Draagt Plouvier's Schoenwerk. Maandag 7 Juni. No. 130 1909. eton. 47e Jaargang. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Het wetsontwerp tot regeling der banken van leening en zijne geschiedenis. BINNENLAND. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek- handélaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. i. Herhaaldelijk, doch te vergeefs, is beproefd eene behoorlijke wettelijke regeling tot stand te brengen van de welbekende instelling der banken van leening. Er is wel eene oude regeling, die reeds dagteekent van 1826, maar deze is hoogst gebrekkig. Bij die regeling is de noodzakelijk heid aangenomen, om instellingen te hebben, die geld op onderpand voor schieten, daardoor een hulpmiddel aanbieden in dringende benoodigd- heden en de beleeners voor den woeker beveiligen terwijl voorschrif ten werden gegeven omtrent inrichting en beheer zoodat althans de ge- wenschte éénheid verkregen werd, waaraan het vroeger geheel ontbrak. De zonder machtiging der overheid opgerichte leenbanken bestonden in strijd met de regeling en de toen en nog lang daarna bij ons van kracht zijnde Fransche strafwet bedreigde straf tegen degenen, die zonder mach tiging eene dergelijke instelling op richtten of exploiteerden. Vele plaat sen hadden eene stedelijke instelling, soms een hoofdbank met eenige huizen van inbreng daarnevens, terwijl hier en daar particuliere banken met wet telijke: autorisatie werden aangetroffen. De zoogenaamde stille pandjeshuizen werden zoo goed mogelijk geweerd. Langzamerhand zijn er een groot aantal van die instellingen verdwenen. In 1860 waren er nog 34 gemeente lijke banken van leening thans slechts 17. In hetzelfde jaar 1860 waren er 50 verpachte en erkende banken, waarvan het getal vroeger nog veel grooter was, thans slechts 3. Is dat een gunstig verschijnsel Helaas, het tegendeel is waar. Tegen de banken van leeningzijn 'altijd vele bezwaren ingebracht, maar weinig kon men vermoeden dat zij nog eens hoogst gunstig zouden moeten worden beoordeeld, vergeleken bij in lateren tijd opgekomen instellingen, die er mede in concurrentie zijn getreden. Het staat toch vast/dat de uit den aard der zaak hooge rente, die bij de bank van leening wordt betaald, niet ontaardt in woeker en dat deze in stelling ook niét aanmoedigt om er gebruik van te maken. Geheel anders was het gesteld met de zoogenaamde huizen van koop met recht van wederinkoop. Toen het Fransche wetboek van strafrecht hier nog van kracht was, konden die huizen, welke inderdaad vermomde banken van ieening zijn, niet worden 0—0 7.) Indien hij met haar gesproken had over zijn geldgebrek, zou zij hem van harte gaarne verontschuldigd hebbenmaar dat hij buiten haar weten het geld had uitgegeven, het welk haar met een bepaald doel ge schonken was, deed haar meer leed dan het verlies van het geld zelf. En Paul was ontevreden over zich zelf, over Hildegard, over de om standigheden; hij liep rond met gebogen hoofd, zag er uit als iemand met een kwaad geweten en was bij zonder slecht geluimd. Eindelijk kon hij dezen toestand niet langer ver dragen. In den ochtend van den derden dag na hét bovenvermeld gesprek ontmoette Hildegard hem op hare wandeling in den tuin. Hij snelde op opgericht zonder dat men gevaar liep van met den strafrechter in aanraking te komenmaar toen er een nieuw wetboek van strafrecht kwam, dat niet in de zaak voorzag, was er niets meer aan te doen. Het ligt geheel in den aard der zaak, dat zulke huizen tot allerlei misbruiken aanleiding geven, om de zeer eenvoudige reden dat ze aan geene wettelijke regeling onderworpen zijn. Het beroep van den houder van een huis met recht van wederinkoop, die zelf een zeer eerlijk man kan wezen, mag geen volkomen vrij be roep zijn. Voor den zoogenaamden koopprijs, die dan eigenlijk een lee- ningsom is, wordt een zeer hooge rente berekend en wij weten er voor beelden van, dat die rente zoo bui tensporig hoog was, dat zij herinnerde aan de ergste woekertijden. Toch is het zeer goed mogelijk, dat de zooge naamde kooper die rente zoo hoog moest stellen, omzijneonderneming, waarvoor wellicht een groot bedrijfs kapitaal noodig was en die misschien zonder voldoende middelen was op gericht, op den duur in stand te houden. Het spreekt evenwel van zelf dat zulk duur leenen van geld de positie van den toch reeds vrij beklagens- waardigen pandjesmaker, niet verbe tert, maar verergert. Toch zijn de huizen van koop zeer gezocht. Degene die er zijn goed brengt weet zeer goed dat de wettig erkende en goed georganiseerde bank van leening en het huis van koop feitelijk zaken zijn van dezelfde beteekenismaar het zijn juist die wettelijkheid en de of- ficieele organisatie, die hen hinderen. Hij komt niet graag voor de heeren en heeft liever te maken met de stille, ten allen tijde toegankelijke en een voudig ingerichte particuliere instel ling. Natuurlijk bedenkt hij niet, dat het den houder van het huis van wederinkoop om het maken van winst 'te doen ishet is voor dezen een gewoon beroep en, terwijl de bank van leening tot op zekere hoogte nog kan beschouwd worden als een mid del ter voorkoming van armoede, werkt het koophuis, zooals het thans is ingericht, de armoede uiteraard in de hand. Het is dan ook te hopen dat de tegenwoordige regeering gelukkiger zal zijn dan hare voorgangsters en er in zal slagen om de door haar on dernomen regeling van de banken van leening tot stand te brengen, opdat particuliere banken niet langer onge controleerd in het leven kunnen wor den geroepen. De memorie van toe lichting op het wetsontwerp zegt dat, haar toe, sloot haar in zijn armen en fluisterde Wil je mij vergiffenis schen ken, lieveling Ik weet, ik ben de liefde niet waard, maar ik kan niet zonder je levenAch, zie me toch weer eens vriendelijk aan met je lieve, mooie oogen. Hij nam haar hoofd tusschen zijne handen, kuste haar de tranen van de wangen, noemde haar met de vleiend ste namen Hildegard lachte hem vriendelijk toe de vrede was ge sloten. Zij verzocht hem, dat hij voortaan openhartig met haar zou omgaan en nooit iets voor haar zou geheim houden. Dat beloofde hij plechtig, en om haar wat op te vroo- lijken, stelde hij voor, dat zij in den namiddag met hem naar Warschau zou gaan. Hoe zou je het vinden, als je daar voorloopig eenige nieuwe ven stergordijnen, een tapijt en andere kleinigheden aankocht om de kamer te stoffeeren Ik hoop binnenkort al je andere wenschen betreffende het nieuwe ameublement te kunnen be vredigen. Besté man, ik heb heeletnaal behoudens enkele gunstige uitzonde ringen, de pandjeshuizen woeker- instellingen geworden zijn, die, onder den schijn van de minder bevoor rechte hulpzoekenden te helpen, hen uitzuigen en steeds knagen aan het overblijfsel van welvaart, dat bij deze ongelukkigen nog te vinden is. In de eerste plaats vallen natuurlijk de gemeentelijke banken onder de te maken regeling, die onder de be staande gebrekkige wetsbepalingen lijden. Het is b.v. een gebrek, dat de zoogenaamde s t a a n t ij d te lang is (14 maanden). Daardoor wordt de rente, die misschien met de opbrengst van het pand moet worden vergoed, hooger en kan er dus minder op de voorwerpen gegeven worden. Over 't algemeen is men er bij de gemeente lijke banken ook te weinig op bedacht om het publiek te gerieven, waardoor zij in de concurrentie met de huizen van koop noodzakelijk het onderspit moeten delven. Deze huizen toch stellen naar believen hunne voor waarden en die voorwaarden worden in den regel vervat in zulke bewoor dingen, dat het niet zeer ontwikkelde publiek niet bemerkt hoe de vork eigenlijk in den steel zit. De eigenaar van het huis houdt niet zelden een winkel. Niemand schroomt natuurlijk een winke! in te gaan. Hij beleent daar zijn goed en het wordt door den zoogenaamden kooper in dien zelfden winkel verkocht. Hierbij komt het ontzaglijk bezwaar, dat vele pandhuishouders zich leenen tot het aannemen van gestolen goed, waardoor de misdaad in de hand gewerkt wordt. Het absoluut verbod va: particuliere banken van leening, hetzij dan onder dien naam of onder eenen anderen naam, vindt zeer vele voorstanders. Dit verbod is echter naar de meening der regeering niet voldoende gerecht vaardigd. Zij meent, en wij hopen het van harte, dat de misbruiken wel te keeren zijn. Zij beroept er zich op, dat men dit nog nooit eens ernstig beproefd heeft. Door publiciteit en controle kan men, naar hare overtui ging, de menschen wel dwingen om binnen de perken der billijkheid te blijven. Zij heeft bovendien nog an dere overwegingen op haar besluit invloed laten oefenen. De gemeente lijke banken van ieening, meent de regeering, zouden bij opruiming van alle particuliere banken voor zoo omvangrijke behoeften komen te staan, dat zij op den langen duur daaraan niet zouden kunnen voldoen. Voor dezen grond is, naar wij meenen, niet veel te zeggen. Men zou natuurlijk moeten omzien naar middelen om aan geen nieuw ameublement noodig, als ik je liefde maar bezit. Arm in arm keerde het jonge paar van deze wandeling huiswaarts. Toen begon Hildegard met veel ijver haar kleine salon in te richten. Uit de andere kamers koos zij ver schillende voorwerpen, die zij het best voor haar doel geschikt achtte en die het minst waren beschadigd. Eenige dagen later kwamen de nieuw aangekochte dingen uit de stad, en nu kreeg het salon door nieuwe gordijnen, het vuurscherm en de bloemtafel een zeer gezellig aanzien. Alleen moest het groote tapijt voor de canapé nog worden uitgespreid. Louise, de kamenier, kon daar alleen niet mee gereed komendoch juist vernam de jonge gravin in de gang de goed hoorbare stapjes van juf frouw Janutsch. Hildegard opende de kamerdeur en riep Och, juffroiSw Janutsch, kom eens hier en help dat nieuwe tapijt eens uitspreiden. De huishoudster kwam, doch bleef op den drempel staan, sloeg de han den voor het gelaat en jammerde O, wat een ongeluk O, wat Abonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarderi. dat bezwaar te gemoet te komen maar het wil ons voorkomen dat die middelen wel te vinden zijn en de staat desnoods daartoe zou moeten medewerken. Een tweede grond is, dat er een ongelijke strijd zou ontstaan tusschen de stille pandhuishouders, gesteund door het publiek, aan den eenen kant, en de politie aan de andere zijde. Ook voor dien grond kunnen wij niet veel voelen. Tegen zulk een strijd zou men naar onze meening niet mogen opzien. Wanneer een beroep uiteraard schadelijk werkt, afge scheiden van de personen, dan mag de wetgever er een einde aan maken. Hoe het zij, het stelsel dat de re geering gekozen heeft, bestaat hierin vrijheid zooveel mogelijk aan de ge meentelijke banken vrijheid ook voor particuliere banken, maar onder ge meentelijke contröle en waarborgen tegen misleiding. Hoe de regeering dat steisel uit werkt, zien wij in een volgend en slotartikel. Slaatscommissie in zake de werkloosheid. Naar „het Voik" verneemt, wil de minister Talma een Staatscommissie inzake de werkloosheid in het leven roepen. Aan de commissie zou wor den opgedragen te onderzoeken: lo. in hoeverre de regeering over de middelen beschikt om snel en vol doende ingelicht te worden over den stand van de binnenlandsche arbeids gelegenheid en den omvang en den aard van de werkloosheid in de ver schillende vakken en welke aanvulling deze middelen behoeven 2o. wat de regeering kan doen, hetzij door steun van personen of corporaties, hetzij zelfstandig, zoowel tot voorkoming of bestrijding van werkloosheid, als tot leniging van de gevolgen daarvan. Volgens genoemd blad ligt het verder in de bedoeling het Kamerlid Treub tot voorzitter dezer Staatscom missie te benoemen, terwijl daarin vooreerst verschillende bedrijven waarin de werkloosheid zich liet irieest doet gevoelen, door ondernemers zoo wel als door arbeiders, vertegenwoor digd zuilen worden, maar verder ook de verschillende politieke partijen, personen, die zich in het bijzonder met de studie en de practische be strijding der gevolgen van werkloos heid hebben beziggehouden, en ein delijk eenige hoofdambtenaren van 's ministers departement. een ongelukMoet ik zoo iets zien met mijn oogen Ons mooie salon is heelemaal bedorven. Voor onze oude gravin was het altijd goed ge noeg en toch was de oude gravin moeder eene zeer voorname dame. Ja, dat geloof ik wel, juffrouw Janutsch, maar help nu vlug een handje mee, ik heb niet veel tijd te missen, sprak Hildegard ongeduldig. Dat kan ik niet doen helpen als alles zoo door elkaar wordt ge worpen Ik zal een der knechts hier zenden. Onder het uitspreken van die woorden liep zij zoo vlug weg, dat de roode linten van haar muts ach ter haar aan fladderden. De jonge gravin en Louise keken elkaar verwonderd aan daarop zeide Hildegard Wat is dat toch voor een mal oud wijf. Hoe onontbeerlijk dat oude schep sel echter in „Het Paleis" te Mis- lowice was en hoe weinig geneigd om zich uit haie positie te laten ver dringen zou spoedig genoeg blijken. Graaf Oriowsky had met zijne vrouw de vereisciite bezoeken ge- Dr. Kuyper te Dordrecht. Voor de centrale a.-r. kiesvereeni- ging „Nederland en Oranje" te Dord recht trad gisterenavond dr. A. Kuyper als spreker op in een vergadering, welke alleen toegankelijk was voor geestverwanten, houders van kaarten, welke verkrijgbaar waren gesteld tegen den prijs f 1, f0.50, f0.25 en fO.10. De groote zaal van „Kunstmin", waar de bijeenkomst gehouden werd, was geheel gevuld met anti-revolu tionairen en katholieken en eenige vrijzinnigen, die nog een toegangs kaart machtig hadden weten te worden. De spreker werd met handgeklap en hoera's ontvangen. De voorzitter der kiesvereeniging dankte dr. Kuyper namens de geheeie "rechtsche coalitie voor het aannemen der candidatuur voor Dordrecht. Dr. Kuyper begon zijn rede met een woord van dank aan de a.-r, kiesvereen. voor het stellen van hem als candidaat voor Dordrecht, ook aan de katholieken en de christeKjk- historischen voor hun offer aan de coalitie. Spr. achtte het voor iemand, die 40 jaar in een glazen huis heeft gewoond en dagelijks de pen heeft gevoerd niet noodig zijn denkbeelden en gevoelens uiteen te zetten. Daarom zeide hij alieen te zullen spreken over het feit, dat we toe zijn gekomen aan een keerpunt in onze staatkundige geschiedenis, waardoor de zaken om worden gezet. Spr, herinnerde voorts aan het gedenkwaardige jaar 1873, dat een keerpunt bracht, en aan 1878, maar hij achtte dit jaar nu we weer aan een keerpunt zijn, van nog grooter belang. Spr. gaf vervolgens een geschied kundig overzicht van het politieke leven in Nederland, uitvoerig behan delende het optreden van Thorbecke en de regelingen van het kiesrecht, erop wijzende hoe de census en de districtsverdeeling het politieke doel had de anti revolutionairen er onder te houden, hoe de partijbenoemingen bijna alie openbare betrekkingen in liberale handen brachten, waarin het notariaat nog voor een groot gedeelte is, behalve in de katholieke streken. Als derde middel om de anti revo lutionairen in de minderheid te hou den, noemde spr, het uitspelen tegen elkander van Rome tegen Dordt en Dordt tegen Rome. Door deze drie middelen wisten de liberalen de over hand te behouden. Toch streefden Thorbecke en de zijnen naar algemeen kiesrecht, waarvoor zij noodig achtten liberaliseering van het Nederlandsche voik. Hiervoor gebruikte men den strijd in de schooi en den strijd in de kerkmen neutraliseerde de volks school en moderniseerde de kerk. Toen spr. te Leiden studeerde, was ieder die niet liberaal en modern was niet in aanzien; daardoor kreeg iemand biacht aan de edellieden in de om streken. Zij waren overal met de in Polen gebruikelijke gastvrijheid ont vangen overal had men hen genoo- digd om zoo lang mogelijk te blij ven. Hildegard had gelegenheid ge had op te merken dat orde en zin delijkheid nergens eene groote roi speelden. De salons waren met smakelooze bevalligheid ingericht; dat hier en daar vlekken en scheuren waren in de kostbare zijden bekleeding van stoelen, fauteuils en canapé's hin derde het vroolijke volkje niet. Zij lachten, schertsten, aten, dronken en dansten, precies als den eersten avond in Mislowice en eerst laat in den nacht keerde men van zulke uitstapjes huiswaarts. Als er dan een paar rustige dagen volgden en zij in haar gezellig salon kon zitten brie ven schrijven en muziek maken, ge voelde Hildegard zich recht gelukkig en tevreden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1