Geld of Liefde. 25 Mei, No. 121 Ichten. stand. Feuilleton. 47e Jaargang. 1900. irij. JN: Dinsdag BINNENLAND. VAN m HAK 6F DEN TAK. ap" heeft een ran op baron ad beschuldigt Hongarijehet g van den mi- /estie zelfs in ringen wordt ntwoordt daar- officieus ar- ;nissen uit het /oor de goed- sche militaire itsche kringen. leidt men af, dkens'ontkend eele Duitsche aarsche leger- En dit is iets in Hongarije ed zal zetten, wordt als be id met binnen- aangelegen- waarvoor de zijn, en waar lerament niet publikeinsche oaansche Cor- eft in den Se- ehouden over in Marokko, noodzakelijk- litiek het volle 11 kiezen moet iet een zuiver een overeen- en, waarmede relatie komt. at men zich rugtrekken öf ;t voeren Irjn- dusverre ge en slotte een aansche en de tiek. is, dat Spanje, in het Rif- e politiek van niteeren. |cko is wel is hem geant- Jan niettemin delingen met verbintenis- Je Algesiras- iGullon vroeg ilitaire maat- loor op alles de volgende ering daarop i a f. gin. M. de Ko- het schoone imiddag bevalling 21 Mei. 2229, 13553, B362, 20780, 739, 12585, D: en A. M. de filiek, jm. 21 16 j. |26 j. en H. E. F. de M. van de laard, jm. 30 jd. 30j. j. en A. de eb. van den Crijger, geb. Ige, geb. de A. A. Roda, J. Ardewijn, rf, 81 j. /an der Ma lingen. nm. 3.59 4.46 5.38 6.30 7.31* brg. 1.47. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. |j fibonnernents-fiduertentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden. De eerste kerkgang van H. M. de Koningin. Zondagmorgen is de vorstelijke fa milie voor het eerst na de blijde ge beurtenis naar de kerk geweest. Ver schillende kerkgebouwen waren, mede omdat het publiek wel ver wachtte dat de Koningin zou komen maar niet wisten in welke kerk, stampvol. H. M. de Koningin, vergezeld van Prins Hendrik en de Koningin-moeder, woonden de godsdienstoefening bij in de Regentessekerk onder gehoor van ds. A. J. A. Vermeer, die natuurlijk niet naliet te danken voor den zegen, die land en volk was te beurt ge vallen en voor het gelukkige herstel der Koningin. De dienst duurde kor ter dan gewoonlijk. Toen H. M. de Koningin even over 11 uur opstond om het gebouw te verlaten hief een der kerkgangers Psalm 134 vers 3 aan en weldra vielen allen in, H. M. de bekende zegenbede: „Dat 's Heeren zegen op U daal" toezingend. Staande hoorde de Koningin het aan. Buiten werd zij door een groote menigte inenschen toegejuicht. Het eerste portret van ons Prinsesje. Voor het groote winkelraam van de firma Guy de Coral in de Lange Poten te 's Gravenhage, waren Zater dag in een feestelijke omlijsting uit gestald de eerste portretten van Prin ses Juliana, in klein en in grootfor maat. De voorbijgangers in de drukke straat verdrongen er elkander om ze zoo goed mogelijk te zien. Geen won der 1 Wat is er naar verlangd, overal in het land, in deze drie weken om het eerste beeld te zien van het met zoo groote vreugde door heel de we reld begroete Prinsesje uit het Huis van Oranje. Ondernemende lieden hebben daar gebruik van weten te maken en fantaseerden met weinig eerbied voor natuurgetrouwheid, met behulp van bestaande foto's van Ko ningin en Prins afbeeldingen van het Koninklijk Paar met het Vorstelijk Kindje; een anticipatie, die hun ge lukt omdat nu eenmaal alle jonge kinderen in hun eerste levensweken voor ieder ander dan de nauwste ver wanten op elkander gelijken als twee druppels water. Maar toch,.... het was het échte niet. En de Koningin, die zoo fijn ge voelt en zoo verstaat, wat ons volk in stilte wenscht, begreep dat en verrichtte een sympathieke daad, waar voor duizenden en duizenden Haar dankbaar zullen. Zij, de gelukkige Koninklijke Moeder, die reeds van Haar jeugd 0—0 55.) „Ik heb goede berichten ontvangen in plaats van den verloren omzet in het westen opent zich voor mijn fa brikaat eene markt in Duitschland. Ik heb de daarop betrekking heb bende brieven voor u meegenomen wilt gij ze eens inzien „Ik feliciteer u, ik feliciteer u van harte," zei Kaiser, toen hij de brie ven weer samenvouwde en ze zijnen gast overreikte. „Dat zijn werkelijk goede berichten. Er behoort juist niet veel scherpzinnigheid toe, om u te voorspellen, dat ge binnen weinige jaren een welgesteld man zult zijn." „Ik ben nog niet uitgepraat," ant woordde Max. „Ik heb bovendien het vooruitzicht, de leverantie voor het legercorps in onze provincie te ontvangen, ook andere belangrijke af een groote liefhebberij voor en ge oefendheid in de fotografische kunst bezit, maakte eigenhandig eenige por tretjes van haar kind een, waarbij het in de armen van Prins Hendrik ligt, een ander op den schoot van de Koningin-moeder, die beiden met blikken van innig welgevallen naar de lieve jonggeborene kijken, en twee in het wiegjlL En daarbipA werd er nog een ge maakt door een Hofdame, waarop de Koninklijke Moeder zelve Haar kind draagt, de armen steunende op een tafeltje. Welk een waarde hebben daardoor deze eerste foto's, die volgende week in grooten getale onder ons volk zul len worden verspreid, gekregen 1 Welk een bekoring van intimiteit ligt daarin nu voor ieder, die het por tretje van Prinses Juliana een eere plaats in zijn woning zal geven 1 Nu ziet men toch in dat teere aardige kopje met de levendige oogjes en in dat mollige opgeheven ampje iets anders dan in het fantai- sie-poppetje waarmee men zich tot dusver tevreden stelde. En wat men daarbij met genoegen opmerkt dat is, hoe flink Moeder en jonggeborene er beiden uitzien. Vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat de foto's werden genomen toen het Prinsesje juist twee weken oud was, geeft dit groote reden tot blijdschap. („N. Ct.") Bond van Jongelings-vereenigingen. De 21e bondsdag van den Bond van Jongelings-vereenigingen op Geref. grondslag is op Hemelvaartsdag in het Kurhaus te Scheveningen onder leiding van den bondsvoorzitter, ds. J. E. Vonkenburg, uitnemend geslaagd. Er was van begin tot einde een enthousiaste stemmingde pittige openingsrede van ds. Vonkenberg had die er al dadelijk ingebracht het bezoek en de toespraken der ministers Heemskerk en Idenburg voerden ze al hooger op, en toen 's middags in de overvolle Kurzaal de Minister van Staat, dr. A. Kuyper, eerelid van den Bond, het podium betrad, had ze haar hoogtepunt be reikt en barstte de geeftdrift uit in een minutenlang gejuich en oorver- doovend applaus. Aangrijpend was het, toen plots de storm van gejuich ging liggen, de duizenden als één man opstonden en spontaan en plechtig „Dat 's Heeren zegen op u daal" aanhieven. Met spannende aandacht, als een batterij vurende oogen, zooals dr. Kuy per het noemde, volgden de hoorders en hoorderessen zijn toespraak. Bij het vertrek werd weer even enthou siast gejuicht en geapplaudiseerd en zong men „Zij zullen het niet hebben". Dat prof. Bavinck voor zijn „op- besteliingen zijn mij toegezegd kortom ik ben thans werkelijk niet te optimistisch, wanneer ik hoop, dat de moeilijke tijden nu achter mij liggen." „Ik behoef u wel niet te verzeke ren, dat mij dit verheugt, alsof het mij zelf betrof," zei Kaiser. „En" vervolgde Max glimlachend, „daar ik nu eindelijk een vrij man ben, die opgehouden heeft een slaaf der tijdsomstandigheden te zijn, en die aan den wensch van zijn hart mag voldoen, zoo zal mijne eerste vrije daad het welzijn mijner arbei ders gelden. Zoodra het werk in de fabriek weer begint, zal ik hun uit vrijen wil de verhooging geven, die ik hun vroeger heb moeten weige ren, Daar de nieuwe machines mij vrij wat arbeidskracht besparen en de inkomsten thans rijker zullen vloeien, kan ik het doen, zonder mijne crediteuren te benadeelen." „Dat ge correct en rechtschapen handelt, heb ik nooit betwijfeld, beste vriend," zei Kaiser hartelijk. „Doch niet alleen op dit oogenblik, reeds dezen nacht hebt ge mij ook het bewijs geléverd, dat gé een hu- wekkend woord" nog zooveel aan dacht vond, en na zijn schoone peroratie zulk geestdriftig applaus, hebben we toe te schrijven aan zijn groot talent als redenaar, aan zijn pakkende causerie, aan zijn vader landslievende woorden. Spoorwegtarieven. Naar aanleiding van het op zijn verzoek aan het bestuur der Neder landsche Reisvereeniging door den minister van waterstaat toegezonden overzicht van de door de Nederland- sche spoorwegmaatschappijen inge zonden voorstellen betreffende de herziening van reizigerstarieven, heeft voornoemd bestuur den minister in kennis gesteld van zijn wenschen te dien opzichte, nl. a. Wat de gezelschapsbiljetten be treftdat het minimum van lOperso nen behouden blijve, dat ook reduc tie zal worden verleend op de zgn. enkele reizen dat deze reductie op 50 pet. bepaald worde, althans meer dan 25 pet. zal bedragen. b. Wat de algemeene en bijzondere vacantiekaarten betreft, dat deze be houden zuilen worden en ook tot de lijnen der H. IJ. S. M. zullen worden uitgebreid c. Dat de Maatschappijen voorts zullen overwegen de invoering van 5 en 15 daagsche abonnementen in den geest zooals deze in België be kend zijn. De le luit. der inf. B. Mulder, gar nizoen te Groningen, heeft een nieuwe jukbrug voor militaire doeleinden samengesteld, welke door één man in gedekte houding vlug geslagen kan worden. Met behulp daarvan zijn drie man in staat kanalen van onbepaalde breedte en tot 2,25 meter diepte in zeer korten tijd te overbruggen. Bij een proef is gebleken, dat daar mede na 15 min. het Noord-Willems kanaal kon worden overgetrokken. Hier en daar viert men in ons va derland nog feest en ook onze stad zal de geboorte van de Konink lijke telg nog feestelijk gaan herden ken maar op de meeste plaatsen is men reeds weer tot de bezigheden van alle dagen teruggekeerd. Evenwel, de blijde gedachte blijft ieder bijdaar ginds, in het Konink lijk Paleis, is thans een gelukkige Moeder, in wier geluk wij allen ons verheugen. Aan het blije, dankbare gevoel, dat alle harten vervult en niet het minst van de Koninklijke Moeder zelve, is door Joh. H. Been in het „N. v. d. D." uiting gegeven in een mooi gedichtje, dat wij onzen lezers niet mogen onthouden maan mensch zijt, met een hart in de borst. Dat heeft mijne achting voor u nog verhoogd. Toen ik u he den met zoovee! zorg de gewonden zag behandelen, heb ik mij zeiven beloofd, u mijn leven lang als een dierbaar vriend te eeren. Ik verzoek u, mij dikwijls gelegenheid te geven om u deze vriendschap te bewijzen, „Dat treft goed," antwoordde Max, want hier sta ik voor u met eene bede op de lippen, van welks ver hooring mijn geluk afhangt." De bewogen toon, waarop hij deze woorden sprak en de verhoog de kleur van zijn gelaat deden Kaiser vermoeden van welken aard het ver zoek zou zijn, dat zijn vriend hem had te doenook herinnerde hij zich misschien gelijktijdig het storm achtig tooneel, dat hij straks met Paula had gehad. Hij gevoelde zich schuldig aan een kleine indiscretie tegenover Max, want hij had aan duidingen gemaakt en wenken gege ven waartoe hij niet geautoriseerd was. Hij had Max voorgespiegeld, dat het slechts aan hem lag, de rijke erfgename te huwen, dat hij slechts de hand behoefde uit te MOEDERTJE. Zij was de Moeder van het land, De jonge Koningin, En jeugd en grijsheid haalden haar Met deze woorden in, Tan gleed om 't vriendlijk aangezicht Een schaduw ijl en. fijn, Omdat zij, die 's lands Moeder was, Geen moedertje mocht zijn. En Neerlands volk, dat telkens om Haar vriendelijken lacli Die schaduw wiefeing van het leed, Dat stil verlaDgen zag En heel ons volk leea met haar mee, Want liefde voelt zoo fijn Omdat zijdie 's lands Moeder was, Geen moedertje mocht zijn. Nu vaart een vuurstroom door het land Van dankbaarheid en vreugd, Nieuw leven in d'Oranjestam Geeft Neerland nieuwe jeugd 's Lands Moeder sjaat haar armen om Een kindje rose en fijn „Mijn lieveling, Goddauk, dat ik Uw moedertje mag zijn!" De blijde gebeurtenis hier te lande gaf aanleiding tot een grappig voorval ergens bij onze Duitsche naburen, in Fraben—Frabach. Een alleenwonende dame aldaar, mevrouw Emert—Kool, geboren Nederlandsche, liet, toen het heuglijk feit bekend werd, 600 kra kelingen onder de schooljeugd uit deden. Een paar dagen daarna vroeg de onderwijzer bij de geschiedenis-les, nadat juist de eeuw van den Grooten Keurvorst was behandeld„Welke dame.uit Nederland moet iedere goede Duitscher kennen (Hij bedoelde de echtgenoote van den Keurvorst.) Alle vingers werden opgestoken en bijna algemeen klonk het: „Frau Emert!" Deze dame had dus pleizier van haar traktatie, meer dan een jong koopman in Zechlin, Pommeren, be leefde van een „aardigheid", 'welke hij met de post uithaalde. Zijn ver loofde zou verjaren en dies zond hij haar een verrassing per posteen plak chocolade, gestoken in een cou vert voor geldswaarden, zooals die in Duitschland gebruikelijk zijn, en verzond dezen brief ongefrankeerd aan zijn adres, als waarde aangevende een millioen mark. Edoch, op het postkantoor was men ongevoelig voor grappen de kostbare zending werd volgens voorschrift gestempeFd, met 162 mark porto belegd, en onder ge leide naar Neurappin, waar de jonge dame woonde, gezonden. Deze had geen zin een kleine honderd gulden te betalen en weigerde de verrassing. De brief ging terug, na nogmaals met 162 mark te zijn belegd, en nu wordt door de post van den onvoor- zichtigen grappenmaker 324 mark gevorderd. Die chocoladeplak heeft dus voor hem een bitteren nasmaak. Zeker heeft hij de mogelijke gevolgen van zijn grap niet genoegzaam over wogen. Zoo gaat het velen. En' er zijn zelfs menschen, wier heele leven en gansche bestaan van te weinig ernst getuigt. Aan het eind hunner dagen is dan teleurstelling, een niet-bevredigd zijn hun deel. Het strekken. Met schrik werd hij thans de moeilijke positie bewust, waarin hij zich zelve had gebracht. „Mijn lieve jongen," zei hij, ter wijl hij met beide handen afwerin gen maakte, „laat u radengeef die zaak opGij zorgt het best voor uw geluk, wanneer ge u die gedachte geheel uit het hoofd zet." „Dat kan u geen ernst zijn. Gij zelf hebt mij zoo pas het bewijs ge leverd „Maar, ik bid u, dat is immers een geheel andere zaak," viel Kaiser hem in de rede. „Gij wilt toch geene vergelijking maken tusschen haar en Marie Wanneer er sprake was van eene tweede Marie, dan was uw wensch volkomen gerecht vaardigd maar „Pardon zei Max glimlachend, „mijn wensch is in ieder geval ge rechtvaardigd. Gesteld, dat de uit verkorene van mijn hart aan mijnen smaak evenzeer voldoet, als Marie aan den uwe 1 Hebt gij misschien een ander op het oog zou ik te laat komen?" „O neen volstrekt niet 1" zei Kai ser, terwijl hij zijne beide handen op kan misschien denzulken genoegen doen te vernemen, dat zij na hun dood nog tot zeer vele doeleinden gebruikt kunnen worden, indien zij dat verlangen. Het bekende tijdschrift „Vragen van den Dag" schrijft daar over in een interessant artikel. Men luistere met aandacht: Menschenhaar is goed tegen opstijgingen, als men het brandende den zieke laat ruiken. Het speeksel van een jongeman, die zeer gezond en nuchter is. wordt goed geacht tegen slangebeten en dol- lehondsbeet. Menschen met vuile ooren zijn, gedistilleerd, een goed middel tegen fijt. De nagels van handen en voeten veroorzaken zeeziekte, als ze geraspt genuttigd worden. De moedermelk is goed voor ont stoken oogen. Een ander vocht, 's mor gens op de nuchtere maag gebruikt, is prachtig tegen jicht, haarworm en andere jeuktens. En nog weer een andere stof is, gepoederd en ingeno men, afdoende tegen een dikke keel en vallende ziekten. Gestampte gal steen is een best transpireermiddel. Versche menschenhersens, liefst van iemand die opgehangen is, zijn patent tegen wezenloosheid, verstrooidheid en ontwakende jonge liefde. Een mummie, aan plakjes gesneden en droog genuttigd, is goed tegen kneu zingen en inwendige verbloedingen. Van menschenvet zijn kaarsen ge draaid, die een zacht, smeltend licht gaven, en dat een mensch met schoe nen en kousen aan, tot cornedbeef gedraaid, goed smaakt, dat weten we sinds eenige jaren. Dit alles is een heele troost voor menschen, die zich wel eens afvragen, waarom ze eigenlijk op de wereld zijn. Beter zal het echter zijn vast te houden aan de oude levenswijsheid, neergelegd reeds door Omar-el-Chat- tab, den tweeden opvolger van den profeet Mohammed, in de volgende woorden„Vier dingen komen niet terughet gesproken woord, de af geschoten pijl, het vervlogen leven en de verzuimde gelegenheid."! Keuvelaar. VHssingen, 24 Mei. Het muziekgezelschap „Ons Ge noegen" trok gisterenmiddag kwart over twaalf van het vereenigingslokaal op de Groote Markt al spelende naar de woning van den directeur, den heer Albert Baillieux in de Paul Kru- gerstraat om den directeur een au bade te brengen. De heeren J. G. de jonge en M. Geelhoed, resp. voorzitters van „Ons Genoegen" en van de werkliedeti- vereeniging ,,de Schelde" waren hier bij tegenwoordig. Nadat een stukje was gespeeld werden bovengenoemde heeren, zoo- Max schouders legde en hem door dringend aanzag. „Mij persoonlijk zou het zeer aangenaam zijn. Maar laat u raden, mijn jongener komt niets van. Denk er niet verder aan!" „Gij zult mij niet kwalijk nemen, dat ik aan dit vreemd verlangen niet voldoe," zei Max ernstiger dan te voren. „Mag ik aannemen dat ik uwe toestemming heb, om mijne zaak persoonlijk te bepleiten bij de jonge dame „Daar hebben we weer den ouden Pruisischen stijfkop, die zich niet laat raden of leiden. Het zal u spijten, mijn raad niet gevolgd te hebben." „ik verzoek dringend om uwe toe stemming beste vriend." „Ga dan heen, als ge niet anders wiltMaar ik waarschuw u, pas op uwe oogen 1" Max, die zich reeds naar de deur had gewend, bleef staan en zag den spreker met een verwonderden glim lach aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1