22 Februari.
Het viertal van Potgieter.
Feuilleton.
"binnen landt
No. 44
47e Jaargang.
1909.
Maandag
VLISSINGSCHE CO LI RA INT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts fiveemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10
IV.
Orde, een woord, waarvan de
klank aangenaam aandoet, zooals het
oor onaangenaam getroffen wordt door
den klank van het woord, dat er
tegenover staat: wanorde.
Maar al doet de klank van het woord
weldadig aan, en al zijn we er mis
schien, met onzen goeden Potgieter,
ten diepste van overtuigd, dat orde
óok een der dingen is, zonder welke
niets goeds wordt verricht, niets goeds
tot stand komt, op geen enkel gebied
•wellicht, is het verschil tusschen
theorie en practijk grooter. De nood
zakelijkheid van het goede te erkennen
en de ernstige wil om er inderdaad
toe mede te werken, zijn twee geheel
verschillende dingen, die zelden hand
aan hand gaan. De orde te helpen
bewaren, ordelijk te zijn en met orde
te handelen, het valt den mensch
vaak o zoo moeilijk 1
En, is dit niet zeer gemakkelijk te
verklaren
In den mensch wortelt nu eenmaal
een onweerstaanbare zucht, om zoo
veel mogelijk vrij te wezen en naar
eigen inzicht te handelen. De mensch
die, op een gegeven oogenblik, zonder
schade voor andere belangen, zich
eens in volstrekte vrijheid verheugen
mag, precies kan doen en laten wat
hij wil, die zal zich, althans voor dat
oogenblik, volmaakt gelukkig gevoe
len. Heel lang evenwel zou zijn on
vermengd genot niet duren, want ai
vrij spoedig zouden zich behoeften
bij hem openbaren, waarvan de be
vrediging al dadelijk een zekere
vrijheidsbeperking ten gevolge zou
hebben.
Bij een jong kind komt de zucht
om te doen of te laten, wat de bloot
natuurlijke aandrang medebrengt, het
sterkst uit. Het kind verzet zich een
tijdlang tegen elke vrijheidsbeperking;
maar ook de natuur brengt geen
bandeloos vrijheidsbegrip mee. Op
zekere, min of meer geregeld terug-
keerende tijden, doet zich de behoefte
gevoelen aan een bevrediging van
zekeren aandrang, b.v. om den honger
te stillen, om den dorst te lesschen,
om te slapen. Dat is de orde en de
regelmaat, die de natuur predikt.
Zoodra de lichamelijke ontwikkeling
een zekere hoogte heeft bereikt en
de zintuigen scherper gaan werken,
neemt die behoefte toe, ook door de
gewoonte om er aan toe te geven en
door de waarneming van het omrin
gende. Het kan de aandacht ook van
net kind niet ontgaan, dat niet alles
°m hem heen door elkander is ge
smeten, maar op een bepaalde wijze
38.)
«Morgenavond wordt „Don Juan"
gegeven. Dat is ook een mooi stuk,
he
Augusta was reeds opgestaan
'erwij! zij het gelaat van Horner
«keerde, kwam een zucht over haar
nppen. Het samenzijn met den man,
en als de oorzaak van haar
ongeluk moest beschouwen, had voor
naar iets afschuwelijks. Ook Horner
was opgestaan; met linksche beleefd-
"eid reikte hij haar parasol over,
waarvoor zij hem met zulk een be-
2 ,achje dankte, dat de blos hem
weer naar de wangen steeg.
«En nu vooruit, naar Rövemann",
ze,de Lodder.
Horner haastte zich Augusta den
hp? n-an *e Hjeden, dien zij met een
aihg knikje aannam zonder dat
ar gewaande vader hierop aan
lig maaktede oude heer volgde
is gerangschikt en dat, als van die
rangschikking een oogenblik wordt
afgeweken, ze terstond weer hersteld
wordt. Dezelfde lijnen en dezelfde
groepen komen weer te voorschijn.
Het speelgoed van het kind vertoont
hem hetzelfde beeld. De bouwdoos
doet wonderen. Hij gaat ook met
lijnen werken, rangschikken en orde
nen en het kan zijne aandacht niet
ontgaan, dat, door dat ordenèn, iets
ontstaat, dat de regelmatig geplaatste
dingen iets aantrekkelijks hebben. Een
vaag begrip van de noodzakelijkheid
der orde is geboren.
Nu is intusschen van een bewuste
persoonlijke vrijheidsbeperking nog
geen sprakemaar die ontstaat al
vrij spoedig. Niet alles wordt geduld
tot sommige dingen moet gedwongen
worden.
Eerst gaat dat met een heftig, later
met een lijdelijk verzet; nog later
tegen den zin maar de onderwerping
komt toch telkens verder en de school,
die allen samenbrengt, waar strenge
regelmaat heerscht, waar al geen af
wijking meer wordt toegelaten, helpt
een handje mee en van', lieverlede
ontstaat er een vaag besef, dat vrijheid
en orde geen vijanden zijn, dat ze niet
tegenover elkaar, maar naast elkander
staan en elkaar aanvullendat geen
vrijheid denkbaar is zonder orde, dat
de orde aan de vrijheid juist de ware
beteekenis schenkt, er in waarheid
van doet genieten.
Zelfs, en misschien vooral ook het
spel, leert dit het kind. Het spel is
heerlijk. Men gevoelt zich zoo geluk
kig in die vrije, gezonde beweging
maar hef spel geeft geen genot, als
het niet gespeeld wordt zooals het is
uitgedacht, zooals alle kinderen het
kennen en zooals ze het gewoon zijn.
Komt er nu een spelbreker, een jon
gen, die vrijer dan vrij wil wezen, de
orde er aan opoffert en het spel
verkeert speelt of in de war stuurt,
dan mag dat voor hem een soort van
uitbundig welbehagen geven, voor een
oogenblik tenminste, hij bederft het
genot der anderen, die van deze on
ordelijke vrijheid niets willen weten
en er heftig tegen protesteeren. Hun
genoegen is weg.
Niets beter dan dergelijke ervarin
gen, om den jeugdigen mensch lang
zamerhand te doordringen van het
besef, dat de orde een noodzakelijk
heid is en dat zij het leven veraan
genaamt. Bij de intrede in de maat
schappij, bij het beoefenen van zijn
beroep, bij het uitoefenen van zijn
recht en de nakoming zijner plichten
als burger, en in tal van andere ver
houdingen komt dat gedurig uit. Als
er regelen zijn, als aan de opvolging
ervan de hand wordt gehouden, vooral
wanneer ieder ze vrijwillig opvolgt,
niet zoozeer omdat het bevolen is,
dan ziet men zeer goed, dat de zaken
haar gedwee.
„Tot weerziens, Holdert", riep hij
aan de deur zijn goeden vriend toe,
die zijn groet beantwoordde door zijn
bierglas op te heffen.
Augusta was met haar geleider
reeds op de stoep, maar wegens dien
uitroep keek zij haar gewaanden
vader vragend aan. Lodder kwam
juist naast haar loopen.
„Wilt ge weten wie dat was
vroeg hij vroolijk. „Het lijkt wel of
geheel Regenwalde vandaag fe Ber
lijn is. Het was de magere Holdert,
onze buurman."
„O, de vleeschhouwer vroeg
Augusta.
„Dezelfde", bevestigde de commis
saris.
„Hij wil voor zijn oudsten zoon
hier een zaak overnemen, en hij is
er al zoo goed als klaar mee. Ik heb
hem gezegd, dat wij naar Rövemann
gaan. Misschien komt hij er ook.
Dien moest gij eens leeren kennen",
wendde hij zich tot Horner, die geen
oog van Augusta afwendde.
„Een gezellig mensch, en een fijn
kaartspeler ik kan het nooit van
hem winnen en toch ben ik er in
beter marcheeren. En als het anders
is, dan ziet men ook zeer goed, dat
de zaken verkeerd loopen en dat men
er in onderscheidene belangen door
wordt geschaad of er allerlei onaam-
genaamheden en verdrietelijkheden
door ondervindt.
Dit is zóó waar, dat wanneer de
orde volkomen volmaakt kon zijn, de
mensch de hoogst denkbare vrijheid
zou genieten, dat wil zeggen, de vrij
heid die het meeste geluk en genoe
gen verschaft, het best is voor allerlei
stoffelijke en zedelijke belangen.
Zóó is het leven als het ware een
vertrek, waarin we ons bevinden,
waarin we een deel van den dag
doorbrengen en een deel van onzen
arbeid moeten verrichten. Wanneer in
dat vertrek reinheid en frischheid
heerschen, alles regelmatig is gerang
schikt in bevallige orde, we met wel
gevallen op dat samenstel van voor
werpen en kleuren het oog kunnen
laten rusten, dan zullen we ons aan
genaam gestemd en wel te moede
gevoelenwe zullen gelukkig zijn,
beter geschikt voor den arbeid, beter
gehumeurd de geest van orde zal ons
als een engel omzweven.
Aan de noodzakelijkheid van orde
moeten wij gelooven. Van de
noodzakelijkheid om ze te handhaven
moeten wij doordrongen zijn en
zelf moeten wij ze ook handhaven
tegenover anderen. Geen afwijking
van regelen en vormen mag worden
geduld, waar die niet voortspruiten
uit willekeur, luim of gril, maar ge
geven zijn met een bepaald doel, dat
in verband staat met bepaalde be
langen.
Gehoorzamen verlaagt den mensch
niethet verhoogt hemwant de
ware orde tast den mensch, zijne
overtuiging, zijn dierbaarste begrip
pen, zijn rechten en zijn vrijheden niet
aan. Gehoorzamen bestaat volstrekt
niet in blinde onderwerping, die van
den mensch een willoos wezen maakt
en met de persoonlijke zelfstandig
heid in strijd komt. Aan hem die zich
vrijwillig onderwerpt aan die orde, is
juist door die orde een kring aan
gewezen, waarbinnen hij zelfstandig
denkt en handelt, waarbinnen hij zelf
orde schept en orde handhaaft. De
orde is een band, maar een band die
schraagt, geen band die knelt.
De handhaver der orde laat den
mensch en zijn rechten in volle waar
de. Hij bewaart de orde niet in eigen,
maar in aller belang, hij gevoelbzijn
verantwoordelijkheid en wanneer hij
gestreng moet zijn, dan is het de
gestrengheid des vaders, die geen
rechtvaardigheid, geen liefde des har
ten uitsluit, die nooit verzuimt, het
gezond verstand zijn rechten te laten
gelden.
Geduld, ijver, ernst, orde, wat
zijt gij heerlijke dingenNeen,
thuis."
Hij wenkte een voorbijgaand rij
tuig.
„Wij zuilen rijden kinderen," zeide
hij. „Het is nu al vijf uur. Als we
vanavond nog het concert in het
Park willen hooren blijft ons weinig
tijd over voor een goed glas wijn."
Men stapte in. Horner zette zich
tegenover Augusta en sprak gedu
rende den geheelen rit met haar, ter
wijl Lodder bijna niet aan het woord
kwam. Dit was echter zeer naar zijn
genoegenhij kon nu ongestoord
nadenken en het opgevatte plan
overwegen.
Horner spande al zijn krachten in
om zich tegenover het meisje bemin
nelijk voor te doen.
Onafgebroken pochte hij op de
groote bouwwerken, die hij in Ameri
ka reeds ten uitvoer had gebracht.
Het was er hem blijkbaar om te
doen het meisje te behagen en wan
neer men op den schijn afging, dan
zou men wel zeggen, dat hem dit
bijzonder goed gelukte.
Geen wonder, dat de verliefde
dwaas in den zevenden hemel was.
Het rijtuig stond voor het restau-
Abonnements-flduerfentiën op zeer uoordeelige uoorioaarden.
zonder U wordt niets goeds gesticht,
wordt niets groots tot stand gebracht.
Blijde verwachtingen.
De „N. Ct." schrijft onder boven
staand opschrift het volgende dat,
naar wij meenen, wel algemeene in
stemming zal vinden
Dag aan dag leest men, en in in
gezonden stukken schrijft men ons,
over voornemens en plannen, die uit
gevoerd moeten worden op of na
den dag, waarop aan onze geliefde
Koningin een kind zal worden gebo
ren. Zou het niet wenschelijk zijn het
geestdriftig ongeduld waarvan zulke
plannen getuigen, een weinig in te
toornen Er ligt iets beangstigends
in dat absolute rekenen op een toe
komstige gebeurtenis, die toch altijd
een niet onbeduidend element van
onzekerheid bevat.
Zou een weinig minder drukte niet
ook gepaster en kiescher zijn Het
is een blijde verwachting, waarin de
Koningin verkeert wachten ge
schiedt liefst in stilte en de blijde
hoop waarmede het gepaard gaat, is
niet een die bij voorkeur in luid ge
juich zich uit.
Wat minder geschrijf en pl'annen
en comité's en publiciteit zouden wij
wenschen. Daarna, als het Oranje
kind geboren is, dan kieze de geest
drift zich de verschillende wegen
die haar openstaan om zich te uiten
er is daartoe waarlijk geen langdurige
„voorbereiding" noodig. Dan kome
men met betuigingen van hulde en
verknochtheid dan zinge men (zij het
niet in de buurt van het Koninklijk
Paleis) luide het Wilhelmus
Thans echter worde in de blijde
verwachting, zooveel dit kan, in stilte
deelgenomen.
Wijziging der Kinderwetten.
Bij nota is wijziging gebracht in
het gewijzigd ontwerp van de wet
tot wijziging en aanvulling van de
wet van 12 Februari 1901, houdende
beginselen en voorschriften omtrent
maatregelen ten opzichte van jeugdi
ge personen en nadere wijziging en
aanvulling van de bepalingen in het
burgerlijk wetboek omtrent de ouder
lijke macht en de voogdij en daarmede
in samenhangende artikelen, zoomede
van een daarmede verband houdend
voorschrift in het wetboek van bur
gerlijke rechtsvordering.
De wijziging strekt om de moge
lijkheid tot subsidieering voor de
verpleging van kinderen, wier niet-
ouderlijke voogden van de voogdij
ontheven zijn, en welke mogelijkheid
het artikel van het oorspronkelijke
wetsontwerp had geopend, wederom
uit te sluiten. Waar artikel 440 A
rant Rövemann stil, een even fijn
als gezellig ingericht lokaal.
Horner wilde met kracht en ge
weld het rijtuig betalenja, hij
wenkte een bloemenverkoopster, die
in de nabijheid stond, en wilde voor
Augusta een bouquet rozen koopen,
maar het meisje weigerde beslist.
De gedachte scheen haar verschrik
kelijk toe, van een man, dien zij meer
haten moest dan iemand ter wereld,
bloemen, het symbool van liefde en
genegenheid, aan te nemen.
„Elsa geeft niet veel om bloemen,"
haastte de commissaris zich vergoe
lijkend te zeggen. Wij hebben thuis
een geheelen tuin vol, maar zij kijkt
er haast niet naar."
Horner zond het bloemenmeisje
weg maar wierp haar tevens met
voorname onverschilligheid en zeker
in de hoop den gunstigen indruk te
verhoogen, dien hij reeds op Augusta
had gemaakt, een markstuk in het
bloemenmandje.
Het meisje knikte glimlachend en
het gezelschap trad binnen.
Het restaurant was in Gotischen
stijl gebouwd, en wat de inrichting
bijzonder vertrouwelijk en gezellig
van het burgerlijk wetboek in zijn
tweede lid voor ontheffing van zoo
danige voogdij geen bepaalde rede
nen eischt, met name geen om
standigheden, waaruit het verwaar
loosd zijn der pupillen is af te leiden,
zoude bij zulke subsidieering de
noodige deelingslijn tusschen subsidie
en armenzorg niet in het oog kunnen
worden gehouden.
In strijd met de bedoeling der re
geering had de oorspronkelijke be
paling immers kunnen ten gevolge
hebben, dat b.v. voor een zeer groot
aantal weeskinderen, die telken jare
in de weeshuizen worden opgenomen,
subsidie ten laste van de justitiebe-
grooting zoude worden verleend, hoe
zeer van verwaarloozing dier kinderen
geen sprake was, het recht tot aan
vraag van subsidie zou louter hierdoor
zijn ontstaan, doordat het bestuur der
stichting, alvorens de kinderen op te
nemen, had geëischt, dat over de
kinderen een voogd werd benoemd,
die zich ten spoedigste ten behoeve
der stichting weder van de voogdij
liet ontheffen.
Nederlandsche Bond van Gemeente»
ambtenaren.
Vanwege het persbureau van bó-
vengenoemden Bond deelt men mede
Deze groote Vereeniging, thans on
geveer 3300 leden tellende, was ook
in het afgeloopen jaar in vele opzich
ten ijverig werkzaam in het belang
van ambtenaren en gemeenten.
Het getal nuttige bondsinstellingen
is weder vermeerderd.
Een bureau trad in werking, dat
met zeer goed resultaat de gemeente
besturen behulpzaam is, die bij hun
administratie tijdelijk hun personeel
behoeven ingeval van ziekte, verlof,
vacature, buitengewone werkzaam
heden enz. Verwacht wordt, dat dit
bureau (secretaris de heer H. j. Cal-
koen Jr., te Edam) vooral bij de a. s.
volkstelling belangrijke diensten zal
kunnen bewijzen.
Besloten werd tot de oprichting
van een hulpfonds, waaruit tijdelijk
steun zal kunnen worden verleend
aan hulpbehoevende gemeente-amb
tenaren. Van vele zijden, ook buiten
de kringen der gemeente-ambtenaren,
worden voor dit fonds bij den bonds-
secretaris (den heer J. A. H. de Voort,
Jan-van-Riebeekstraat 67, Den Haag)
bijdragen toegezegd. Intusschen vor
deren de ongunstige geldelijke om
standigheden der gemeente-ambtena
ren een zeer groot jaarlijksch bedrag
aan steun.
Ook werd vastgesteld een zeer be
langrijke proeve van wijziging der
Gemeentewet, in het belang van ge
meenten en ambtenaren, ontworpen
door de heeren dr. A. Pekelharing,
secretaris van Groningen, C. T. Knot
tenbelt, ontvanger van Amsterdam,
maakte, was dat elk tafeltje in een
bijzonder kabinet stond, door beschot
ten afgedeeld, zoodat men zich, zon
der last van medebezoekers te heb
ben, aan het genot van den wijn
kon overgeven. De commissaris had
dan opzettelijk dit restaurant uitge
kozen, om Augusta voor een onwel
kome ontmoeting met bekenden te
vrijwaren.
Het meisje merkte dit wel op en
wierp haar pseudo-vader een denk
baren blik toe. Men nam plaats in
een der kabinets, haif verborgen
achter een schoone bloemenversie
ring en waar een nabijzijnde fontein
een aangename koelte verspreidde.
Op het oogenblik waren er zeer
weinig bezoekers.
De commissaris sloeg voor, ter
stond aan de champagne te begin
nen, waarmee Horner zich vereenigde,
terwijl ook Augusta toestemmend
knikte.
(Wordt vervolgd.)