Gsld of Liefde.
Draagt
Piouvier's
Schoenwerk.
Vrijdag
9 April.
Feuilleton.
No. 84.
1909
BINNENLAND.
47e Jaargang.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts fivcemaal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
flbonnernents-flduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden.
De heugelijke gebeurtenis.
De Haagsche correspondent van
de „Tel." meldt d.d. 7 April:
Gisterenavond hield prof. Kouwer,
die 's nachts ten paleize vertoeft, en
dr. Roessingh, de hofarts, een lang
durig consult.
De toestand van Hare Majesteit is,
naar wij uit de beste bron vernemen,
zeer gunstig H. M. gevoelt zich bij
zonder opgewekt.
De Senaat van het Amsterdamsche
Studentencorps heeft thans besloten
om, na de bekendwording der geboorte
van een vorstelijken telg, een fakkel
optocht te houden, en wel van de
studentensociëteit aan den Heiligen-
weg naar het schuitenhuis van Nereus
aan den Amstel.
Aan den Amstel zal voorts door de
kapel van het Weerbaardheidskorps,
kapelmeester Van Diepenbeek, een
muziekuitvoering gegeven worden,
terwijl illuminatie en vuurwerk zullen
volgen.
Het bestuur van de Vereeniging tot
instandhouding van het Leidsch mu
ziekkorps, waarin vertegenwoordigd
zijn de gemeenteraad, het bestuur der
3-0ctobervereeniging, het bestuur der
Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer en het collegium
van het Leidsche Studentencorps heeft
besloten het daarheen te leiden, dat,
indien de voor Nederland zoo heug
lijk te verwachten blijde gebeurtenis
een feit zal zijn geworden, dit ook te
Leiden feestelijk zal worden gevierd.
In overleg met het dagelijksch be
stuur der gemeente werd besloten die
feestelijkheid te doen bestaan in een
concert op de Korenbeurs en een om
megang door de gemeente, waaraan
alle daar ter stede bestaande vereeni-
gingen met haar banieren of vaandels
zullen deelnemen. Indien de tijding
bekend is des morgens vóór 12 uur,
zal de optocht nog dienzelfden dag
worden gehouden, anders den daarop
volgenden dag, zoo mogelijk om drie
uur. Mocht een der genoemde dagen
op een Zondag of op Goeden Vrijdag
vallen, zoo zal de optocht en andere
feestelijkheden den volgenden dag
plaats vinden.
Het raadhuis zal geheel electrisch
verlicht worden, waartoe reeds de
noodige toebereidselen zijn gemaakt,
terwijl de Korenbeurs als gewoonlijk
met vetpotjes geïllumineerd zal wor
den. Ook vanwege de ingezetenen
zullen versieringen en illuminaties zoo
binnen als buitenshuis worden aan
gebracht, waarvoor reeds toezeggin
gen zijn gedaan.
De „New York Herald" geeft een
geiliustreerd overzicht van de fees
telijkheden en alle bijzonderheden van
de feestviering bij de blijde gebeur-
-o—o—
18.)
„Denk er eens aan, hoe vaak ge den
sleutel in de casette hebt laten ste
ken hoe vaak ik hem er heb uit
getrokken en u bracht!"
„Daar was verder niets mee te
"«en, tante. Den sleutel der casette
zal hij wel in den zak houden."
„Moet ik daaruit misschien op
haken, dat ik mij het geld voor de
buishouding door hem moet laten
betalen
„Er zal wel niets anders opzitten,
'ante Siddy."
„Nu, eer ik dat beleef, mag liever
®es onderstboven gaan 1" riep de
Jude. dame opgewonden. „En dat zal
Jet loon zijn voor al mijn liefde en
trouw?"
„„Neen, tantelief zoo zal het niet
T- Zulk eene ontaarde, onmensche-
tenis. Zooals het meer gaat in het
buitenland, weet het blad eigenaar
dige bijzonderheden, waaraan men
hier niet zou denken. Toch is de fan
tasie ditmaal niet te sterk aan den
gang geweest en is er bij het over
zicht van de toebereidselen wel een
en ander dat juist is.
Christelijke politiek.
Prof. Lindeboom kreeg in de (anti-
rev.) „Rotterdammer" gastvrijheid
voor een uitvoerige uiteenzetting van
zijn meening, dat het program, 't welk
weldra aan de Deputatenvergadering
zal worden voorgezet, te weinig chris
telijk is. Hij heeft daarbij het oog
ophuismanskiesrecht verplichte
verzekering herziening der tarieven
meerdere gelijkstelling wat den scho
lenbouw betreft tusschen openbaar
en bijzonder onderwijs. Zijn die pun
ten vraagt hij nu kenmerkend
anti-revolutionnair, kenmerkend chris
telijk
Daartegenover noemt prof. Linde
boom drie punten, die hij aanraadt
alsnog in de verkiezingsbanier te
schrijven de wederinvoering van de
doodstraf; art. 171 der Grondwet
(geldelijke verhouding van Kerk en
Staat)afschaffing van den vaccine-
dwang.
Indien deze punten niet op den
voorgrond worden gesteld, dan is
ook van een krachtige meerderheid,
die van de Juni-stembus gewenscht
wordt, geen heil te wachten, meent
de hoogleeraar.
Het blad, waarin prof. Lindeboom
zijn stuk plaatste, de (anti-rev.) „Rot
terdammer," merkt op dat die punten,
waarvan de hoogleeraar spreekt, niet
van het program van actie van 1897
zijn teruggenomen. Hij oefene dus
geduld.
Intusschen omtrent de doodstraf
merkt het blad op, dat „enkele Room-
schen", o. a. mr. Loeff, en zoo ook
de christ.-historischen, „voor zoover
zij zich onder mr. Lohman's leiding
scharen", „practisch tegen de uit
voering der doodstraf zijn." De ker
kelijke quaestie noemt het blad „nog
lang niet rijp voor het program van
actie." Alleen omtrent de afschaffing
van den vaccinedwang meent het
blad, dat het „het beste is, dat er
opnieuw op worde aangedrongen."
De „N. Rott. Ct." gelooft niet dat
prof. Lindeboom een bevredigend
antwoord zal erlangen. Zijn „ken
merkend christelijk program zal nooit
een program van „christelijke" poli
tiek worden, om de eenvoudige reden,
dat de „christelijke partijen juist over
deze „kenmerkende aangelegenheden
lijke nicht ben ik niet. Uw kommer
gaat mij ter harte kom, droog
uwe tranenIk kan u het hart niet
breken, weet ge wat, ik wil u een
offer brengen ik zie van hem af.
Wees bedaard, ik neem hem niet.
Maar Ik vrees, dat wij daarbij niet
veel hebben gewonnen want, is
mijne kracht tegenover een enkele
ook groot genoeg, tegenover de ge-
heele natie, dat voel ik, ben ik
weerloos. De natie heeft het mij
aangedaan zij is mijn fatum."
„Tegen dit noodlot zal toch zeker
ook wel te strijden zijn."
„Dat geloof ik niet. Ik voel dat
deze drang van mijn hart de stem
van mijn lot is. „Een Pruis" zoo
luidt de oplossing van mijn levens
wandel."
„Aldus sprekend was zij de deur
genaderd, van waar zij thans la
chend naar hare tante terug zag.
„Ziezoo, tante, nu ga ik en laat u
met uwe gedachten alleenik ben
er van overtuigd, dat de eenzaam
heid u tot andere gedachten zal
brengen. Kom, Tristan, mijn Duitsche
held 1 We willen eene poos in den
tuin wandelen."
TELEFOONNUMMER 10.
het met elkaar volstrekt... oneens zijn.
Zijn program moge, naar hij meent,
tot het hart en de consciëntie van
het volk Gods spreken, de „chris
telijke" politiek zal het links laten
liggen. Het zal reeds mooi zijn, zoo
de professor op de komende depu-
taten vergadering er tien minuten
over zal mogen spreken. Dan stemt
men het, zonder meer, af.
Posterijen en Telegrafie.
Het bestuur van den Ned. Post- en
Telegraafbond verzoekt ons opname
van het volgend stuk
In den laatsten tijd komen herhaal
delijk berichtjes voor, omtrent een
gespannen verhouding tusschen de
klerken en de commiezen op de post
en telegraafkantoren, welke verhou
ding haar oorzaak zou moeten vinden
in de actie door de klerken gevoerd,
naar aanleiding der bekende supple-
toire wetsontwerpen, tot verbetering
van de salarissen der commiezen.
Die berichtjes zijn zeer onjuist en
zeer tendentieus.
Het laatste blijkt reeds voldoende
uit het slot van een soortgelijk be
richt in de bladen van 29 Maart,
waarin op grond van het medege
deelde, de meening wordt uitgespro
ken, dat „een spoedige behandeling
en afdoening der zooveel besproken
wetsontwerpen mede in het dienst
belang dringend wordt noodig ge
acht."
Ten einde het dienstbelang te kun
nen omzetten in een motief voor een
spoedige behandeling en afdoening
der nieuwe saiarisregeling voor de
commiezen, was de voorafgaande
onjuiste voorstelling van teiten
noodig.
Het bestaan van een algemeen ge
spannen verhouding wordt door ons
klerken, dan ook beslist ontkend, en
waar daarvan wellicht mocht blijken,
zal de oorzaak gezocht moeten wor
den aan die zijde, waar men, teleur
gesteld in zijne verwachtingen, in
een min of meer geprikkelde gemoeds
gesteldheid verkeert.
Dat aan die zijde de klerken niet
moeten gezocht worden, behoeft
nauwelijks betoogzij toch hebben
geen enkele reden om tengevolge van
de gebeurtenissen der laatste weken
gevoelig te zijn of gevoeligheid te
toonen.
Opmerkelijk is het, dat alleen aan
commiezenzijde in moties enz. de
vrees voor het ontstaan van onge-
wenschte verhoudingen op de kan
toren is uitgesproken.
Niet alleen de hier besproken be
richtjes, maar alles, wat van com-
Ze floot haren hond en had met
hem reeds de eerste trede van het
bordes bereikt, toen zij zich nog
eenmaal omkeerde.
„Als ik li raden mag, tante, zet
dan uw morgenmuts af en haal de
nieuwe, die met de blauwe strikken,
die ik u meenam uit Straatsburg
Werp ook een blik op de ontbijttafel
en Iaat portwijn van het gele
lak voordienen Ik verlang, dat er
niets aan ontbreekt, want ik verwacht
bezoek."
„Dat ontbrak er nog aan van
daag reeds I Ik kom niet voor den
dag, als hij ons bezoekt. Dan moet
ge maar zien, hoe ge met hem
klaar wordt."
De nicht lachte en sprong luchtig
de treden van het bordes af.
VII.
Tante Sidonie had hare gewone
taktiek gevolgd zij had zich na
vooraf gegaan hevig verzet tegen
den wil harer nicht onderworpen.
De huiselijke twist was ook heden
geëindigd als altijd. Een moedwillig
lachen der nicht eenerzijds, tranen
volle onderwerping der tante ander-
miezen-zijde tegen de jongste actie
der klerken word aangevoerd, draagt
wel degelijk den stempel hunner ver
bitterde gemoedsstemming.
Zeer kwistig worden de van kler
kenzijde aangevoerde argumenten in
aangenomen moties, commiezen-vak
blaadjes en niet minder in de laatst
door de commiezen uitgegeven bro
chure, gekwalificeerd als verdachtma
kingen, halve waarheden, heele leu
gens, cijfergeknutsel, misleidende
voorstellingen, verkrachting der feiten,
zonder meestal ook maar te trachten
daarvoor eenig bewijs te leveren.
De laatste nummers van het ver-
eenigingsorgaan der Broederschap
van Telegraafcommiezen spannen
daarin de kroon, en ook in de hier-
besproken berichtjes wordt gesproken
van „zeer zeker dikwijls ongeoorloofde
middelen" die door de klerken zouden
gebruikt zijn en de „meer dan erger
lijke wijze", waarop zij tegen hunne
superieuren zouden zijn te keer ge
gaan, zonder daarvoor eenig bewijs
bij te brengen.
Stelt men daartegenover de zake
lijke wijze van argumenteeren, door
de klerken toegepast, dan zal het
ieder onbevooroordeelde moeten ver
bazen, dat men aan commiezenzijde
nog hoog durft opgeven van eigen
tactvol optreden, dan dat de oorzaak
zou zijn, waardoor botsingen ver
meden worden.
Dat het optreden der klerken door
alle leden der Tweede Kamer zou
zijn afgekeurd is dan ook op zijn
zachtst uitgedrukt een zeer scheeve
voorstelling, tenzij den steller van het
bericht de beteekenis der in een
„Voorloopig Verslag" gebruikelijke
terminologie onbekend is en het ver
schil in de uitdrukkingen „velen",
„sommigen" „anderen", „men", „van
andere zijde" enz. hem dus ontgaat.
Zulk een afkeuring mist dan ook
allen grond wat de klerken deden
was niet meer of minder dan op
alleszins gepaste wijze hunne be
zwaren uiten tegen regeeringsmaat-
regelen, die zij in strijd met hunne
belangen achten, en zich met die
bezwaren wenden tot de bevoegde
macht.
Dat door mannen als de heeren
Chevallier, oud-directeur van het
postkantoor te Amsterdam en Verbist,
oud-directeur van het post- en tele
graafkantoor te Bergen-op-Zoom, in
het openbaar de deugdelijkheid hun
ner bezwaren is erkend en hunne
wijze van optreden is geprezen, mag
hier zeker wel worden vermeld.
Het getuigt dan ook van een zeer
averechtsche opvatting wanneer van
zijds. Zoo was 't altijd geweest, zoo
zou het ook altijd blijven.
En zoo kwam het, dat na verloop
van een half uur in de ontbijtkamer
te Fleurmont de tafel gedekt was
zooals de jonge eigenares had be
volen en dat tante Sidonie in de
nieuwe muts met blauwe strikken
bezig was, om met behulp van een
ouden dienaar de laatste hand te
leggen aan de voorbereidingen die
men ter eere van den te verwachten
gast noodig achtte. Zij zou het met
meer opgewektheid hebben gedaan,
indien zij had geweten, dat deze
gast niet de gehate nieuwe buurman,
maar mijnheer Kaiser was de oude
vriend des huizes en tevens de voogd
der jonge erfgename. Paula had hem
reeds hare terugkomst gemeld. Zij
wist wel, dat haar eene strafpredi
katie over de eigenmachtige veran
deringen in het ontworpen reisplan
niet zou geschonken worden. Mijn
heer Kaiser placht steeds stipt te
zijn, en was het bij eene dergelijke
gelegenheid meer dan ooit. Want de
strijd met een aardige pupil amu
seerde hem, en ofschoon hij nooit
in gebreke bleef, over hare eigen
commiezen-zijde gepoogd wordt de
klerken voor te stellen als een bende
muiters en hunne actie als een aan
slag op het gezag.
Een excuus voor die poging is niet
te bedenken zij kan hoogstens wor
den vergoelijkt op dezen grond, dat
door de klerken-actie de al te hoog
gespannen verwachtingen der com
miezen gevaar loopen niet te worden
verwezenlijkt.
En dit is dan ook te beschouwen
als de reden waarom men aan com
miezenzijde den juisten kijk op de
zaak verloren heeft.
Hunne geprikkeldheid doet hen de
oppositie tegen een zaak metamor-
phoseerenin een strijd tegen personen.
Tusschen 1 Mei en 1 October van
elk jaar zullen voortaan enkele hoofd
en subalterne officieren van den
generalen staf, van de infanterie, de
cavalerie en de bereden artillerie
worden gedetacheerd bij wapens
waartoe zij niet behooren of waarvan
zij niet herkomstig zijn. Het doel met
deze detacheeringen beoogd, is om
aan officieren, van wie te verwachten
is dat zij tot hoogere rangen zouden
kunnen worden geroepen, de gelegen
heid te geven om ook buiten het
eigen wapen kennis op te doen ter
vermeerdering van de geschiktheid tot
het voeren van het bevel over troe-
penafdeelingen uit verschillende wa
pens bestaande. Zoo mogelijk zal aan
deze detacheeringen geen garnizoens
verandering verbonden zijn.
Reclame-tentoonstelling.
Gedurende de maanden Juni en
Juli zal in het Brongebouw te Haar
lem een groote reclame-tentoonstel
ling worden gehouden.
De directie is tot dit plan gekomen,
omdat er van verschillende zijden op
gewezen werd, welk 'n schoone ge
legenheid het „Brongebouw" voor
dit doel aanbiedt. Is 't „Brongebouw"
op zich zelf reeds een bij uitstek
geschikte gelegenheid, niet minder
draagt er toe bij, dat het ligt in een
der mooiste en aan natuurschoon
't rijkst bedeelde steden van ons Va
derland. Want is Haarlem door de
wonderschoone omstreken niet reeds
een der grootste centra van het
vreemdelingenverkeer, die door dui
zenden en duizenden elk jaar in de
zomermaanden bezocht worden Dit
feit alleen is al voldoende, het hou
den van 'n reclametentoonstelling te
wettigen, aangezien de tallooze
vreemdelingen niet na zullen laten
ook de tentoonstelling te bezoeken,
ongerekend nog de inwoners van
Haarlem en omliggende gemeenten.
Waar kan dus de handel, nijver
heid en industrie beter reclame ma
ken voor hare artikelen als daar
Reclame is nu eenmaal de ziel van
dunkelijkheid en haren trots bitter
te klagen, liet hij toch niet licht
eene gelegenheid voorbijgaan, om
haar tot een woordgevecht te prik
kelen.
Het was derhalve bloot eene be
vestiging van Paula's vermoeden,
toen haar zwerftocht met Tristan
werd afgebroken door het bericht,
dat haar voogd was gekomen en dat
men haar aan het onbijt verwachtte.
Het was echter niet de gewoonte
van de verwende jonge erfgename
om snel gevolg te geven aan eene
dergelijke oproeping. Toen zij dus
na verloop van eenigen tijd langzaam
het bordes opklom, in haar opgeno
men kleed een hoop frisch geplukte
bloemen dragend, verwonderde het
haar volstrekt niet, mijnheer Kaiser
reeds in de tuinzaal te zien. Hij zat
behagelijk op haar kleinen zetel
naast den telescoop, had de handen,
volgens gewoonte, kruislings over
den gouden knop van zijn rotting
gelegd en zag haar met een grimmig
lachje komen.
(Wordt vervolgd).