Dinsdag
15 Juni,
No. 137.
47e Jaargang.
1909.
Gemeentebestuur
Feuilleton.
BINNENLAND.
tee
Patijn, u. I.
.J. H. Patijn, u.l.
M. Wibaut, s. d.
orn.
die bedankt
lofstede, a. r.E.
H. Vliegen, s. d.
:hen
Hofstede,
en.
u. I.
baron van Hee-
F. Lieftinck,
s. d.
hen
ckeren van Kell.
n Dedem, c. h.
ergmeijer, s. d.
c. h.mr. S.
t¥. H. M. Wer-
m.
VL1SSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Nieuwe Abonné's, uitge=
zonderd bij weKelijKsche be
taling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VL.ISSÏNG
SCHE COURANT" Koste
loos tot 1 Juli.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 37 der Drankwet;
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een ver
zoek van Th. KAMERMANS Jr., om
verlof tot verkoop van alcoholhouden
den drank, anderen dan sterken drank,
in perceel St. Jacobstraat no. 17
dat van af heden gedurende veer
tien dagen schriftelijke bezwaren tegen
het eventueel verleenen van het ge
vraagde verlof kunnen worden inge
bracht bij Burgemeester en Wethou
ders voornoemd.
Vlissingen, 14 Juni 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
W1TTEVEEN.
De uitslag der Kamerverkiezingen.
De „Stand." aanvaardt de moge
lijkheid, dat links 45 zetels in de
Tweede Kamer zal innemen, „alzoo
voor ons de schade van 1905 nog
altoos niet goed gemaakt." Maar ook
becijfert het antirev. hoofdorgaan, dat
het cijfer van rechts op 60 is te
brengen.
Kiezen de liberalen weer allerwegen
tegen ons partij voor de solialisten,
dan zullen oók wij hun onze hulp
niet bieden, om zich den socialist
van het lijf te houden. Spoedig ge
noeg zal het blijken, wat kant 't in
dit opzicht uit moet.
Reeds nu mag geconstateerd, dat
de conservatieve actie, die van de
vrij-liberalen uitging, in het land niet
aansloeg. Vooral mr. Van Houten met
zijn brievenreeks maakte in Zwolle
jammerlijk fiasco. Een afwijzing van
het conservatisme, die daarom te
meer indruk maakt, overmits de groote
liberale pers in Amsterdam en Rot
terdam zich feitelijk op de conserva
tieve lijn bewoog.
Niet minder verblijdend is het, dat
de bedriegelijke leuze van Staatspen-
sionneering zonder eenig effect en
beteekenis bleef. Die leuze had zelfs
nog minder succes dan in 1905 het
blanco. Metterdaad hebben onze werk
lieden nu kans, dat ze in deze vier
jarige periode hun verzekeringswetten
krijgen zullen. Het gevaar van nieuwe
teleurstelling is van hen afgewend.
oo
14.)
Ik wil ook als Rezia gecos-
tumeerd zijn het geldt een grappige
weddenschap en die zou ik zeker
verliezen als gij niet weet te zwij
gen, zeide zij bij het heengaan tot
de modiste.
Het zal ongeveer negen uur
's avonds geweest zijn, toen graaf
Orlowsky gecostumeerd bij zijne
vrouw kwam. De indruk, dien zijn
vrouw op hem maakte, was zoo
overweldigend 'dat hij een oogen-
blik als vastgenageld op den drem
pel bleef staan. Hoe rein, hoe ko
ninklijk, maar ook hoe koud zag zij
er uit in haar wit, schitterend kleed
met die kleine kroon van ijskegels
op het hoofd
Zelfs een bandiet wordt be
vreesd voor zooveel schoonheid, als
TELEFOONNUMMER 10.
ftbonnemenfs-fiduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden.
In zoover men ook ditmaal in alle
bladen van links, op alle meeting
van links en in alle biljetten van links
opnieuw de kiezers poogde af te
schrikken door aldoor weer op dr.
Kuyper, als het groote schrikbeeld, te
wijzen, doet de nu verkregen uitslag,
evenals die van 1907, het in 1905
over dezen staatsman geslagen vonnis
te niet. Het bleek nu tot tweemaal
toe, dat de kiezers met dezen naam
niet meer bang zijn te maken. En dit
te meer, nu dr. Kuyper ook bij deze
stembus geen druppel water in zijn
politieken wijn deed, maar onbewim
peld ook nu den strijd voor zijn diepste
levensovertuiging aanbond.
En toch viel er Vrijdag iets waar
te nemen, dat ons nog inniger ver
heugt. Natuurlijk weten we niet, wat
hier of daar in een afgelegen dorp
-mocht gebeurd zijn, maar voor het
overige blijkt uit alle ingekomen be
richten, dat er onzerzijds nergens een
„hi-ha-ho" na de overwinning is op
gegaan. (In Rotterdam werd dat vol
gens het „Vad." wel gedaan.)
Maar al te vaak hadden de libera
len zich de hoogst-verkeerde en on
ridderlijke gewoonte aangewend, om
behaalden ze de overwinning, hun
geslagen tegenstanders te hoonen.
Vooral in 1905 boetten ze hierdoor
hun riddereer in. Het zou ons daarom
gespeten hebben, zoo thans onze
mannen, door de herinnering aan
1905 verbitterd, in gelijk euvel waren
vervallen. En daarom roemen we er
in en danken we er voor, dat ze dit
niet deden. Binnenshuis hebben ze
gejubeld, binnenskamers hebben ze
gedankt, maar van het beschimpen
van den overwonnen tegenstander
onthielden ze zich stipt.
De anti-rev. „Rotterdammer" zegt
De slag is geslagen De overwin
ning is bevochten Gode zij dank
De smadelijke nederlaag van 1905
is in heiligen zin gewioken. Dat het
ministerie Heemskerk nu vlijtig voort-
arbeide om, handhavende de christe
lijke grondslagen onzer samenleving,
ten aanzien van menig gewichtig on
derwerp de wetgeving in goede spo
ren te leiden.
De kath. „Tijd" schrijft o.m.Op
merkelijk is, inderdaad, niet alleen
de winst op zichzelf, ook de krach
tige vooruitgang in aantal stemmen,
wat luide spreekt van den geest dei-
kiezers. Zij weten nu wat zij hebben
aan ons tegenwoordige ministerie, en
de beloften der linkerzijde, algemeen
kiesrecht, ook voor vrouwen, en
Staatspensionneering zijn voor velen
ware dreigementen geweest. De kie
zers hebben getuigd, dat zij de lands
belangen het liefst aan deze mannen
(hetzittend kabinet) zien toevertrouwd.
Dankbaar mogen wij dit verklaren.
Onze wetgeving zal thans een tijd
deze zich in ijs hult, sprak hij
daarop met een glimlach.
De liefde, die Hildegard hem toe
droeg, vlamde in haar hart weder
op, toen zij schijnbaar in scherts
antwoordde
En toch zou de sneeuwkonin
gin niets beters kunnen doen, dan
zich te laten ontvoeren door den
bandiet, om met hem zijn hart en
zijn huis te deelen.
Hij boog galant voor haar en
reikte haar de hand met de woor
den
Laat me je vooreerst maar naar
dat gemaskerd bal ontvoerenhet
rijtuig staat ons reeds te wachten.
Beiden hulden zich in donkere
mantels, deden kleine maskers voor
het gelaat, zoodat alleen de oogen
vrij waren en nu reed het jonge
paar naar het schitterend verlichte
hotel, waar het bal zou gegeven
worden.
Aan den ingang scheidden de
echtgenooten. Om niet herkend te
worden ging ieder afzonderlijk de
zaal binnen. Welk een bont gewoel
zagen zij daarDie groote ruimte
en de aangrenzende kamers waren
tegemoet kunnen gaan van ordelijke
ontwikkeling.
De kath. „Resb." weet vier feiten,
die de nederlaag der linksche par
tijen veroorzaaktenIn de eerste
plaats de onderlinge verdeeldheid
der tegenstanders, die op voorname
punten van staatsbeleid geheel ver
schillende richting uitgingen en el
kaar onderling bestreden.
In de tweede plaats de sympathie,
welke in het geheele land voor de
tegenwoordige regeering bestaat om
haar even kloek als bezadigd optre
den in zeer vele aangelegenheden,
waarbij beleid en staatsmanskunst
gevorderd werden.
In de derde plaats een factor,
welke noch regeering noch de rech
terzijde in haar credit schrijven kun
nen, maar die haar zeer ten goede
is gekomen. Wij hebben het oog op
de houding der sociaal-democraten
ten opzichte van „de blijde-gebeur
tenis", welke onlangs voor ons volk
was weggelegd. Nu zouden wij in
hooge mate onbillijk zijn en onwaar
heid spreken, indien wij beweerden,
dat de linkerzijde niet evengoed
Oranjegezind is als de rechterzijde.
De linkerzijde wel te verstaan in haar
ordelievende elementen. Maar onge
lukkig is zij, althans bij de stembus,
meer dan haar aangenaam zijn kan,
saamgebonden met de sociaal-demo
cratie.
Behalve dat is het onverantwoor
delijk spel dat de unie-liberalen met
hun staatspensionneering gedreven
hebben, naar onze overtuiging, van
grooten invloed geweest op de ver
kiezingen.
Het kath. „Centrum" meent, dat
de oorzaak van de nederlaag van
links niet ver te zoeken is.
De Pyrrhus-overwinning, door de
liukerzijde vier jaren geleden behaald,
moest zich wreken en heeft zich ge
wroken.
Zeer groot is dan het verschil in
resultaat niet alleen, maar ook in
beteekenis der stembus-overwinnin
gen van 1905 en 1909.
De linker zegepraal van vier jaren
geleden miste elke basis; zij werd
per toeval behaald, bij ongeluk
een ieder gevoelde, nog vóór het
ministerie werd geconstitueerd, dat
geen duurzaamheid haar deel kon
zijn.
De rechtsche overwinning vertoont
een geheel ander karakter.
De ware meerderheid van het volk
is thans ook meerderheid in de Ka
mer, en men behoeft zich niet, zoo
als na Borgesius' overrompeling van
1905, angstvallig af te vragen: wat
de overwinnaars met de meerderheid
zullen doen
Het „Huisgezin" (R.-K.) zegt
Het resultaat van 1901 is feitelijk
nog in de schaduw gesteld.
gevuld met eene menigte personen
van zeer verschillend voorkomen,
bont dooreen gemengd, in voort
durende beweging.
Het verward geluid van honder
den stemmen ging verloren in de
muziek van het vol orkest, dat op
de galerij een wals van Straus speel
de. Hildegard had nog geen tijd ge
had om de verschillende maskers
wat nader te bezien, zij was als het
ware nog verdoofd door het drukke
gewoel, waarin zij plotseling ver
zeild was geraakt toen een lange
monnik in donkere pij op haar toe
trad. Hij nam haar arm in den zijne,
geleidde haar verder in het gewoel
en zei ondertusschen
Ge schrikt mij niet af door ijs
en sneeuwIk weet toch, wie zich
achter dit koele omhulsel verbergt,
schoon masker
Ge vergist u, eerwaarde heer
Ik ben niet diegene, die gij zoekt,
fluisterde Hildegard, maar toch moogt
ge mij door de bonte menigte ge
leiden 1 Onder de bescherming van
een monnik gevoel ik mij veilig
Ik ben bereid u tegen eiken
aanval te verdedigen, verzekerde de
Toen verwierf de rechterzijde
als men de districten meetelt, waar
candidaten van rechts met elkaar in
herstemming kwamen 53 zetels,
thans 55.
Over de herstemmingen behoeven
we op het oogenblik niet veel te
zeggen. Den moed geven we niet op,
we zullen doen wat we kunnen om
op 23 dezer de overwinning van
heden nog schitterender te maken
maar van den anderen kant weten
we ook, dat links van Van Kar-
nebeek tot Troelstra de handen
ineen zal slaan om aan een volledige
débacle te ontkomen.
De „Nederlander" (Christ.-hist.) be
sluit haar bespreking van den uitslag
aldus
De rechterzijde kan op den dag
van Vrijdag met voldoening terug
zien. Het kabinet zal, wat ook de
herstemmingen mogen brengen, uit
dezen uitslag het bewijs kunnen put
ten, dat de natie het met vertrouwen
aan het werk ziet, en den prikkel
kunnen erlangen om krachtig de hand
aan den ploeg te slaan, ten einde de
hervormingen, die op velerlei terrein
van wetgeving urgent zijn, tot stand
te brengen. Het kabinet heeft daar
mee de laatste anderhalf jaar reeds
een begin gemaakt en zich in veler
lei zaken ter dege ingewerkt. Dat
geeft moed voor een zeer vruchtbare
parlementaire periode in de eerste
vier jaren. Eindelijk zal dan toch
eens een ministerie een stembus
overleven en hierdoor in de gelegen
heid zijn, van zijn werkkracht meer
dan voorheen de vruchten te plukken.
Dat legt zware verplichtingen op.
Van wien veel gegeven is, zal veel
geëischt worden.
Het „Utr. Dbld." (liberaal, zonder
meer) vat zijn oordeel aldus samen
Welke de politieke gevolgen zullen
blijken van deze verplaatsing der
meerderheid in de volksvertegen
woordiging laat zich thans nog niet
met stelligheid zeggen. Blijft de rech
terzijde beperkt tot haar 55-tal uit
verkorenen, dan zullen misschien de
gematigden ter rechterzijde nog in
staat wezen de ongematigden in
toom te houden. Gaat echter de
Kamermeerderheid nog verder den
kant der antirevolutionnairen op (die
ook nu reeds de geheele winst der
rechterzijde voor zich bekwamen),
dan is ook die hoop zeker ijdel en
dan zal het kuyperianisme met
of zonder den a.-r. leidsman in het
ministerie weer heerschen in ons
land.
Reden genoeg om den dag van
Vrijdag als een dies ater te be
schouwen.
De slag is gevallen schrijft
„Land en Volk". Rechts heeft gewon
nen. Nog moet worden afgewacht of
dientengevolge dr. Kuyper gelijk
monnik, en nu herkende Hildegard
hem aan zijn stem.
Het was graaf Konsky. Doch op
dit oogenblik kon haar dit niets
schelen, in een kring van schoone
maskers had zij juist de bekoorlijke
Rezia ontdekt die in druk gesprek
was met een Spaanschen grande,
die een paar letters in haar hand
trok om te raden, wie zij was.
Overmoedig schudde Rezia het
hoofd en juist wilde de Spanjaard
haar iets toefluisteren, toen een
bandiet vrijpostig naderde en de
schoone Rezia ten dans voerde.
Dat was toch zeker haar echt
genoot niet, mompelde de monnik
bij zichzelven.
Hildegard wist, wie dat was, maar
zij wist zich te beheerschen en
schreed trotsch voort aan den arm
van haar geleider.
Ook zij werd meermalen ten dans
gevoerd, eens zelfs door een ban
diet dien zij op het eerste gezicht
voor haar echtgenoot hield, doch
weldra bemerkte zij een klein ver
schil in hun beider kostuum. Zij
droegen beiden een roode zijden
das losjes om den hals, doch de
de „Standaard" reeds eenige malen
als de rationeele oplossing voor dit
geval aangaf openlijk den veld
heersstaf weer in de hand zal nemen.
Ook zal de toekomst moeten leeren
of de terugkomst van dr. Kuyper ook
als minister-president, volgens Van
Dedem's profetie, den boel ter rech
terzijde in de war zal sturen. Er zijn
teekenen, die doen verwachten, dat
ook al beklimt Kuyper niet opnieuw
het gestoelte der eere, het aan gene
zijde in komend tijdperk niet voort
durend botertje tot den boom zal zijn.
Maar hoe dit zij, wij stevenen
voorshands weer met volle zeilen den
Kuyperkoers in zoowel indien de
„Standaard" haar zin krijgt, alsook
wanneer de leider der rechtsche par
tijen door de christelijk-historischen
en katholieken zal worden vastge
houden op de bescheiden plaats van
„geachte afgevaardigde" voor Ommen.
Zooals de uitslag der verkiezingen is
geweest, is het parool aan dr. Kuyper.
Uit een artikel van mr. Troelstra
in het „Volk" nemen wij het volgende
over
Deze nederlaag van het liberalisme
laten wij dit dadelijk vaststellen
is volkomen verdiend. De vrij
liberalen met hun aansturen op ver
sterking van de macht der Eerste
Kamer, op versterking van den in
vloed der patroons op de ongeval
lenwet, met hun sympathie voor in
belanghebbende kringen opgestoken
reactie tegen onze geheele sociale
wetgeving, deze hebben de vaan van
den vooruitgang laten vallen en zijn
slechts een conservatief kindje ge
worden, dat zelfs geen ideologisch
vijgenblad meer heeft om de naakt
heid zijner reactionnaire bedoelingen
te verbergen.
De unie-liberalen verdienen het
verhietigend votum, over hun partij
uitgesproken, wel het meest. Een
partij, die zóó haar beloften laat bre
ken, en dan de verkiezingen ingaat
met dezelfde en nieuwe beloften,
zonder eenige verklaring te geven
van de gepleegde woordbreuk en
zonder den minsten waarborg tegen
herhaling daarvan zulk een partij
kan alleen drijven op de persoon
lijkheid van enkelen, die hun deug
den laten dienen als het masker voor
de zonden harer partij zulk een
partij heeft haar crediet verspeeld.
En wat de vrijzinnig-democraten
betreft, dezen zijn in zóo onslag-
vaardigen toestand, in zoo hopelooze
verwarring op een hoofdpunt bij deze
verkiezingen het strijdperk binnen
getrokken, dat aan een overwinning
hunnerzijds niet te denken viel en
iets anders dan achteruitgang niet
was te verwachten.
En zoo is dan rechts weer troef.
Het heeft thans het geluk, een
meerderheid te bezitten, die alles
das van Paul was geheel rood, ter
wijl die van den onbekende een
streepje geel vertoonde. Hildegard
wist dat precies, want toen zij voor
de eerste maal met haar man War
schau bezocht, had zij zelf de das
gekocht. De vreemde bandiet gaf
haar echter eene welkome gelegen
heid om te ontsnappen aan den
monnik die voortdurend in hare na
bijheid bleef. Zij danste met den
bandiet, geraakte vervolgens in het
drukste van het gewoel en verdween
toen ongemerkt uit de zaal. In een
afgezonderd kamertje, waar hare
kamenier reeds met het andere cos-
tuum wachtte, verwisselde zij vlug
van kleeding en verscheen als Rezia
weer in het bonte gewoel.
Juist zweefde haar dubbelgangster
aan den arm van den tweeden ban
diet haar voorbij toen zij op eenigen
afstand haar echtgenoot bemerkte,
die den rug naar haar toegekeerd
had en ijverig rondkeek.
(Wordt vervolgd.)