-fsg.
\m\k Haarae.
iroan.
Eerste Blad.
K9.30, 10.—, 10.20, 10.40,
12 12.30,1—, 1.30*,
5, 3.55, 4.30, 4.50, 5.20,
7.35, 8.20.
leid of Liefde.
Draagt
PSouvier's
Schoenwerk.
HEER,
eve
Mf
Maandag-
12 April.
'HEER,
Dit liummer bestaat uit 2 bladen
Gemeentebestuur,
Feuilleton.
No. 86
47e Jaargang.
1909.
er winst wortlt
jfden verdeeld.
f REIST ASCH
Ie den MINSTEN prijs.
ligen Groenten
lik, Geeonfijte
Perziken, enz.
Burgerlijke Stand,
tramdienst
Iffl WALCHEREN.
Iche Havendienst.
jster-Schelde.
SCHOOLREISJES.
BINNENLAND»
Zwarte Bessen, I
Frambozen, Aard.|
n. Oranje.
ALSTRAAT.
O—
eigen belar-g inziet
Opgave van naam
Beursplein 11 is
aamste en smakelijkste I
t de Paaschdagen op
ïemen is
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. j TELEFOONNUMMER 10.
o gunstig bekende
WALSTRAAT,
pf Wegens het Paaschfeest
verschijnt a. s. Maandag geen
nummer van ons blad.
De Ambtenaar van den Burgerlijken
I Stand van Vlissingen maakt bekend,
dat het bureau van den Burgerlijkeri
Stand op den 12 April e.k. van des
middags 12 tot des namiddags 12V,
uur geopend is tot het doen van aan
gifte van geboorte en overlijden.
Vlissingen, den 10 April 1909.
De Ambtenaar voornoemd,
W. KLOMP.
ssinsen.Middelburgv.v.
roEN: 4 40f 5.50J 7.55*
Ll.öOf 12.30* 1.16§ 2.-*
1.15§ 5.—* 5.50§ 6,55*
0§ 10.25§
q van da Remise,
n van de Zeilmarkt.
a van het Badhuis.
rUR0: 5.15f 6.25f 840*
12.30§ 1.15* 2.—2.45*
5.50* 6.55§ 7.50*
■25* ll.lOf
verder dan tat de Re«
de Zeilmarkt.
het Badhuis.
treinen vertrekken tot
an Bet Badbuis,
erdam8che tijd.
Middelburg— Domburg,
irg6.25, 9.23, 12.18,
in(Station S.S.) 9.20,
5 815
7.40, 10.40, 1.35, 4.15,
hts tot Kondekerke.
en vm. 6.6.20, 6.45,
tensluisvm. 6.10, 6.30,
1 9.15, 9.50, 10.10, 10.30,
1.50. Nm. 12.10, 12.45,
■b*, 3.10*, 3.40, 4.10, 4.40,
IJf), 7.05, 7 25, 8.—, 8.30,
rten vallen des Zondags
>r 190®.
Op reis is heel veel moois te zien,
Zoo heeft men mij verteld
Maar 't leelijkste komt achteraan
Op reis te gaan kost geld.
P. LOUWERSE.
Op reis gaan voor pleizierWie
Iran ons, die 't vaak genoeg naar zijn
begeeren op 't lijstje zijner uitspan
ningen kan schrijven Al te dikwijls
[blijkt het, óf in 't geheel niet er op
heplaatst te kunnen worden, óf is de
[lijd, er voor uitgetrokken, te kort van
[duur. Weik een genot ook uit zijn
[dagelij kschen sleur en zijn afmattende
[beslommeringen te zijn, om onbezorgd
|tn onbekommerd, het heerlijke on
bekende, waarvan we ons de schoon-
Iste illusies voor den geest getooverd
[hebben, tegemoet te gaan Welk een
[genot door vreemde, en zelfs door..,
[bekende landstreken te trekken, om
[telkens iets anders, dan wat zich in
[ons eentonig afdraaiend leven voor
met, te zien opkomen en oog en
[geest te streelen door zijn frissche
lieuwheid of door zijn lieflijke ge
waarwordingen of herinneringen bij
lernieuwde beschouwing of kennis
making
Welk een genotZeker we
louden nog eenige malen zoo kunnen
leginnen en een lofrede houden op
Idles, wat aan op-reis-gaan of zijn
Itkoorlijks is, doch genoeg, laten we
«is wachten voor eentonigheid.
Wanneer 't op reis te zijn voor den
lolwassen mensch reeds zooveel aan
trekkelijks bezit, wanneer die gedachte
Iffl reeds in feeststemming brengt,
loeveel te meer zal dat dan niet zijn
foor kinderen en bovenal voor die,
b) urn. 3,4-3 c) en 6,85 d)
,35 a) 4,1 n c) en 7,05
nm. 2 15 a) en 5,05
0 a) b) 3,43 en 6.35 d) h)
inuten na het vertrek van
skerfes n.Nenzen vm.8,5P.
iar Breskens, Boraseleen
naar Bresken», Borastett
kan de hoot van 10,45
dagen van 16 April tot
0O
120-)
«jonker Paul, jonker Paul, eene
zwakheid voor deze Pruisen
int ge ten overstaan van dit corpus
l'licti niet loochenen", zei Kaiser,
pijl hij lachend naar den telescoop
ffes,
>'k loochen haar niet, maar, bo-
Jtndien is het mij niet kwalijk te
n, dat ik van tijd tot tijd mijn
Jü wil vergasten aan den aanblik
den eenigen man, dien wij in
omtrek van vele mijlen hebben
,«Zeer goed, zeer goedlachte
zijne witte tanden toonend.
Uus dit langbeenig, geuniformd
|!®plaar bevalt u ook al De
P heeft eene verovering per dis-
gemaakt. Als ge hem misschien
1 "ader in oogenschouw wilt ne-
geef mij dan maar een goed
wien slechts als bij hooge, hooge
uitzondering dat geluk ten deel valt,
of die 't zelfs nooit zich kunnen of
mogen voorspiegelen. Kinderen, die
er reeds een genoegen in vinden een
klein afstandje in een rijtuig te mogen
zittendie opgewonden van vreugde
zijn bij de belofte een klein uitstapje
per tram te mogen maken, die vóór
dag en dauw wakker zijn, als een
dagje wordt uitgevlogen om familie
of kennissen te bezoeken buiten de
plaats hunner inwoning. Ieder onzer
kent immers ook die volstrekte on
gedurigheid en opgewondenheid, die
dwaze uitgelatenheid, die alleen 't oog
gericht heeft op 't plezier van 't uit
stapje en naar niets luistert.
Deze en dergelijke gedachten zaten
voor bij de verschillende personen,
die, 't zij door woord of daad, er toe
hebben medegewerkt om 't „Comité
voor Schoolreisjes" alhier in 't leven
te roepen. Nog aanzienlijk werden ze
in hun verlangens en plannen versterkt
door de vele groepen van schoolkin
deren, die uit verschillende deelen
onzer provincie jaarlijks optrekken
naar onze stad en wier ongekunstelde
vroolijkheid en dartele opgewektheid
velen kindervrienden een gullen glim
lach ontlokten en den wensch in hen
deden opwellen om ook de kinderen
onzer scholen, in de eerste plaats
voor on- en minvermogende leerlin
gen, een dergelijk feest te bereiden.
En deze wenschen kunnen nu ver
vuld worden, indien Maar laten
we nog even het opnoemen dier
voorwaarden opschorten.
Ook nog andere factoren hebben
meegewerkt om bovengenoemd comité
't aanzijn te geven. Op reis is heel
veel moois te zien, maar ook veel,
dat ons ontwikkelt, veel dat ons
juistere en heldere begrippen geeft
omtrent het leven en de levenstoe
standen der menschen veel, dat ons
een beteren kijk geeft op allerhande
zaken, die we slechts uit boeken of
door mondelinge voordracht tot ons
eigendom gemaakt hadden, zoo we
dachten. Een bereisd man, is toch een
ontwikkeld man
En in dezen zin ook wilden velen
van 't comité de schoolreisjes be
schouwd zien het nuttige aan het
aangename gepaard. Niet, dat men er
een schoolles van wilde maken, die
uitsluitend gericht zou zijn op leeren
en opnemen, dat zij verre. Maar men
zou door behoorlijke voorbereiding,
die zaken, welke uit een of ander
oogpunt belangrijk zijn of belangstel
ling verdienen, onder de aandacht der
kinderen brengen, voor zij op reis
gaan, zoodat een enkele aanwijzing
gedurende de reis voldoende zou zijn
woordIk breng u hem".
„Niet noodig waarde heerWij
hebben reeds kennis gemaakt, en ik
moest mij zeer bedriegen, wanneer
we niet beiden van plan zijn, haar
voort te zetten. Mijn oprechte wensch
is het althans." „Nu, dat is snel ge
noeg gegaan.
Hij heeft er geen gras over laten
groeien, de huichelaar. En wat moet
ik uwe tante schrijven
„Dat zij zich in het onvermijdelijke
heeft te schikken".
„Voor tante Siddy sta ik in die
behoort tot de bekeerden. Schud niet
met het hoofd, tanteliefNu ech
ter heb ik mijn laatste woord in deze
zaak gesproken. Ik heb mijn wil ge
openbaard, en het zal u beiden be
kend zijn, dat het niet gemakkelijk
gaat, dien te buigen".
„Ik denk het ook volstrekt niet te
doen", zei Kaiser, „en tante Sidonie
zal mijn voorbeeld volgen, wanneer
ik haar zeg, dat voor haar in de per
soon van den langen Pruis een wreker
is opgestaan. Het zal zeer interessant
zijn, het huwelijk van die beiden op
een veiligen afstand waar te nemen.
Als die beide ijzerhoofden tegen elkaar
om hunne aandacht te spannen, ge
dachtig aan 't spreekwoord een ge
waarschuwd man geldt voor twee.
Iedereen begrijpt dat de zoodanig
waargenomen zaken alle kans hebben
te beklijven, want datgene, waarop
onze aandacht zijn volle werkzaam
heid richt, wordt en b.Iijft zeer zeker
ons geestelijk eigendom. Elk mensch
heeft immers wel eens een of andere
gebeurtenis beleefd, waarvan hem niet
alleen de hoofdzaken, maar ook de
bijzaken nog altijd helder en volledig
voor den geest staan en heel zijn
leven bijblijven. Dit kan alleen zoo
zijn, omdat bij de waarneming alle
noodige vermogens der ziel hebben
gewerkt.
En dat er nog vele, vele eenvoudige
zaken zijn, waarvan zelfs kinderen,
die op 't punt staan de school te
verlaten, die dus de hoogste klassen
hebben doorloopen, nog weinig af
weten of geheel verkeerde voorstel
lingen hebben, weet iedereen, die
kinderen onderwijst of slag heeft om
met kinderen te spreken. Statistici
zouden u daaromtrent verbluffende
mededeeiingen doen. Tot onzen spijt
staan ons die opgaven voor het
oogenbiik niet ten dienste. Men be
hoeft echter om dit te constateeren
nog niet eens ver uit de omgeving te
gaan. Trouwens, bij een weinig na
denken moet iedereen terstond bea
men, dat dit zoo moet zijn een kind
neemt in doorsnee de zaken opper
vlakkig waar, denkt weinig door,
beseft niet 't waarom en hoe van vele
zaken en kan dus eerst bij herhaald
zien of duidelijken uitleg een eenigs-
zins juist denkbeeld van de zaak in
kwestie krijgen. En - is 't bij vele
volwassenen wel anders gesteld
Vraag velen van hen eens precies
uitleg en verklaring van dagelijks door
hen gebruikte werktuigen of andere
zaken en hoe dikwijls moeten ze 't
antwoord op uw vragen schuldig
blijven, of wordt ge afgescheept met
een: „Ge vraagt ook zooveel!" En
dan de begrippen en voorstellingen,
die sommige menschen van toestanden
en gebeurtenissen buiten hun omge
ving hebben, ge staat eenvoudig ver
baasd over zoo'n oordeel.
Dit bedenkende, valt licht te be
grijpen, dat er voor kinderen, die op
reis gaan, nog wel wat te „leeren"
valtdit woord nu niet opgevat in zijn
schoolsche beteekenis.
Wanneer 't dan bovendien nog niet
bij waarnemen alleen gelaten wordt,
maar het waargenomene ook nog
schriftelijk dient weergegeven, na on
derlinge bespreking, en in opstel of
anderen vorm vastgelegd wordt, dan
zal zeker, behalve de herinnering aan
botsen, vliegen er vonken".
„En die zullen het huis in brand
steken", vulde tante Sidonie aan.
„Maakt u niet bezorgd, kindertjes
lachte de jonge erfgename. „Met den
echtgenoot mijner keus zal ik het wel
vinden. En mocht het voor en na in
ons huwelijk ook een weinig stormen
aan ons geluk zal dat geen afbreuk
doen".
„Ge vergist u, jonker Paul. Die laat
zich niets afdwingen. Die houdt de
teugels zoo vast in de hand, dat daar
tegen geen steigeren en doorslaan
helpen zal. Ik voorspel u, dat ge na
verloop van eenige weken zoo mak
zult zijn als een lam".
„Het zal u niet gelukken, mij een
afkeer van mijn buurman te doen
krijgen, zelfs niet door uwe afschuwe
lijke vergelijkingen. Ik ben zoo lang
onbeperkte gebiedster geweest, dat
ik er bepaald naar verlang, mijne
heerschappij neer te leggen. Natuur
lijk komt het er zeer op aan, in welke
handen ik haar overgeef. Als het eene
vaste, sterke hand is, dan zal ik de
eerste zijn, die zich voor hare auto
riteit buigt".
„Twee harde steenen malen niet
ftbonnements-fiduertenfiën op zeer uoordeelige uooruiaarden.
het uitbundige genoegen en de onvol
prezen pret, nog we! iets meer blijven
hangen van zoo'n schoolreisje. En dit
te overvloediger naar mate van een
rijker voorzienen disch kan genoten
worden en de vatbaarheid en de be
langstelling worden verhoogd dooi
de aantrekkelijkheid van 't nieuwe,
dat geboden wordt. Hiermede ineenen
we ook de nuttige, de paedagogische
lichtzijde aangetoond te hebben.
Maar 't leelijkste komt achteraan
Op reis te gaan, kost geld 't Geld,
dat is 't cardinale punt voor het
comité, dat is natuurlijk de hefboom,
die zooals in bijna alle aangelegen
heden, de uitvoering mogelijk maakt.
Er is echter een sterk lichtpunt in
deze, zonder hetwelk het comité zeker
een zwaar hoofd zou hebben in 't
slagen van zijn pogingen en dit is
de bekende, nooit tevergeefs ingeroe
pen offervaardigheid van velen, waar
het geldt kinderen een genoeglijken
dag te bereiden. Daardoor voorgelicht
zal het comité weldra door middel van
circulaires en persoonlijk bezoek een
beroep doen op allen, die geacht kun
nen worden voor het plan wat over te
hebben. Het hoopt natuurlijk dat be
roep met gulheid beantwoord te zien
in de eerste plaats om zijn plannen
verwezenlijkt te kunnen krijgen, maar
ook in een andere plaats, omdat het
daaruit blijken zal, dat het comité ook
den moreelen steun van Viissing's
burgerij achter zich heeft. Dit vertrouwt
het comité. Aan de burgerij dit ver
trouwen niet te beschamen. „We le
ven in de Eeuw van het kind" en „het
beste is voor onze kinderen pas goed
genoeg" hebben bekende kinderschrij
vers gezegd. Dat een rijke uitslag ons
pogen bekrone
Gebroken kracht.
De kracht van het liberalisme op
politiek gebied is voor het oogenbiik
gebroken, betoogt de „Stand.", maar
verteerd is die kracht daarom nog
allerminst. Ge moogt niet wanen, reeds
voorgoed over het liberalisme te
kunnen profeteeren.
In 1888 scheen het liberalisme ge
slagen, maar reeds in 1891 won het
weer. Nogmaals leed het in 1901 de
nederlaag, maar in 1905 behield het
nogmaals het veld. Wel waren beide
malen, heel het land over gerekend,
een 30.000 stemmen meer op de can-
didaten van rechts dan van links
uitgebracht, maar bij uiteindkomst
bleef, naar ons geldend kiesrecht, aan
de liberalisten toch de parlementaire
macht. Waarom zou gelijke inhaling
goed dat is een oud woord en een
waar woord", zei tante Siddy waar
schuwend.
„Tantelief, neem me niet kwalijk
maar gij begrijpt werkelijk niets
van de zaakgij hebt het althans
reeds vergeten, hoe ge daar vroeger
over gedacht hebt. Was dit niet het
geval, dan moest ge weten, dat wij
vrouwen eigenlijk niets liever wen
schen, dan ons te schikken. Wat dunkt
u, juffrouw Hanna Zou het u moei
lijk vallen, u te onderwerpen aan
een vreemden wil
„Als die wil goed en verstandig
is, neen."
Paula had onder dit gesprek van
de meegenomen bloemen een grooten
ruiker gemaakt. Zij legde hem thans
op Hanna's schoot en bleef, haar
opmerkzaam aanziende, voor haar
staan. „Zij- ziet wat bleek, mijnheer
Kaiser", zei ze. „Ik hoop, dat ge goed
voor haar zult zorgen. Eten en drin
ken alleen is niet voldoende, daar
hoort afwisseling en verstrooiing bij
en vooral, veel beweging in de frissche
lucht. Als ge een rijpaard wilt hebben
zeg het mij dan maar, juffrouw Hanna,
ik zal er voor zorgen, dat uw oom u
van schade voor de toekomst zijn
uitgesloten
Toch meent de „Stand." mag
van inzinking gesproken worden
Constitutioneel ligt hiervoor het
bewijs in het feit, dat het in 1907 het
veld ruimde, terwijl het nog de meer
derheid in de Tweede Kamer had,
en, nog altoos in het bezit van die
meerderheid, een bewind van rechts
duldt.
Die inzinking blijkt niet minder
sterk uit het weinige animo, waarmee
het liberalisme, als één geheel ge
nomen, de naderende stembus tegen
gaat. Een der vier groepen neemt
nog altoos een gereseiveerde houding
aan. De drie overige schaarden zich
onder de banier van algemeen stem
recht en Staatspensionneeringeen
sociaal-democratische leuze, die de
drie groepen in schijn, maar niet in
wezen vereenigt. En als het op her
stemming komt, za'l nogmaals alleen
het anti-clericaiisme het liberalisme
ten overwinning kunnen leiden.
En wat voor het liberalisme het
fataalst isgesteld al dat de liberalen
vóór 1 Juli den aanvai van rechts
finaal hebben afgeslagen en zelfs hun
thans zoo kleine meerderheid met
een paar zetels versterken, weer
in het bewind gekomen, zouden ze
toch hun opzet niet kunnen doordrij
ven. Verdeeldheid zou hen nogmaals
in eigen boezem onmachtig maken,
en al wisten ze die te bezweren, dan
nog zouden ze stuiten op de Eerste
Kamer, die de sociaal -democratische
banier, waaronder men thans optrekt,
nimmer zou salueeren.
De inzinking is er en belet het
liberalisme voorshands in volle kracht
uit te komen.
Vooral dan voelt men dit, zoo men
de tegenwoordige positie van onze
liberalisten vergelijkt met de positie
die ze innamen in de periode van
hun glorie.
In die periode hadden ze het land
in hun macht. Eenzijdig beschikten ze
over alles wat macht en invloed schonk.
Op wat 'zich niet bij hen aansloot, za
gen ze met de trots der hooghartig
heid neer. Vooral voor de „fijnen", de
„dompers" en de lieden van de
„nachtschool" hadden ze weinig an
ders dan den lach van het medelijden
met anderer onmacht over. En er is
een tijd geweest, dat zelfs de gedachte
nooit bij hen opkwam, dat Brederoo's
„kan verkeeren" ooit op hun over
macht van toepassing zou worden.
Doch juist in het besef van die
onaantastbare overmacht veroorloof
den ze zich toen de weelde der on
derlinge verdeeldheid. Ze hadden
zich door een uiterst beperkt kies
recht bij dejstembus onverwinnelijk
gemaakt, censusverlaging bestreden
vooral Frieslands afgevaardigden ais
klinkklaar onrecht. Wat in de bene
er een koopt".
„Dat zou mij niet veel helpenik
kan niet rijden" antwoordde Hanna.
„Dat is wel te leeren ik zal u
onderricht geven. Wij willen goede
kameraden worden en samen door
woud en veld zwerven. Ziet ge er
ook tegen op, met mij in den pony
wagen te rijden
„Dat staat mij aan. Wij zullen
aardige tochtjes ondernemen. Mis
schien gelukt het mij, uit de teedere
kleine prinses Hanna een flinke jon
ker Hans te maken".
„Daar protesteer ik tegen", zei
Kaiser. „Wij hebben waarachtig aan
een exemplaar van deze soort meer
dan genoeg".
„En bovendien heeft onze nieuwe
buurman er voor gezorgd, dat van
een rondzwerven door woud en veid
heelemaal geen sprake kan zijn",
voegde tante Sidonie er bij. „Hij heeft
door zijne maatregelen de geheele
buurt zoo in vuur en vlam gezet, dat
men in zijn eigen huis nauwelijks
meer zeker is van zijn leven",
(Wordt vervolgd).