3 Maart.
No. 52
1909.
Woensdag
Gemeentebestuur.
Feuilleton.
Land- en Tuinbouw.
47e Jaargang,
BINNENLAND.
VL1SS1NGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post "f 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, j TELEFOONNUMMER 10. j flbonnements-fldoertentiën op zeer uoordeeiige uooriuaarden
DRANKWET.
Burg. en Weth, van Vlissingen
(relet op art. 12 der Drankwet;
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een ver
zoek van CLAAS KAREL VISSER, om
vergunning tot verkoop van sterken
drank in 't klein voor gebruik elders
dan ter plaatse van verkoop in per
ceel Walstraat no. 123
dat vanaf heden gedurende veer
tien dagen schriftelijke- bezwaren
tegen het eventueel verleenen der
bevraagde vergunning kunnen worden
ingebracht bij Burg. en Weth. voor
noemd.
Vlissingen, 2 Maart 1909,
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Staatspensionneering.
Reeds telkens is er, ter voorkoming
van misverstand, op gewezen, dat bij
de Staatspensionneering in Engeland
de bedeelden zijn uitgesloten.
Dit bleek reeds uit hetbedrag.dat
voor de Staatspensionneering op het
budget is gebracht. Dit bedrag be
loopt 80 millioen gulden en daar
een gepensionneerde f150 'sjaars
ontvangt, wijst dit op een aantal
gepensionneerden van omstreeks
600.000.
Doch nu blijkt uit de jongste sta
tistische gegevens, dat in Engeland,
Ierland en Schotland saam bovendien
ruim twee millioen personen bedeeling
in den een of anderen vorm ontvan
gen, een cijfer, zoo hoog loopend, dat
men er thans met ernst op bedacht
is, om door een andere en betere re
geling van de publieke armenzorg
aan dezen misstand een eind te maken.
Voor ons land zou men intusschen
bij Staatspensionneering de bedeelden
niet kunnen uitsluiten. Bij ons toch
is de bedeeling meest in kerkelijke
handen en dan nog veelal zoo laag,
dat schier een ieder terstond zijn be
deeling zou opgeven om het Staats
pensioen te trekken.
Kosten nu in Engeland 600.000
personen reeds 80 millioen gulden
aan pensioen, dan zou, kwamen de
2.000.000 bedeelden er bij, dit bedrag
met ten minste 240 millioen gulden
moeten verhoogd worden, alhans zoo
men de grens van 70 jaren, die dan ge
heel onhoudbaar zou worden prijsgaf.
De invaliden kan men niet in den
steek laten en zöodra men dezen er
bij neemt valt vanzelf de grens van
de 70 jaren.
Zoo zou het dus voor Engeland
°P 80 plus 240, d.i. 320 millioen
46.)
Hij bemerkte nu, dat de kellners,
toegesneld op den woedenden kreet
^an Horner, aan de deur stonden en
hem en Augusta nieuwsgierig aan
gaapten.
«Kom, mejuffrouw," zeide de
commissaris daarop, terwijl hij haar
ridderlijk den arm bood.
«Gekheid daargelaten," ging hij
Vo°rt, „het is inderdaad een groot
geluk, dat wij dien snaak zoo netjes
'e pakken hebben. Ga thans geluk-
tog en wel voldaan naar huis. Wel
ik u nog niets mededeelen, an
ders zou ik het dienstgeheim schen
den maar zooveel mag ik u zeg
gen, dat de schuld van Horner over-
toigend bewezen is en dat er zelfs
geen muizengaatje is, waardoor hij
*ou kunnen ontsnappen. En nu,
Lode bevolenik moet terstond
"aar het paleis van justitie."
gulden te staan komen. En daar En
geland ongeveer achtmaal sterker
bevolkt is dan ons land zou men
voor ons land, naar evenredigheid,
veertig millioen 's jaars hebben uit
te trekken En dit zou pas het be
gin zijn!
Immers een uitkeering van f 3 per
week is zoo laag, dat ze in Enge
land stellig eerlang zal worden op
gezet en eerst bij een pensioen van
f 5 tot rust zal kunnen komen.
Zoo komt men herinnert de
„Standaard" vanzelf tot onmoge
lijke bedragen, en wie het ons volk
voorspiegelt, dat ook wij zeer wel
dien weg zouden kunnen inslaan, is
of op het stuk van onze financien
een botterik of misleidt de schare.
Accijns gedistilleerd.
Het hoofdbestuur der vereeniging
„Vergunning" verzocht indertijd aan
den minister van financiën maatrege
len te willen nemen, strekkende tegen
te gaan, dat gedistilleerd wordt inge
slagen door andere personen dan in
de vervoer- en geleibiljetten als de
ontbieders worden aangeduid. In ant
woord daarop heeft de minister thans
medegedeeld, dat een algeheele wij
ziging van de wetgeving betreffende
den accijns op het gedistilleerd in
bewerking is in dier voege dat te
zijner tijd de te berde gebrachte be
zwaren zich niet zullen voordoen,
doch dat in afwachting daarvan geen
afdoende maatregelen kunnen worden
genomen.
Ziekteverzekering.
Het „Vad." meldtOp de jaarver
gadering van „Patrimonium" heeft de
voorzitter medegedeeld, dat het ont-
werp-Ziekteverzekering van den mi
nister Talma voor de indiening ge
reed lag.
Maakte het reeds een zonderlingen
indruk, dat een dergelijke blijkbaar
officieuse mededeeling kon gedaan
worden door den voorzitter eener ver
eeniging, nader vernemen wij van
goed ingelichte zijde, dat die mede
deeling geheel ongegrond was. Het
wetsvoorstel is niet voor indiening
gereed en zal dit nog in geruimen tijd
niet zijn.
De scheuring in de S. D. A. P
Het Partijbestuur der S. D. A. P.
vergaderde Zaterdag 11. te Amsterdam.
Aan het in „Het Volk" voorkomend
verslag ontleenen wij het volgende
Naar aanleiding van de verrichtingen
van het D B., dat een samenspre-
king had gehad met het bestuur der
afdeeling Utrecht, werd de vraag be
sproken, wat te Utrecht diende te
gebeuren.
In Utrecht II, waar mr. Mendels
gesteld was door de afdeeling als
candidaat voor de Tweede Kamer,
Onder deze woorden had hij een
rijtuig opgezocht en liet Augusta in
stappen.
Hij gaf den koetsier het adres van
advocaat Dorner op, in de juiste
veronderstelling, dat Augusta wel in
de eerste plaats de diep bedroefde
moeder van haar verloofde, die den
geheelen middag in de grootste
spanning had doorgebracht, wensch-
te te troosten en door het verblij
dend nieuws gerust te stellen.
Het rijtuig reed weg.
Diep in gepeins verzonken, keek
Lodder het nog een oogenblik na,
tot het den hoek der straat omsloeg.
„Een lief, dapper meisje," zeide
hij halfluid„zij heeft zich voortref
felijk gehouden. Nu, de belooning
zal niet uitblijven. Thans zal het
mijnheer den advocaat niet langer
gelukken zich voor een vadermoor
der uit te geven, tegen alle bewijzen
in, die ik van zijn onschuld heb bij
eengebracht. ik zou wel eens willen
weten, wat dien waarden heer aan
leiding tot zulke handelwijze had
gegeven. Nu misschien vernemen wij
ook dat nog."
Hij ging nu zelf een rijtuig opzoe
zou een ander gesteld worden,
de afdeeling zal dei: nieuwen can
didaat spoedig aanwijzen. Ditzelfde
is of zal ook gebeuren in de overige
districten, waar mr. Mendels gesteld
was door de partij. Wat de manda
ten betreft, door mr. Mendels tot op
heden vervuld, het P. B. was van
meening, dat hij deze onmiddellijk,
na zijn bedanken als lid der partij,
ter beschikking van de afdeeling had
moeten stellen.
De afdeeling zal dus binnenkort
voor deze functies andere candidaten
moeten stellen. Getracht zal worden
eveneens in de leemte te voorzien,
door het vervallen van mr. Mendels
propagandistschap te Utrecht ontstaan.
Uitvoerige besprekingen hadden
plaats over de vraag,, welke punten
op het a. s. congres door het P. B.
zouden worden voorgesteld ais ver-
kiezing-platform. Voorgesteld zullen
worden algemeen kiesrecht, staats
pensionneering, 1 O-urendag, uitbrei
ding ongevallenwet en woningkwestie.
Besloten werd de verschijning van
het weekblad waartoe het Deventer
congres besloot, te doen aanvangen
met 1 April.
Dr. P. J. Heye.
In de aula van de Amsterdamsche
Universiteit heeft dr. C. E. Daniels
Maandagmiddag voor een uitgelezen
gezelschap, waaronder verschillende
autoriteiten en vertegenwoordigers
van de vereenigingen, die de Heye-
herdenking hebben voorbereid, uit
eengezet wat Heye voor zijn vader
land als geneeskundige gedaan heeft.
Nadat prof. J. te Winkel den spreker
dank had betuigd, werd in een ander
lokaal der universiteit in oogenschouw
genomen de tentoonstelling van boe
ken en geschriften, op Heye als medi
cus betrekking hebbende, die daar
door dr. C. F. Scheve was bijeenge
bracht.
Des avonds werd in het Concert
gebouw een bijeenkomst gehouden,
waarin ds. Schuller tot Peursum de
feestrede hield, welke werd afgewis
seld door zangnummers. Aan het einde
hieven alle aanwezigen, als hulde aan
den volksdichter, Heye's „Vlaggelied"
aan.
Examsn voor Machinisten.
De commissie voor de machinisten
examens, bedoeld in art. 8 der Schip
perswet („Staatsblad" 1907 no. 244),
zal, overeenkomstig de bepalingen
vervat in het reglement voor machi
nistenexamen, en het sleepvaartregle-
ment aanvangende 23 Maart a. s. zit
ting houden te Amsterdam.
De aanvragen om tot die examens
te worden toegelaten moeten den voor
zitter der commissie vóór 13 Maart
bereikt hebben.
Tot het erlangen van de verklarin
ken en liet zich naar het paleis van
justitie brengen.
De rechter van instructie Niederer
verkeerde in een toestand van hevige
opgewondenheid. Als een tijger in
zijn hok liep hij in zijn kamer in
liet paleis van justitie heen en weer
met de handen op den rug en sprak
nu en dan een woord tot den justi-
tie-dokter, die aan de tafel zat en
bezig was de voorwerpen, ten huize
van Horner in beslag genomen, aan
een scheikundig onderzoek te on
derwerpen.
„Die Lodder durft maar alles on
dernemen!" bromde hij. „Zonder er
mij een woord van te zeggen, arres
teert hij maar kalmwegalsof ik
zijn ondergeschikte was, zendt hij
mij deze overtuigingsfukken met het
verzo'ek die terstond door u te laten
onderzoeken. Het is nog maar een
geluk, dat gij juist op het paleis van
justitie waart, anders zou ik nog
verwijten van dien modelcommissaris
moeten hooren."
Hij lachte vol ergernis en liet zijn
kwade luim den vrijen teugel.
De dokter zeide niets.
Hij kende den rechter van instruc
gen betreffende de gezichts- en ge-
hoorscherpte zal de candidaat op ver
toon van zijn oproepingsbriefje zich
te Vlissingen kunnen aanmelden bij
den heer W. A. de Looze, officier van
gezondheid le klasse, alle werkdagen
van 10 tot 11.30 uur, in het zittings
lokaal der zeemacht.
in den tuin.
In de aflevering Juli 1908 van
„Wetenschappelijke Bladen" komt in
„Een Bloemlezing uit Buitenlandsche
tijdschriften" een artikel voor, dat
ongetwijfeld veler aandacht heeft ge
trokken en waarschijnlijk bij veie
lezers verontrusting heeft gewekt. In
„De Fauna onzer ingewanden", een
bewerking van een artikel in „La
Revue", Maart 1908, van de hand
van dr. J. Héricourt, komt namelijk
o. m. de volgende waarschuwing voor
Wij moeten alle rauwe
groenten van onze tafel verbannen en
ook die vruchten, die op of in de
nabijheid van den grond rijpen, van
den grond onzer tuinen, die gevoed
is met mest, d. w. z. met uitwerpselen
van dieren of menschen. Uil dat
oogpunt beschouwd, zijn twee spijzen
zeer bijzonder gevaarlijksla en
vooral aardbeien."
De sla is uiterst gevaar
lijk en de aardbei, hoe welriekend,
hoe smakelijk ook, is een vuile vrucht,
een vrucht in fecale stoffen gestoofd,
een vrucht die vaak doodelijk is".
Deze barre uitspraak, in naam der
wetenschap, is zeker wel alarineerend,
schrikaanjagend. Dr. Héricourt zegt
ook, wat hem tot die waarschuwing
bracht, dat de binnenbeldeeding van
ons lichaam, het slijmvlies, bedreigd
wordt door wormen, die den darm-
wand doorboren en aldus de micro
ben, die in een gezond darmkanaal tot
onmacht zijn gedoemd, gelegenheid
geven om in het bloed te komen en
dit te besmetten. Het al of niet ont
vankelijk zijn voor besmetting tijdens
epeaemiën komt volgens dr. Héricourt
hierop neer, al of niet uit- en inwen
dig, een gave bekleeding rijk is.
Als middelen ter voorkoming van
wormen en wormeieren raadt hij aan
het filtreeren en koken van het drink
water, en voorts dan vermijding van
't gebruik van rauwe vruchten en
groenten.
Als leeken kunnen wij niet beoor-
deelen, of dr. Héricourt recht had
een waarschuwiug in zoo'n barren
vorm te doen hooren, of inderdaad
onze gezondheid, ons bestaan, door
zoo'n groot gevaar wordt bedreigd,
indien wij ons sla-schoteltje of vruch
ten-dessert blijven gebruiken. Eerlijk
gezegd, lijkt ons de voorstelling wat
overdreven toe, gezien ook de velen
vooral kinderen die zich ge
tie, met wien hij bijna dagelijks sa
menwerkte, genoeg om te weten,
dat deze, evenals zoovelen, die niet
door schranderheid uitmunten en
daarom des te meer met zichzelf in
genomen zijn, in woede geraakte,
wanneer iemand bij een zaak waar
van hij de instructie leidde, iets ont
dekte, wat hem ontgaan wasmen
kon deze misnoegdheid met het vol
ste recht „juridische broodnijd" noe
men.
Op hetzelfde oogenblik trad de
commissaris zeer gejaagd en bijna
buiten adem, de kamer binnen en
groette zijn meerdere slechts meteen
vluchtige buiging.
„Zoo, zijt ge daar eindelijk?"
voer de rechter van instructie uit.
„Zeg mij toch eeris, mensch, wat
hebt gij eigenlijk uitgevoerd
„Den moordenaar van Herbert
Dorner gevangen genomen," ant
woordde Lodder met onverstoorbare
kalmte.
„Die is al lang gevangen," hernam
de rechter van instructie.
„Hij is onschuldig," merkte de
commissaris op vasten toon op.
„Hoe kunt ge dat zeggen, tegen
regeld aan allerlei aardvruchten te
goed doen en er wél bij varen.
Evenwel, wij zouden toch niet
gaarne beweren, dat men gerust de
waarschuwing in den wind kan slaan,
en dat er geen kern van waarheid in
des dokters mededeelingen gelegen
zou zijn. Neen wij houden ons zelfs
overtuigd, dat het gebruik van vruch
ten en groenten, zooals die nog veelal
worden gekweekt, op onze gezond
heid een beslist nadeeligen invloed
moet hebben of kan hebben. Indien
men toch ziet, hoe dikwijls de groen
ten en vruchten gedreven worden
met beer en anderen natuurlijken
mest, die Ln overvloedige hoeveelheid
wordt aangewendhoe gezaaid en
geplant wordt in den „klaren" mest,
welke de wortels omgeeft en vaak
nog bij het oogsten mee naar de
keuken gaat; wanneer men aan de
geoogste produkten nog den reuken
den smaak van den mest kan waar
nemen, dan komt het ons wel
aannemelijk voor, dat zoodanige ge
wonnen produkten niet gezond kun
nen heeten. Of het daarom nood
zakelijk zal zijn zich, naar den raad
van dr. Héricourt, van rauwe vruchten
en groenten te onthouden Wij be
twijfelen het zeer en gelooven, dat
we daardoor onze gezondheid niet
zouden bevorderen eer het tegendeel.
Meer en meer toch wordt de voor
treffelijke werking erkend, welke sa
lade en vruchten, in rauwen staat ge
bruikt, op de spijsvertering en het
geheele menschelijke gestel oefenen.
Men neme evenwel de voorzorgen,
om bovenbedoelde bezwaren te on
dervangen. Men verzuime dan nooit,
om al wat uit den tuin of van de
groentekar komt, inzonderheid als het
rauw wordt genuttigd, terdege te
wasschen. Dit is echter niet genoeg.
De faecaliën moeten oordeelkundiger
worden aangewend: men late ze be
hoorlijk verteren en beware ze daartoe
desnoods een jaar langerze moeten
worden vermengd met aarde, blad en
allerlei afval en gestadig worden ver
werkt; tijdig moeten ze worden aan-""
gebracht, dus niet vlak vóór of bij
het zaaien en plantenmen springe
er niet te rijkelijk mee om en brenge
ze niet in onmiddellijke aanraking
met de plantendeelenmen diene
tijdens den groei geen gier of ver
dunden mest toe en allerminst kort
vóór het oogsten. Al deze voorzorgs
maatregelen worden door ons reeds
sedert eenige jaren toegepast en sinds
dien zijn smaak en kwaliteit onzer
producten aanmerkelijk verbeterd. Ik
hoor al de tegenwerpingMaar hebt
gij dan in uw tuin nooit noodig de
pianten wat aan te zetten, te drijven
tot krachtiger groei Zeer zeker,
maar dat doe ik met een oplossing
of door uitstrooiing van daartoe ge
schikte kunstmeststoffen Chilisalpe-
zijn bekentenis in vroeg de rech
ter van instructie meer en meer
scherp. Mijnheer, gij veroorlooft u
eigendunkelijkheden, die die
die alleen bestemd zijn om
de waarheid, de volle waarheid aan
het licht te brengen", voltooide Lod
der doodkalm. „Ik verwacht dan ook
geen verwijten, mijnheer de rechter;
ik heb gedaan wat mijn recht en
mijn plicht was, en dat doen wij
allen naar onze krachten."
Hij wendde zich tot den genees
heer, die hem bij zijn binnentreden
vriendelijk had gegroet.
„Nu, dokter," vroeg hij. „Kunt ge
al iets meer met zekerheid verklaren
„Ik geloof het wel," antwoordde
de arts. De broek is door en door
met bloed bemorst. Thans reeds ben
ik, zonder microscopisch onderzoek,
in staat o n te constateeren, dat iet
voor het grootste gedeelte dieren
bloed is slechts hier van boven aan
de eene pijp vind ik menschènbloed.
(Wordt vervolgd.)