m. IEN m leid of Liefde. Draagt Plouviers Schoenwerk. 22 Mei. Feuilleton. No. 119 fasch bij )ERSE, liaif 11.iO.50 Hl. - 1,05 Hl - 19,-- Hi - !,I5 Hl - 155 LUSON. jmgen. 47ë Jaargang. 1909. St" St" st" rd. helde. Zaterdag Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnsments-flduertentiën op zeer uoordeelige ooortuaarden. Onvoldoende voeding en hare gevolgen. BINNENLAND. •iSCHE erke, o{ lissingen. billijke con- ossing. Qeen ngen bij dhr. 27 beneden. li»" Joon 7. üeeiand van Gmburgsche WETHOU- loepen soili- trekking van nde het a. s. is van f 200. nunne stuk en BURGE- a.s. en voor den |en worden dRte per» betrekking ste aanmel- iommissaris sen eu- o., en 6,35 dj en 7,05 a) en 5,05 a 6.35 d) h) vertrek van en va.8,50 Borssele en is, Boraelen van 10,45 April tot VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÉNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. O— Slechts weinig menschen verstaan de kunst, om zich goed en doelmatig te voeden. Hiervoor bestaan verschil lende oorzaken, in de eerste plaats is het inkomen van den man dikwijls ontoereikend, maar daartegenover zijn er oorzaken van geheel anderen aard. Komt men b.v. in de hoogere standen, waar „goed koken kunnende" dienst boden of koks gehouden worden, dan vindt men daar dikwijls het euvel, dat ondanks veel geld dat wordt uitgegeven, het voedsel verre beneden het pijl is van een doelmatige voe ding, Nu eens wordt te veel werk gemaakt van liflafjes, waarvan de voedingswaarde minimaal is, dan weer is de indeeling der gerechten onge schikt. Veel menschen denken, dat onder de rijken zoo lekker gegeten wordt, doch dit valt tegen. Onder zoekt men eens, dan blijkt dat er veel dingen zijn, die hun neus voorbij gaan. Dit komt daardoor, dat in vele gevallen de keukenprinsessen de koopprijzen der voedingsmiddelen enorm hoog haren mevrouwen aan rekenen, wat weer tot gevolg heefi, dat mevrouw last geeft om goedkoo- per ingrediënten te koopen. Vervol gens zijn er familiën, die ter wille van den uiterlijken schijn en van haren stand moeten bezuinigen op allerlei dingen, en dus ook op de voeding. Onder dergelijke menschen heerscht een verborgen hongersnood, zou men kunnen zeggen. Buiten kijf wordt echter onvoldoende voeding het meest veelvuldig aangetroffen onder de minder bedeelden der bevolking. En daar deze het grootste deel uitmaken, is het ook van des te grooter belang. Bij den arbeider wordt het hygiënische doel der voeding verdrongen door het oeconomische. Voor hem is dit niet de vraag „hoeveel kan ik eten maar„hoeveel kan ik betalen terwij! het: „wat moet ik eten" bij de betrekkelijke geringe ontwikkeling der menschen en hun totaal gebrek aan begrip over voedingswaarde haast nooit ter sprake komt. Het is niet mogelijk van deze lieden, die dagelijks hun brood moeten verdienen in het zweet huns aanschijns, te verlangen, om de voedingswaarde der stoffen te gaan berekenen. Bovendien komt dikwijls alles neer op de huisvrouwen, die- vaak gezegend zijn met een talrijk kroost, moeten zorgen voor hen, en voor de geheele huishouding. En dan nog, hoeveel huisvrouwen hebben idee van .zulke zaken! De meesten staan liever aan de deur te kletsen en kwaad te spreken met buurvrouwen of houden van pronk en opschik, aan het eten voor man en kinderen wordt geen de minste aandacht gewijd. En toch staat bij dit deel der be volking het beginsel voorop, voor 53.) Hij was blijkbaar in de beste luim en zag zijne pupil, met welke hij voor het huis op en neerliep, glim lachend van ter zijde aan. De ge lukkige afloop van zijne eigen zaak wekte in hem meer dan ooit het ver langen, dat het eindelijk ook eens tusschen Max en haar tot klaarheid mocht komen. Ook Paula hield het oogenblik voor goed gekozen, om hare zaak ter sprake te brengenzij kwam haren voogd dus halverwege te gemoet. „Ge weet," zei ze, dat ik niet van omwegen houd, maar liefst recht op Dijn doel af ga." «Jawel," antwoordde hij glimla chend, „ik heb in den Iaatsten. fijd dikwijls gelegenheid gehad, deze Prijswaardige eigenschap bij u op te een minimumprijs een maximale voe dingswaarde te verkrijgen. Volksvoe ding moet aan alie voorwaarden eener goede voeding voldoen, maar tevens moet ze goedkoop zijn. Is ze dat niet, dan lijdt men honger. Dank zij de uitnemende verbetering van verkeerswegen, dank zij den groo- ten vooruitgang der vervoermiddelen in de 19de eeuw, schijnt de moge lijkheid van hongersnood in beschaaf de landen tot het verleden te behoo- ren. Men denke echter daarom niet, dat de groote massa voldoende te eten krijgt. De bewijzen liggen voor het grijpen, het is een kwaal van eeuwen her. Ons land doet daarin niet onder voor onze naburen. De be roemde Utrechtsche hoogleeraar, pro fessor Gerrit Jan Mulder heeft naar aanleiding van die slechte voeding, reeds in 1847 een brochure geschre ven „De voeding in Nederland in verband met den volksgeest". In deze brochure noemt Mulder de slechte, ondoelmatige voeding als een dezer vele oorzaken van verval van 't Ne- derlandsehe volk, van zijn gebrek aan veerkracht en energie. Ook andere factoren somt hij op het zg. inbake ren bij kleine kinderen, het uren lang op school zitten, leeren en altijd leeren, gebrek aan reinheid, slechte kieeding, onvoldoende ventilatie. Ook spreekt hij over de noodzakelijkheid van ver scheidenheid in het voedsel. Hij zegt o. a.Het krachtiger dieet der En- gelschen staat in verband met de geestkracht der natie de Fransche soep komt overeen met de kinder achtigheid der Franschen, die zich afdrukt in de twee even duistere woor den „L'honneur et la gloire", waar mee die natie zichzelf steeds verblindt. Elders zegt hij een slechte maag maakt zwaarmoedig herstel de maag, geef hem krachtig voedsel, hij zal zijn geest verheffen en weer krachtiger voedsel verlangen. Ook het vegeta risme veroordeelt hij door te zeggen, dat het vleesch een prikkel geeft in het menschelijk organisme, die door geen enkel plantenbestanddeel kan worden vervangen. In een ander geschrift„de voeding der Nederlanders", dringt hij aan op vermeerdering van de hoeveelheid dierlijk voedsel. Als middelen raadt hij aan invoer van Amerikaansch vleesch of visch in 't algemeen. Hij schrijft het volgende „Waarlijk, een volk mag niet klagen over honger, wanneer het aan zee woontwant de zee is een mijn van eiwitachtige voe dingsstoffen. Neem u de moeite om in die mijn te delven en het gewordt u. Neemt gij de moeite niet, de vis- merken" „Daarom zeg ik u thans open en eerlijkik heb mijne keus gedaan en ben van plan te gaan trouwen." „Een plan, dat ik reeds op den eersten dag van ons wederzien ge merkt heb." „Ge doet mij verbazen. Het is bij na ongeloofelijk, dat uw blik zoo in de diepste diepten mijner ziel dringt." „De diepste diepten uwer ziel wa ren tamelijk gemakkelijk te door gronden. Gij hebt er behoorlijk zorg voor gedragen, dat niemand omtrent uwe voornemens in twijfel bleef." „ik hoop, dat gij dit niet als een onrecht beschouwt. Ik ben openhar tig van natuur; het valt mij moeilijk, een geheim te bewaren." „Als een onrecht beschouw ik het niet, en ofschoon het wel iets in- druischt tegen de gewone wijze van doen, zoo „Gewone Wijze van doen Als ik iets haat met al de kracht mijner ziel, dan is het deze afschuwelijke gewoonte," viel Paula hem energiek in de rede. „Dat doet men zoo niet Neen ik had zeker eerst de toestem ming van de heele familie moeten schen zuilen u niet gebraden in den mond zwemmen." Ook sommige voedingsmiddelen worden aangeraden, als melk en de verschillende melkproducten. Suiker vindt Mulder niet veel waard. Hij zegt daarover„Voor kleine kinderen, voor vrouwen, voor hen, die niet veel be weging nemen is suiker nuttig voor den werkman, zelfs voor deu krach- tigen beschaafden man, die niet werkt met zijn handen, is die zoetigheid het middel tot flauwhartigheid, omdat, indien ik het woord gebruiken mag, suiker aanleiding geeft totfiauwmagig- heid. Onder de veroveraars van ves tingen, of onder de ijsbrekers, vindt men dan ook de zoetekauwen niet." Uit deze aanhalingen blijkt genoeg, dat in dien tijd, dus omstreeks 1850, de volksvoeding onvoldoende en on doelmatig bleek, en dat sommigen zich geroepen gevoelden, hierover raadgevingen en wenken te pubiicee- ren.j In 1874 en later zijn verslagen ge publiceerd over volksvoeding, waarbij verschillende slechte toestanden aan 't licht kwamen. In Drenthe bleek op sommige plaat sen de voeding zeer treurig te zijn. De volksvoeding in Zeeland wordt geschetst door prof. dr. A. P. Fokker: „Het eigenlijke vleeschgebruik was in Zeeland zeer gering. De kwaliteit van melk en boter iiet veel te wenschen over en de karnemelk was slecht en zuur." Omtrent de voeding op Walcheren leest men „Wanneer de landbouw- werkzaamheden niet vroeg beginnen en de zeedijk geen ruim werk ople vert, dan kan men zeker zijn, dat er nijpende armoede heerscht, temeer omdat in dien tijd de aardappelen bij de meesten opgebruikt zijnin zoodanigen tijd kan men verzekerd zijn, dat de helft der bevolking van Walcheren zich gelukkig acht, alszij driemalen daags aardappelen met zout op tafel ziet". Waarlijk, Zeeland was destijds geen Eldorado voor arbeiders. Ook in andere provinciën kwamen slechte voedingstoestanden voor den dag. Doch men moet niet meenen, dat in ons land alleen dit euvel be stond, in andere beschaafde landen was het niet veel beter. Wat zijn nu de gevolgen In de hoop er toe bij te dragen, dat menige huisvrouw wat meer belangstelling zal gaan toonen in en zich zal toe leggen op een doelmatige voeding van haar huisgezin, wil ik ze even kortelijks memoreeren. Hoewel het menschelijk lichaam taai is en jaren lang onvoldoende voeding kan ver- vragen en wachten, tot alles behoor lijk besproken en bekeken en behe- keld was door die klappermolens, de mannelijke zoowel als de vrouwe lijke „Maak u niet warm zei Kaiser lachend. „Gij hebt niemand tot be zinning laten komen ge waart het in een oogenblik met u zelve eens." „Het meest verheugt mij nog bij de geheele zaak, dat gij u allen er gert. Gij hadt gehoopt, ook de hand in iiet spel te hebben, en ik ben zonder u klaar gekomen. Ik verras u met een feit accompli," zei Paula. De woorden van haren voogd had den haar blijkbaar zoo zeer geërgerd, dat zij vergat hem tot bondgenoot te willen maken. En dat hij zijne kalmte bewaarde en haar met den gewonen sarcastischen glimlach van ter zijde aanzag, prikkelde haar nog meer. „Wat mij betreft, zoo vergist ge uik Iaat u gaarne den roem, als energieke kleine jonker zelve het ini tiatief te hebben genomen." „De zaak is dus kant en klaar „Ja „Nu, dat is braaf. De hoofdzaak is altijd, dat men weet waf men wil. dragen, wreekt zich dit euvel toch op den duur, en wel op tweeërlei manier: lo. het individu wordt ge troffen of 2o. de nakomelingschap. Het individu wordt minderwaardig voor het werk. Hij wordt mager, slap en week, de lichamelijke en geeste lijke uitingen nemen af. De weerstand verdwijnt. En zoo komen we op al die ziekten, die v.n.l. dergelijke ver zwakte personen aangrijpen, tuber culose, zenuwziekten, etc., etc. Nog meer echter treft onvoldoende voeding de nakomelingschap. Het sterftecijfer der zuigelingen stijgt omdat de moe ders geen voldoende melk van goede qualiteit hebben. De kinderen zijn serofuiotisch, klierachtig, ziekelijk. Gezichtsstoornissen, zenuwafwijkin gen, kortom de geheele ontwikkeling van het organisme, zelfs de groei blijft achterlijk. Behoeven we nog verder hierover uit te weiden, ik meen, dat deze in weinige woorden geschilderde gevolgen zoo ernstig zijn, dat onge gronde hoop bestaat, dat een aan dachtig lezer zich zal beijveren, zich hieromtrent meer gegevens te vergaren. A. Een brief van de Koningin. De „Times" bevat een brief van Koningin Wiihelmina aan de Hol- landsche vrouwen in Engeland, waarin H. M. het plan goedkeurt om het overschot van de ingezamelde gelden, na aftrek van de kosten dei- aangekochte kinderjurk, te besteden voor een fonds ter voordeele van Hollandsche herstellenden in het Ver- eenigd Koninkrijk. Vrijzinnig-Democr. Bond. Woensdagmiddag begon in „De Harmonie" te Groningen, de alge- meene vergadering van den Vrijz. Dein. Bond. De voorzitter, prof Treub. heette bij de opening allen welkom. Vertegenwoordigd waren 33 afdee- lingen. Blijkens het jaarverslag zijn 7 nieuwe vereenigingen toegetreden. Het leden tal klom tot 4924. Het aantal perso- neele leden bedraagt 576. Met vertrouwen wordt de toekomst tegemoet gegaan. De invloed der jonge partij is wassende. Hulde werd gebracht aan mr. Treub en dr. Bos, en met waardeering ge sproken van de debatten over ouder- domsverzekering en staats-exploitatie van spoorwegen. Daarna verkreeg prof. mr. H. L En dan dapper aan 't werk den moedige behoort de wereld". „Is dat alles, wat ge mij te zeg gen hebt „Bewaar onsIk feliciteer u van harte ge hadt eene slechtere keus kunnen doen." „Ge zijt inderdaad zeer vriende lijk." „Ik wou maar, dat ge u wat meer tijd hadt gegund ik wou dat ter wille van u zelve. Hij is een man van kalm overleg, een man, wien iedere overhaasting tegen de borst stuit, ik wou, dat gij zijne bedenkin gen hadt kunnen hooren, toen ik gis teren met hem daarover sprak." Paula's oogen werden grooter en hare lippen drukten zich vast op elkaar, toen zij staan bleef en haren voogd stijf aankeek. „Hij wilde van zulk eene snelle afdoening der kwestie niets weten," vervolgde deze zonder erg. Hij zei zeer juist, dat aan een aanzoek een tijd van kennismaking moest vooraf gaan. Ik ben er van overtuigd, dat deze manier van handelen volstrekt niet naar mijn smaak is". Paula's wangen, die eerst hadden Drukker het woord, die sprak over het arbeidscontract. Hij wenschte de beteekenis van de wet op het arbeidscontract voor ons volk kortelijk uiteen te zetten, zonder zich in opsomming of uitleg ging harer artikelen te begeven. Die beteekenis is tweeledig. Vooreerst geeft de wet een nauwkeurige rege ling voor eene, tot dusver zoo goed als ongeregelde maatschappelijke ver houding, die in onzen tijd menigvu-1- diger voorkomt dan eenige andere. En verder leidt zij tot invoering van nieuwe denkbeelden in ons bur gerlijk recht, die allengs ruimer toe passing zullen vinden, in den geest van ons vrijz. dem. program. Spr. werpt vooreerst een terugblik op den toestand vóór i Febr. 1909, toen eenige nog zeer onbillijke bepa lingen van ons burg. wetboek, den toestand beheerschten, door de prak tijk der rechtspraak slechts op enkele punten aangevuld. Daarentegen heb ben wij thans eene regeling, welke werkelijk dien naam verdient, voor allen, die in dienst van een ander arbeiden. Personen in dienst van staat en gemeente vallen buiten de wet. Hun rechtstoestand dient eindelijk afzon derlijk geregeld te worden. Uitvoerig zette spr. de beteekenis en voordeelen van de wet op het arbeidscontract uiteen. Een radicale omwenteling in den toestand der arbeiders is van deze wet niet te verwachten, aldus spr. Wie daar op rekende, schiep zich illusies. Doch spr. blijft overtuigd, dat de wet meer en meer zal blijken in vele kringen nuttig te werken, dat zij een van de middelen zal worden, om den toestand der arbeiders te verheffen en dat menig denkbeeld, dat bij deze gelegenheid zijn intrede deed in onze wetgeving, verdere vruchtbare toepas sing zal vinden. Herstellingsoord voor spoorweg personeel. Gisteren vergaderde te Utrecht de vereeniging tot stichtingen exploi tatie van een Herstellingsoord voor spoorwegpersoneel, onder leiding van den voorziiter, den heer Willemse, die in zijn openingswoord in herinne ring bracht hoe uitnemend alles ge- loopen is met het huren en in orde- brengen der Villandry. Medegedeeld uit het jaarverslag bleek dat in 7 maanden tijd het aantal nieuwe leden 1042 beliep wat een contributie-in breng beteekende van f 509,38'/». Het aantal donateurs steeg met 84, met een donatiesom van f 257,10. Het stichtingskapitaal werd verhoogd met f 1301.15, waaronder een gift van f 256, zijnde het resultaat van een te Breda gehouden propagandaavond. Uit de vereeniging traden 50 leden, gegloeid in donkeren, toornigen blos, werden thans plotseling bleek. Haar oog flikkerde dicht voor Kaiser's ver wonderden blik, en haar geheele voor komen scheen zoo bedenkelijk, dat hij zich eenige schreden zou hebben te ruggetrokken, wanneer de jonge dame hem niet aan een zijner roksknoopen had vastgehouden. „Moet ik dat zoo begrijpen", vroeg zij met zachte stem, „dat gij mijnheer Max Reinhard mijne hand hebt aan geboden dat gij het gewaagd hebt, mijnheer Max Reinhard op deze ge dachte te brengen „Gewaagd Dat waagstuk was niet zeer groot, na al hetgeen van uwe zijde was voorafgegaan", antwoordde hij, zijne onderlip vooruit stekend. „Dacht gij misschien, dat hij blind was, om zulke wenken niet te be grijpen?" „Weet ge wel, wat ge daar zegt Weet ge wel, dat ge mij doodefijk beleedigt Uwe woorden bevatten de grootste krenking, die men een fijngevoelig meisje kan aandoen." „FijngevoeligDat schiet u tame lijk laat in den zin" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1