan, maar
ze zijn voor de noodzakelijke ver
richting geen beletsel geweest.
Hoogten en laagten, wat wij on
gelijkheid noemen, zien wij overal.
Zij ligt in de natuur der dingen en
als wij een oogenblik algemeene ge
lijkheid in een of ander opzicht kon
den maken, dan zou die toch in het
volgende oogenblik weer door de
werking van natuurlijke oorzaken
worden verbroken. YV ij schrikken wel
eens van de ontzettende tegenstelling
tusschen rijk en arm, en zeker kon
die tegenstelling geringer zijn en
daarom strekken de pogingen der
economen ook tot eene verhooging
van het peil van het maatschappelijk
lagere. Toch zal de gedrukte tegen
stelling in hare schadelijke gevolgen
altijd min of meer door compensatie
worden getemperd want de mensch
blijft een mensch van behoeften en
die behoeften nemen toe bij de ver
hooging van het peil zijner stoffelijke
welvaart. Daarom zal de eene helft
der menschheid de hulp van de an-
zij zich voortbewegen, maar einde
lijk bereikten zij toch hun doel en
prachtig was het gezicht, dat zij nu
konden genieten. Daar lag Aden als
in een bergkom, door hooge zwarte
rotspilaren omgeven, en verder de
vuurtoren, de haven met haar drukke
beweging en op de zee de trotsche
koopvaardijschepen en mailstoomers.
In stille bewondering genoten Ka-
rel en Eduard het schouwspel, dat
zich aan hun oogen vertoonde, doch
weldra maande de gids hen aan om
terug te keeren, daar de hitte wel
dra onverdragelijk zou worden. Met
een zucht van spijt keerde Eduard
zich om, en zijn vriend de hand
drukkende, zeide hij
Het valt mij zwaar deze plek
te verlaten, maar kom, laat ons gaan
Hoe dikwijls heeft Karei in later
tijd aan deze woorden gedacht
Zij vingen alzoo den terugtocht
aan doch nauwelijks honderd schre
den hadden zij gedaan, toen er een
steen onder Eduard's voet losraakte.
Hij verloor daarbij het evenwicht,
tuimelde op den grond, vond ner
gens een houvast en stortte met een
ijselijken angstkreet in de diepte.
TELEFOONNUMMER 10.
dere nimmer kunnen ontberen, kapi
taal en arbeid komen altijd met el
kander in vergelijking, smelten ten
deele met elkander ineen, maken el
kander mogelijk en, die compensatie
zoover mogelijk te doen gaan, om de
vruchten der gezamenlijke werking
tot het hoogst mogelijke peil op te
voeren, dit behoort het doel te wezen
van allen die de schoone sociolo
gische wetenschap beoefenen.
Het leven is een tegenstelling tus
schen hoog en laag, meer en minder
en tusschen een aantal andere dingen,
te veel om op te noemen.
Daarom moeten wij veel compen
seeren en het mooie voorbeeld van
den sluiswachter volgen. Als die de
sluis goed bedient komt het schip er
wel door, al was het verschil nog
zoo groot.
Laat ons dat toepassen in de ver
houding tot onze ondergeschikten,
onze vrienden, onze huisgenooten,
tot allen die tot onze levensverrich
tingen in meer of minder belangrijke
betrekking staan.
Wij zullen zeker nu en dan eens
minder goede gewoonten, eigenschap
pen of hoedanigheden bij hen ont
dekken en die behoeven wij volstrekt
niet weg te denken, want dat zou
niets anders dan zelfbedrog wezen
maar wij moeten uitgaan van de ge
dachte, dat er stellig goede dingen
tegenover moeten staan en, als wij
er ijverig naar streven die te ont
dekken, dan zullen wij ze zeker ook
aantreffen en zij zullen de minder
goede wel niet vernietigen, maar de
schadelijke werking ervar in ons nog
ten deele opheffen.
Het is stellig waar dat wij zelf ook
behoefte hebben om de compensatie
door anderen op ons te zien toepas
sen, en zoo is de erkenning van de
waarde van dat schoone beginsel
eigenlijk de erkenning van eigen te
kortkoming en de bereidwilligheid
om billijk te oordeelen en zoo noo-
dig vergevensgezind te zijn.
Hoe nauwer de betrekking tusschen
de personen is, hoe grooter de waarde
van het beginsel wordt en de nood
zakelijkheid om het practisch in toe
passing te brengen.
Wanneer man en vrouw zich tot
een innige en duurzame levensge
meenschap hebben vereenigd, dan
zullen zij, al zouden zij opzettelijk
de oogen sluiten, bij elkander dingen
ontdekken, die zij te voren niet ken
den. Zij zullen het meerdere en het
mindere zien, het hoogere en het
lagere, kleine gebreken, kleine te
kortkomingen laat het alles maar
heel klein zijnmaar, het zal er
wezen en wanneer zij dan niet van
weerskanten alle krachten inspannen
om al die oneffenheden en ongelijk
heden zooveel mogelijk tot elkander
Dit was het werk van een paar se
conden. Als verlamd, niet in staat
te denken, staarde Karei in den
duizelingwekkenden afgrond.
Wij moeten hem na 1 riep hij
toen plotseling den gids toe.
Dat is onmogelijk mijnheer
Uit dien afgrond keert niemand le
vend terug 1 Jaren geleden is op
juist dezelfde plaats een jonge En-
gelsche dame verongelukt. Haar man
bood groote geldsommen aan en liet
nasporingen doen, maar op den bo
dem van dien afgrond kon niemand
komen. Men kwam slechts zoover,
dat men in de diepte het verpletter
de lijk kon onderscheiden.
Zou ik daarmee tevreden moe
ten zijn riep Karei, vervuld van
droefheid en ontsteltenis. Zou ik hier
vandaan gaan met gezonde ledema
ten, terwijl mijn vriend daar in die
ijzingwekkende diepte misvormd en
verminkt nederligt, zonder hulp,
zonder redding
Hij bedekte het gelaat met beide
handen en schreide.
Dan zal ik vlug naar Aden te-
rugkeeren en trachten daar menschen
te vinden, die zich aan touwen ge
flbonnemenfs-flduerfentiën op zeer uoordeelige uoortuaarden.
te brengen, het goede en het minder
goede harmonisch te doen samen
smelten en te bedenken dat het
eenige ware doel behoort te zijn el
kander niet alleen gelukkiger, maar
ook beter te maken, dan zal dat ge
brek aan compensatie hun gemeen
schappelijke levensreis doen mis
lukken.
Zóó zouden wij kunnen zeggen,
dat het beginsel der compensatie een
element van de liefde isvan de
liefde trouwens in eiken zin van de
liefde die alles verdraagt, en alles
hoopt, en alles gelooft.
XXIII.
Zoo heeft dan de Haagsche vroed
schap den knoop doorgehakt. Of, om
een ander beeld te gebruikende
teerling is geworpen.
Met 18 tegen 16 stemmen (op 't
kantje dus) besloot de raad om een
strook van den Hofvijver te doen
dempen teneinde een flinken, aan de
eischen voldoenden verkeersweg te
verkrijgen tusschen Buitenhof en
Plaats, iets wat waarlijk wel noodig
is, daar de gevangenpoort, die thans
de verbinding vormt, in alle opzich
ten onvoldoende en b.v. voor 't tram
verkeer totaal ongeschikt is. Dit laat
ste is de reden dat de Hagenaars zich
kunnen verheugen in den aanblik
van een vrij onhebbelijk anachronisme,
n.l. het voortdurend heen en weer
rijden der moderne electrische trams
op 't Binnenhof, in de onmiddellijke
nabijheid van b. v. een oud pracht-
gebouw als dat der ridderzaal, dat
bij den aanblik reeds droomen wekt
van vervlogen eeuwen, teedere
droomen, die tegen het heldere ge
luid van een trambel niet bestand zijn.
Vóór het gemelde besluit van den
gemeenteraad, in overeenstemming
met het voorstel van Burg. en Weth.,
viel, verwierp de raad (met 19 tegen
15 stemmen) het voorstel van zijn
leden Jurriaan Kok c.s. tot uitvoering
van plan A van Berlage, n.l. afbraak
der huizen aan den vijverkant, waar
door de gevangenpoort aan die zijde
vrij zou komen te staan en de nieuwe
verkeersweg zou worden aangelegd
op het terrein waar nu die huizen
staan en, volgens 't besluit van
den raad, thans blijven staan.
De één is in zijn knollentuin met
het gevallen besluit dat de gemeen
tekas eenige tonnen gouds minder
moet kosten dan 't verworpen voor
stel de ander is ontstemd en sput
tert. En zietbeiden hebben gelijk
De eersten hebben gelijk wanneer
men de zaak van den financieelen
kant bekijkt, de laatsten wanneer
men haar van de aesthetische zijde
„in het oog vat". De kwestie is nu
bonden in dien afgrond willen laten
afzakken om te zoeken. Blijft u maar
hier totdat ik terugkeer, sprak nu de
gids en ging onmiddellijk heen.
Karei bleef alleen achter, op kor
ten afstand van de plek, waar zijn
vriend hem zooeven de hand drukte,
waar zij samen de grootsche natuur
hadden bewonderd.
Uur na uur verliep, altijd hee-
ter brandden de zonnestralen op het
zwarte gesteente, voortdurend namen
Karel's krachten af, hij voelde zich
het bezwijmen nabij.
Eindelijk keerde de gids terug
zijne pogingen om moedige mannen
mee te brengen waren vruchteloos
geweest.
Geef het op, mijnheerUw
vriend is al lang uit zijn lijden ver
lost; het zou verkeerd wezen, nu
nog een tweede menschenleven op
het spel te zetten, sprak hij, en hij
trok den willoos volgenden Karei
voorzichtig mee.
Later wist de jonge Brinken zelf
niet, hoe hij weer te Aden in het
hotel was terecht gekomen.
De avond begon reeds te vallen,
reeds brak een vreeselijke nacht
alleen maar, wat men 't zwaarst wil
laten wegen de voor een gemeente
bestuur zoo noodige zuinigheid of de
eischen der aesthetics
Dit zijn zóó ongelijksoortige ele
menten, dat men van een absoluut
waardeverschil nimmer kan spreken
't streng concrete en 't streng abstrac
te laat zich niet anders dan volkomen
subjectief tegen elkander in de weeg
schaal leggen een eenigszins objec
tieve maatstaf is slechts zeer vaag te
benaderen wanneer men den finan
cieelen toestand der gemeente (en
haar economische, concrete, behoeften)
overweegt en daarnaast zich een ge
middelde denkt van de aan een stad
als Den Haag gestelde en in redelijk
heid te stellen eischen van schoon
heid en van piëteit jegens't historisch
monumentale, En ook dan nog blijft
men zeer subjectief in zijn oordeel
omdat de waardeering van aestheti
sche waardeering (als ik 't zoo maar
eens noemen mag) grootendeels af
hankelijk is van de ontwikkeling van
't schoonheidsgevoel van den beoor-
deelaar en van diens temperament.
Temperament er is in de Hof-
vijver-kwestie veel temperament aan
den dag gekomen, temperament n.l.
van de zijde der aesthetici en histo
rici, van de eersten vooral.
Dat de groote menigte, wat je zou
kunnen noemen „het Haagsche pu
bliek", zich erg warm over het schoon-
heidsvraagstuk heeft gemaakt, geloof
ik niet, of eigenlijk weet ik dat wel
zeker. De groote hoop interesseert
zich vrijwel uitsluitend voor den
practischen kant van de zaak, en dus
is voor de groote menigte de op
lossing van de verbindingsweg-kwes
tie eenvoudig genoeg het door den
Raad aangenomen voorstel voldoet
aan de eischen van_'t verkeer en be
spaart eenige tonnen, die met de ont
eigening der huizen zouden gemoeid
zijn. Wat wil je meer?
Maar de keur van 't publiek (in
aesthetischen zin) schreeuwde en
schreeuwt nog ach en wee over de
verkrachting der schoonheidseischen,
die door het raadsbesluit zou zijn ge
schied. Toch lijkt mij dit niet geheel
juist. M. i. kan men niet zeggen dat
de Raad door het gevallen besluit
den toestand van den vijver in aesthe
tischen zin verslechterde, alleen dat
zij de gelegenheid ongebruikt laat
om dien toestand, op een punt waar
hij beslist slecht is, afdoende te ver
beteren. Immers, die reeds genoemde
huizen ontsieren geweldig het indruk
wekkend vijverschoon en staan aan
een onbelemmerd uitzicht op het
water, van de zijde van Buitenhof
en Plaats, leelijk in den weg, voor
hef oog zou dus de toestand zeer,
zeer veel verbeteren, indien dit
huizencomplex met zijn totaal uit den
toon vallend gedoe van achtergevels,
aan, die voor Karel's geheel volgend
leven beslissend zou zijn, toen hij
uit zijn akelig gepeins ontwaakte en
in zichzelf sprekend, rusteloos in de
kamer begon heen en weer te stap
pen.
Ik moet onmiddellijk teiug naar
Hamburg en Eduard's dood bekend
maken, zijn bagage en geld afgeven...
en dan ja, wat zal er dan van
mij worden sprak hij zuchtend.
Mijn vriend heb ik verloren en met
hem het beste deel van mijn geluk.
Ik keer terug tot mijn duister leven,
tot den dagelijkschen kringloop
tusschen allerlei kleine zorgen en
afmattenden arbeid, om eindelijk het
doel te bereiken, dat ik niet zelf heb
gekozen, maar dat mij is aangewezen
door den wensch mijner moeder en
door de bittere noodzakelijkheid. En
alles wat ik zou hebben kunnen ge
nieten door de vriendschap en edel
moedigheid van Eduard, zal ik se
dert dit oogenblik moeten ontberen
(Wordt vervolgd.)