Ponderdag
11 Februari.
No. 35.
1909.
Gemeentebestuur*
Feuilleton.
47e Jaargang.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
PERSONEELE BELASTING.
Afkondiging van het kohier der Per-
soneele Belasting no. 10, dienst 1908.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen
en aan den Rijksontvanger is gezon
den het executoir verklaarde kohier
wegens de Personeele Belasting no.
10, dienstjaar 1908;
de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd om
hunne aanslagen op den bepaalden
tijd aan te zuiveren, ook ter voorko
ming van vervolgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen zes
weken na heden behooren^e worden
ingediend, terwijl de aangiften ter
bekoming van ontheffing, ingeval van
verhuizing, moeten worden gedaan
bij den directeur der directe belas
tingen, in wiens directie de aanslag
is vastgesteld, binnen zes weken na
het verlaten van het perceel.
Vlissingen, 10 Februari 1909.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
KENNISGEVING.
De plaatselijke Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwijs
maakt bekend
dat op a.s. Donderdag 11 Februari
1909, des namiddags van 24 uur
een Openbare Les zal gegeven worden
op de scholen A, B en F.
Ouders, voogden of verzorgers van
leerlingen en belangstellenden worden
uitgenoodigd deze lessen bij te wonen.
De Commissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE,
Voorzitter.
G. H. VüRTHElM,
Secretaris.
¥an WeeSf tof Week.
O
Nu er zulk een goede verstandhou
ding heerscht tusschen Japan en de
regeering der Vereenigde Staten, is
het wel jammer, dat men in den Staat
Californië meent te moeten voortgaan
met het nemen van maatregelen, tegen
de vestiging van Japanners in dien
Staat gericht. Men heeft daar nu een
ontwerp van wet goedgekeurd, waarbij
de kinderen van Japansche landver
huizers van de algemeene scholen
geweerd wordenmaar president
Roosevelt is niet van plan om dat
onder zich te laten en heeft van uit
Washington telegrafisch opheldering
gevraagd. Hij acht den maatregel in
strijd met de constitutie en wil dit
door den bevoegden rechter doen
uitmaken. Vrij algemeen schijnt men
elders in dezen op de hand van den
president te zijn en van meening te
i ms
29.)
t erwijl hij dus als een gewoon
burgerman in een hoek zijn glas bier
zat te drinken, vroeg hij aan de kell
nerin, die hem juist een tweede
glas bracht, of de rosachtige heer
met zijn mooien, grooten Newfound
lander tegenwoordig niet meer in het
koffiehuis kwam.
„Dan vergist ge u zeker," ant
woordde het meisje, „bij ons worden
geen honden toegelaten."
„Wel ja, ik heb hem zelfs hier
gezien."
..Vroeger dan misschien," hernam
de kellnerin „ik ben eerst veertien
dagen hier en in dien tijd heeft er
aan eiken muur een kaart gehangen
met de mededeeling."
Met dit antwoord had de commis-
.a.n® zich moeten tevreden stellen
JL z''n b'er uitgedronken en
ontmoedigd heengegaan.
TELEFOONNUMMER 10.
wezen dat men in Californië en Nevada
(want ook voor dezen Staat geldt de
quaestie) de algemeene stoffelijke
belangen des lands hooger dient te
stellen dan plaatselijke grieven tegen
de Japanneezenanders bestaat er
groot gevaar dat men verplichtingen
te schande maakt, door de regeering
bij tractaten met een bevriende mo
gendheid aangegaan.
Naar men wil zou de Staat Oregon
nu ook gaan meedoen om de blanke
bevolking van het westen tegen het
binnendringen van het Mongoolsche
ras te beveiligen, zoodat het een strijd
van belang kan worden, waarbij men
slechts wenschen mag, dat hij de
goede betrekkingen met Japan niet
andermaal in gevaar zal brengen.
Terwijl alom gewag gemaakt wordt
van stormen en watervloeden, heeft
er in de Oostenrijksche Kamer weer
eens een storm plaats gehad, welke
voor dien in de natuur niet behoefde
onder te doen. Wij zullen ons hier
niet verdiepen in eene beschrijving
der flauwiteiten, die men bij zulk eene
gelegenheid bedenkt om, door het
maken van helsch rumoer, het werken
absoluut onmogelijk te maken. De
administratieve indeeling van Boheme
naar Duitsche, Boheemsche en ge
mengde districten, wil de Oostenrijk
sche regeering door een nieuwe wet
regelen. Het daartoe ingediende ont
werp heeft echter niet de goedkeuring
der Duitschers kunnen verwerven. Het
is dan ook voordeeligev voor de
Tsjechen, hoewel deze liever in geheel
Boheinen op taalgebied zouden re-
geeren. De Tsjechen wilden spoed
met de zaak maken en toen begonnen
de Duitschers door allerlei middelen
te obstrueeren, waarop van den an
deren kant een helsch lawaai werd
gemaakt, om te zorgen dat de Duit
schers niet aan het woord konden
komen, zoodat de regeering zich ge
noodzaakt zag om de zitting voor
vier weken te schorsen en ernstig over
Kamer-ontbinding gedacht heeft. Zij
is echter, en terecht, zeer bevreesd,
dat nieuwe verkiezingen geen betere
Kamer zullen vormen en juist daarom
maken wij van deze zaak melding.
Immers, ook deze voor de eerste maal
bij algemeen stemrecht gekozen Ka
mer blijkt ongeschikt om te arbeiden
een les voor hen die het algemeen
stemrecht een middel voor alle kwalen
achten. Het is een bijtere teleurstel
ling voor Oostenrijk en voor den
keizer, die er zich zooveel van had
voorgesteldmaar het laat zich ge
makkelijk begrijpen dat de zeden en
geaardheid van een volk niet eens
klaps door de eene of andere nieuwe
staatsinstelling te veranderen zijn. Die
de samenstelling van de Oostenrijk
sche monarchie kennen, moeten dat,
dunkt ons, ten slotte toch wel inzien.
Heden, nadat hij de ongelukkige
moeder had thuisgebracht, richtte hij
weder zijn schreden naar het „Lö-
wenhof".
Hier bestelde hij een glas bier
aan een andere kellnerin.
De moed en geestdrift, die hij
zooeven, in tegenwoordigheid van
het lijk van den vermoorden Dorner
en de diep neerslachtige mevrouw
had gevoeld, waren thuis weer ge
heel bij hem geweken.
Bij een kalme beschouwing van
den toestand kwamen de moeilijk
heden, die hij te overwinnen had,
hem veel zwaarder voor en zag hij
duidelijk in, dat dit raadsel uiterst
lastig, zoo niet geheel onoplosbaar
was.
Wel geloofde hij vast en stellig,
dat een ander dan de jonge advo
caat dezen moord op den sedert lang
doodgewaanden echtgenoot van me
vrouw Dorner had bedreven maar
dit was slechts een veronderstelling,
die wel op eenige gronden berust
te, maar waarvoor toch voorloopig
elk bewijs ontbrak.
Wanneer nu evenwel de rechter
van instructie toch eens gelijk had
Het voorstel van Rusland tot op
lossing der TurkschBulgaarsche
quaestie brengt alom pennen in be
weging.
Bij het vredesverdrag van San
Stefano, van 30 januari 1878, nam
Turkije een oorlogsschatting voor zijne
rekening, waarvan nog 14 termijnen
van ongeveer 8,000,000 francs moeten
worden betaald. Rusland wil van die
jaarlijksche schatting afstand doen,
totdat op die wijze dé 125 millioen
francs betaald zijn, die Turkije van
Bulgarije eischt. Daarentegen betaalt
Bulgarije de geboden 82 millioen aan
Rusland, in jaarlijksche termijnen.
Het verschil komt dus voor rekening
van Rusland. Dat is een heel prac-
tisch en edelmoedig voorstel, maar
het wil ons voorkomen dat het min
der geeft dan belooft, om de zeer
eenvoudige reden dat Turkije zeer
slecht betaalde. Voor Bulgarije is de
zaak natuurlijk aangenaam, ook om
dat men nu niet aan de geminachte
Turken, maar aan de bevriende Rus
sen zal hebben te betalen.
Turkije moet het voorstel hebben
aangenomen, maar nog eene nadere
regeling hebben voorgesteld, waarvan
de bijzonderheden nog niet geheel
bekend of niet geheel duidelijk schij
nen te wezen.
Zoowel Engeland als Frankrijk heb
ben hun best gedaan om het Russi
sche voorstel ingang te doen vinden.
Waarschijnlijk is van deze zijde ook
eene leening in uitzicht gesteid.
In het Turksche pariement heerschte
overigens in de jongste dagen eene
tamelijk oorlogzuchtige stemming.
Men zou den Bulgaa- wel eens gaarne
eene ies willen geven en herinnert
zich hoe in de jaren 1907—1908 het
vorstendom Bulgarije, met schending
van het volkenrecht, de opstanden
der Macedoniërs begunstigd en aan
gemoedigd heeft. Zelfs op dit oogen-
blik beginnen de euveldaden der
Macedonische benden weer en men
is er vast van overtuigd dat de lieden
te Sofia daar de hand in hebben.
Daarbij komt dat het legercorps te
Adrianopel thans uitmuntend geor
ganiseerd is en een zeer bekwaam be
velhebber heeft.
Maar als Ruslands voorstel gewij
zigd of ongewijzigd wordt aangeno
men, dan zullen al die geruchten van
oorlogen wel weer verstommen.
Om nog eens op die Fransch
Engelsche leening terug te komen,
kan men veilig aannemen, dat de
jachten te Londen en Parijs voor
plaatsing wel te vinden zouden zijn.
Het herboren Turkije kan lichtelijk
een schoone toekomst hebben. Dat
ziet men zeer goed inmaar dan
wordt Turkije ook een goede grond
voor geldbeleggingen. Het oude Tur
kije moge voor den kapitalist een
wanneer nu de gevangene eens slim
mer was dan zij allen, en, in plaats
van te ontkennen, volgens een wel
doordacht plan begonnen was met
te bekennen en zich voor te doen
als een edel zelfopofferend zoon,
alleen met het doel om de justitie
op te dragen, allerlei bewijzen voor
zijn onschuld te zoeken De ver
moorde had zich reeds een vieren-
deeljaars in de stad opgehouden
was het niet zeer waarschijnlijk, dat
hij reeds kort na zijn aankomst zijn
zoon had opgezocht
In dat geval overwoog de commis
saris, had het Wilhelm wel kunnen
gelukken, schijnbaar op goeden voet
te komen met den vader, die voor
hem zeker hinderlijk was. Hij had
diens vertrouwen gewonnenna
eenigen omgang had de oude man
van zijn zoon den wissel van dat
hooge bedrag weten te verkrijgen en
terwijl de vader, argeloos en in ver
rukking, met hebzuchtigen blik den
kostbaren wissel had zitten bekijken,
had de zoon hem verraderlijk van
achteren aangevallen en hem de keel
afgesneden. De dood was zoo plot
seling geweest, dat de ongelukkige
ftbonnemenis-ftduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden.
schrikbeeld zijn geweest, jong Turkije
heeft crediet. Daarenboven heeft men
in het Westen graag een beetje in
vloed op het Balkanschiereiland, of
schoon in dit opzicht de beste dagen
voorbij zijn.
In Oostenrijk begrijpt men zeer
goed dat Rusland een zet gedaan
heeft op het politieke schaakbord,
om den invloed te stuiten, dien Oos
tenrijk in den laatsten tijd in Bul
garije had, en misschien peinst men
wel op een tegenzet.
•Is
Marokko wordt bepaald heelemaal
modern. Wie had daar ooit gehoord
van een aanslag op het hoofd van
den Staat En toch heeft zoo iets
thans werkelijk plaats gehad, 't Was
de daad van een geestdrijver, die den
Sultan trachtte te vermoorden maar
dat doet nu niet veel tot de zaak.
Als de poging geslaagd ware, zou
er wel weer een leelijke revolutie uit
voortgekomen zijn en zou men den
mogendheden zeker weer handen vol
werks hebben gegeven.
Men kan gerust aannemen dat het
land nog tamelijk in staat van anar
chie verkeert en dat men niets wil
weten van een samengaan met de
christenen. Dat samengaan van Moelai
Hafid met de christenen, al of niet
oprecht dan en in ieder geval half
gedwongen, is blijkbaar ook de oor
zaak van de daad geweest.
Wel aangenaam is het, te verne
men, dat de Zuid-Afrikaansche con
ventie gesloten en dat men er tot
volkomen overeenstemming geraakt
is. In het Vereenigd Zuid-Afrika zal
Kaapstad de zetel der wetgevende
macht zijn en Pretoria die der re
geering. De afstand is vrij groot,
dunkt ons, en voor het gedurig hou
den van voeling niet zeer geschikt
maar men is nog zoover niet. Bloem
fontein wordt de derde in den bond
of, zoo men wil, die van den buit
krijgt, want daar zou dan vrouw
justitia haar hoofdzetel opslaan. Vóór
het tot eene uitvoering komt, spreken
wij elkander nog we) eens nader!
BINNENLAND.
Regentschap.
In den laatsten tijd zijn maatrege
len in voorbereiding om met het oog
op de blijde verwachting van H. M.
de Koningin, einde Maart of begin
April een toestand te doen intreden,
tengevolge waarvan het Hoofd van
den staat tijdelijk Haar regeertaak zou
neerleggen, om deze alsdan door een
regentschap te laten waarnemen tot
dat H. M. weer in staat zal zijn het
bewind te aanvaarden.
Deze mededeeling is de aankon
diging van de toepassing van art. 38
zich niet tegen de moorddadige hand
van zijn zoon had kunnen verdedigen.
Maar de hond
Welnu, kon deze zich niet aan
Wilhelm hebben verkocht Mogelijk
had het dier, toen het zijn meester
bloedend zag neervallen, zich op den
moordenaar geworpen en hem in de
hand gebetenvandaar de verwon
ding van Wilhelm. Daarop was het
dier tot kalmte gekomen, de moor
denaar had het in de alcoof gelokt
en het daar eveneens afgemaakt.
De commissaris moest toegeven,
dat al die gevolgtrekkingen zeer
waarschijnlijk waren maar dan moest
ook de advocaat Dorner een door
trapte misdadiger zijn, bij wien de
stem van het geweten reeds lang
verstomd was. Als zoodanig kende
de commissaris echter Wilhelm niet
en daarom bleef hij aan zijn onschuld
gelooven. Hij achtte den ongeluk
kige veel te hoog om hem tot zulk
een eerlooze handelwijze in staat te
rekenen.
In deze overpeinzingen werd de
commissaris gestoord door de kell
nerin, die een nieuw glas bier voor
hem neerzette.
der Grondwet, dat het waarnemen
van het Koninklijk gezag opdraagt
aan een regent „ingeval de Koning
buiten staat geraakt de regeering
waar te nemen."
De beoordeeling of dit geval aan
wezig is behoort in eersten aanleg
aan „de hoofden der ministerieele de
partementen, in rade vereenigd." Zij
geven van hun bevinding kennis aan
den Raad van State, dien zij uitnoo-
digen, binnen een bepaalden termijn
advies uit te brengen. Ook al is het
advies niet ingekomen en ook ai luidt
het ongunstig, dan roepen zij
blijven zij na afloop van den gestel
den termijn bij hun oordeel de
Staten-Generaal bijeen, om hun ver
slag van het voorhanden geval te
doen. Is het advies van den Raad
van State ingekomen, dan wordt het
aan de Vereenigde Vergadering voor
gelegd.
Achten de Staten-Generaal het om
schreven geval aanwezig, dan ver
klaren zij dit een besluit, dat c j last
van den voorzitter der Vereenigde
Vergadering tevens voorzitter der
Eerste Kamer wordt afgekondigd
en dat op den dag der afkondiging
in werking treedt.
De regent moet bij een wet w ten
benoemd, omdat een Prins van mje
die van rechtswege regeni zou
zijn, indien hij zijn 18e jaar zou
hebben bereikt hier ontbreekt.
Over het ontwerp van deze wet be
raadslagen en besluiten de Staten-
Generaal, eve.neens in Vereenigde
Vergadering.
Heeft het omschreven geval opge
houden te bestaan, dan wordt dit
eveneens door de Vereenige Verga
dering verklaard en dan in het on-
derwerpelijke geval op voorstel van
den regent. Overigens hebben ook
minstens twintig leden der Staten-
Generaal het recht, hiertoe een voor
stel te doen.
Onmiddellijk na afkondiging van
dit besluit herneemt de Koning (Ko
ningin) de waarneming der regeering.
De ministers zijn persoonlijk ge
houden aan de Kamers der Staten
Generaal, zoo dikwijls dit wordt ge
vraagd, omtrent den toestand van den
Koning (Koningin) verslag te doen.
Eerste Kamer.
In de gisteren gehouden zitting
werd een aanvang gemaakt met de
behandeling der begrooting van bin-
nenlandsche zaken.
De heer Van den Biesen critiseerde
de overdreven eischen van het wo
ningtoezicht in de groote steden bij
de toepassing van de woningwet.
De heeren Van der Feltz en Van
Basten Batenburg bepleitten de wette
lijke regeling van verzekeringsmaat
schappijen.
De heer Van der Does bepleitte de
„Zeg eens, mijnheer, hebt u gis
teren niet aan Jane gevraagd naar
Turk, den grooten, zwarten New
foundlander begon zij vertrouwelijk.
De commissaris keek verrast op
zou dit een vingerwijzing van het
lot zijn
„Ik had hem een paar malen ge
zien," antwoordde hij onverschillig;
„ik ben eert liefhebber van honden
en dat mooie dier beviel mij buiten
gewoon."
„Nu, een mooi dier! Een rakker
was het," hernam de kellnerin „zoo
kwaadaardig heb ik er mijn leven
nog geen gezien. Hij was eigenlijk
van een ouden heer maar aan mijn
heer Horner was hij veel meer ge
hecht dan aan zijn eigen meester.
Wij hebben hier drie weken geleden
een toestand met dien hond gehad.
Mijnheer Horner had hem een stuk
worst gegeven, maar zijn meester
wilde het niet hebben en nam hem
de worst weer af.
(Wordt vervolgd.)