ilioiheek
staaL
Geld of Liefde.
8LG0KER'
n.
fc Co.
Zaterdag
3 April.
DAALDERS
CACAO.
BLAAUW,
I Gerretsen
in en verven.
Feuilleton.
No. 79.
47e Jaargang.
1909.
!it- en Slaapkamer
te berichten dat wij
'straat.
ïen één week
i. Middelburg
INING's
appij van Verzekering,
BINNENLAND.
GEEN CACAO SMAAKT
ZOO KRACHTIG ALS
LBURG.
en VRIJDAG van 1
ykade 30, V I i s-
BSTRAAT.
!_o
kgd te Vlissingen een
dres Brieven onder
van dit blad.
Lche Wasscherij
ig van af 2 uur in
in" te spreken.
JPEUR. —m
loon biedt zich aan
voor maat en con-
bekend in de theorie
jtijk, liefst in Vlissin-
jrg bewijs van ken-
AdresL. C. SMOL-
ldstraat no. 7, Den
ie.
(VACT
TIR FlACOtl
.ITtR
KHAAGSCHE
18 's MOTHMI.
;ringen van Kapitalen
van Lijfrente, Wedu-
Kinderverzorging enz.,
jke Premiën.
inlichtingen worden
t door den Agent
BEKER Jzn»
lenstraat.
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Tweede Kamer.
In de gisteren gehouden zitting
werd het debat voortgezet over de
subsidieregeling voor de bijzondere
Hüogere Burgerscholen.
Het amendement-Ter Laan, om voor
subsidieverkrijging als voorwaarde te
stellen goedkeuring van het leerplan,
werd verworpen met 53 tegen 29
stemmen.
Het amendement-Van Wijnbergen,
strekkende tot facultiefstelling van
subsidie-toekenning, werd aangeno
men met 63 tegen 19 stemmen.
Vereenigde Kamerzitting.
In deze door de Staten-Generaal
gehouden zitting zijn de wetsontwer
pen op het Regentschap en de Voogdij
zonder debat of stemming aangeno
men.
De zitting werd in de druk be
zochte diplomatenloge o. a. bijge
woond door dr. Paul, den Venezuo-
laanschen gevolmachtigde.
Hulde aan H. M. de Koningin.
Naar het „Vad." meldt, zal aan H.
M. de Koningin deze week een ge
schenk worden aangeboden namens
de Urker-vrouwen en meisjes. Het is
een in de volksdracht van Urk ge-
kleede pop, in trouwe navolging van
de Zondagsche tooi der Urker meis
jes, met alle versierselen in goud of
zilver in 't klein aan hul (muts) en
boezelaar, enz.
Zelfbehoud bij coalitie.
In de „Stand." komt de volgende
driestar voor.
De vraag is opgeworpen, of het
niet eisch van coalitie is, dat in
elk district die partij den candidaat
stelle wier candidaat de beste kans
heeft van slagen.
Er is over die vraag heel wat te
zeggen. A fond besproken, biedt ze
een breed veld voor onderzoek.
Thans echter bepalen we ons tot één
opmerking.
Zelfbehoud gaat voor elk bondge
nootschap, voor elke coalitie.
Een methode, een tactiek die conse
quent doorgevoerd, er toe leiden zou,
dat de antirev. partij al haar eigen
candidaturen introk, om overal de
christelijk-historische candidaten te
steunen, en alzoo uit de Kamer te
verdwijnen, mag uit dien hoofde nim
mer door ons worden toegepast.
Zaten onze kiezers genoeg com
pact opéén in bepaalde streken van
het land zoodat we in gemengde dis
tricten er onszelf konden doorslaan,
zoo zou men in enkele gemengde dis
tricten allicht toeschietelijker kunnen
zijn.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, j TELEFOONNUMMER 10. j Abonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden
OO
13.)
„Gij kunt het niet weten," vervolgde
zij, terwijl hare stem van onderdrukte
aandoening trilde en hare oogen zeer
vochtig werden „gij kunt het niet
weten, welk een zorg Richard sedert
zijn vroegste jeugd voor mij is geweest,
hij is verscheidene jaren jonger dan
'k> en daar wij onze ouders vroeg
hebben verloren, heb ik hem groot
gemaakt en ben meer als eene moeder
dan als eene zuster voor hem geweest.
Hoe trotsch was ik op hem, toen hij
opgroeide tot een schoonen, krachti-
gen, levenslustigen jongen man 1 En
als ik met hem over de straat ging
j-n aller blikken bewonderend op
hem zag rusten, dan vergat ik dat
™ijne eigene jeugd verdween, dat de
laren, die hem rijpten tot het ideaal
Va'i een jeugdig schoon man, mij
(Adv.)
Nu dit niet zoo is, zou strikt vol
gen van den gewraakten regel voor
ons met politieken zelfmoord gelijk
staan.
Waaruit volgt dat, dwong men
ons tot het aanvaarden van deze
tactiek door herstemming te provo-
ceeren, zelfbehoud ons onvoorwaar
delijk noodzaken zou bij de her
stemming thuis te blijven.
Iets wat niet gezegd wordt, als
mocht ondersteld worden, dat het be
stuur der Christ.-Hist. Unie zou wil
len forceeren. Eer mag men zich van
het tegendeel verzekerd houden. Het
kwaad schijnt alleen in een enkel
district te schuilen. En tegenover zulk
een districts-manoeuvre, die de gees
ten ontstemmen, en daardoor in heel
het land de uitkomst in gevaar kon
brenge n, is daarom de positieve ver
klaring onmisbaar, dat zelfbehoud
in zulk een ondersteld geval ons tot
niet-deeinemen aan de herstemming
noodzaken zou.
Wijziging Ongevallenwet.
De memorie van Antwoord is ver
schenen op het voorloopig verslag
der Tweede Kamer over het wets
ontwerp tot wijziging van de artike
len 8 en 43 der Ongevallenwet 1901.
De minister blijft partieele wijzi
gingen der wet aanbevelenswaardig
achten, omdat alleen op deze wijze
spoedeischende wijzigingen spoedig
tot stand kunnen komen. Dat die par
tieele wijzigingen het raadplegen der
Ongevallenwet moeilijk maken, is
juist. Mocht dit bezwaar zich doen
gevoelen, dan zou daaraan tegemoet
kunnen worden gekomen door den
gewijzigden tekst der wet in het
Staatsblad te doen opnemen.
De minister betoogt voorts dat
door de voorgestelde redactie ten
volle wordt bereikt, dat de regeling
van art. 8 niet behoort te gelden
voor de berekening der tijdelijke uit-
oud en eenzaam maakten."
Tranen beletten haar verder te
spreken, zij wendde zich af en be
dekte haar gelaat. Bij Kaiser had
intusschen eene merkwaardige ver
andering plaats. Hoe rijkelijker Marie's
tranen vloeiden, hoe meer verdwe
nen de wolken van zijn voorhoofd,
en toen zij snikkend eindigde, gleed
zelfs een glimlach over zijne trek
ken. Met het gelaat van een man,
die het zich behagelijk wil maken,
legde hij hoed en stok op een stoel
en wreef zich vergenoegd de handen.
„Ziezoo", zei hij, „nu ben ik op
de hoogte. Thans weet ik, wat er te
doen is. Met den tegenwoordigen
tijd durf ik den strijd opnemen, maar
voor de schaduwen van 't verleden
was ik op den loop gegaan. Uw
broeder is officier, mooi, elegant, een
weinig lichtzinnig niet waar? Hij
heeft schulden gemaakt, wat losjes
geleefd, tot de boel vast zat is
het niet zoo En nu moet de zuster
helpen, of het gaat niet goed, mis
schien wel zijn ontslag hé
„Beoordeel hem niet te streng,
mijnheer Kaiser", zei Marie, „als ge
mijn jongsten broeder kendet, zoudt
keering,maar alleen voor de berekening
der renten en begrafeniskosten.Daaruit
volgt niet, dat een leerling, die nog
geen loon ontvangt, over de eerste zes
weken na het ongeval geen rente
zou kunnen krijgen. Dit levert echter
veel minder bezwaar op dan het toe
kennen van tijdelijke uitkeering over
dien tijd. De minister erkent echter,
dat de leerling, die nog geen loon
ontvangt, over de eerste zes weken
evenmin rente als tijdelijke uitkeering
behoort te ontvangen. Dit wordt be
reikt door aanvulling van art. 21,
voorgesteld in art. 2 van het gewij
zigd wetsontwerp, dat de mem. van
antwoord vergezelt.
Naar de meening van den minister
is het daarentegen niet wenschelijk
de rente van de in art. 8 bedoelde
personen over de eerste zes weken
na het ongeval te doen vaststellen
naar het loon, dat zij werkelijk ver
dienen, indien dit minder bedraagt
dan het fictieve loon.
Met de opmerking, dat de voorge
stelde regeling rekening had behooren
te houden met de mogelijkheid, dat
een leerling een volslagen werkman
had kunnen worden en dan een veel
hooger loon zou hebben kunnen ver
dienen, kan de minister zich niet ver
eenigen.
Het beginsel der wet is, dat de
geldelijke schadeloosstelling wordt
bepaald naar het loon, dat de getrot-
fene op het tijdstip van het ongeval
verdient of geacht wordt te verdienen.
Hoewel de minister erkent, dat het
in een aantal gevallen wenschelijk
zou zijn niet alleen de tijdelijke uit
keering maar ook de voorloopige
rente aan leerlingen enz. vast te
stellen naar het weidelijk loon, be
staan tegen het uitstrekken van de
regëiing van het nieuwe art. 8 tot de
voorloopige rente bezwaren, welke
hem daarvan terughouden.
Onze politieke partijen.
In de serie der Hollandia-Drukkerij
te Baarn is thans verschenen no. 4,
behandelende De Liberale Unie, door
A. Roodhuyzen, lid van de Tweede
Kamer.
De brochure bestaat nagenoeg ge
heel in een historisch overzicht van
de daden en lotgevallen der Liberale
Unie sedert haar oprichting (1884 5)
tot heden.
Aan het slot wordt gezegd, dat de
idee, waarmede de Unie is opgericht,
nl. om de verdeelde liberalen weer
tot elkander te brengen, geheel mis
lukt is, doch dat de Unie niettemin
nut heeft gesticht, doordat zij onder
de liberalen oog en oor heeft geopend
voor tal van vraagstukken, waarvan
de overgroote meerderheid vroeger
niet eens begreep, dat die binnen hun
sfeer lagen. De vraag „of de Liberale
Unie altijd even verstandig en beza-
ge hem ook lief hebben. Iedereen
heeft hem lief, zijne kameraden zoo
wel als zijne superieuren. Na den
oortog werd hij overgeplaatst in een
ander regiment, waarin uitsluitend
rijke jonge mannen dienen. Max
waarschuwde, maar hij was zoo blij
en vol hoop en beloofde niet boven
zijne krachten te zullen gaan. Nu is
hij toch zwak geweestde arme
jongen. Hij strekt de hand uit naar
hulp, en ik kan den een niet red
den, zonder den ander te ruïneeren."
„Droog uwe tranen, juffrouw Marie I
Wij zullen wel een middel weten
om ze beiden te helpen. Doch ter
zake 1 Kort en goed hoeveel is het
„Het is eene groote som, mijnheer
Kaiser," antwoordde Marie, terwijl
zij aan hare schrijftafel trad en onder
hare papieren zocht, „ik heb ai mijne
kleinodiën bij elkaar gelegd er
zijn eenige kostbare voorwerpen bij
van mijne moeder maar al maak
ik ook alles te gelde, het za! nauwe
lijks het vierde deel bedragen van
de som, die ik noodig heb. Daar is
de brief, wilt ge hem lezen, mijnheer
Kaiser
Kaisér las het schrijven slechts
digd de schifting tusschen hen die
den democratischen weg op willen
en die het nieuwe pad niet of schoor
voetend wilden betreden, heeft ge
maakt", beantwoordt de schr. niet
toestemmend. Ook betreurt hij de af
scheiding der vrijzinnig-democraten
in 1901 als een misstap en eindigt:
„Liefste wensch blijft altijd bij ons
dat er weer vereeniging zal komen
met hen, die niet van ons hadden
moeten heen gaan."
Kamers van Arbeid.
Te Rotterdam is een vereeniging
gesticht van leden en secretarissen
van Kamers van Arbeid met aanvan
kelijk pi. m. 40 leden. De vereeniging
stelt zich ten doel die aangelegenhe
den, waarbij Kamers van Arbeid be
trokken zijn, voor zoover mogelijkte
behartigen. Vastgesteld werd een
reglement en een bestuur, waarvan
de samenstelling later zal worden be
kend gemaakt.
Het bestuur kreeg in opdracht een
bespreking te houden met de kan
tonrechters, met het oog op de des-
verlangd aan deze te verstrekken ad
viezen in arbeidsgeschillen, zijnde
een der.eerste belangen van geza-
menlijken arbeid.
Eerlang zal ter hand genomen
worden de aanbeveling aan den ge
meenteraad van candidaat-leden voor
het bestuur der gemeentelijke Ar
beidsbeurs.
Hoe moeten wij vlaggen
Nu, naar wij hopen, over eenigen
tijd overal de vlaggen zullen waaien,
is het niet ondienstig, te weten hoe
men deze op de juiste wijze moet
aanbrengen. Niet alleen toch dat
dikwerf de vlaggen door te langen
of te korten wimpel, door te veel
versiering of om andere redenen niet
aan de eischen voldoen, doch ook
de kunst om een vlag goed en naar
behooren te doen waaien, is er eene
die slechts weinigen kennen. Wij
meenen daarom, dat het tijdschrift
„Eigen Haard" goed heeft gedaan, in
woord en beeld te brengen welke
vlaggen men niet en welke wel moet
gebruiken en tevens hoe men op de
juiste manier den vlaggestok moet
aanbrengen. De bijgevoegde illustra-
tiën verduidelijken de bedoeling.
Nationale bond voor het
reddingwezen.
In aansluiting met hetgeen wij reeds
vroeger meedeelden omtrent de plan
nen tot het stichten van een bond,
waarin alle instellingen op het gebied
van het reddingewezen vereenigd zul
len zijn, kan gemeld worden, dat het
comité van voorbereiding bestaat uit
Z. K. H. den Prins! der Nederlanden,
baron Van Asbeck en dr. C. B.Tilanus.
vluchtig, terwijl Marie met gevouwen
handen voor hem stond, en hem met
gespannen verwachting in 't gelaat
blikte. Wel trokken zijne wenkbrau
wen iets in de hoogte, toen hij bij
de bewuste piaats was gekomen,
maar toch was zijn voorhoofd on
bewolkt, toen hij den brief samen
vouwde en teruggaf.
„Zie maar niet zoo angstig 1" zei
hij, „de zaak is niet zoo erg, als ze
lijkt. De schulden bedragen welis
waar vrij wat meer dan de som, die
hij nog in de zaak van uwen broe
der heeft. Zijne opgaven zijn toch
juist kan ik mij op zijn woord
verlaten
„Hij heeft nooit gelogen hij is
een eerlijke, openhartige jongen. Maar
zijn reddingsplan steunt op ver
keerde gegevens. Zelfs wanneer hij
eene kleinere som noodig had, zou
Max hem thans niet kunnen helpen,
want wie zou hem in een tijd, waar
in alles op losse schroeven staat,
zulk een groot kapitaal leenen op
zulk een onzeker bezit, als de fa
briek tegenwoordig is En daar
komt nog bij dat een vreemdeling
een gehate Pruis de bezitter is.ï"
Verschillende der tot medewerking
aangezochte instellingen, zooals de
Ned. vereeniging „Het Roode Kruis"
hebben reeds afgevaardigden aange
wezen voor de constitueerende ver
gadering. In deze constitueerende ver
gadering zal worden vastgesteld, hoe
de bond zal zijn ingericht en hoe de
aangesloten instellingen daarin zullen
samenwerken. Het meest op den voor
grond tredende denkbeeld is echter,
dat het Roode Kruis het centrale li
chaam zal worden.
Weliswaar hebben enkele leden
van het hoofdbestuur der vereeniging
„Het Roode Kruis" er bezwaar tegen,
doch verscheidene afdeelingen hebben
zich reeds voor het denkbeeld uitge
sproken.
Het hoofdbestuurder onderofficiers-
vereeniging „Ons Belang" heeft zich
met een adres tot de Tweede Kamer
gewend, met het verzoek in het ont
werp weduwen- en weezenwet voor
de landmacht ook op te nemen het
reservepersoneel en in verband daar
mede de wet terugwerkende kracht
te geven tot 1 April 1903.
Inwisseling van muntbiljetten.
Bij de wet van 31 December 1903
was de gelegenheid tot inwisseling
van de muntbiljetten opengesteld tot
1 April 1909. Van die gelegenheid
is tot dusver tot een totaal bedrag van
f 14,569,270 gebruik gemaakt. Van
het geheele uitstaande bedrag aan
muntbiljetten ad f 15,000,000 is mits
dien voor een waarde van f 430,730
nog niet ter inwisseling aangeboden.
Hoewel het niet waarschijnlijk is, dat
ten slotte de volle som van f 15,000,000
zal worden opgeëischf, komt het den
minister van financiën niettemin
wenschelijk voor, den houders van
muntbiljetten, die mochten verzuimd
hebben hun muntbiljetten vóór 1
April 1909 in wettig betaalmiddel om
te zetten, alsnog gedurende eenige
maanden, en wel tot 1 October 1909,
de gelegenheid te openen, dat ver
zuim te herstellen.
Een daartoe strekkend wetsont
werp is thans ingediend.
Groote manoeuvres.
Door de 2e en 4e divisie worden
dit jaar van 15 tot en met 22 Sep
tember in de provincie Utrecht en
Gelderland groote manoeuvres ge
houdenvan 15 tot 18 September
onder leiding van de divisie-comman
danten, daarna onder de leiding van
den commandant van het veldleger.
Aan deze oefeningen wordt, behalve
door de in vredestijd onder het bevel
van de divisie-commandanten gestelde
staven en troepen, deelgenomen door
1 comp. wielrijders, 1 infanterie-mi-
trailleurafdeeling, 1 bereden mitrail-
leurafdeeling, 2 compagnieën veld-
„Wie vraagt ge. Nu, zoo iemand
is er nog wel te vinden. Komaan,
juffrouw Marie 1 Ga daar tegenover
mij zitten, en laat ons dan eens
overleggen, op welke wijze uw broe
der het best wordt geholpen I
Gij zult mij moeten toestemmen
dat deze broeder Luchthard niet de
man is, die een man van zaken vol
doende zekerheid kan geven. Maar
naast hem staat zijn broeder, en die
is een man van eer, wien ik onge
teld mijn gansche vermogen zou
toevertrouwen en verder staat voor
hem in zijne zuster, en die is mij
goed voor duizenden. Maar om 's he
mels wil verder geene tranen Bij
zaken moef men alle sentimenteliteit
te huis laten. Kalm bloed en opene
oogen is daarbij de leus. Zie
zoo 1 zoo is het goed, thans ben ik
met u tevreden. En nu wil ik u zeg
gen, welken uitweg ik u mocht voor
slaan.
(Wordt vervolgd).