na nun Maandag 18 Januari. EETLUST. Feuilleton. No. 14. 1909. tbode, Briefen uif de fiefs tod. 47e Jaargang. Imaisjs m d i e n s f Havendienst. WALCHEREN. er-Scheide. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. b Amsterdam. i onder Eerste Hy- en geeft 3i;2 en 4 uit. :iën te bekomen bij BEKS.R Jzn. straat 9a. r u a r i wordt een alve dagen, niet be- mdags vrij. Adres-, '(boven.) .vordt gevraagd een en voorzien. Brieven Bur. van dit Blad. ^on-ïïidielljurgT.v. 4 40f 5.60f 7.55* 3f 12.80* 1.15§ 2.-* 5.—* 5.508 6.55* |o.25§ ,n de Remise, m de Zeilmarkt. |n het Badhuis. 5.15f 6.25t 8 40* |0§ 1.15* 2.2.45* 5.50* 6.55§ 7.50* ll.lOf Irder dan tot de Re« Zeilmarkt. Badhuis, 'oen vertreklcan tot pet Badhuis, vm, 6.6.20, 6.45, .0, 10.—, 10.20, 10.40, 12.30,1.-, 1.30*, (3.55, 4.30, 4,50, 5.20, 15, 8.20. luia vra. 6.10, 6.30, 5, 9.50, 10.10, 10.30, D. Hm. 12.10, 12.45, 3.10*, 3.40, 410, 4.40, 7.05, 7 25, 8—, 8.30. vallen des Zondags .msehe tijd. leVburg-Bombar^. 6.25, 9.23, 12.18, (Station S.S.) 9.20, .15. .40, 10.40, 1.35, 4.15, tot Koudekerks. tari 1909. 3,23 b) en 6,15 cl dj tm. 3,50 b) en 6,45 c) 1,55 g) en 4,45 c) ,3,23 en 5.25 e) f) lx) n na het vertrek va» i n.Neuzen vm 8,36 Breekens, Boreseleen skens tes hoogste 20 iot des Zondags ten ten hoogste wachten VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fibonnements-Rduerfentiën op zeer üoordeelige uooru/aarden. O— Slecht gevoede menschen zijn li chamelijk, vaak ook geestelijk, on geschikt voor arbeid. Zij hebben minder weerstandsvermogen dan door voede menschen en zijn daardoor veeleer blootgesteld aan ziekten van allerlei aard. Kinderen, die zoo menig maal slecht gevoed worden, hetzij doordat de ouders geen goede dege lijke voeding kunnen geven, hetzij doordat de ouders geen attentie wij den aan hunne kinderen, worden vaak het slachtoffer van hunne treurige lichaamsgesteldheiden gaan ten gronde aan ziekten, die juist tenge volge van onvoldoende voedselop- name ontstaan, als bloedarmoede, tuberculose, enz. Dergelijke individuen leveren ook, wanneer hun bestaan j' niet door bijkomende ziekten ontijdig wordt afgebroken, het contingent van zwakke personen, welke men in zeke ren zin de parasieten der maatschappij [zou kunnen noemen, daar zij aan- j spraak maken op gelijke betrekkingen als gezonde personen, terwijl het werk, dat ze leveren, minderwaardig lis. In den strijd tegen de tuberculose, die op den huidigen dag in vollen gang is, meen ik, dat behalve andere oorzaken, vooral de slechte voeding een factor is, die uit den weg ge ruimd moet worden. Bij kinderen, al van de geboorte af, moet gezorgd worden dat de voeding in geen enkel opzicht iets te wenschen overlaat, de hoeveelheid voedsel, de reinheid, de toebereiding, alles moet degelijk zijn en voldoen aan de eischen der mo derne hygiëne. Een oorzaak van de slechte voe ding is wel de slechte of geringe eetlust. Onder eetlust verstaat men het verlangen naar voedsel, en ont staat, wanneer de maag leeg is, dus eenigen tijd na het eten. De eetlust kan zoo sterk worden, dat moeheid, uitputting en slaperigheid ontstaan. Dan spreekt men van „geeuwhonger". Een goede eetlust is een eigenschap van een gezond mensch. Gewoonlijk is het eerste verschijnsel van ziekte het verdwijnen ervan. De geneesheer zal dan ook bij zijnen patiënt aller eerst onderzoek doen naar het be staan van den eetlust. Is hij goed, dan kan men in de meeste gevallen besluiten, dat of de ziekte gunstig verloopen zal óf niet erg is. Vooral bij teringlijders komt dit in aanmer king; wanneer bij deze ziekte de maag goed werkt, is er veel gewonnen. Aan den anderen kant kan de eet lust ziekelijk vermeerderd zijn. Dit komt voor bij menschen, lijdende aan suikerziekte deze hebben kolossale 1 n 9-) „Met het gerecht wil ik niets te maken hebbenik meende alleen maar „Och wat, gij hebt de waarheid te zeggen," voegde Niederen Haar barsch toe. „Kent gij mijnheer Dorner per soonlijk De jonge vrouw knikte. - B „Hij heeft voor mij een proces tegen mijn familie gevoerd over mijn moederlijk erfdeel." antwoordde zij, „vandaar dat ik hem zoo goed ken zoo'n knappen man vergeet men niet gauw. Gisteravond negen uur, toen ik mijn man wilde gaan halen die zit altijd in de herberg hier over en laat mij dan met het avond eten wachten kwam ik den advo caat op de trap tegen. Hij had den kraag van zijn jas opgeslagen, hoe wel het buiten toch zoo warm was. „Goedenavond mijnheer de advo- massa's voedsel noodig, om hunnen honger te stillen. De eetlust kan tijdelijk weg zijn, b.v, wanneer men zenuwachtig is, of zwaar gewerkt heeft. Hij hangt samen met den toestand in het zenuwleven bij den mensch. Hij is ook afhankelijk van het uiterlijk en de toebereiding der spijzen de toebereiding, de reuk, enz., kan het verlangen naar eten vergrooten. Maar ook versterkt de eetlust onder het eten, de goede smaak der spijzen prikkelt tot meerder ge bruik. Bevredigd is onze eetlust slechts, wanneer we verzadigd zijn. Bij sommige spijzen zijn we spoedig voldaan, bij gebruik van andere zijn groote hoeveelheden noodig. Voor sommige ontstaat spoedig een afkeer, andere kunnen naar willekeur in groote hoeveelheden en dikwijls ge bruikt worden. Het voedsel moet er smakelijk uitzien, van bepaalde hard heid of weekheid zijn en een normalen reuk hebben. Dikwijls wordt nu de eetlust op één lijn gesteld met den smaak en geur, wat in werkelijkheid toch verschillend is. Immers men nuttigt alle spijzen, van welke men zegt, dat ze veel voedingswaarde hebben, of eetlust opwekken, hoewel ze soms een onaangenamen geur ver spreiden, zooais bijv. sommige kaas soorten, met name Limburgsche en Zwitsersche kaas. De geur hiervan is zeer onaangenaam en toch wekt deze kaas den eetlust op. Veelal laat de macht der gewoonte zich bij het gebruik van dergelijke spijzen gelden. De smaak oefent voorzeker grooten invloed op den eetlust uit. Dit onder vindt men veelal, ais men in 't bui tenland komt. iedereen, die in onzen modernen tijd reizen maakt, weet, dat het in de eerste dagen in den vreemde soms veel moeite kost zich te ge wennen aan het voedsel en de ver schillende bereidingswijzen ervan. Ge woonlijk is dan ook in het begin van de reis het genot zeer middelmatig, omdat onze eetlust tot op het nul punt gedaald is. De werking van den eetlust is van het hoogste gewicht voor de voeding, want het gevolg er van is, dat de noodige hoeveelheid voedsel wordt opgenomen om de lichaamskrachten in evenwicht te houden. Vooral voor kinderen is dit van belang, omdat het voedsel eigenlijk twee functiën heeft te vervullen, nl. 1 o.den bestaanden toestand te bestendigen en 2o. ma teriaal te verschaffen voor den nor malen groei. Dientengevolge is een goede eetlust van groot belang voor n/zvolwassen personen. Bij oude men schen, die voor hun lichaam weinig voedsel behoeven, behoeft dus de opname niet zoo groot te zijn. Moe der natuur heeft er dan ook voor gezorgd, dat de eetlust daarmede in evenredigheid is. De grootte van den caat," zeide ikmaar hij, anders de vriendelijkheid zelf, liep me voorbij en bromde iets dat ik niet verstond. Ik was daar wel een beetje boos om en daarom lette ik eens op waar hij heenging. Juist, hij belde aan bij den ouden Dorner. Nu dacht ik, zou de advo caat ten slotte nog familie van dien ouden kerel zijn Ik wil erkennen, dat ik den geheelen avond getracht heb, wat af te lüisteren, maar zij spraken zoo zacht, dat ik niets kon hooren alleen kort voordat hij weg ging, hoorde ik een schreeuw, als van iemand die geslagen wordt, maar ik kon het toch niet duidelijk onder scheiden, en toen rukte hij de gang deur open en rende als een wilde man de trap af." „Mr. Dorner vroeg de rechter van instructie. „Hij en geen ander," bevestigde vrouw Wieszen. „Werd hij door den ouden Dorner uitgelaten of trok hij zelf de deur achter zich dicht vroeg Niederen weer. „Neen, hij ging alleen weg, dat wil ik wel bezweren. Tusschen deze gang eetlust is zeer wisselend, den eenen dag groot, den anderen klein, ook op verschillende uren van den dag is hij veranderd. Hierbij is de ge woonte een machtige factor. Men kan zich gewennen, 's morgens een copieus ontbijt te gebruiken, of het met een enkel beschuitje af te. doen. Anderen eten met lust een warm maal alleen 's middags, of 's avonds. Enorm afwisselend is de eetiust bij kinderen. Hierbij speelt de op voeding een gewichtige rol. Kinderen nl. krijgen spoedig verkeerde voor stellingen of gewoonten over de op name van voedsel. Vooral dit werkt nadeelig, omdat de eetlust dan in een abnormale richting wordt geleid en daardoor de voeding gebrekkig wordt. Men zij dus bij kinderen in dit op zicht uiterst nauwkeurig. Evenals de vrouw de wereld be- heerscht, laat de maag in vele om standigheden haren invloed geiden. Ieder houdt er zijn lievelingsspijzen en dranken op na. Een goed diner oefent een gunstigen invloed uit op het humeur. Op handige wijze wordt van deze omstandigheid wel geprofi teerd door vrouwen, die van hare echtgenooten een japon of sieraad willen afbedelen. Oogenschijnlijk kan de mensch, wat eten en drinken betreft, alle mo gelijke veranderingen meemaken, die de industrie of beschaving teweeg gebracht hebben. Ieder schijnt zich geheel te kunnen accommodeeren aan nieuwe spijzen en dranken, onbe perkte vrijheid schijnt op dit gebied te bestaan. Toch is dit slechts schijn. Wanneer men een hond tangen tijd achter elkaar telkens zijn lievelings gerecht voorzet, zal men bemerken, dat het dier na eenige dagen er niet zoo graag meer in bijt, ja zelfs zich ervan afkeert. Evenzoo gaat het met den mensch. Wanneer we een bepaalde spijs dikwijls nuttigen in groote hoeveelheden, dan krijgen we er tegenzin in. Het smaakt hem niet meer. En de mensch eet slechts wat hem smaakt. Wat hem echter smaken zal, dat schrijft hem de natuur voor, door hem te begiftigen met een „eet lust". Uit dit alles volgt, dat het zaak is, den eetlust te bewaren, of als hij weg is, te maken, dat hij spoedig terugkomt. Een zwakken eetlust kan men versterken, door in het lichaam de stofwisseling te verhoogen, of door middelen te gebruiken, die een prikkelende werking uitoefenen op smaak- en reukzenuwen, zooals peper, mosterd en andere specerijen. Deze hebben echter ook nog een verwij derde werking, nl. door hun gebruik zetten ze de werking van maag en darmen aan, waardoor meer eetlust ontstaat. Eveneens doet de aanblik van een heerlijke schotel de maag en de onze is maar een dun houten beschot, men kan dus bij ons alles hooren wat hier gesproken wordt maar hij was geheel alleen. Het moet donker in de gang geweest zijn, want plotseling uitte hij een zachten kreet, alsof hij zich gestooten had, toen ging de deur open en weg was hij." „Of de heengaande de deur ge sloten heeft, hebt ge niet kunnen waarnemen vroeg Lodder thans. Vrouw Wieszen schudde het hoofd. „Ik wilde onze deur openen. Er brandt licht op het portaal, hij had mij kunnen zien en ik wil niet voor nieuwsgierig gehouden worden maar vanmorgen vroeg was de deur open. Ik dachtde oude Dorner zal naar beneden zijn gegaan en wel dadelijk terugkomen. Aan zoo iets verschrik kelijks heb ik niet gedacht." Zij toonde grooten lust om, in vereeniging met vrouw Klaus, weer een gelamenteer aan te heffen, maar de barsche stem van Niederen legde haar het stilzwijgen op. „Hoe laat was het, toen de ge waande mr. Dorner heenging vroeg hij. „Klokslag tien, ik zag juist bij goed werken, wat tevens een grooten invloed heeft op de volledige ver tering van het voedsel in de darmen. Onder een bepaalde categorie van menschen heerscht de meening, dat een bittertje of een glaasje jenever enz. noodig zijn om hun eetiust op te wekken. Het wil wel eens gebeu ren, dat, als men voor het eten wat alcohol gebruikt, men meent een versterking van den eetlust te be speuren, maar gewoonlijk zijn toch alleen maar die menschen van deze opinie, die dagelijks hun quantum alcohol naar binnen werken, en om dat ze dit niet kunnen laten, zich achter de eetlust opwekkende wer king van den bitter verschuilen. Dat dit een struisvogelpolitiek is, is reeds zoo vaak gebleken, dat het nutteloos is hierover verder een betoog te houden, A. Den Haag heeft den laatsten tijd in zijn hoogere regionen bepaald schokken gevoeld, schokken van aan- genamen en schokken van onaange namen aard. Wat ik met 't eerste bedoelnu dat behoef ik toch wel aan geen rechtgeaard Nederlander te vertellenIeder begrijpt wel, dat ik het oog heb op de blijde gebeurtenis, die „an ailerhöchster Stelle" wordt tegemoet gezien. Wat moet die blijde verwachting voor onze beminde Vor stin zeive, na de bittere teleurstelling die zij reeds heeft ondervonden, een heerlijk geluk zijn Hoe moet zij zich nu, méér nog dan ooit te voren (zoo dat mogelijk is) één gevoelen met haar volk, dat met haar meeleeft, met haar meehoopt, zooals het vroeger ook met haar mee geleden, met haar de teleurstelling dapper gedragen heeft. En ook wij, het Nederlandsche volk, wij gevoelen ons nu dichter nog bij onze Koningin, nu wij een geza menlijk hopen, een gemeenschappelijk ideaal hebbenBij alle kalmte, die het deftige Den Haag heeft bewaard, valt er toch geen oogenblik aan te twijfelen, dat de Hagenaars de echte Hagenaars, die er fier op zijn dat hun stad de Residentie van de Hooge Landsvrouwe is vóóraan en althans zeker niet achteraan staan in de stille vreugd, die Vorstin en volk op 't oogenblik vereenigt. Ja, men zou haast 'zeggen, dat het merkbaar is aan de eerbiedige, maar méér dan vormelijk-eerbiedige wijze waarop iedereen, hoog en laag, de Vorstin groet, zooals onlangs, toen zij zich te voet, slechts vergezeld van een hofdame en gevolgd door een lakei, van het paleis harer moeder naar haar eigen paleis begaf. Het is aardig om dan die bescheiden be langstelling van het straatpubliek gade toeval op de klok." „Heeft anders nog iemand in huis hem zien komen of heengaan „Ik," zeide vrouw Klaus, die nu een stap naar voren deed. „Ik wilde juist de deuren sluiten, toen hij mij voorbij en de straat opging." „Kent gij den advocaat dan ook van gezicht vroeg Lodder. „Dat niet, maar het was een jong man met een blonden, vollen baard en die woont hier niet in huis." „Was hij het?" vroeg de rechter van instructie, terwijl hij eensklaps het medaillon-portret aan de twee vertoonde. Beiden uitten een kreet. „Hij en geen anderbeweerden beiden. „Daar durven we een eed op doen." De gelaatstrekken der beide amb tenaren waren diep ernstig gewor den. Zij zagen elkander veel betee- kenend aan. „Viel u niets op in 't voorkomen van den advocaat vroeg de rech ter van instructie na een korte poos aan de portierster. „Niet dat ik weet," antwoordde deze, terwijl zij de schouders op- te slaan, zich uitende bij den een in een sierlijk, bij den ander in een on handig groeten, maar altijd eerbiedig, en altijd met blijde dankbaarheid voor het beminnelijk teruggroeten van H. M. Er is bij dat publiek als het ware een mengsel van ontzag en liefde en toch óók wel een beetje nieuwsgierig heid, nieuwsgierigheid die lastig zou kunnen worden, hoe goed ook bedoeld, voor H. M., indien niet een tweetal rechercheurs den ai te nieuws gierigen Hagenaar nu en dan een wenk gaven om zich wat meer op den ach tergrond te houden. De lezers kunnen hieruit opmaken, hoe onbevreesd en ongedwongen, schier onbeschermd, of H. M. zich hier op straat beweegt, "temidden van haar volk. Ik geloof, dat er menige vorstelijke residentie op de wereld en in Europa is, waar zooiets, heiaas tot de absolute on mogelijkheden behoort! Voor Den Haag en voor ons land om trotsch op te zijnWat we dan ook zijn Ik zeide daar straks, dat de hoogere regionen in Den Haag ook onaange naam geschokt zijn. Daarbij doelde ik vooral op den zoo plotselingen dood van mr. Bevers, den minister van waterstaat, een hier in Den Haag zeer bekende en geziene figuur. Natuurlijk houdt men zich in Den Haag onledig met het noemen van namen voor mr. Bevers' opvolger. Anders zou Den Haag niet het Haagje wezen Doch daar men aan dat spe len met wolkjes eigenlijk heel weinig heeft, zal ik maar kalm afwachten, wien het H. M. zal behagen te be noemen. Zouden we hier onzen burgemees ter kwijt- raken Volgens een der vele Haagscire bladen wordt de heer Sweerts de Landas genoemd als opvolger van den onlangs overleden Commissaris der Koningin in Gelderland, baron Mollerus van Westkerke. Of het waar is, weet ik niet maar men zou haast denken, dat de heer Van Malsen hierop doelde, toen hij in de jongste raadszitting den wensch uitsprak, dat de raad den burgemeester nog lang op zijn voorzitterszetel zou mogen zien. Iets, wat elke burge meester zeker niet uit naam van den ganschen raad te hooren krijgt Overigens was onze burgervader zelf ook als een gemoedelijk mensch aan het wenschen. Hij streelde n.l. heel handig de ijdelheid der heeren Treub en Van der Kemp (die er geen van beiden bij waren) door een be roep te doen op hun offervaardig heid en zelfverloochening, teneinde hen zoodoende te bewegen terug te komen op hun besluit om den raad vaarwel te zeggen. Men zal zich her inneren, dat dit een staartje is van de bekende „wethouders-crisis" naar aanleiding van de tweede-Schevening- sche-haven-kwestie. Wellicht loopt haalde, „maar ik was al wat slape rig en het ergerde mij alleen, dat hij zoo onbesuisd langs mij heenliep." „Hebt gij misschien ook bloedspo ren op zijn kleederen waargenomen vroeg Niederen verder. „Neen", antwoordde vrouw Klaus met ontkennend hoofschudden. Zoo iets zou ik bemerkt hebben, want het was tamelijk licht in het portaal." „De dader kan bezwaarlijk bloed sporen bij zich gedragen hebben," sprak de dokter halfluid. „Hij bracht zooals ik reeds zeide, de doodelijke snede achter den rug van zijn slacht offer toe. De bloedstroom vloeide dus naar voren en raakte den moor denaar niet. „Dan moet de stervende toch nog de kracht gehad hebben, den naam van zijn moordenaar op te schrijven," meende de commissaris. „Dat is onmogelijk," weerlegde de dokter. „De dood is terstond inge treden." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1