Geld of Liefde.
Draagt
Plouvier's
Schoenwerk.
Vrijdag
10 Maart.
Feuilleton.
No. 66.
47e Jaargang.
1909.
BINNENLAND.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
De blijde verwachting.
Voor het geval menschen eens
mochten hooren van anderen, die het
weer hoorden van anderen, die „het
gelezen hadden", dat de te verwach
ten gebeurtenis om zoo te zeggen nu
reeds eiken dag kag kan worden te
gemoet gezien, diene, dat er hoege
naamd geen aanleiding bestaat om te
denken, dat het tijdstip reeds zóó
nabij is.
Men herinnert zich dat gezegd is
„in April". („N. v. d. D.")
Het regentschap.
Van bijzondere zijde wordt aan
de „Tel." medegedeeld, dat in het
wetsontwerp op het regentschap
voorgesteld wordt Hare Majesteit de
Koningin-Moeder tot regentes en
Prins Hendrik tot voogd te benoemen.
De regeering heeft dit aldus voorge
steld, omdat H. M. de Koningin
Moeder reeds eenmaal, en men weet
met welke uitstekende gevolgen, de
moeilijke taak van Regentes vervuld
heeft. In de Kamer gaan echter vele
stemmen op, die dit passeeren van
den vader sterk afkeuren, en het zal
zeer zeker in de afdeelingen niet aan
opmerkingen in dien geest ontbreken.
Geschenken aan de Koningin.
Dinsdagmiddag werd het geschenk
van de leerlingen der 's-Gravenhaag-
sche Vakschool voor meisjes aan
H. M. de Koningin aangeboden, be
staande uit 6 luiermandjes, met een
eenvoudig en degelijk uitzet, bestemd
om aan onvermogende ouders te
worden uitgereikt, die op denzelfden
dag als H. M. door de geboorte van
een zoon of dochter zullen worden
verblijd. Een en ander werd op ini
tiatief van de directrice der Vakschool,
mej. A. Berghuis, door de leerlingen
vervaardigd en voor een groot deel
uit vrijwillige bijdragen der leerlingen
bekostigd.
H. M. heeft nog des avonds per
telegram mevr. Welcker, presidente
der instelling, verzocht aan het be
stuur en de leerlingen der Vakschool
Haar meest oprechten dank over te
brengen, met de kennisgeving daarbij,
dat H. M. gaarne zal zorg dragen
dat de wensch betreffende de be
stemming der uitzetten voor jong
geborenen worde nagekomen en de
verzekering van Hr. Ms. bijzondere
waardeering van de gevoelens die tot
de aanbieding van dit geschenk heb
ben geleid.
Het Comité voor het geschenk van
deUtrechtsche vrouwen aan de Konin
gin bericht aan het „U. D.," dat het
geschenk Dinsdag aan H. M. is aan
geboden met een begeleidend schrij
ven van het dagelijksch bestuur van
—0—0
HOOFDSTUK I.
„Ge zult het nog tot uwe eigene
schade ondervinden, mijn jongen, dat
men hier te lande niet met het hoofd
door den muur rent."
„Ik ben niet zoo naïef, waarde buur
man, dat ik met mijne drie en dertig
jaren, deze ondervinding ook niet reeds
elders zou hebben opgedaan. Maar
'■k heb daarbij ook nog dit geleerd
een man in mijne positie is reddeloos
verloren,- zoodra hij toont, niet te
weten, wat hij wil. Ik ben ernstig
met mij zelf te rade gegaan, en mijn
antwoord kan niet meer twijfelachtig
z'jn, als het tot een beslissing komt."
„Zeer goed Heel aardig gezegd
wanneer echter de gevolgen weer op
ww hoofd neerkomen, wil dan zoo
TELEFOONNUMMER 10.
het Comité, en dat daarop bij de pre
sidente is ontvangen een telegram
van H. M. van den volgenden inhoud
„lk gevoel mij gedrongen de vrou
wen uit de provincie en gemeente
Utrecht mijn meest hartelijken dank
te betuigen voor het geschenk en de
goede wenschen mij zoo even aange
boden.
„Ik geef U de verzekering beide
op hoogen prijs te stellen en ver
heugt het mij bijzonder in dit ge
schenk een zoo fraai en welgeslaagd
voortbrengsel der kunstnijverheid
uwer Provincie te aanschouwen".
De „Asser Ct." geeft een beschrij
ving van het geschenk, dat door de
ingezetenen der provincie Drente aan
H. M. de Koningin zal worden aan
geboden naar aanleiding van de aan
staande heugelijke gebeurtenis.
Zooals bekend is bestaat het ge
schenk uit een zilveren presenteer
blad, dat op de bekende fabriek van
den heer C. J. Begeer te Utrecht met
groote zorg en op zeer kunstvaardige
wijze is gemaakt en bewerkt.
De sierlijke ovale vorm van het
blad, de harmonische kleuren, waarin
de wapens zijn uitgevoerd, de uitne
mende bewerking maken het tot een
zeer artistiek geheel, zoodat het een
waardige plaats zal innemen onder de
vele geschenken, welke aan de Ko
ningin zullen worden aangeboden.
Het presenteerblad is van mat zil
ver, op den rand met oranjebladeren
bewerkt, waarop en-relief zijn aan
gebracht de beeldenaars en de wapens
van de Vorsten uit het Huis van
Oranje Prins Willem I, Prins Mau-
rits, Prins Frederik Hendrik, Prins
Willem II, Prins Willem III, Prins
Willem IV, Prins Willem V, Koning
Willem I, Koning Willem II, Koning
Willem III, Koningin-Moeder-Regen-
tes Emma, Koningin Wilhelmina en
Prins Hendrik, de beide laatste beel
tenissen op één medaillon.
De geëmailleerde wapens tusschen
de goed gelijkende beeltenissen geven
een aangename, geschikt aangebrachte,
afwisseling en zijn evenals de beel
denaren zeer nauwkeurig bewerkt.
In het midden van het blad ziet
men het Koninklijk wapen, terwijl de
handvatten worden gevormd door het
Drentsche wapen in email.
Het geschenk, dat ongetwijfeld door
keuze en uitvoering zeer smaakvol
mag heeten, zal Zaterdag a.s. aan
H. M. de "Koningin worden aange
boden, vergezeld van een opdracht
waaronder de namen voorkomen van
de dames van het comité en van de
plaatselijke comités.
goed zijn u te herinneren, dat men
gewaarschuwd heeft."
„Ge kunt daaromtrent gerust zijn
ik weet zeer goed, dat ik alleen voor
mijpe handelingen heb in te staan."
„Dat klinkt weer heel fraai, doch
is niet geheel juist. Wij allen hebben
onder uwe eigenzinnigheid te lijden.
De geheele buurt loopt gevaar als het
tot een uiterste komt. Gesteld eens,
dat de kerels u uit een hinderlaag een
kogel door uw weerspannig hoofd
schieten wat dan
„Dan treft mij een paar jaren later
het lot, dat mij reeds bij Koniggratz
of Gravelotte had kunnen treffen. Voor
een Pruisisch soldaat is een kogel
geene onbekende verschrikking meer."
„En ge wilt het er werkelijk op laten
aankomen, ook wanneer ge door een
weinig toegevendheid alles in het
rechte spoor kunt brengen."
„Dat is het immers juist. Ik ben er
niet van overtuigd, dat mijne toege
vendheid dit ten gevolge zal hebben.
Integendeelzij zou de crisis alleen
verschuiven, niet doen verdwijnen."
„Van twee kwaden kiest een ver
standig man de beste. Bedwing uwe
trotsche stijfhoofdigheid, drijf door
Tweede Kamer.
Aan jhr. Beelaerts van Blokland,
benoemd minister-resident té Peking,
is op de meest eervolle wijze ontslag
verleend als commies-griffier der
Kamer, onder eene toegejuichte waar-
deerende toespraak van den Voor
zitter.
Het debat overde Kinderwetten isgis-
teren geëindigd. Onder meer is nog be
paald dat de kantonrechter een tijde-
lijken voogd over een door de ouders
verlaten wettig kind in de voogdij
vooralsnog kan bevestigen, als bij
hem, kantonrechter gegronde vrees
bestaat, dat de terugvorderende ouders
het kind zullen verwaarloozen. De
eindstemming over het ontwerp zal
later plaats hebben.
Vacature Hooge Raad.
De volgende lijst van aanbeveling
van zes candidaten is door den Hoo
gen Raad der Nederlanden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
ingezonden, teneinde daarop te kun
nen acht slaan bij het maken der no
minatie voor de vacature van een
raadsheerplaats, ontstaan door het
overlijden van den raadsheer jhr. mr.
5. M. S. de Ranitz 1. B. Fentener
van Vlissingen, raadsheer in het ge
rechtshof te Amsterdam. 2. M. A. M.
Pleyte, advocaat-generaal bij het ge
rechtshof te Amsterdam. 3. Mr. C. O.
Segers, president der arrondissements
rechtbank te Breda. 4. Mr. H. Hesse,
raadsheer in het gerechtshof te Arn
hem. 5. Mr. R. A. Fockema, raads
heer in het gerechtshof te Leeuwarden.
6. Mr. F. N. L. Aberson, raadsheer
in het gerechtshof te 's Gravenhage.
De algemeene verkiezingen.
De algemeene verkiezingen voor
leden van de Tweede Kamer zullen
dit jaar bijzonder vroeg in de maand
Juni plaats hebben. Volgens art. 126
van de Kieswet is de dag der ver
kiezing de eerste Dinsdag in Juni.
Dit is dit jaar 1 Juni. Vroeger kan
het dus niet. Art. 131 bepaalt, dat de
dag der stemming niet vroeger mag
zijn dan 10 Juni. Gaan we na, hoe
het bij vorige gelegenheden is geschied
dan kunnen we de volgende datums
wel als vrij zeker aannemen: 1 Juni:
verkiezing (candidaatstelling) 11
Junistemming en 23 of 24 Juni
herstemming.
Subsidie middelbaar onderwijs.
„De Standaard" vangt een driestar
over het voorgestelde wetsontwerp
ter versterking van subsidie aan bij
zondere middelbare scholen aan met
uwe hardnekkigheid de zaak niet tot
het uiterste wees een goede jongen 1
Eene kleine toelage laat zich ook nog
wel geven kom de ontevredenen
door zoo'n aanbod een weinigje tege
moet. Ge zult zien, hoe kalmeerend
dit op hem werkt,"
„Het zou zwakheid zijn, te willen
„kalmeeren", waar men moet „door
pakken." Ik heb u reeds gezegd,
mijnheer Kaiser, dat ik over mijne
positie goed heb nagedacht. Ik be
taal zulke hooge loonen als een fa
brikant in dezen ongunstigen tijd, en
bij den algemeenen achteruitgang der
zaken, slechts geven kan. Geen wel
denkend mensch zal meer van mij
verlangen. Werk ik niet zelf hard,
en wat heb ik daarvoor? Ik ver
zeker u, dat er onder al mijne ar
beiders niet een is, die zooveel zor
gen in het hoofd heeft als ik. Zie
rond in mijn huis 1 Overal zal u de
ernstige, nuchtere aan arbeid en zelf
beperking gewone geest van mijn
vaderland tegemoet treden. Veroor
loven wij mijne zuster en ik
ons eenige weelde Slechts door
strenge beperking van onze eigene
behoeften ben ik in staat mijne ver-
flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden.
de mededeeling, dat zich het bijzon
dere verschijnsel zal voordoen, dat
men van anti-revolutionaire zijde hier
tamelijk koel tegenover zal staan, ja,
er zelfs schade van zal duchten.
Door de bepalingen omtrent de
vakken, die de bijzondere middelbare
scholen voor 3- en voor 5-jarigen
cursus zullen moeten omvatten, wil
len ze subsidie krijgen, meent „De
Standaard", dat die scholen onvrij
zullen worden.
De inrichting van het bijzonder
onderwijs, zegt dit blad, zal niet een
eigen type kunnen ontwikkelen, maar
zal zoo goed als geheel aan het type
der rijks hoogere burgerschool moe
ten beantwoorden. Er zal niet gere
kend mogen worden met de zeer
onderscheiden behoefte van hen, die
meer dan lager onderwijs behoeven.
De school zal geheel gewrongen
moeten worden in het schema, dat
voor één bepaalde soort van leerlin
gen in 1863 is vastgesteld. Alleen
voor die soort leerlingen zal een con-
currentieschool kunnen worden in
gericht en deze subsidie erlangen.
Alle andere behoeften zullen onvoor
zien blijven, en hulp moeten zoeken
bij die tweede klas scholen, die on
der de vigueur van het meer uitge
breid lager onderwijs zich in zoo
grooten getale wisten te handhaven,
maar die thans van de subsidie blij
ven verstoken.
Het kwaad zit dus niet daarin, dat
25 uren voor elke klasse wordt ge
vorderd. En ook niet daarin, dat in
die 25 uren les moet worden gege
ven in vakken in art. 16 en 17 ge
noemd. Maar wel hierin, dat het
onderwijs in elke klasse de vakken
genoemd in art. 16 a1 en n en in
art. 17 ab en r zal moeten om
vatten.
Oordeelt hét bestuur van een bij
zondere middelbare school, dat met
het oog op de behoeften van de an
dere leerlingen de historisch-litera-
rische vakken, of ook de handelsvak
ken, meer op den voorgrond moeten
staan, dit helpt niets. In de wet van
1863 staan nu eenmaal de wiskundige
en natuurkundige vakken op den
voorgrond, en ook al beantwoordt
dit niet aan de behoefte, toch zal dit
type eisch blijven.
Er is niet op gelet, dat elk begin
sel zijn eigen type meebrengt, en dat
alzoo het bijzonder onderwijs, dat
van een ander beginsel uitgaat, met
het type dat uit een gansch ander
beginsel opkomt, geen vrede kan
nemen.
Of hier nu iets aan te doen zal
zijn We betwijfelen het.
plichtingen tegenover anderen ook
tegenover u, buurman na te ko
men. Maar ik weet niet alleen wat
ik anderen, ik weet ook wat ik mij
zelf schuldig ben. En ik verzeker u,
dat ik niet van plan ben om ook
maar een kwartier van den arbeids
tijd te laten vallen, of het loon een
cent te verhoogen."
„Gij behoeft mij niet meer te ver
tellen, dat ge weet, wat ge u-zelf
schuldig zijt. Uw gevoel van eigen
waarde staat u op uw eigenzinnig,
ijzeren, Pruisisch voorhoofd geschre
ven. Gij lijdt niet aan te weinig
zelfvertrouwen."
,,'t Is geen echte man, die niet
weet wat hij waard is."
„Oho, waarde vriend, daarin kan
men zich ook vergissen. Doch, ik
ben niet gekomen om u nederigheid
te prediken het zou trouwens ook
boter aan de galg zijn. lk ben ge
komen om u een voorstel te doen,
dat gij moet aannemen als gij wer
kelijk de verstandige man zijt, waar
voor ik u tot dusverre heb gehouden.
Ziet ge jonge vriend, het bestaan
en de bloei der fabriek interesseert
ons evenzeer, van mij steekt er even-
De Vrijz.-dem. en de Staatspension-
neering.
„Land en Volk" komt er tegen op,
dat, nu in het Vrijz.-dem. verkiezings
program geen keuze is gedaan tus
schen verplichte ouderdomsverzeke-
ring en staatspensioen, men aan het
orgaan van den V.-D. Bond den eisch
schijnt te willen stellen, om ook het
staatspensioen niet meer te bestrijden.
Deze opvatting berust op misver
stand. Wij willen het nogmaals her
halen de redactie van een blad als
het onze is onmogelijk te voeren, zoo
zij niet volkomen vrij is om haar eigen
inzichten weer te geven. Staat de wijze,
waarop zij dit doet, den Bond niet
aan, dan kan de algemeene vergade
ring critiseeren en zoo noodig beslui
ten, dat ons blad niet langer orgaan
van den Bond zal zijn.
Noch uitdrukkelijk, noch stilzwij
gend, is in de laatste bondsvergade
ring aan de redactie van het orgaan
verzocht, zich te onthouden van cri-
tiek op de wijze, waarop sommigen,
hetzij dan al of niet lid van den Bond,
de actie voor staatspensionneering
meenen te moeten voeren. Ware dit
geschied, dan zou ongetwijfeld toen
reeds vanwege de redactie zijn ver
zekerd, dat zij haar volkomen vrijheid
bleef voorbehouden.
Wij kunnen ons ook niet voorstelen,
dat ernstige mannen, die voorstander
zijn van staatspensionneering, hier
tegen bezwaar kunnen hebben. An
ders zouden zij toegeven, dat hun
denkbeelden legen critiek niet zijn
bestand.
Het is waar wij lieten somtijds
scherpe woorden vallen. Maar te dien
aanzien geldt, dat slechts hij, wien
een schoen past, hem aantrekt.
De vrijzinnig-democratische partij
is er geen, die aan alle politieke
verantwoordelijkheid voor hetgeen zij
propageert, zich mag onttrekken.
Haar mannen staan er voor, om de
wissels, die zij afgeven, te gelegener
tijd te honoreeren. Haar methode is
nimmer geweestbeloof maar raak
après nous le délugehet zal Zoo'n
vaart niet loopenals wij maar eerst
de meerderheid hebben, en welke
variaties men op dit thema meer wil
bedenken.
Men schijnt in onze dagen zulk een
stembus-actie voor „democratisch" te
willen verslijtenwij zijn van meening
dat verzet daartegen levensvoorwaarde
is voor onze partij.
Sommige bladen wisten te vertellen,
dat vele voorstanders van staatspen
sionneering den Vrijz.-Dem. Bond
verlaten. „Land en Volk" meldt nu,
dat alleen van een lid te Tiel een
bedankbrief inkwam.
Verkorting van diensttijd.
In opdracht van den minister van
marine, waarnemend minister van
veel geld in als van u en uwe zus
ter. Het ligt voor de hand dat wij
alle drie winnen, wanneer de arbeid
rustig en onafgebroken voortgaat,
wat hoogst waarschijnlijk niet zal
geschieden, als gij onverbiddelijk uw
ijzeren hoofd volgt. Nu wil ik van
den anderen kant ook niet ontken
nen, dat ge gelijk, volkomen gelijk
hebt wat betreft uwe eigene verhou
ding en bemoeiingen. Ik weet uwe
energie en uwen lust in den arbeid
wel te waardeeren. Ik erken, dat ik
mijn eigendom aan geen flinker man
had kunnen verkoopen, en omdat ik
dit weet spijt het mij dubbel, dat de
ongunstige tijdsomstandigheden u
moeilijkheden in den weg leggen,
die geen van ons beiden bij het slui
ten van den koop heeft kunnen voor
zien. Laat mij snel ter zake komen
En omdat ik man van zaken, én ook
omdat ik uw vriend ben, uw op
rechte vriend, wil ik gedurende de
eerstvolgende jaren, totdat ge uwe
lakens beter zult kunnen afzetten,
met minder rente tevreden zijn.
(Wordt vervolgd.)