A. Vrijdag Januari. binnenland. Feuilleton. No. 18. 47e Jaargang. 1909. iveadienst. VAM DEH HM OP DEI TM. '.eggen dat en, toen ïer dat hij ets anders dat werIc- it, neuras- smiddelen e f met de duizenden een reden ij een be- uist dóór ;en maar gewonen VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.50. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever f. van de velde Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts fwwmaal berekend. Oroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. •verheerlijk O P: laatste eischen in het mooiste letter K, Bureau Iet Jongmensch, hebbende,zag met eenige bij= ch. v. welken preau v. d. blad. dienst tidisltargv.v. 40f 5-5°t ?-55* 2.30* 1.15§ 2.-* 5.50§ 6.55* Remise. Zeilmarkt. 't Badhuis. ..15+ 6.25f 8.40* 1.15* 2.—2.45* 150* 6.55§ 7.50* Ot dan tot de Re» markt, dhuis. vertrekkon tot Badhuis, 6.—, 6.20, 6.45, 10.20, 10.40, .12.30,1.-, 1.30*, 4.30, 4.50, 5.20, 3.20. vm, 6.10, 6.30, ).50, 10.10, 10.30, Tm. 12.10, 12.45, 3.40, 4.10, 4.40, 7 25, 8.—, 8.30. jallen des Zondags IALCSEREN. the tijd. arg—Boahir j. 1.25, 9.23, 12.18, Itation S.S.) 9.20, 10.40, 1.35,4.15, Koudekerke. Nederland en Venezuela. Dr. Paul, de Venezolaansche ge delegeerde, die gisteren te 's Graven- haee is aangekomen, verklaarde in een onderhoud dat hij zeer voldaan was over het resultaat van zijn on derhandelingen in Frankrijk en dat hij vertrouwde, dat ook de geschil punten, welke nog met ons 'and mochten bestaan, zeer spoedig uit den weg zullen worden geruimd. Nu I het hoofdpunt in geschil door de op- I heffing van het bekende Mei-decreet I verdwenen is, blijven er nog slechts i meer of minder ondergeschikte punten I te regelen. Hoofdzaak is herstel van ft de diplomatieke betrekkingen tusschen 3 Nederland en Venezuela, en van ons gezantschap te Caracas. Dr. Paul sprak het vertrouwen uit, dat de Nederlandsche regeering bereid zal worden bevonden, de buitgemaakte E schepen aan zijn land terug te geven, a Wat de schadevergoeding betreft, e waarop de heerThielen, Nederlandsch B onderdaan te Caracas, aanspraak maakte, wegens vernieling van zijn eigendommen tijdens de troebelen te Caracas, verklaarde dr. Paul, dat het Bionnoodig was, deze langs diploma- tieken weg te trachten te verkrijgen. Van den aanvang af heeft de Vene zolaansche regeering het mogelijke gedaan om wanordelijkheden te voor komen, en zij kan daarvoor dus niet aansprakelijk worden gesteld, Intus- schen is de Venezolaansche regeering bereid d'en heer Thielen in der minne I schadeloos te stellen, en dr. Paul heeft van den heerThielen verkregen, dat deze niet langs diplomatieken Iweg de schadeloosstelling zal trach ten in te vorderen, maar zich ter stond tot de Venezolaansche regee ring te Caracas zal wenden. Naar aanleiding van de critiek, door de „Kölnische Zeitung" uitgeoefend op de keuze van zijn persoon als onderhandelaar met Nederland, terwijl toch de voor Nederland zoo onaan gename diplomatieke briefwisseling ..ijijdens het conflict door hem was 'gevoerd, merkte dr. Paul op, dat deze critiek ongetwijfeld door den heer Castro is geïnspireerd. Men moet niet vergeten zeide hij dat ik took in die correspontje de minister was van den heer Castro. Mijn per soonlijke zienswijze is bekend bij allen, die gedurende de 2jaar, dat ik minister was, met mij hebben on derhandeld. Dat Castro thans weg is, was naar dr. Paul verzekerde, het werk van het volk en van de publieke opinie. En de conflicten met andere landen hebben slechts daardoor zulk een gevaarlijk karakter vertoond, doordat in Venezuela reeds eenigen tijd re- 13.) Met een onwillekeurige beweging wendde de advocaat zich tot Lodder. „Zoover ik weet, heb ik geen tijd genoemd," zeide hij daarna op stroe ven toonhet ongeval, dat eigenlijk niet de moeite waard is, er zooveel over te spreken, gebeurde aanmer kelijk later." „Waarschijnlijk toen u uit de Ro zenstraat terugkeerdet hernam Lod der schijnbaar zonder bedoeling. »Wie zegt u dan, dat ik in de Rozenstraat geweest ben vroeg ■wilhelm thans knorrig, terwijl hij zich eenigszins oprichtte. Een zacht steunen bewees, dat de minste beweging" hem pijn veroor zaakte en dat, in tegenstelling met zijn bewering, de wond wel van be- feekenis moest zijn. „Wel, allebei mijn oogen," ant woordde de commissaris. „Bovendien volutie dreigde en Castro deze tot eiken prijs wenschte te voorkomen. Het gevolg van die politiek waren de bekende gebeurtenissen. Wat dr. Paul persoonlijk betreft, hij is de vertrouwde vriend van generaal Go mez, aan wien hij te danken heeft, dat hij voor de eerste maal benoemd werd tot minister van buitenlandsche zaken, Voortdurend heeft hij getracht zooveel mogelijk in zijn geest te handelen. Hij was als het ware de „trait d'union" tusschen Gomez en Castro, en ter wille van Gomez moest hij, zij het ook met tegenzin, zitting blijven nemen in het ministerie. Wat nu zijn werkzaamheden hier te lande aangaat, hoopte dr. Paul, die terstond na zijn aankomst den minister van buitenlandsche zaken schriftelijk van zijn komst in kennis heeft gesteld, heden met den minis ter een onderhoud te hebben. Waar schijnlijk zou hij een week in de residentie vertoeven. In dien tijd zou het protocol gereed gemaakt en ge- teekend kunnen worden, waardoor de betrekkingen tusschen beide rijken weder officieel werden aangeknoopt en de eventueel nog hangende moei lijkheden uit den weg geruimd wor den, welk protocol dan naar Vene zuela ter goedkeuring zal worden op gezonden. Het Parijsche „Journal des Débats" publiceert onder voorbehoud een tele gram uit Washington, waarin wordt gezegd, dat er een afspraak zou be staan tusschen Gomez en president Castro en dat laatstgenoemde wel degelijk het plan heeft naar Venezuela terug te keeren, wanneer dr. Paul zijn zending zal hebben volbracht. Dr. Paul zou feitelijk naar Europa zijn gekomen om de internationale en diplomatieke betrekkingen, die op onhandige wijze door Castro verbroken zijn, weder aan te knóopen, daar het voor Venezuela zaak is zijn financieel evenwicht te herstellen en leeningen aan te gaan en Castro zich voor een dergelijke taak ongeschikt heeft be toond. Zoodra Paul dan ook zijn taak zal hebben beëindigd, zal men zien, dat Castro naar Caracas terugkeert en door Gomez met open armen wordt ontvangen. De Kamerverkiezingen. Men schrijft aan de „N. Rott. Ct." Met zekerheid kan worden medege deeld, dat bij de aanstaande Kamer verkiezingen geen samenwerking tusschen Liberale Unie en den Vrijz.- Dem. Bond is te wachten. Stappen om tot samenwerking te komen zijn niet gedaan en daartoe zal zeker door den Vrijz.-Dem. Bond ook niet het initiatief worden genomen. Zelfs staat het ernstig te bezien, of, indien de Liberale Unie in dezen den eersten stap zou doen, zij dan bij den Vrijz. moet zekere vrouw Weiszen u ge zien hebben. Zij is een vroegere cliënte van u, die in de Rozenstraat 28 woont." Een oogenblik bleef het stil in de kamer, totdat de jonge advocaat, on danks de pijn, die hij zich daardoor aandeed, van de ottomane opstond. „Laat ons dit vragen en-antwoor- den-spel liever staken, mijnheeren", zeide hij scherp. „Uw bezoek heeft een bepaald doel, het komt mij voor, dat gij mij wilt uithooren maar ik denk, dat 1 juist tegenover mij de rechte weg de beste zal zijn. Dus wat verlangt gij De rechter van instructie was van zijn stoel opgestaanzijn gelaat had een ambtelijke uitdrukking aangeno men. De commissaris kwam naast hem staan, alsof hij zich verplicht rekende zijn meerdere de behulp zame hand te bieden. „Ik houd het in uw belang voor het best, dat wij stipt bij de waar heid blijven", zeide Niederen. „Voor eerst dus de verwonding aan uw linkerhand, u door een hond toege bracht. Dat stemtonwaar is echter uw bewering, dat dit ongeval in de TELEFOONNUMMER 10. Dem. Bond een gewillig oor zou vinden. De heer J. Weileman te Krabben- dijke is door de vrijzinnig-democra tische werkiiedenvereenigingen in het district Ridderkerk candidaat gesteld voor hel lidmaatschap van de Tweede Kamer. Herhalingsoefeningen, De „Stct. no, 17" bevat een be schikking van den minister van oor log, waarbij wordt bepaald, dat de verlofgangers van de militie te land in 1909 krachtens art. 111 der mili- tiewet 1901 voor herhalingsoefeningen in werkeiijken dienst komen als volgt Lichting 1902 de regimenten infan terie 11 dagen de compagniën hos pitaalsoldaten 11 dagen het korps pontonniers 11 dagen de regimenten vesting-artillerie 13 dagen het korps pantserfort-artillerie 13 dagen; het regiment genietroepen, met uitzonde ring van de vesting-telegrafisten die hebben voldaan, aan het bepaalde in den eersten volzin van^ art. 6 van het sedert ingetrokken Koninklijk besluit van 29 Februari 1884 no. 13, 11 dagen. Lichting 1903: het korps torpedis- ten 12 dagen. 1904: de regimenten infanterie 26 dagen de compagnieën hospitaalsol daten 26 dagen de regimenten veld artillerie, met uitzondering van de treinafdeelingen 27 dagen het korps pontonniers 26 dagen de regimenten vesting-artillerie 19 dagen; het korps pantserfort-artillerie 19 dagen; het regiment genietroepen, met uitzonde ring van de miliciens-telegrafisten, 26 dagen. Lichting 1905: het korps torpe- disten 19 dagen de miliciensrtele- grafisten 20 dagen. Lichting 1906: de regimenten in fanterie 26 dagen de compagnieën hospitaalsoldaten 26 dagen de regi menten huzaren 20 dagende regi menten veld-artillerie, met uitzonde ring van. de treinafdeelingen 27 da gen het korps rijdende-artillerie 27 dagenhet korps pontonniers 26 dagen de regimenten vesting-artille rie 26 dagen het korps pantser fort artillerie 26 dagen het regi ment genietroepen, met uitzondering van de miliciens-telegrafisten, 26 dagen. Lichting 1907 het korps torpedisten 19 dagen de miliciens-telegrafisten 20 dagen. Bij den minister van oorlog bestaat het voornemen om met ingang van 1 Maart in de garnizoenen Breda en Assen een compagnie wielrijders in het leven te roepen. De 2e luitenant C. U Hollorrt van het 3e reg. inf., is overgeplaatst bij het 8e reg, inf. te Arnhem. buurt van uw kantoor plaats had. Gij hebt deze verwonding gekregen in de woning van zekeren Dorner, Rozenstraat 28, vierde verdieping, deur rechts, en wel door diens hond Turk. Wel was Wilhelm een meester in de moeilijke kunst van zelfbeheer- schingmaar toch kon hij een licht beven van zijn gelaatszenuwen niet onderdrukken. Een minuut lang stond hij als ver lamd, terwijl hij de oogen niet neer sloeg voor den doordringenden blik der ambtenaren. Eensklaps vertoon den zich dikke zweetdroppels op zijn voorhoofd. Hij stampte met den voet op den grond. „Wat gaat u mijn verwonding aan vroeg hij toornig. „Met welk recht durft gij het wagen, u in mijn persoonlijke aangelegenheden te men gen „Met het recht van ambtenaar der justitie," antwoordde Niederen op ijs- kouden toon. „Ik herhaal u het is in uw eigen belang, naar waarheid te antwoorden. Zeg mij dus, is mijn veronderstelling juist?" Weder duurde het lang, eer Wil- flbonnements-flduerfenfiën op zeer uoordeelige uoorioaarden. Waarmee zullen we beginnen Waren we allen jonge dames en als zoodanig knusjes bijeen, in ge- zelligen kring, dan zouden we elkaar de belangrijke gebeurtenissen van den dag, uit eigen plaats, kunnen mede- deelen Zeg, weet je 't Die is geëngageerd, Is dat geen aardig paartje En die 's verliefd, en die verkeert, Dat duurt nog wel een jaartje. En weer een huwelijk is op til. Hoe, die en die O jeetje En al publiek Neen, hou het stil, Ik denk het nog maar, weet je. En die liep gistr'en dèdr niet die, En hij en zij er neven En hij heeft vast in die genie, En zou dat ook wat geven En zoo zouden we dan kunnen voortbabbelen. Maar dat gaat nu niet. Ik moet mij bepalen tot dingen van meer algemeenen aard. En nu grijp ik hier wat en daar wat, neen, Tang niet alles is even belangrijk en op geen stukken na zoo gewichtig als de dingen, welke in die intieme on der-onsjes besproken worden, maar ik vlei mij, dat ge ze toch wel zult willen lezen. En dan begin ik allereerst iets te vertellen van een koe. Van een koe te Blijham, een dorp in Groningen. En die koe stond in een schuur van den landbouwer E. met andere koeien. En in die schuur was het een der laatste nachten niet pluis daar klonk een aanhoudend en ongewoon ge rommel en gestommel. Men stak het licht aan, ging de schuur binnen en keek behoedzaam rond. Niets bijzon ders, alleen in de gelederen ontbrak één koe, de bewuste.. Waar was die Het gestommel begon weer en men keek in die richting en daar zag men zwartblaar van de turfhoop op den zolder stappen heel voorzichtig poot voor poot. Vermakelijkzegt ge Alies behalveWant nauwelijks was ons koetje er goed en wel bovenop, ofkrak, krakdaar zakte de zolder door en de arme zwartblaar viel met een smak in de keuken. De boerenfamilie was hevig geschrokken En 't koetje zelf lag gansch van de sokken. Misschien zegt daar éenWat is me dat beest, Jandori, verschriklijk stom toch geweest Het zij zoo Maar zie eens een koe is een koe En zijn dan veel menschen er wijzer aan toe Zij klimmen en klimmen als dollen en mallen, Vergetendwie hoog klimt, kan heel licht [ook vallen. Van deze koe spring ik op een kleermaker, in figuurlijken zin name lijk, want ge moet niet van mij den ken, dat ik op dat arme koebeest zou trappen daartoe ben ik te zeer een dierenvriend en nog min der zou ik het wagen om op dat kleermakertje, dien ik op het oog heb (ook in figuurlijken zin te springen, want, zooals ge zult hooren, is dat een venijnig, kwaadaardig kereltje. helm antwoordde," maar zijn snelle ademhaling bewees, welk een strijd er in zijn binnenste werd gevoerd. Eensklaps zonk hij onder smarte lijk kreunen op een nabijstaanden stoel neder en sloeg zijn gezonde hand voor het aangezicht. „Dan is het toch vergeefs ge weest," mompelde hij, terwijl hij zich blijkbaar overgaf aan de smart, die hem verteerde. „Alles vergeefsnu is een ontdekking niet meer te. ver mijden." Met klimmende verbazing had Nie deren deze woorden van den jongen advocaat opgevangen vervolgens wisselde hij een veelbeteekenenden blik met den commissaris. „Alies is ontdekt," zeide hij daar op, terwijl hij den advocaat naderde en de hand op zijn schouders legde. „Verlicht uw geweten door een vol ledige bekentenis" Wilhelm nam de hand 'van het ge zicht weghet scheen, dat hij de bedoeling van den rechter van in structie begreep. „Wat bedoelt gij eigenlijk vroeg hij, als uit een droom ontwaakt. ,Wat ik met dien man uitstaande Hij woont in Sulzmatt en werd daar altijd geplaagd dooreen paar school jongens. Dat stond dien jongens lee- lijk En dat den geplaagden man het gal weieens overkookte, kan ik me best voorstellen. Hij zon op wraak. Ook begrijpelijk, zelfs van een vol wassen mensch. Maar wat deed hij Toen het hem laatst gelukte éen der deugnieten in zijn wraakgierige klau wen te krijgen, droeg hij hem naar huis, legde hem op een strijkplank, nam een verwarmd ijzer en streek toen met welbehagen de broek van den jongen glad. Dat spelletje had echter tengevolge,dat zekere lichaams- deelen, die ik niet nader behoef aan te duiden, ernstig verbrand waren, zoodat de gekastijde jongen in vier weken niet kon zitten. Dat was toch te bar, vindt ge niet Een warme broek had het baasje wel verdiend, maar niet aldus. De vader gaf de mishandeling aan en de rechtbank veroordeelde, verzachtende omstan digheden in aanmerking nemende, den kleermaker tot f 3 boete. „Die straf is te min, 'k had hem anders onthaald 1" Zoo hoor ik mijn neefje daar zeggen „Was ik rechter geweest, 'k had zonder pardon Hem ook op de strijkplank doen leggen." Ja, dat zou net iets voor jongens zijn om dat kwaadaardige kleerma kertje ook eens de broek glad en warm te mogen strijken Maar die vertooning zou al evenmin passen, als die, welke te Berkhout (N. H.) gege ven zal worden. De gymnastiekver- eeniging „Olympia" aldaar zal zoo lees ik in een harer uitvoeringen levende beelden opvoeren, die in 4 bedrijven zullen voorstellen de Zeister moordzaak Dat zal een treffend schouwspel wezen, Een amusante boel Maar 'k wil toch in geinoede vragen Spreekt dat van fijn gevoel Het licht der beschaving is lang nog niet overal doorgedrongen. Zoo vertelt zeker blad hoe een brutale kerel, die met strooibiljetten langs de straat ging, op een deftig heer zwaar gebaard en met strenge oogen achter een grooten bril toetrad en dezen een biljet aanbood. De heer nam het aan, stak het in den zak en ging zonder opzien ver der. Maar de kerel tikte hem op den schouder„He, he, me cente „Je centè sprak de heer. „Ja, wis en bis, me cente voor die brosjuur..." „Welke brochure?" „Die je in je zak hebt, gauw as de weerlich De heer haalde het papier uit zijn zak,, vouwde het open en vroeg„Is het dit „Ja, dat is heten nou me cente „Wat is dit dan „Dat is de choocheme streek van een gesjochte jonge." „Neem dan je choocheme streek van je gesjochten jongen terug, man, asjeblief„Neeme cente, me cente lawaaide de kerel. heb, gaat u toch niet aan Ik be grijp in het geheel niet, dat gij daar iets van weetik meende toch het middel gevonden te hebben dien... man het zwijgen op te leggenhoe hij er toe gekomen is de politie in onze zaken te mengen, en op welke wijze hem dit gelukt is, is mij een onop losbaar raadsel." De toornader op het voorhoofd van den rechter van instructie zwol dreigend op. Hij twijfelde er geen oogenblik aan, of Wilhelm wilde hem door huichelarij om den tuin leiden. „Ter zake," zeide hij barsch. „Ai- leen uit achting voor u en ons ge meenschappelijk ambt ben ik hier gekomeneen ander had ik zekef terstond in voorloopige hechtenis doen nemen." Het gelaat van Wilhelm werd doodsbleek. Hij week een schrede terug en zag den spreker met ont stelden blik aan. „In hechtenis doen nemen „Mij stamelde hij. „Weet gij wel, dat ik aan uw verstand begin te twijfelen, mijnheer Niederen (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1