Ponderdag 21 Januari. Feuilleton. 47e Jaargang. 1909. telefoonnummer 10. Machinaal gebroken Pecco Thee, jrdam. ruik. >iau Schelde Qemeentebestwr^ bekendmaking. witteveen. Week lot Week. B Na weinige minuten werd deze deur van binnen geopend. hf - hf Hf h: hf hf hf hf BINNENLAND. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. flbonnements-fiduertenfiën op zeer uoordeelige uooruiaarden. imponisten, EL f 1.-. half 1 tot half 2 rstraat 74, huis te ontbieden tei ;tsen staan gratis! te. en 12 ct. per ons. en waterhoudend, i Aanbevelend, ER, Walstraat 19/211 187* cetj 25 12 OCKENBUBD broari 1909. ka, ii m. i,23 b) en 6,15 dj 15 nm. 3,50 b) en 8,45 1,55 g) en 4,4 3,23 en 5.25 el!, uten na het vertrel "9 sterke n.Nenzen vm.8,s': lar Bresbene, Borssek1' Bresbens ten hoogst® eze boot des Zondag9 izen ten hoogste waoW' Aangifte van nieuwe leerlingen voor de Openbare Lagere Scholen. I Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter kennis van belang hebbenden: dat op Maandag 15 Februari a.s. als leerlingen tot de scholen A (Coosje Buskenstr.), B (Hooikade) en F (Joost de Moorstr.), kunnen worden toege laten kinderen van on- en minver mogenden, die op het tijdstip der toelating zes jaren oud zijn De aangifte der nieuwe leerlingen kan geschieden van Maandag 18 Ja nuari tot en met Zaterdag 30 Januari e.k., des voorm. van 9—12 uren, ter Gemeente-Secretarie (Griffie.) i Bij de aangifte wordt men verzocht een Trouwboekje mede te brengen. Vlissingen, 16-Januari 1909. Burg. en Weth. voornoemd, (van doorn van koudekerke. De Secretaris, Nu Oostenrijk en Turkije tot eene schikking gekomen zijn, moet er in Russische kringen teleurstelling ge doeld worden. Niemand schijnt daar gedacht te hebben, dat men in Turkije gematigd genoeg zou geweest zijn, om zich tevreden te stellen met eene schadeloosstelling van twee en een half millioen pond. Stellig had men den eisch verwacht, dat Oostenrijk eenig grondgebied zou afstaan. Een Russisch blad vergelijkt die twee en een half millioen pond, met de lin- zenmoes, waarvoor Ezau zijn eerst geboorterecht aan Jacob afstond. In ieder geval verwacht men dat Tur kije op de conferentie voor de be woners van Bosnië en Herzegowina dezelfde burgerlijke en politieke rech ten zal trachten te bedingen, als de bevolking van het Turksche rijk thans ontvangen heeft. Ook daarvan zien wij niet veel komen want Oostenrijk zal dat wel beschouwen als eene binnen- landsche aangelegenheid, en zoodra het vast staat dat de annexatie van genoemde landen erkend wordt, is dat ook juist. Ook Servië heeft waarschijnlijk van de conferentie niets te hopen. Daar en in Montenegro blijft men zich door Oostenrijk benadeeld achten maar daarom zal Rusland niet met Oostenrijk in onmin willen geraken, 12.) De commissaris beval met fluis terende stem den politie-agenten, in de vestibule achter te blijven, maar op den eersten wenk gereed te zijn. Hij zelf snelde ■'aarop den inmiddels voorgeganen rechter van instructie na en haalde dezen in op het oogen- blik, dat hij de schel naast de ka merdeur van advocaat Dorner in be weging bracht. Aan den ingang vertoonde zich een vriendelijke, deftige matrone, |ie met haar overvloedig zilverwit aar haar diep ernstige blauwe oogen en de huisjapon van zwart satijn, dat Z1J vol eenvoud en waardigheid droeg, een eerbiedigen indruk op de ambte naren teweegbracht. »lk betreur het ten zeerste, maar mp zoon zal u niet kunnen ont waar het bovendien door vroegere overeenkomsten gebonden is. Ook is de militaire kracht van het Rijk niet zoo groot als vóór den Japan- schen oorlog. Oostenrijk heeft de vrije hand in den Balkan, wanneer dat Rijk het met Turkije vinden kan en Bulgarije, ofschoon eigenlijk een Russische schepping en altijd door dat Rijk beschermd, heeft heel goed begrepen dat de rollen omgekeerd zijn en daarom dapper met Oosten rijk meegedaan, 't Is te hopen dat Servië en Montenegro nu ook ver standig zullen worden, want het blijkt dat de duizenden Russen, die bij Plewna en in den Balkan gevallen zijn in den Bulgaarschen vrijheids oorlog, zijn opgeofferd om Oostenrijk dertig jaren later twee van de mooiste gewesten van den Balkan te doen inpalmen. Als het waar is wat men zegt, dat dit de politiek is van den aan staanden keizer Frans Ferdinand, dan weet Europa voorloopig wat het aan dezen monarch hebben zal. De Turksche regeering blijft nu natuurlijk nog staan voor de vraag stukken van Bulgarije en Kreta, maar wij vermoeden dat ook in die aan gelegenheden met een schikking veel te vinden zal wezen. Het herboren Turkije kan goed geld gebruiken, zoo goed als de zieke man het kon, en een schotel linzenmoes ter waarde van ongeveer zeven en twintig mil lioen Hollandsche guldens, zooals Oostenrijk nu betaalt, kunnen wij nu juist zoo belachelijk niet vinden. Als de boycot er niet geweest was, die onberekenbare schade heeft toe gebracht, doch nu wel binnen enkele dagen zal ophouden, dan zou men te Weenen waarschijnlijk zoo scheu tig niet geweest, 't Zijn de economi sche belangen die tegenwoordig de politiek in hoofdzaak beheerschen. Aanvankelijk is men nog bevreesd geweest dat het parlement te Kon- stantinopel een spaak in 't wiel zou steken, maar het gaf aan de regee ring met algemeene stemmen eene motie van vertrouwen. Wat Bulgarije betreft, daarmede staat men in de Turksche hoofdstad nog niet op al te besten voet en men schijnt te Belgrado bang te wezen dat de schikking met Oostenrijk Tur- vangen", sprak mevrouw Dorner, toen de beide heeren haar het doel hun ner komst hadden uitgelegd. „Hij is reeds sedert gisteravond ongesteld en rust thans wat uit op de otto- mane." Niederen haalde gemelijk de schou ders op. „Toch moet ik u verzoeken, ons terstond bij mijnheer uw zoon toe te laten," zeide hij. „Ik ben rechter Niederen en kom wegens dienstaan gelegenheden, die niet uitgesteld kunnen worden." De oude dame schudde verwon derd het hoofdmaar voordat zij nog kon antwoorden, had Lodder op verontschuldigenden toon gezegd „Wees niet bezorgd, mevrouw, ons bezoek zal waarschijnlijk slechts van zeer korten duur zijn en geen na- deeligen invloed op den gezondheids toestand van mijnheer uw zoon oefe nen maar hij is zelf een aan zijn plicht getrouw rechtsgeleerde, die zich niet zal onttrekken aan een be zoek, dat wij alleen in het belang der justitie aan* hem brengen." De weduwe scheen niet overtuigd maar zij begreep, dat de ambtenaren kije zal nopen om die brutale Bul garen de tanden eens te laten zien maar hoogst vermoedelijk zullen de Turken, uitnemende kooplui als ze zijn, alleen maar van de gelegenheid profiteeren om een hooger bod te krijgen. Hf Hf Hf Te Parijs moet de heer Paul, de afgezant van Venezuela's nieuwe re geering, goed opschieten met het bij leggen der geschillen, waarin zijn land met Frankrijk gewikkeld werd door en onder Castro's bestuur, en met de Vereenigde Staten is men te Caracas reeds zoover gekomen, dat een ontwerp-tractaat gereed ligt. Als hij te Parijs klaar is, zal de heer Paul nu ook eens te 's Hage dienen te komen, om aan onze zaakjes een einde te maken. Er loopen geruchten, dat de heer Castro zich desnoods mU geweld, weer toegang tot zijn land zou wil len verschaffenmaar wij kunnen aan dat hopeiooze plan kwalijk ge- looven en ook dr. Paul schijnt aan die geruchten geen waarde te hech ten. Hij onderstelt wel de mogelijk heid dat Castro aan land zou komen, maar het volk zou toch geen andere beslissing nemen dan thans genomen is en de gewezen dictator zou onge twijfeld gevangen worden genomen. Ook is dr. Paul overtuigd dat geen der mogendheden de eveutueele uit rusting en het vertrek van een door Castro bemand kaperschip zou toe staan. Zij die meenen dat men zich in Turkije algemeen bij den nieuwen staat van zaken zou neerleggen, heb ben het toch niet bij het rechte einde gehad. Er zijn wel degelijk vele on tevredenen en dat is heel natuurlijk, waar zulk een ontzaglijke opruiming gehouden is onder de nietsdoende ambtenaren en dergelijken. Deze men- schen zijn nu als het ware werktui gen van de groote lui, die zich beter met den vroegeren dan met den hui- digen toestand konden vereenigen. Er heeft zich dan ook een geheim genootschap gevormd, welks leden zich voorstellen als slachtoffers maar ze zijn niet voorzichtig genoeg ge weest en de politie heeft de hoofden ingepikt, wat maar goed is ook; want er werden aanslagen voorbe reid en vooral de politieke rust in 't zich niet goed zouden laten afwijzen. Derhalve liet zij de heeren in een met fijnen smaak gemeubileerde ont- vangsalon en verzocht hun daar te wachten, terwijl zij zelf het bezoek bij haar zoon ging aandienen. Nauwelijks een minuut verstreek, toen keerde zij terug en verzocht den heeren, in een aangrenzend vertrek te gaan, waarvan zij de deur had open gelaten. Dit deden zij mevrouw Dorner bleef zelf achter, en sloot de deur. De eerste blik van de ambtenaren viel op Wilhelm. Deze zat op de ottomane en zag er buitengewoon bleek en vermoeid uit. Hij was sedert den afgeloopen avond jaren verouderdzelfs de laatste uitdrukking van hoop op de toekomst was van zijn thans so nber en gerimpeld gelaat geweken. Den ambtenaren ontging noch deze merk bare verandering in het uiterlijk van den jongen advocaat, noch de om standigheid, dat zijn linkerhand ver bonden was. Zij wisselden een snel len blik. „Gij wenscht mij te spreken, mijn- heeren vroeg Wilhelm terstond, binnenland is in Turkije voor 't oogen- blik broodnoodig. President Roosevelt bereidt zich zoo zoetjes aan voor op de nade rende verhuizing in Maart. Men zegt dat hij een aanstelling als redacteur krijgt, met een echt Amerikaansch tractement van honderd duizend dol lars. Men kan er zeker van zijn dat de lappen er dan ook af zullen vlie gen, als hij de pen in wat dan ook dooptwant hij is forsch in alles. Dat ondervinden alweer sommige leden van het Congres, aartsknoeiers, die Roosevelt nu, in de laatste dagen van zijn bewind, af en toe nog eens flink de les leest in het Congres, zóó sterk, dat zelfs zijn beste aanhangers het bedenkelijk vinden. Het groote publiek denkt er evenwei anders over en de scheidende president heeft zich in elk opzicht eene plaats in de volkspopulariteit verworven. Hf Nadere berichten uit Perzië beves tigen dat de stad Ispahan zich hoogst waarschijnlijk aan de macht van den Sjah onttrokken heett. De hoofdman toch van den stam die in de stad meester is, heeft zich beslist vóór de constitutie verklaard en grond wettelijke rechten geëischt. Een volks vergadering is gehouden om voor bereidende maatregelen voor de ver kiezingen te nemen en men stelt de stad in staat van tegenweer, tegen mogelijke aanvallen van regeerings- troepen. Er is nu nog een derde groote stad, namelijk Ispahan, een plaats van 70.000 inwonersdoch daarvan heeft men tot heden niets vernomen. Er schijnt weer een nieuw quaes- tietje aan de orde te wezen. De negerrepubliek Liberia en het Duit- sche Rijk zijn nooit zeer goede vrien den geweest. Het is reeds jaren ge leden dat een Duitsche 'kanonneer boot moest verschijnen om een beetje eerbied voor Duitsche rechten te eischen. Thans heeft men geschoten op een stoomboot van een Hamburg- sche firma, die onderscheidene fac torijen heeft aan de kust van Liberia, en ook een ander schip heeft men bemoeilijkt. Waarschijnlijk gebeurt een en ander door een kanonneerboot, die de re- toen hij tot zijn bcreemding in den heer, die den rechter van instructie vergezelde, Lodder, den bekwamen justitie-commissaris, herkende. „Wat voert u hierheen Ik kan, helaas, niet opstaangij moet mij veront schuldigen, wanneer ik onbeleefd ben, maar een lichte verwonding, die intusschen zeer pijnlijk is, dwingt mij zelfs heden mijn geliefkoosde ambtsbezigheden te staken." Niederen was intusschen den ad vocaat genaderd en zette zich, niet ver van dezen, in een gemakkelijken fauteuil, terwijl de commissaris naar een der vensters ging, vanwaar hij Wilhelm ongemenu en nauwkeurig kon gadeslaan. „Des te meer betreur ik het, u te moeten storen," begon de rechter van instructie. „Ik hoop, dat uw kwets uur niet veel om het lijf heeft. Deze moet van zeer korten datum zijn want gisteren zag ik u op het paleis van justitie, zonder dat gij nog een verband droeg. „Dit kleine ongeval trof mij gis teravond", helderde Wilhelm op, wiens het blijkbaar onaangenaam was, over deze gelegenheid te spre- geering der republiek zich indertijd aanschafte om te waken tegen den smokkelhandel. In Liberia zorgt men er nog angst vallig voor, dat geen schepen Libe- riaansche havens binnenvaren, die niet voor den wereldhandel geopend zijn. De negers weten waarschijnlijk maar al te goed, wat dat „openen" van havens voor hen beteekenen zou. De nieuwe minister. Mr. P. H. W. Regout, is de zoon van wijlen het lid der Eerste Kamer H. G. L. Regout, die na de ontbinding van ons Hoogerhuis in 1904 niet meer in aanmerking wenschte te komen. Hij is den 27en October 1861 te Maas tricht geboren en deed in 1878 eind examen aan het gymnasium in zijn geboorteplaats. In 1883 promoveerde hij tot civiel-ingenieur aan de Univer siteit te Leuven, als hoedanig hij zich te Maastricht vestigde. In 1895 werd hij gekozen tot lid der Provinciale Staten van Limburg. Het volgend jaar promoveerde hij tot doctor in de rechten aan de gemeen telijke hoogeschool te Amsterdam, op een proefschrift, getiteld „Arbeiders verzekering". In 1898 werd hij geko zen tot lid van Gedeputeerde Staten in de provincie Limburg, welke functie hij waarnam, tot hij ais iid der Eerste Kamer werd gekozen. Mr. Regout stond tot nu toe aan het hoofd van verschillende in- dustrieele ondernemingen, te Maas tricht en elders gevestigd. Hij is lid van den Mijnraad en commissaris der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. In de Eerste Kamer toonde hij zich niet alleen een begaafd spreker, doch ook een bekwaam jurist, die vaak ook het woord met gaarne erkend gezag voerde in aangelegenheden, welke hij thans als minister gaat be hartigen. Nederlandsch Werkliedenverbond. In de Maandagmorgen heropende vergadering werd medegedeeld, dat in de Zondagmiddag gehouden huis houdelijke vergadering besloten is dat met 1 Januari 1910 een bezoldigd propagandist zal worden aangesteld. Tot leden van het centraal bestuur werden herkozen de heeren C. H. Kouw te Leiden en D. Nanr.ing te Appingedam, alsmede de secretaris de heer J. Mussert te Amsterdam en gekozen de heeren A. Rauwerda te' Leeuwarden, D. J. Paauwen te Krui- ningen en J. Begronje te Haarlem. Daarna kwam in behandeling een voorstel Amsterdam, dat het Centraal ken. „Een groote hond beet mij on verwachts in de hand." „O, dat is niet plezierig," zeide Niederen. „Waar is dat gebeurd Hij scheen het kuchen van den commissaris niet te hooren, maar hield den blik vragend op den jon gen advocaat gericht. Zonderling, deze ontweek zijn blik. „Het gebeurde op straat, niet ver van mijn kantoor," antwoordde hij kortaf. „Maar gij vergeet mij de reden van uw komst mee te deelen. Waar mee kan ik u van dienst zijn De commissaris kuchte weder en deed tegelijk een schrede naar voren. „Wat kan men zich toch vergis sen zeide hij op den meest onbe vangen toon ter wereld. „Ik zou er een eed op gedaan hebben, dat ik u gisteravond even over tienen in de Rozenstraat had ontmoet. Gij liep mij haastig voorbij en beantwoord- det mijn groet niet eensmaar het is niet mogelijk, dat gij het geweest zijt, daar ge reeds om zes uur in d» buurt van uw kantoor door een honc gebeten zijt." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1