Donderdag 10 Juni No. 133 1909. Ce 47e Jaargang. Van Week tot Week. BINNENLAND. VL1SS1NGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. j Abonnemenfs-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden. Op politiek terrein geraken wij zoo ongeveer in den komkommertijd. Wel licht dat daarom zooveel leven ge maakt wordt over het tegenbezoek van den Czaar der Russen aan het hoofd van den Franschen Staat, welk bezoek lang genoeg te voren wordt aangekondigd, want pas opden31en Juli komt de Czaar te Cherbourg. Dat hij ook te Parijs zal komen is niet erg waarschijnlijk en men is ook in Frankrijk van meening dat de heele aardigheid van het bezoek er af is, nu de Duitsche keizer het eerst aan de beurt is gestéld en de Czaar zelf tot een bezoek aan den Duitschen keizer het initiatief nam. Spotvogels zeggen dat de Czaar te Parijs een verslag komt doen van de gruwelen waarvan zijn land nog steeds het tooneel is. 't Is anders niet erg om mee te spotten. Terwijl in 1905 de gemiddelde dagelijksche bevolking der gevangenissen in het Czarenrijk 85000 bedroeg, is dit nu tot 181000 geklommen. In enkele gevangenissen bedraagt het aantal opgeslotenen drie of viermaal het normale cijfer. Te Kiëf, waar men indertijd bouwde voor twee honderd gevangenen, zijn er nu twee duizend en er heerscht dan ook gebrek aan alles. Het zie kenhuis aldaar, voor 95 personen ge bouwd, bevat 339 zieke gevangenen. Meer dan twee duizend gevallen van typhus kwamen daar in den loop van het vorige jaar voor. Mishandelingen van gevangenen zijn er aan de orde van den dag en de betrokken ambtenaren worden in hun bedieningen gehandhaafd. Ge vallen van zelfmoord zijn niet zeld zaam. Het aantal naar Siberië of naar het noorden van Europa verbannenen bedraagt thans 74000. 0—0 10.) Dan was hij voor een korten tijd in een zeer goede luim, hij was dan beminnelijker tegenover haar, doch deed ook zooveel te meer mede aan feestelijkheden met smart kwam Hildegard tot de slotsom dat hij geen hooger levensdoel kende dan feesten en vermaken. Hij wist zeer goed een luchthartig gesprek te voeren, aan verstand ontbrak het hem niet, ja, hij kon scherpzinnig zijn, maar vaste grondbeginselen als richtsnoer zijner daden bezat hij niet; hij handelde naar de ingeving van het oogenblik en liet zich door zijne omgeving leiden. Het arme vrouwtje had dus aan haar man geen hulp en steun, integendeel, zij ge voelde zich wel verplicht om over hem te waken en alle schadelijke Vele van die bijzonderheden dankt men aan den bekenden prins Peter Krapotkin, die aan de Londensche „Daily News", waarmede hij in ver binding staat, een aantal gegevens verschafte om zich over de vreeselijke toestanden in zijn vaderland een oor deel te vormen. Sj! ■X* Het te Bloemfontein vastgestelde gewijzigde ontwerp der Unie van Zuid-Afrika, is in het Kaapsche par lement met overgroote meerderheid aangenomen. Hetzelfde geschiedde in de vertegenwoordigingen van Trans vaal eti Orangia maar of Natai zich bij het groote werk zal aansluiten is onzeker. Men heeft daar een ouden wrok tegen Transvaal en terwijl in Kaapland de Hollandsche Afrikaanders en de Britsche partij eendrachtig sa mengaan, wil men in Natal van het Hollandsche element niets weten en beweert dat de handelsbelangen der kolonie geschaad zijn door een trac- taat, dat onlangs gesloten werd tus- schen Transvaal en Portugeesch Mo zambique. De Engelschen en Engelsch- gezinden zeiven waarschuwen den Natalers ernstig en laten niet na er op te wijzen, dat door afzondering de rasvijandschap wordt bestendigd en de aaneensluiting der overige ko loniën er niet door wordt belet. Zij zullen Natal dan doodeenvoudig uit sluiten en dit land zal er de gevol gen in ernstige mate van ondervin den. ;Js Te Christiania, de hoofdstad van Noorwegen, zal eene eigenaardige in ternationale conferentie bijeenkomen, welker taak zal wezen, uit te maken aan welken staat Spitsbergen en het Bereneiland zullen ten deel vallen. Het is waarschijnlijk niet algemeen bekend, dat deze in 't hooge noorden gelegen eilanden tot dusver aan nie mand toebe'nooren maar een Ameri- kaansche maatschappij heeft steen koollagen op Spitsbergen in exploi tatie genomen en er eene nederzetting gevestigd. Noorwegen maakt er na tuurlijk ook aanspraak op maar ook de Nederlanders kunnen rechten doen gelden. De Hollandsche walvisch- vaarders hadden in de 17e eeuw feitelijk een Hollandsche kolonie van Spitsbergen gemaakt en Smeerenburg met zijn traankokerijen, was een bloeiende Hollandsche stad. Nog niet lang geleden werd ons oorlogschip de „Gelderland" er heen gezonden. Noorwegen wil nu een middenweg inslaan en voorstellen dat de bedoel de eilanden zullen blijven in hunnen tegenwoordigen staatsrechtelijken toe stand, zonder bij eenigen staat in gelijfd te worden en openstaande voor onderdanen van alle landen. Daar Noorwegen door zijne natuurlijke lig ging wel de meeste rechten kan doen invloeden zooveel mogelijk van hem verwijderd te houden. Ook haar ge loof in zijne waarheidsliefde was geschokt; zij had meermalen het be wijs gekregen, dat hij geen gewetens bezwaar maakte de zaken voor te stellen zooals hem het beste paste, en niet zooals ze werkelijk waren. En toch beminde zij hem, en geloofde zij vast, dat hij haar liefhad Zij was nog bezig met het schik ken van de bloemen, die zij uit den tuin had gehaald, toen haar man de kamer binnentrad. Lie"e Hildegard, als je geen bezwaar hebt, zou ik vanavond wel met je naar onzen buurman, graaf Potschoreck, willen gaan, zeide hij, terwijl hij in een leuningstoel plaats nam. Ik zou liever thuis blijven, maar als je er op gesteld bent... klonk het aarzelend antwoord. Ja, ik geloof, dat wij daar van avond niet mogen ontbreken, ver volgde Paul. Ik heb gehoord, dat verscheidene van onze kennissen af gesproken hebben daar samen te komen en graaf en gravin Bradsky te begroeten, die als gasten bij graaf gelden, is het denkbeeld zeker wel getuigende van eene breede opvatting en zal dan ook vermoedelijk wel al gemeen ingang vipden. Het was dezer dagen eene halve eeuw geleden, dat Sardinië, het toen malige koninkrijk in Noord-ltaiië, met Frankrijk vereenigd, den slag bij Magenta tegen de Oostenrijkers won. Die oorlog, kort en beslissend, was door den beroemden Cadour sinds lang voorbereid. Nog een tweede bloedige veldslag, die van Solferino, volgde en daardoor kwam een deel van Lombardije aan Sardinië, v/eldra door nieuwe inlijvingen gevolgd, waardoor sinds 1861, uit het konink rijk Sardinië het koninkrijk Italië ont stond. Duizenden hebben zich bij deze gelegenheid uit alle oorden van Italië opgemaakt tot een bedevaart voor de slagvelden naar Magenta, waar de vertegenwoordigers der Fransche re geering met inderdaad onbeschrijfe lijke geestdrift werden ingehaald. Te Magenta begon de eenheid van Italië, die zonder Napoleons hulp, al had die daar ook bijbedoelingen mee, nooit zou tot stand gekomen zijn op de wijze als in werkelijkheid is ge schied. De eerbiedige groet, door de Ita- Iiaansche natie, bij monde van den voorzitter der Kamer gezonden aan het bevriende volk, welks edelmoe dige zonen hun leven hebben opge offerd voor Italië's onafhankelijkheid, zal den band met Frankrijk weer versterken, zooals het dien met Oos tenrijk losser zal maken, en zeker weer iets bijdragen tot eene veran dering in de onderlinge verhouding der groote mogendheden, die wij na verloop van enkele jaren te wachten hebben. De Turksche regeering pakt de zaken in Klein-Azië thans goed aan. De onlusten te Adana worden met vaste hand gedempt en aan dood- en andere vonnissen ontbreekt het na tuurlijk niet. De bevolking, voor zoo ver die gevlucht was, keert terug en de overheid tracht het gestolen goed aan de rechthebbenden te doen terug geven. Tegenover het buitenland neemt Turkije thans ook eene geheel andere houding aan dan voorheen, zooals blijkt uit den stand der Cretenzer quaestie. Einde Juli zouden de laatste internationale troepen het eiland ont ruimen en Crefa dan feitelijk in Griek- sche handen zijr., daar alles er nu op Griekschen leest is georganiseerd en de commissaris-bewindvoerder Grieksch ambtenaar is. Maar nu willen de Turken suze- reiniteit over het eiland herstellen en Potschoreck vertoeven. Graaf Bradsky woonde hier vroeger in den omtrek, maar hij verkocht zijn landgoed en leeft nu als een rijk man te Wies- baden ook reist hij veel. Een jaar geleden is hij getrouwd met eene gravin Mirolawsky, die arm maar schoon en beminnelijk is. Ken je de jonge gravin dan vroeg Hildegard. Oppervlakkig, antwoordde Paul. In het salon van gravin Potschoreck verspreidden tallooze kaarsen een helder licht; de dames en heeren uit den omtrek waren hier bijeen en allen waren in druk gesprek. Hilde gard en Paul ontbraken nog. Denkt ge, dat graaf Orlowsky nog komen zal vroeg de jonge gravin Brandsky aan den heer des huizes. Ik heb hem uitdrukkelijk genoo- digd, luidde het antwoord. Zijne vrouw moet zeer schoon zijn graaf Konsky verkondigde uit bundig den lof van hare schoon heid en betreurde dat zij zoo'n koele Duitsche is, zeide gravin Brandsky weder. Op dat oogenblik verscheen graaf men dreigt dat, zoo Griekenland be proeven mocht zich Creta toe te eigenen, Turkije zulks als een oor logsverklaring zal beschouwen. Men wil het opperbewind en een jaarlijk- sclie schatting behouden, evenals zulks ten aanzien van Samos het geval is. Daar hebben we dus de poppen alweer dadelijk aan het dansen. Het eerste gevolg zal wel wezen dat de internationale troepen niet weggaan, 't Is waarlijk te hopen dat de zaak ge sust zal worden, want men heeft niet meer met Abdul Hamid te maken, en daarmede zullen zoowel de Grieken als de mogendheden ter dege reke ning hebben te houden. De aubade aan H. M. de Koningin. De reeks van feestelijkheden, welke de bevolking der Residentie met on vermoeibare opgewektheid en war me geestdrift heeft gevierd om uiting te geven aan haar vreugdestemming bij de geboorte van Prinses Juliana is eindelijk besloten. De dag van gisteren was de laatste hulde door het feestcomité gebracht aan de Vor stelijke Familie, de laatste gelegen heid aan de bevolking gegeven om voor het vertrek van de Koninklijke Familie nog eens levendig blijk te geven van de gevoelens van liefde, eerbied en dankbaarheid, die haar bezielen, aan haar vreugde bovenal, dat de Vorstin zich weder gezond in haar midden bewoog. Bij de aubade op de Maliebaan kwam H. M. zelve met Haar vrien delijken glimlach de hulde in ont vangst nemen, was het aan menschen uit alle kringen der burgerij gegeven de Koningin zelve toe te juichen. En men heeft gejubeld, de stemmen uit gezet om de hoera's te doen weer klinken over het breede veld, gewuifd met de hand, met hoeden en zak doeken en met programma's, men heeft vol vuur der Koningin doen weten, hoe gelukkkig men was over Haar welwillendheid dit laatste feest te komen opluisteren met Haar tegen woordigheid. Zooals men weet, was het aanvan kelijk de bedoeling, H. M. een och- tendgroet te brengen. Verschuilende omstandigheden leidden ertoe, dat de Maliebaan werd gekozen als terrein vooi de zanguitvoering die eerst tegen 5 uur in den middag kon plaats heb ben. Men had moeilijker een gelukkiger keuze kunnen doen, dan die van het ruime veld in zijn heerlijke groene omlijsting, waar plaats was voor zoo talrijke toeschouwers, die zulk een bijzonderen aanblik bood nu daar reeds lang te voren, die dichtopeen- Orlowsky met zijne vrouw, Hildegard was gekleed in een japon van zwart fluweel, die hare slanke gestalte en haar schoone tint liet uitkomen. Het echtpaar werd van alle zijden vriendelijk begroet. Hildegard zag hoe haar man naar gravin Bradsky snelde, haar de hand kuste en hoe zij onmiddellijk in een druk gesprek met elkaar gewikkeld waren. „Zoo heel oppervlakkig kan de bekendheid met die gravin toch niet geweest zijn," dacht zij, terwijl zij slechts half luisterde naar graaf Konsky, die haar een vleiend com pliment maakte over hare smaakvolle kleeding. Daar kwam Paul op haar toe en zeide Mag ik je even aan gravin Bradsky voorstellen De dames werden aan elkaar voor gesteld en beiden keken elkander met onderzoekenden blik aan. Hildegard voelde instinctmatig, dat zij van deze vrouw niets goeds te verwachten had uit die oogen sprak blakende hartstocht en tegelijkertijd ook ijskoude ongevoeligheiddie vrouw boezemde haar vrees in. En gepakte menschenmassa stond kleu rig in zomerschen tooi, terwijl het koor en zijn begeleider zelf een ver rassend bonte stoffeering boden, wel ke juist in de open ruimte bij den verrukkelijken zonneschijn een zeer schliderachtig effect maakte. Tegenover de koninklijke logewas het koor opgesteld van de ongeveer 3000 zangers. Deze ruimte was om geven door hooge masten met groen omslingerd. De tribunes aan weerzijden van de koningsloge waren versierd met wapenschilden en kleurige wimpels. De tribunes zelve waren geheel bezet vermoedelijk bevonden zich een 5 a 6000 menschen, terwijl een beperkt getal genoodigden plaats had ge nomen op een kleine tribune rechts van de koninklijke loge. Nauwelijks hadden de Koningin en de Prins Hun zetels ingenomen of Van 't Kruijs gaf het sein aan zange ressen en zangers voor den aanvang van den feestzang „Oranje en Neder land". En toen klonk dadelijk flink en krachig het voolijke „De Oranjewim pel wappert", enz. Nauwlijks had de heer Van 't Kruys de hand doen vallen ten teeken dat de cantate was geëindigd, of een adjudant kwam hem uitnoodigen zich naar de Koninklijke loge te begeven, waar de Koningin hem, evenals den dichter der cantate, den heer Lands man, Hare hooge ingenomenheid met het gehoorde betuigde en verklaarde den zang zeer te hebben bewonderd. Ook met den tekst betoonde H. M. zich zeer voldaan. Componist en dichter werden ook aan de andere Vorstelijke personen voorgesteld en mochten ook van dezen vernemen, dat zij het verkregen resultaat bewonderden. De heer Van 't Kruijs werd nog gecomplimenteerd door minister Heemskerk en door den Commissaris der Koningin in Groningen, zijn vroegere woonplaats. Inmiddels besteeg de heer Van 't Kruijs weer het dirigeergestoelte en een kleine aanwijzing was voor alle dames en heeren medewerkenden voldoende, om plechtig het slotkoraal aan te vangen, dat indrukwekkend klonk. Precies halfzes reed het Koninklijk rijtuig voor de loge. Voor Haar ver trek betuigde Hare Majesteit, in een kort woord tot den burgemeester, baron Sweerts, aan het Comité en aan alle uitvoerendenHaar hartelijkendank. De Koningin verzekerde dat Zij de geheele burgerij erkentelijk was voor de wonderschoone hulde en dat Zij ieder persoonlijk die direct of indi rect tot het welslagen van dit hulde betoon had bijgedragen, hoogst dank baar was. Glimlachend merkte de Koningin gravin Bradsky, die zich zelve dwong om een poos beleefd met haar te spreken, zeide later tot een der hee ren van het gezelschap dat er met de jonge gravin Orlowsky niets was aan te vangen en zij maar be ter had gedaan als ze in Hamburg was gebleven met haar oudbakken ideeën. „Iedere echte Pool zal haar op den duur vervelend vinden en ik geloof dat graaf Orlowsky er ook reeds zoo over denkt," voegde zij er spottend bij. Zooals altijd bij zulke samen komsten, werd ook dien avond ge danst de schoone gravin Suska Bradsky danste voortdurend, nu met den een dan met den ander, terwijl haar man, die vrij wat ouder was dan zij, aan den muur stond en ver drietig al die drukte aanzag. Ook Hildegard danste weinig zij gaf voor, dat de zware fluweelen ja pon haar bij het dansen hinderde, maar inderdaad was zij in een te gedrukte stemming om aan dit ver maak deel te nemen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1