Maandag Geld of Liefde, Plouvier's Schoenwerk. 5 April. ounmer bestaat oit2 bladen Gemeentebestuur, Feuilleton. No. 80. 47e Jaargang. 1909. BACTERIËN. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden. BEKENDMAKING. Afgekeurd vleesch. Burg. en Weth. van Vlissingen maken bekend dat in het le kwartaal 1909 door den keurmeester van het slachtvee en vleesch afgekeurd zijn als nadee- lig voor de gezondheid 3 varkens, 2 runders, 3 kalvers, 1 bok, 5 partijen ingewanden, 2 par tijen varkenskoppen, 1 partij var- kensvleesch, 1 partij kalfsvleesch, 1 partij gerookt vleesch. Voorts herinneren zij belangheb benden voor zooveel noodig, aan het bepaalde bij artikel 207 3e lid der Algemeene Verordening van Politie, luidende „Wanneer het herhaaldelijk voor komt, dat bij eenzelfden slager of vleeschverkooper, voor de gezond heid nadeelig vleesch wordt aange troffen zonder dat daarvan aangifte is gedaan, zijn Burgemeester en Wet houders bevoegd zulks met vermel ding van de namen der belangheb benden, ter openbare kennis te bren gen." Vlissingen, den 3 April 1909. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, W1TTEVEEN. o Het bestaan van besmettelijke ziek ten is reeds eeuwenlang bekend hoe ze echter ontstaan, waardoor, dat heeft men pas in de laatste jaren ontdekt. Tegenwoordig weet men of meent men te weten, dat de besmet telijkheid berust op het voorhanden zijn van zekere uiterst kleine wezens, de bacteriën, die de eigenlijke ziekte oorzaken zijn en die zich in de lucht, in het water, van plaats tot plaats, van persoon tot persoon, op allerlei wijze verbreiden. Deze bacteriën zijn wezens, die op de grens van plant en dier staan zij kunnen onder zeer verschillende voorwaarden bestaan, er zijn er die bij O graden Celsius groeien, andere die bij 30 gr. en weer andere die bij 50 gr. het beste zich ontwikkelen. Hef voedsel, dat ze -0—0 14.) »Ik word daardoor weliswaar uw Khuldeischer, maar gij hebt hoop ik genoeg vertrouwen in mij, om daar- voor niet terug te schrikken." Toen Kaiser na verloop van een aur het huis verliet, bleef Marie ge troost en gerustgesteld achter. Zij had de zekerheid verkregen, dat haar jongste broer geholpen zou worden, zonder dat de oudste er schade bi. Ieed- Zij moest haren gast daarvoor wel zeer levendig haren dank heb- oon betuigd. Toen hij den weg langs gmg toonde hij althans een zeer te vreden gelaat. Hij begreep, dat hi zonder een al te groote risico want hij Was er van overtuigd dat indien hij slechts wilde, een 'Ik huwelijk kon aangaan een 'a&k had ingeleid, die hem de uit noodig hebben, is in 't algemeen minder beperkt dan bij dieren en hoogere planten, d.w.z., terwijl dieren zeer samengestelde stoffen opnemen en de planten op betrekkelijk een voudige aangewezen zijn, kunnen de bacteriën zoowel van die eenvoudige stoffen als van de gecompliceerde leven. De bacteriën spelen, zooals men tegenwoordig meent, een gewichtige rol in de huishouding dernatuur. Zij vernietigen enorme massa's plantaar dig en dierlijk afval en doen_daaruit weer andere stoffen ontstaan, welke nuttig zijn voor de planten, ammoni ak, koolzuur enz. Voor de gezondheid zijn de bacte riën zeer belangrijk, in de eerste plaats daardoor, dat zij gisting en rotting te weeg brengen. Dit is voor ons, menschen, ten deele nuttig, daar zij bij de bereiding van eenige voe dingsmiddelen meehelpen, zooals bij kaas, brood, bier, wijn, ten deele schadelijk, omdat ze vele voedings middelen in korten tijd ongeschikt maken voor de consumptie. Boven dien ontstaan dikwijls giftige stoffen en stinkende gassen, die de gezond heid kunnen benadeelen. Vervolgens hebben vele bacteriën de eigenschap, om een parasitair bestaan te voeren, m.a.w. om te kun nen leven ten koste van hoogere levende wezens, mcnsclien eïl dieren. Zeer dikwijls is dit ten nadeele van den gastheer en geeft dit parasitisme aanleiding tot ziekte en dood. Zoo zijn bij miltvuur, typhus, cholera, pest enz. de bacteriën de eigenlijke ziekte oorzaken. Niet echter alleen de bac teriën geven aanleiding tot het ont staan van ziekten, doch ook hunne producten. Zij scheiden nl. stoffen af, die op de cellen van het menschelijk organisme een verderfelijken invloed uitoefenen. Daarnevens zijn hunne onvolwassen vormen, de zoogenaamde sporen ook dikwijls oorzaak, dat verschillende ziekten, welke men meende reeds te boven gekomen te zijn, zich plotseling weer uitbreiden. Die sporen hebben een groot weer standsvermogen, grooter dan de bac teriën zelf, en daarom kunnen ze langer blijven leven. Komen ze in voering van zijn plan vrij wat nader beloofde te brengen. HOOFDSTUK VI. De morgenzon van een der vol gende dagen scheen helder en vrien delijk in eene kamer, wier twee gla zen deuren in een sierlijk aangeleg- den tuin voerden. Blinkende kiezel paden, glad en vast als marmer, slingerden zich door goed onder houden gazons, tegen wier helder groen bonte bloemperken vol effect afstaken. Schoone boomgroepen ver hieven zich daarachter en klommen bevallig, een schaduwrijk boschje vormend tegen de helling van een berg op. De kamer, vanwaar men dit uit zicht had, was een hoog, fraai ver trek, het laatste was eene heele rij van appartementen, van welke ieder afzonderlijk door elegance en smaak volle inrichting getuigden van den rijkdom en den kunstzin der be> woonster. Nergens werd echter het oog beleedigd door eene opzette lijke tentoonstelling van dien rijk dom behangsel, meubels en ta pijten, ofschoon zeer rijk en kostbaar, ongunstige conditie, dan wachten ze eenvoudig, dat er weer goede tijden voor hen komen. Ook kunnen die sporen meegevoerd worden naar andere plaatsen, waar dan plotseling een epidemie uitbreekt, zonder dat de oorzaak bekend wordt. Wanneer ergens een epidemie heerscht, dan kan men opmerken, dat sommige menschen worden aange tast, anderen vrij blijven. Men schrijft dit toe aan de dispositie voor en de immuniteit tegen die bepaalde infectie ziekte. Met de dispositie bedoelt men dan dat iemand er bepaald vatbaar voor is, met de immuniteit, dat iemand onvatbaar is. Deze immuniteit wordt toegeschreven aan sommige stoffen die zich in 't bloed bevinden. Zoo straks is gezegd, dat door bacteriën in 't menschelijk lichaam, in casu het bloed, vergiftige stoffen worden afge scheiden. De natuur nu heeft het menschelijk organisme zoodanig in gericht, dat er bij aanwezigheid van die giftige bacterieproducten stoffen worden gevormd, zoogen. „antistof fen", die de giftige onschadelijk ma ken, ja zelfs de bacteriën dooden. Wanneer nu het lichaam maar genoeg van dergelijke antistoffen kan vormen, dan ontstaat de ziekte niet of wordt ze overwonnen. Bij sommige men schen schijnen nu dergelijke anti stoffen tegen sommige ziekten van nature aanwezig te zijn, waardoor ze dan „immun" zijn. Deze theoretische beschouwingen hebben in de laatste 20 jaren er toe geleid, om de men schen tegen bepaalde ziekten te im- muniseeren, wat met vrij goed resul taat gelukt is. Het doel daarbij is, in het lichaam genoeg anti-stoffen te vormen. Dit kan men bereiken, door de antistoffen er zelf in te brengen, of stoffen er in te brengen die de aanmaak der anti stoffen bevorderen. Wat is nu het serum, dat ingespo ten wordt. Nemen we als voorbeeld de diphterie. De diphteriebacil pro duceert in het lichaam giften, die de bekende verschijnselen veroorzaken. Er wordt serum ingespoten en na weinige uren reeds verminderen de ziekteverschijnselen in sterkte. Dit serum wordt op de volgende wijze waren in eenvoudige kleuren geko zen. Zoo kon de blik des beschouwers ongestoord rusten op de veie kunst voorwerpen, die, met zichtbare voor liefde en kennis van zaken geordend, de kamers sierden. Voor de schilde rijen, die wel niet in grooten getale aanwezig waren, maar alle zonder onderscheid een hooge kunstwaarde bezaten, had men zorgvuldig het juiste licht gekozen lieflijke marmer- groepen keken uit een bosschage van donkere, tropische bladplanten en portefeuilles en albums met kos t- bare teekeningen en photographiën van de oude meesters lagen welge ordend op tafels en etagères. Een harmonisch geheel met deze voorwerpen vormde het costuum der jonge dame, die, uit den tuin ko mend, de trappen van het bordes opklom. Wel had een streng toilet criticus het zware donkere zijden kleed, dat, overeenkomstig de mode van den dag, eng om het lichaam sloot en in een langen sleep achter haar ruischte, voor ongepast ver klaard zoowel voor den jeugdigen leeftijd der draagster, als voor den bereid. Diphteriebacillen worden door telkens overplanten uit den eenen voe dingsbodem op den anderen verzwakt in hunne werking. Wanneer ze nu genoeg verzwakt zijn, worden ze in een uiterst kleine hoeveelheid gespo ten in het bloed van daarvoor be stemde paarden. Deze worden zeer ziek en krijgen groote gezwellen, doch langzamerhand verdwijnen de ver schijnselen. Telkens worden nu der gelijke verzwakte bacteriën ingespo ten, tot er geen verschijnselen meer optreden. Het paard is dan immun geworden tegen die bepaalde zwakke bacteriën, m.a.w. er zijn in 't bloed van dit dier nu genoeg antistoffen gevormd, die de diphteriegiften on schadelijk maken. Vervolgens worden krachtiger bacteriën genomen en weer dezelfde serie proeven. Zoo gaat men door tot het dier immun is tegen de gewone diphteriebacil. Van een dergelijk geïmmuniseerd paard wordt bloed afgetapt en het serum hiervan is dan het bekende heilserum legen de gevreesde keelziekte. Dit serum bevat dus een zeer groote hoeveelheid antistoffen, die het vermogen hebben, de giften van gewone diphteriebacil len onschadelijk te maken. Spuit men nu dergelijk serum in bij den mensch, dan brengt men dus een massa „anti stoffen" in 't lichaam, en wordt het diphterie gift onschadelijk gemaakt. Bij het vaccineeren tegen de pokken geschiedt iets anders. Men neemt n.l. uit de pokken van kalveren, pokstof en brengt dit op een wondje in de huid van den mensch. Daardoor ont staat dan ook een pok, die tengevolge heeft, dat er in het lichaam veel antistoffen worden aangemaakt. Men verwekt dus hier feitelijk een plaat selijke ziekte, om de producten aan antistoffen te bevorderen. Hier is echter nog een ander verschii met het diphterieheilserum, nl. door de vacci natie tracht men de pokken te voor komen, door inspuiting van heilserum tracht men de ziekte te genezen. Niet alleen voor diphterie en pok ken bestaan sera, tegenwoordig zijn er ook voor de pest, de cholera. En zoo men sommige onderzoekers mag gelooven, zal er een tijd komen, dat er voor alle ziekten sera bestaan. Der warmen, zonnigen dag. Maar hij had toch moeten toestemmen, dat, wat kleur en snit betrof, Paula de Con- tagne moeilijk een kleedzamer dracht had kunnen kiezen. Het engsluitend gewaad open baarde zulke slanke, regelmatige vormen, en zijn donkerrood deed de heldere, ietwat bruine gelaatskleur der jeugdige erfgename zoo voor- deelig uitkomen, dat zelfs menig streng zedemeester, die in deze kleeding iets overmoderns had kun nen zien, daardoor verzoend ware geworden. Het jonge meisje, gevolgd door een grooten, schoonen Leonberger hond, had met lustigen tred de trap pen beklommen en bleef eenige oogenblikken luisterend aan de deur staan. Een ongeduldig glimlachje speelde om hare lippen en een kleine rimpel verscheen tusschen hare wenkbrauwen, toen zij haar blik op eene bejaarde dame liet rus ten, die, zonder te vermoeden dat men naar haar zag, in gebogen hou ding voor een telescoop stond, door welke zij met veel belangstelling naar buiten keek. Zij werd doordat, gelijke meeningen zijn ais zeer voor barig te beschouwen en kunnen slechts verrijzen in het brein van hartstoch telijke bateriënzoekers.Deze menschen zijn zoover door hun bacilienjacht gekomen, dat ze meenen, dat de me dische kennis en geneeswijze slechts draait om hun bacteriën. Niet de waar nemingen aan het ziekbed hebben meer waarde volgens deze bacterio logen, de hoofdzaak zijn de proeven in het laboratorium. Dit alles gaat niet op, vooral daarom niet, omdat in den laatsten tijd weer gegronde twijfel verrijst, of bepaalde bacteriën wel de hun toegeschreven ziekte ver wekken. Wel zijn ze in veel gevallen bij die ziekte gevonden, maar in an dere gevallen laten ze zich maar vermoeden. Wat heerscht er b.v. nog een strijd welke bacterie de oorzaak van de cholera is 1 Bovendien als de bacterie de eenige oorzaak der ziekte was, zoo zouden toch onder alle omstan digheden de menschen er door aan getast moeten worden, daar de bac teriën zoo uiterst veelvuldig voorko men. De beroemde professor Petten- kofer komt er dan ook tegen op. Hij heeft nooit het bestaan der bacteriën geloochend, maar zijne meening is, dat een gezond lichaam 't ge makkelijk klaar speelt met de bacte riën. Hij schrijft het ontstaan en ver breiden van epidemiën toe aan den algemeenen gezondheidstoestand, en het aangetast worden door een be smettelijke ziekte aan den individu- eelen gezondheidsstaat. Gelukkig zou ik haast zeggen, wordt de logische meening van Pettenkofer gerugsteund door de leer van het natuurlijke weer standvermogen, een leer, die zich in de medische wetenschap steeds meer op den voorgrond dringt en steeds onontbeerlijker blijkt te worden. Voorzeker kan een besmetting van persoon op persoon plaats hebben, voor het optreden der ziekte moeten echter nog andere voorwaarden ver vuld zijn. Zoo is de overerving van tuberculose tusschen echfgenooten hoogst zelden, doch de kinderen loopen groot gevaar de ziekte te krij gen, niet door overerving van de ziekte, maar door overerving van het individueele slecht ontwikkelde weer standsvermogen tegen dit lijden. Ook blijkt dat de pest in voor wat zij aanschouwde, blijkbaar niet recht bevredigd. Meermalen richtte zij zich met alle teekenen van af keuring op, om dan opnieuw weer naar buiten te zien. Zij was zoozeer in deze bezigheid verdiept, dat zij de naderende schreden niet hoorde. Eerst toen eene kleine, vaste hand zich op haren schouder legde, keerde zij zich verschrikt om en zag vër- ward voor zich. „Goeden morgen, tante I" zei het jonge meisje, terwijl zij zich neer boog, om de verschrikte dame de wang te kussen. Ik zie met genoe gen, dat gij u thans aan dezelfde bezigheid overgeeft, die ge gisterei bij mij zoo belachelijk vondt. Nu is mijn nieuwe telescoop niet een uitstekend instrument? Mij dunkt, men zou er de torens van Straats burg mee kunnen zien, als de heu vels van Elmsleben zich er niet tus schen schoven." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1