dsirp Dinsdag 12 Januari. V. O," erplecgster. e Stand. Feuilleton. No. 9. 47e Jaargang. 1909. vertenfiën. BINNENLAND. Januari, r. M." IN BLIK ZA.NDEE. SJE, ch in het bijzonder en den vertegen- 'e Koningin-Moeder en dank aan Hare e brengen, n Venezuela. E. De heer Paui, nt van de Venezo- belast met de illen met de Euro- mt, na het voeren gen te Parijs, dade- naar 'sGravenhage, ding te Londen zal che ex-minister van en wordt eerstdaags gezonken. t Deensche stoorn is 15 mijl van de equipage werd in el als de lading zijn 9 Januari ROUW D: jr. 25 j. en M. Wil- B. Goedhart, jm. erke, jd. 21 j. 21 j. en C. de J. B. Bené, jm. A. van den Akker, UWD: 26 j. en J. Hui- P. H. Takens, jm. Oudenbroek, jd. van den Berg, jm. aar, jd. 21 j. LLEN: b. Vanhove, z. de Kooning, d., 1de, geb. Jasperse, enaarts, geb. Ster- EDEN: is, d. 17 m. N. van M. de Ridder, NDENTIE. hebben uw schrij- ld aan den betrok- gelijk zult U nu rvan hooren. Red. edeponeerd van Politie alhier e voorwerpen als eerd orlogeketting, een enig geld, een witte nig geld, een mes, witte zakdoek, een eenige zakdoeken aie, een bril, goud rtemonnaie, een ro- daillon met twee ames-handschoen andschoenen. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. COURANT ADVERTENT1ÉNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. chen van Vlissingen van Middelburg, rt-Middenreduit. Entrée 15 Cent. wogen. Aanbevelend, is te Vlissingen ne inwonende As» gster op eene opgaaf van leeftijd rlijk tot 20 Januari den Voorzitter van J. P. VERMAAS, Voorbede voor de Koningin. Naar aanleiding van het schrijven van den Raad der Ministers aan de- putaten der Geref. Kerken voor de correspondentie met de Hooge Over- heid is schrijft het „Hbl." ons gebleken, dat het verzoek om voorbede voor H. M. de Koningin ook gericht is tot andere kerkgenootschappen, zooals blijkt uit een mededeeling van de algemeene synodale commissie der Nederl. Herv. kerk in de „Kerkelijke Courant." Deze bevat een opwekking van de commissie tot de predikanten „mede naar het haar gedaan verzoek van den Raad van Ministers" om bij de openbare godsdienstoefeningen Hare Majesteit in deze zoo beteekenisvolle dagen aan God in den gebede op te dragen. Het „Hbl." heeft ook eens nage slagen, hoe de regeering te dezen aanzien vroeger handelde. Voor de geboorte van onze Koningin verscheen den 31sten Maart 1880 in de bladen de volgende mededeeling Van wege het ministerie van justitie (waartoe de zaken betreffende de Jeerediensten behooren) zijn de gees telijken der onderscheiden gezindten uitgenoodigd, in hun gebeden indach- l tig te zijn aan den gezegenden staat van H. M. de Koningin. Ministér van justitie was toenmaals mr. A. E. J. Modderman. Eenige dagen later ontvingen de besturen der kerkgenootschappen een missive van den directeur van het Kabinet des Koninge, met de kennis geving „dat H. D. beminde gemalin, onze geliefde en geëerbiedigde Ko ningin, zich in een gezegenden staat bevindt, en dat Z. M. vertrouwt, dat de onderscheidene gezindten, op de gebruikelijke wijze, in hare godsdienst oefeningen deze heuglijke gebeurtenis zouden willen gedenken door gebeden voor den voortdurenden welstand van H. M. de Koningin, en voor H. D. voorspoedige bevalling." Deze laatste aanschrijving kon thans, om redenen van kieschheid, vanzelf niet uitgaan van het Konink lijk Kabinet. Zeven overleden ministers. Het plotseling overlijden van mi nister Bevers, zoo herinnert de heer G. F. J. Douwens in „de Tijd", was de zevende maal binnen ruim 40 jaar, dat in ons land een minister niet alleen van het staatkundig, maar ook van het wereldtooneel verdween. Vijf hunner gingen heen in de volle kracht van het mannelijk en ministerieel leven, wier heden en toekomst nog veel voor het vaderland beloofden en wier verlies daardoor des te gevoeliger was. ..i Twee (Thorbecke en Van Bosse) 4.) o- op een dorp aan aafd de 4 kinderen. Hui' orzien van goede franco letter H. M. rant". Op ijskouden toon antwoordde hij „Voorloopig geloof ik geen enkel woord van al uw beweringen, en ik weet nog niet of het niet verstandi ger zou zijn, wanneer ik deze ge- heele poging tot afpersing want dat is toch het kenbare doel in handen van den strafrechter stelde. In elk geval kunt ge mij het adres van mijn zoogenaamden vadar ach terlaten." „Met het grootste genoegen," ant woordde de ander, terwijl hij listig met de oogen knipte. „Wij zijn vol strekt niet bang, dat ge ons de jus titie op den hals zult jagen, en uw Papa zal u zonder eenige moeite zonneklaar bewijzen, dat gij zijn zoon hahaha zijn erfgenaam zijt. Hij verlangt alleen van u, dat ge eens met hem komt praten, natuur lijk onder vier oogen, want de oude TELEFOONNUMMER 10. scheidden als veteranen, vrienden en geestverwanten, tweemaal naast el kander werkend en strijdend in een kabinet, en die door hun wetgeven- den en administratieven arbeid, vaak met gunstigen uitslag bekroond, ge durende langer dan een kwart eeuw een groote rol gespeeld en het Va derland gewichtige diensten bewezen hebben. Zevenmaal schoot de dood bres in onze ministeries, in twee zelfs twee keer; viermaal werd de rechterzijde pijnlijk getroffen. Het eerst viel mr. E. J. Borret, 10 Nov. 1867 (geb. te 's Hertogenbosch 17 Aug. 1816) minister van justitie in het conservatief-(liberaal) eerste ministerie-Heemskerk (1 Juni 1866— 4 Juni 1868), dat na de scheiding en de scheuring der liberalen was op getreden, doch door wier stelselmatige oppositie (vooral om de Limburgsche quaestie) het eindelijk moest aftreden. Die oppositie vond een machtigen bondgenoot in den dood, welke den eminenten Borret wegrukte. Diens onverwacht heengaan was voor de katholieken een treurig verlies, voor het kabinet een gevoelige verzwak king, voor het bijzonder onderwijs in die dagen een onherstelbare slag. De tweede prooi des doods was mr. J. R. Thorbecke, 4 Juni 1872, (geb. te Zwolle 14 Jan. 1798), drie maal minister van binnenlandsche zaken, de grijze staatsman, de groote meester en langen tijd het hoofd der liberale partij, wiens lang en vrucht baar leven en veelzijdige arbeid een eigenaardigen stempel op een deel der geschiedenis van ons land hebben gezet. In ernstige tijdsomstandigheden trad hij „met het geweer op den schouder" in zijn derde ministerie op en stelde zich o. a. ten taak ons defensiewezen te verbeteren en op hechtere grondslagen te vestigen. Zijn langdurige ziekte en dood verhinder den echter dat vaderlandlievend pogen. Het geavanceerd-liberaal ministerie- Kappeyne (3 Nov. 1877—19 Aug. 1879), opgetreden na de „oorlogs verklaring" aan de regeering bij de behandeling van het adres van ant woord op de Troonrede (Sept. 1877) en het daarop gevolgd ontslag van het tweede ministerie-Heemskerk, werd tweemaal door een doodelijk verlies getroffen. Het eerst stierf de minister van oorlog, J. K. H. De Roo van Alder- werelt, 3.1 Dec. 1878 (geb. te Harder wijk 6 Aug. 1832). Als lid der Tweede Kamer voor het district Leeuwarden noodzaakte zijn degelijke, scherpe, nooit rustende oppositie meer dan één minister van oorlog tot aftreden. Na het aanvaar den zijner portefeuille werd hij te Leeuwarden als lid der Kamer her kozen en gaf daardoor het eerste en heer is slim genoeg om in het bij zijn van een derde geen woord uit te'laten. Wanneer mijnheer de ad vocaat nu, als een goed zoon, een kleine versnapering voor papa mee bracht, dan zou hem dat heel wel kom zijn, want ik heb u, geloof ik, al gezegd, dat hij er niet breed bij zit. Om te beginnen zou hij zich met tienduizend mark al best tevreden stellen. „Ik heb u het adres gevraagd, verder niets," zeide Wilhelm, thans weer volmaakt kalm. „Rozenstraat 29, vierde verdieping, eerste deur rechtsgij kunt u niet vergissen, want zijn naam staat ten overvloede nog op de deurHerbert Dorner. Zoo heet uw waardige papa toch, is het niet „Ga heen klonk het dreunend uit den mond van Wilhelm, terwijl hij den schoft de deur wees. „Ik ga al uit eigen beweging," ging deze hoonend voort. „Ik zal de complimenten aan papa doen maar vergeet de contanten niet, want daar om is het den ouden heer misschien nog wel zooveel te doen, dan om zijn zoon eens te zien." flbonnements-ftduerteniiën op zeer uoordeelige voorwaarden. tot 1894 eenige voorbeeld van een minister-volksvertegenwoordiger. Zijn uitgebreide plannen tot reorganisatie van onze levende en dóode strijd krachten werden jammerlijk verijdeld door zijn smartelijke ziekte en dood, en hiermede de groote verwachtingen omtrent de verbetering van ons de fensiewezen. Binnen twee maanden werd hij in het graf gevolgd door den minister van koloniën, mr. P. P. Van Bosse, 21 Febr. 1879 (geb. te Amsterdam 16 Dec. 1809.) Evenals Thorbecke heeft Van Bosse een groot gedeelte van zijn lang leven in den dienst des Vaderlands doorge bracht vijfmaal was hij minister van financiën, tweemaal van koloniën en tweemaal van Hervormde en andere eerediensten. Hij werd beschouwd als een uitstekende specialiteit op het gebied van financiën, die door een ordelijk en zuinig beheer onze geld middelen na de Grondwetsherziening van 1848 weder in goeden staat bracht. Men heeft het later betreurd en hem ook verweten, dat hij zijn talenten te vee! gebruikte tot partieele verbeteringen van onzen financieelen toestand, terwijl men juist van hem alles omvattende voorstellen tot een radicale hervorming van ons belasting stelsel meende te mogen verwachten. Vervolgens het ministerie-Kuyper, opgetreden 1 Aug. 1901, dat in ruim drie maanden twee titularis sen verloor. Op 9 September 1902 overleed jhr. mr. T. A. J. van Asch van Wijck, geb. te Utrecht 28 Aug. 1849. In ver schillende betrekkingen heeft deze algemeen geachte en werkzame man het Vaderland gediendals lid der Tweede Kamer, eerst door het di strict Kampen, later door Amersfoort gekozen tweemaal als burgemeester van Amersfoort, als Gouverneur van Suriname (1891 1894); als lid der Eerste Kamer, en eindelijk als mi nister van koloniën in het ministerie- Kuyper, waarvan hij een der beste krachten was. Ruim drie maanden later, 12 Dec. 1902, stierf de minister van marine, vice-admiraal G. Kruys. Geboren te Vriezeveen, 31 Aug. 1838, begon hij in 1853 zijn studiën aan de Kon. Militaire Academie te Breda, doorliep hij de verschillende rangen en werd in 1894 vice-admi raal. Als zeeofficier werd hij vaak tot vervulling van commando's en on- onderscheide betrekkingen geroepen, waarin zijn bekwaamheid en beleid steeds uitblonken. Tweemaal was hij minister van marineden eersten keer in het ministerie-Mackay, als opvolger van den heer H. Dyserinck, van 31 Maart 21 Aug. 1891 de tweede maal in het ministerie-Kuyperwaarin hij Daarmee ging de ongeluksbode heen. Nauw had deze de deur achter zich dichtgetrokken of Wilhelm Dor ner zonk als vernietigd op zijn stoel ineen. Een nevel trok voor zijn oogen op en het was hem, alsof het bloed hem naar het hart terug liep. „Lieve hemel, mijn vader leeft kreunde hij, met beide handen voor het gelaat. „Nu is alles, alles gedaan Langen tijd zat hij daar onbeweeg lijk als uit marmer gehouwen, voor zich uit te starenalleen 't diepe steunen, dat nu en dan aan zijn borst ontwelde, toonde aan, dat er nog leven in hem was. „Mijn vader leeft," mompelde hij nu en dan als werktuigelijk. In machtelooze woede balde hij de vuis ten, alsof hij zich op een onzich- baren tegenstander werpen en hem verpletteren wilde. Als het bazuingeschal des laatsten oordeels klonken hem nu de woorden in de ooren, die de vader van zijn geliefde Augusta nog kort geleden had gesproken. Daarnevens vernam hij nog den vooral medewerkte aan de ontwerpen van het militair strafwetboek. Eindelijk mr. J. G. S. Bevers, als minister van waterstaat opgetreden in het ministerie-Heemskerk (11 Febr. 1908), wiens verdienstelijke levens loop reeds geschetst werd. Ghr. Hist. Unie. De vorige week vergaderden te Utrecht enkele leden der Chr. His torische Unie. Ongeveer 25 afge vaardigden waren tegenwoordig. Nadat prof. Van Veen de vergadering had geopend met gebed, deed de heer Koetsveld, van Driebergen, enkele me- dedeelingen. In de provincie Utrecht zijn thans 9 kiesvereenigingen aan de Unie aangesloten. Daar het wenschelijk was dat er meerdere aansloten, werd er een com missie benoemd, die zich in verbin ding zou stellen met eenige personen in verschillende plaatsen, om alzoo te komen tot de oprichting van een kiesvereeniging. Ook werd de oprich ting besproken van een blad, dat een of tweemaal per week zou ver schijnen en bepaaldelijk bestemd zou zijn voor de provincie Utrecht. Voor de oprichting en uitgave van dat blad werd een commissie benoemd. Toen kwam aan de orde de bespre king der komende Kamerverkiezing. Daar de coalitie nog bestond, golden dus nog de beginselen en afspraken, in 1905 gemaakt. Waar dus een lid der coalitie aftrad, mocht geen andere candidaat worden gesteld, zoo bijv. in de districten Amersfoort, Breukelen, Wijk-bij-Duurstede. Enkele personen kwamen hiertegen op doch hun ge voelen werd da elijk bestreden. Met algemeene stemmen werd daarop be sloten de candidaten der coalitie te steunen. Voorts werd besloten in een der districten Utrecht met een eigen candidaat uit te komen. Aan de kiesvereeniging te Utrecht werd over gelaten te bepalen, welk district dit zal zijn. Hef andere district werd aan de anti-rev. partij gelaten. Daarna werd de vergadering met dankgebed gesloten. Het jongste nummer van het geïl lustreerd weekblad „Die Woche" bevat een serie afbeeldingen van de ramp in Zuid-Italië en Sicilië, waar van er verschillende een duidelijk beeld geven van de groote verwoesting door de verschrikkelijke aardbeving aangericht. Vlissingen, 11 Januari 1909. Het departement Vlissingen der Maatsch. tot Nut van 't Algemeen zal morgenavond in de zaal van den heer Buning op de Groote Markt een bij eenkomst met dames houden, waarin als spreekster zal optreden mej. Sjouk naklank der tergende uitdrukkingen van den man, die als gevolmachtigde kwam van hem, die zich zijn vader noemde, en een inwendige stem fluisterde hem toe „Die man heeft niet gelogen, uw vader leeft." Maar welk een vader was het, die zoo eensklaps als uit het graf scheen op te staan Volgens de aanwijzingen van zijn lasthebber had hij een groot deel van zijn le ven tusschen gevangenismuren door gebracht. Hij keerde alleen terug, om door zijn schande dwang op zijn nabestaanden uit te oefenen. Wilhelm stond op en liep onrustig heen en weder. Hij was te veel man, om zich wil loos aan de vertwijfeling over te ge ven. Boven alles ging bij hem de liefde tot zijn moeder, die eerbied waardige vrouw, welke, door een kwaal reeds lichamelijk ondermijnd, dezen slag van het noodlot zeker niet zou overleven. Thans reeds was de jonge advocaat er van overtuigd, dat hij, al ware het alleen ter wille van zijn moeder, zorgen moest, dat zijn nietswaardige vader zoo spoedig mogelijk het land weder verliet. Tigler Wybrandi van Leeuwarden. O.a. zal mej. Wybrandi een voor dracht houden over „Mei" van Herman Gorter. De „Bredasche Courant" zegt van het optreden van mej. Wybrandi Na een inleiding, waarin de spreek ster zeer kort de hoofdmomenten uit „Mei" weergaf, droeg zij vijf fragmen ten voor, beginnend met Mei's komst en eindigende met Mei's dood. Mej. Wybrandi heeft een klare, heldere stem, technisch volkomen beheerscht, zoodat zij in alle nuances vol-ronde tonen weet te geven en zonder moeite of forceeren haar aandoening weet te verklanken vooral van het lichte, vroolijke, tintelende tempo gaat groote bekoring uit, maar ook daar, waar het innerlijk gevoel een meer slee penden gang, een meer ingehouden, kwijnende stemming gebiedt, worden haar klankenreeksen nimmer verve lend of onharmonisch juist in een gedicht als Gorter's „Mei", waar de inhoud als het ware geheel verborgen ligt in rhytmus en geluid, trof het ons in de voordracht van mej. Wy brandi, dat zij den inhoud zoo helder naar voren wist te halen, de rhytme van het geluid er om heen vlechtend als begeleidende melodie. Heden ontvingen wij een prospec tus van de op te richten naamlooze vennootschap „Hotel Zeeboulevard Vlissingen". Deze vennootschap heeft ten doel het bestaande café Bos op den boulevard „De Ruyter", in te richten tot een modern hotel-restau rant. Waar onze gemeente als badplaats steeds vooruit gaat en ook het vreem- delingenbezoek voortdurend toeneemt, zal wel niet ontkend kunnen worden dat hier behoefte is aan een modern hotel en moet, uit dit oogpunt be schouwd, het oprichten van deze vennootschap met vreugde worden begroet. Mogelijk zullen wij wel in de ge legenheid zijn om binnenkort meer dere bijzonderheden mede te deelen. Reeds eenige malen zijn met de booten der maatschappij „Zeeland", in Engeland afgekeurde varkens naar hier teruggezonden, die na gekeurd te zijn, tegen veel verminderden prijs gretig afnemers vonden. In enkele dagen zijn hier wel 30 a 40 varkens op deze manier verkocht. Verschil lende kleine exportslagerijen in Dren te, die er geen rijks-keurmeester op na kunnen houden zijn hiermede zeër gedupeerd. Bracht het vleesch hier nog steeds 35 a 40 cent per kilo op, Zaterdag vernamen wij, dat weder meerdere varkens afgekeurd en ver nietigd zijn geworden. Voorwaar een groote schadepost voor verschillende afzenders. Maar zijn verloofde, hoe stond het daarmee Ach, telkens kwamen zij hem weer in het geheugen, de woorden van den ouden Von Horwitz, die hij zooeven nog met een gelukkigen glimlach had aangehoord en die hem thans in de ooren klonken als een doodvonnis voor zijn geluk, voor zijn toekomst. Hoe zou zijn schoonvader deze gebeurtenis opnemen Was het niet een dure plicht voor Wilhelm, den achtenswaardigen man, die zoo nauwgezet was op het punt van eer met deze omstandigheid be kend te maken Maar wat dan Wilhelm wist maar al te goed, dat hij, door het bestaan van zijn doodgewaanden vader aan den han- delsraad mee te deelen, een huwelijk met het innig geliefde meisje voor goed onmogelijk maakte. Wanneer hij echter zweeg. Zou hij dan niet in eigen oogen een eerlooze zijn (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1