ëlijte Tiji
voost.
n:
M ol Liefde.
Draagt
Plouvier's
Schoenwerk.
20 April.
Be temperatuur in anza waning.
No. 97.
47e Jaargang.
1909.
0.57
5 50
0 02
Feuilleton.
KENINGEN.
2 cents Sigaar,
bij M.THAA^,
poederchocolade
DAALDERS
1.50
0.80
- 0 427a
0.18
orten MAT-
EKENSenz.
zijn de be-
ASSEN, met
4 a 5 jaar
yen de nieu-
- Matrassen,
ing.
hittegevende
>riek
gekl.
Maandag
6
207
6 70
beste Engelsche
uitsluitend met
jij te» Comn! belnort een liiveegsel.
BINNENLAND.
nstelling
1°
er Burgeravond-
'ondschool voor
aden noodigt alle
den uit tot het be
rekeningen, ver-
Ie Leeriingen ge-
jeioopen Cursus,
heid bestaat op Za=
>ril, des avonds van
et Schoolgebouw aan
jud 41.
ur voornoemd,
A. KOPPEjAN |r.
Walstraat 94.
i halve bussen
G Co., Nieu-
HULTE Co.,
'S DAALDERS
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Terwijl in de buitenlucht het afge
ven van warmte van ons lichaam vrij
gemakkelijk plaats heeft, omdat door
geleiding en waterverdamping veel
warmte afgegeven worden kan, komen
deze twee manieren in woonvertrek
ken bijna in 't geheel niet in aan
merking het komt veeleer bij stijging
der temperatuur tot warmteophooping
in 't lichaam.
Heeft in de buitenlucht een groot
warmteverlies plaats, dan kunnen wij
door snellere beweging schadelijke
afkoeling van ons lichaam voorkomen.
In onze vertrekken moeten we ons
daarentegen voortdurend rustig hou
den en daarmede in overeenstemming
zijn wij tegen een dalen der tempe
ratuur zeer veel gevoeliger. De tem
peratuurschommelingen in de kamer
mogen zich derhalve slechts binnen
beperkte grenzen bewegen. Om dit
het gansche jaar door te bereiken, zijn
een menigte maatregelen noodig, die
verschillen naarmate het jaargetijde,
waarin we leven. In den zomer ver
schillen zij zeer van die van den
winter, wat ten deele afhankelijk is
van de kleeding. Zooals gewoonlijk
en ook practisch noodig is, is onze
kleeding 's zomers veel poreuzer,
lichter en dunner dan 's winters.
Vandaar, dat de warmte-afgifte van
ons lichaam 's zomers gemakkelijker
is. Derhalve moet de temperatuur in
huis daarmede evenredig zijn.
Om nu de kamertemperatuur 's
zomers op de gewenschte hoogte te
hebben, is het van groot gewicht, dat
de warmte van de kamerlucht volko
men onafhankelijk is van die der
kamerwanden. De muren nl. zijn
groote warmtereservoirs, die in staat
zijn de kamerlucht sterk te verhitten.
Nu worden de muren van het huis
en ook het dak direct door de zon
nestralen beschenen en tengevolge
daarvan ontstaat in de kamer dikwijls
een temperatuur, die ver boven de
atmosferische luchttemperatuur gaat.
Dit wordt in dé hoogere etages van
het huis nog erger, omdat zich ook
de invloed van het dak laat gelden,
en bovendien, wijl hier ook de warmte
van het beneden gelegen gedeelte zich
doet gevoelen. In de hoogste verdie
pingen van dichtbewoonde huizen is
dan ook niet zelden de warmtegraad
ongehoord hoog.
De sterkste warmte komt gewoonlijk
in de tweede helft van Juni, terwijl
daarvoor zelden het weer onafgebro
ken warm is. Enkele warme dagen
geven geringe en voorbijgaande effec
ten, eerst door lang aanhoudende
hitte komt een verhooging der muur-
31.)
„En nu willen wij niet zeggen
vaarwel, maartot een vroolijk we-
derziens!" zei ze, terwijl zij het jonge
®eisje hartelijk kuste. „Ik hoop van
Me, Hanna, dat ge mij een weinig
"et kunt krijgen ik wou, dat het
"dj gelukte, mettertijd meer voor u
worden, dan eene oppervlakkige
tennis".
Hanna's hart was een dankbare
Mem voor zulke liefdevolle woor
den. Zij beantwoordde Marie's tege
moetkomen met dezelfde hartelijk
heid. Doch terwijl haar mond glim-
'achte, zagen hare oogen toch ern-
s%er dan tevoren. Toen Max zijne
Wen in het rijtuig had geholpen en
M tot afscheid de hand reikte,
Mte Hanna schuchter tot hem op.
•"aar zij ontmoette niet weer dien
TELEFOONNUMMER 10.
warmte tot stand. Het warmst zijn
muren, waarin geen vensters zijn.
Deze nl. zijn goede onderbrekingen
der warmteophooping. Bovendien kan
de zonneschijn voldoende door jalou-
ziën en gordijnen geweerd worden.
Voor de gezondheid hebben hooge
warmtegraden op den duur schade
lijken invloed. Bij volwassenen treedt
verslapping, gebrek aan eetlust en ten
slotte bloedarmoede op, bij kleine
kinderen, die nog niet zelfstandig
door bedekking en beweging hunne
lichaamswarmte kunnen regelen,
schijnt het somwijlen tot werkelijke
warmteophooping te komen. Bij hen
bestaat zooals bekend groot gevaar
voor ontstekingen in de ingewanden.
(Doch ook bij ouderen komt dit
veel voor.)
Vervolgens gaan in dezen warmen
tijd de spijzen gauw in ontbinding
over, vooral in woningen, waar ge
brekkige inrichtingen zijn, om de
voedingsmiddelen koel te bewaren.
Iedereen weet mee te spreken van de
zoogen. hondsdagen. In vleesch en
melk vooral woekeren spoedig bacte
riën in groote massa, waardoor die
stoffen aanleiding geven tot vergifti
gingen.
Welke maatregelen kan men nu
nemen tegen de hooge kamer- en
woningwarmte In de eerste plaats
kan er met den bouw op gelet worden.
In zuidelijke en tropische landen is
hier veel meer rekening mee gehou
den dan bij ons. Daar plaatst men
het alleenstaande, eenverdiepingshuis
met zijn lengterichting van het oosten
naar het westen, en het dak eindigt
laag bij den grond. In zuidelijke steden
vindt men de straten zoo nauw, dat
de huisgevels bijna geheel onttrokken
zijn aan zonneschijn, of waar dit niet
het geval is, liggen de woonvertrek
ken aan de tuinkant en zijn van de
buitenkant gescheiden door gangen
of galerijen. Soms maakt men de
muren buitengewoon dik. In Indië
bestaan dergelijke woningen, welke
inwendig het geheele jaar dezelfde
temperatuur hebben.
Met het oog op onzen langduren-
den winter kan men in ons klimaat
deze Oostersche bouwmaniei niet
volgen. Hier past men dan ook wel
een ander doelmatig middel toe, n.l.
men bouwt „voormuren". Tusschen
dezen en den huismuur is er luchtcircu-
latie door openingen boven en bene
den. Deze voormuren behoeven niet
van steen te zijn, hout, riet etc. kun
nen ook gebruikt worden. Ook klim
planten zijn voldoende, om de zonne
warmte te keeren.
Vervolgens moet om zoo te zeggen
het dak uit twee lagen bestaan, waar
ftbonnemenfs-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden.
blik, die haar hart in blijden schrik
had doen kloppen. Zijn oog zag be
daard en ernstig. Een plotselinge
huivering overviel haar zij trok
den shawl vaster om de schouders.
„Stop er u maar goed in, kind
zei Kaiser. „Het is koud geworden
wij krijgen ander weer".
„Wat is die Hanna Kaiser een lief
meisjezei Marie, toen haar broe
der weer bij haar in de kamer kwam.
„Hoe komt het toch, dat ge uwe
kennismaking met haar vroeger nooit
hebt verteld
„Heb ik niet?" Ik meen toch, dat
ik daarover met u had gesproken",
antwoordde Max kort, terwijl hij
langzaam de kamer op en neer liep.
Marie liet het gesprek rusten en
begon zwijgend de kamer in orde te
brengen. Toen echter de piano was
gesloten en de muziek netjes opge
borgen, trad zij vastberaden op hem
toe.
„Ik heb een geheim voor u, Max,
en ik verlang er naar, het u mee te
deelen".
Hij bleef staan en zag haar aan.
„Wat is het vroeg hij toen. „Is
het iets tusschen u en Kaiser
tusschen luchtcirculatie kan plaats
hebben.
Een gewichtige zaak is de beper
king der hoogte van de huizen. Een-
verdiepingshuizen zijn zeer geschikt
gebleken, om de temperatuur op goede
hoogte te hebben. Op sommige plaat
sen heeft men getracht om door be
gietingen der beschenen muren de
bestraling tegen te gaan. Dit middel
schijnt echter niet voldoende resul
taat opgeleverd te hebben.
Staat nu eenmaal een huis, dan
moet men op andere manieren af
koeling zien te krijgen b.v. door toe
voer van koude lucht. Dit heeft echter
geen afdoend effect; zoo gauw de
luchtstroom ophoudt, is na korten tijd
de kamer weer even warm. Wil men
dus wat bereiken, dan is noodig een
voortdurende luchtstroom, die vol
doende is, om genoeg warmte aan
ons lichaam te onttrekken.
Bij openbare gebouwen is zoo nu
en dan de proef genomen om kunst
matig afgekoelde lucht in de woon
vertrekken te voeren. De afkoeling
werd door ijs of ijsmachines verkre
gen. In den nieuweren tijd wordt ge
bruik gemaakt van de kou, die vrij
komt bij de uitzetting van gecompri
meerde lucht. Al deze middelen wer
ken ondertusschen slechts bij uitge
breide aanwending en zijn nog te
kostbaar, om algemeen bruikbaar te
zijn.
Soms probeert men wei om een
kamer af te koelen door den vloer en
de wanden met water te besprenkelen.
Doch de uitwerking is ook maar weer
tijdelijk en daarbij komt, dat men
tegelijk moet zorgen voor geregelde
versche lucht, anders krijgt men last
van de vele waterdamp in de kamer
lucht.
Men ziet, hoe moeilijk het is, des
zomers een geschikte warmtegraad
in onze kamers te verkrijgen en te
behouden. Niet alleen wordt in de
meeste huizen geen rekening gehou
den met ventilatie, maar er komt nog
bij, dat bij den tegenwoordigen re
volutiebouw, waarbij de muren al
dunner en dunner worden, de warmte
gemakkelijk binnendringt. Door ven
sters zoolang gesloten te houden als
de zon ze beschijnt, een manier,
die werkelijk aanbeveling verdient,
bereikt men in dergelijke moderne
perceelen geen resultaat. De ouder-
wetsche, massieve woningen leveren
in dit opzicht veel voordeel op.
Daarin kan men op den warmsten
zomerdag vaak een heerlijke koele
temperatuur vinden. Hieruit volgt, dat
een degelijke woning voor het ver
krijgen van aangename temperatuurs-
verhoudingen het meest gunstig is.
„Ja Max, maar—"
„Moogt ge hem lijden, Marie
„Dat is het nietdat is het niet",
antwoordde zij haastig en blozend.
„En is geen sprake van liefde, Max,
er is sprake van geld".
Zij zag niet, dat een smartelijk
lachje om zijne lippen speelde, toen
zij hem in haastige woorden Kaiser's
vriendschapsdienst mededeelde.
„Ik kan niet anders, Max", eindig
de zij haar bericht. „Ik kon den
armen jongen niet zonder hulp laten.
Thans echter, nu ik zekerheid heb,
dat hij zal worden geholpen, thans
ligt het mij zwaar op het hart, dat
ik een geheim voor u heb. Ik loop
intusschen, dat de verplichtingen, die
ik tegen Kaiser op mij heb geno
men, uwe zorgen niet nog zuilen
vergrooten".
„Bezorgd maakt mij uwe mede-
deeling toch.
Dus Richard heeft weer schul
den gemaakt
Wat moet het einde zijn, Marie,
wanneer hij vertrouwend op uwe
goedheid voortgaat met meer uit te
geven dan hij mag
Daarvoor vrees ik niet, Max
Behalve dat de revolutiehuizen
geen weerstand kunnen bieden aan
den tand des tijds, is deze manier
van bouwen daarom af te keuren,
omdat naast andere voor de gezond
heid schadelijke toestanden, des zo
mers het verblijf in huis zoo goed
als onmogelijk wordt, terwijl des
winters de koude met geen moge
lijkheid buiten de deur kan gehou
den worden. A.
Gastro.
Gisterenmorgen kwam de „Ver
sailles" ter reede van St. Nazaire aan.
De commandant van het schip ver
klaarde, dat Castro een uitstekenden
overtocht had gehad.
De ingenieur Roy wist tot in de hut
van Castro door te dringen en on
derhield zich enkele oogenblikken
met hem.
Castro zeide, dat hij nog ziek was.
Hij beklaagde zich zeer over de reis
de bewegingen van het schip hadden
hem veel pijn veroorzaakt. Voorts gaf
hij zijn plan te kennen morgen naar
Parijs te vertrekken.
Tegenover den correspondent van
„Havas" legde Castro de volgende
verklaring afMen zegt, dat ik vrij
ben; in werkelijkheid ben ik het niet,
daar het mij onmogelijk zou zijn, als
ik wilde, naar Fort de France terug
te keeren. De eer en de waardigheid
van de Fransche vlag moeten toch
dezelfde zijn te St. Nazaire als te Fort
de France doet dan de rechten van
den mensch eerbiedigen, die gij zoo
lang reeds hebt afgekondigd."
Een passagier, die tegelijk met
Castro op het schip was, vertelde, dat
op het oogenblik van zijn geweldda
dige aan-boord-brenging te Fort de
France, Castro hevige protesten uit
stiet tegen zijn uitdrijving. „Indien
men mij vrij gelaten had, zoo moet
hij geroepen hebben, om naar mijn
land terug te keeren, dan zou ik aan
stonds een leger gevormd hebben,
waarmede ik gepoogd zou hebben
het gezag te herwinnen."
Om 8 uur kreeg Castro in zijn hut
bezoek van den vice-consul van Vene
zuela, met wien hij zich geruimen tijd
onderhield.
Castro is om 10,57 vertrokken naar
Parijs. Hij verliet de boot in gezel
schap van een jongen man, voorzien
van wapenen. Hij schrijft zijn uitdrij
ving uit Martinique toe aan den druk
der Ver. Staten, die, door hem te
vervolgen, den eersten aanslag op de
souvereine rechten van Venezuela
pleegden.
Uit zijnen brief spreekt zulk een
ernstige, diepe dankbaarheid, zoo'n
oprecht berouw over het gebeurde
dat, ik ben daarvan overtuigd een
terugslag niet weer zal plaats vin
den. Ge zult zijnen brief lezen. Nog
nooit heeft zijn eerlijk, goed hart
zich zoo duidelijk geopenbaard dan
bij deze gelegenheid. De ernstige
toon zijner woorden heeft mij tranen
doen storten. Hij maakt aanduidin
gen, die mij tot nadenken stemmen".
Zij haalde uit het andere vertrek
den brief, dien zij haren broeder
overreikte. Terwijl hij las, zag zij
hem over den schouder en wees hier
en daar een plaats aan, waarop zij
vooral zijne aandacht wilde vesti
gen. Soms glimlachten beiden onder
het lezen. Toen Max den brief sa
menvouwde, zei Marie
„Ongetwijfeld is er in dezen geen
sprake van eene zijner vluchtige
galanteriën. Uit ieder woord blijkt,
dat het eene ernstige liefde is,
waarvoor hij op eene even ernstige
wederliefde hoopt, zoo hij daarvan
niet reeds zeker is. In het laatste ge
val zullen wij spoedig wel iets na
ders vernemen".
Castro kwam gisterenavond om 6
uur 15 te Parijs aan, zonder dat eenig
voorval plaats had.
Hij verklaarde aan een medewerker
van de „Temps" dat hij volstrekt niet
naar het presidentschap van Venezuela
verlangt. Hij wenscht slechts zich met
zijn bijzondere zaken in te laten. Alle
verlangens om zijn land te dienen
waren toch ijdelelke poging daar
toe zou vruchteloos blijven zoolang
de Venezolanen in de slavernij willen
blijven.
„De behandeling, welke mij van
Venezuela is aangedaan, verwondert
mij geenszins, maar van den kant
der beschaafde mogendheden had ik
zulke handelwijze niet verwacht".
De „Temps" maakt verder nog mel
ding van een bericht, dat Castro een
protest aan Fallières zou hebben klaar
gemaakt, welk protest groote overeen
komst zou hebben met het protest
aan Martinique. Ook zou Castro aan
dr. Paul telegrammen hebben gezon
den.
Tweede Kamer.
Voortgezet werd gisteren de be
handeling der subsidieregeling voor
de bijzondere Hoogere Burgerschool.
Na breedvoerige discussie werden
de amendementen van den heer Roes-
singh en dat van den heer De Beau
fort, in meerdere of mindere mate
beoogende toegankelijkverklaring van
gesubsidieerde hoogere burgerscho
len voor kinderen van andersden
kenden verworpen.
Aangenomen werd met 51 tegen
26 stemmen het amendement van
den heer De Geer, bepalende dat in
gemeenten waar geen openbare H. B.
school is, toegang tot de gesubsidi
eerde H. B. school, tenzij een school
uitsluitend voor interne leerlingen
bestemd, aan geen leerling geweigerd
mag worden, op grond van gods
dienstige gezindheid.
Daarna werd verworpen met 44
tegen 34 stemmen het amendement
van den heer Ter Laan, waarbij aan
het schoolbestuur het recht werd ont
zegd alle leerlingen te verplichten het
Godsdienstonderwijs te volgen.
Na opneming van een overgangs
bepaling ten aanzien van onvolledige
bevoegde leerkrachten, zoolang deze
aan dezelfde IT. B. S. werkzaam
blijven, was de behandeling van het
ontwerp gëindigd. De eindstemming
zal vermoedelijk aanstaanden Don
derdagmiddag plaats hebben.
Onderzoek naar de politie
te Papendrecht.
Bij Kon. besluit is bepaalda. W.
Voormolen, oud-burgemeester, gewe
zen hoofdcommissaris van politie,
thans wonende te 's Gravenhage te
belasten met een onderzoek naar de
vraag, of de politie in de gemeente
„Het schijnt mij toe, dat er om
standigheden zijn, die hem verplich
ten de zaak voorloopig geheim te
houden", zei Max bedenkelijk. Uiter
lijk in 't laatst van dit jaar hoopt hij
geheel open met ons te kuunen spre
ken over zijn geluk. Nu, ik wensch
dan lieven jongen het beste succes!"
„Zij moet of van voorname ge
boorte, öf zeer rijk zijn", zei Marie,
weer in den brief ziende. „Ik lees
dat uit het volgende hoor maar
Slechts een diepgevoelde en innige
liefde en het edel groothartige ka
rakter eener vrouw kunnen eenen
man verzoenen met de gedachte, dat
hij niet geeft, maar ontvangt".
„Ja hij schrijft dat, en ik geef
hem daarin gelijk. Dwingen de om
standigheden echter tot een rijke
partij, zelfs zonder liefde, dan vrees
ik, dat een zich zelf gevoelend man
eene ongeneeslijke wonde ontvangen
zal, die zeer noodlottig kan worden
voor zijn huwelijksgeluk. Hoe ziet ge
mij zoo vragend aan, Marie
(Wordt vervolgd.)