X^fompMuj.
USE,
itmeniul
VIER
Zaterdag
9 Januari.
1 O B.
Feuilleton.
No. 7.
47e Jaargang.
1909.
oopen in staat
lelijke
rt i OLD ER.
MULDER.
öc. Middelburg
ibstraat
adres voor
31,
Iade 50 ct.
BUNING.
itramdiens^
BINNENLAND.
ui(S~ s
matEUOE
leveren.
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij aile Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
II.
OPEND
n Quasters).
kwaliteit AMSTEL
Aanbevelend,
RAAT.
,'jjlag van af 2 uur in
ion" te spreken.
0
U
'HOON 161.
WBURGZAAL
iarkt, Vlissingen.
o—
II U G B A A II
f f 1bij abonn. f 0.80
.LADE per portie 50 Ct.
'E 60 Ct.
IN per stuk 10 Ct.
tot 1 uur verkrijgbaar.
Consumptie.
Aanbevelend,
hdarts
1
Sedert tal van jaren werden som
mige gedeelten van het Turksche rijk
in Europa, niet meer van uit Constan-
tinopel bestuurd. Daar de bevolking
grootendeels tot een andere nationa
liteit en tot een anderen godsdienst
behoorden, konden Turksche gouver
neurs er geen orde en rust handhaven.
Oost-Roemelië werd door vorst Fer
dinand van Bulgarije bestuurd en
Bosnië en Herzegowina stonden
krachtens besluit der mogendheden
onder Oostenrijks bescherming. Men
kan veilig aannemen dat noch vorst
Ferdinand, noch de Oostenrijksche
regeering er ooit over gedacht hebben
om het Turksche bestuur over die
gewesten te herstellen. Vorst Ferdi
nand streefde bovendien naar de ko
ningskroon. Beiden hebben slechts op
het gunstige oogenblik gewacht. Toen
de omwenteling in Turkije een vol
dongen feit was en een oorlog daar
al bijzonder ongelegen zou gekomen
zijn, sloegen beiden hun slag. Vorst
Ferdinand deed zich tot koning van
een van Turkije vrij Bulgarije en Oost-
Roemelië uitroepen en keizer Frans
Jozef hechtte Bosnië en Herzogewina
als nieuwe parelen aan zijn kroon.
De Kretensers verklaarden zich om
streeks denzelfden tijd vrij van Turkije
en voegden zich bij Griekenland.
Vooral de beide eerstgenoemde
feiten waren zeer stellig onrechtmatig
en in strijd met de bestaande verdra
gen, maar in de 20e eeuw hebben
tractate» geen grootere waarde dan in
de 17e het geval was. Er zijn altijd
redenen voor de afwijking van het
recht te vinden en het komt er dood
eenvoudig op aan, het geschikte
oogenblik te kiezen. En dat men in
dit opzicht zeer gelukkig is geweest,
valt niet te betwijfelen. Het Russische
plan, naar men wil door Turkije in
gegeven, om het .tractaat van Berlijn
op een nieuwe conferentie te herzien,
zal vermoedelijk wel verwezenlijkt
wordener zal ook wel eenige ver
goeding gegeven worden aan de staten
die in meerdere of mindere mate door
de verandering zijn benadeeldmaar
de hoofdfeiten zeiven zullen wel on
gewijzigd blijven. Dit echter behoort
tot de geschiedenis van het nieuwe jaar.
Op zichzelf minder belangrijk, hield
de zoogenaamde Marokkaansche
quaestie gedurende een groot gedeelte
van het jaar nog aller aandacht bezig.
Het gezag van den Sultan nam bij
alle stammen af. Hij ging voor een
vriend der Europeanen door en de
Franschen trachtten hem de hand
boven het hoofd te houden, wat niet
kon verhinderen dat er een tegen-
elijks te spreken.
3r de Kerk No.
15.
'en nette
flbonnemenfs-ftduerfentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden.
-O—
Schoenwinkel. Br.
bureau dezer Courant.
isjingen-Middelburg v. v.
NGEN 4 40f 5.50+ 7.55*
11.50+ 12.30* 1.15§ 2.-*
4.15§ 5.—* 5.50§' 6.55*
K0§ 10.25§
n van de Remise.
van de Zeilmarkt.
en van het Badhuis.
.boeg 6.15f 6.25f 8.40*
12.30§ 1.15* 2.—2.45*
5.—5.50* 6.55§ 7,50*
>.25* ll.lOf
et verder dan tot de Re'
de Zeilmarkt.
ar het Badhuis.
I treinen vertrekken tot-
van kat Badhuis,
2.)
„Maar papaatje," zeide het meisje
met een zacht verwijt in haar toon,
„waarom zulke sombere herinnerin
gen op te wekken Zie eens, hoe
ernstig Wilhelm kijkt, gij hebt hem
verdriet gedaan."
Von Horwitz zag den advocaat vol
deelneming aan en hernam op nog
welwillender toon
„Nu ja, maar dat lag niet in mijn
bedoeling, ik ben nu eenmaal een
oude chicaneurmaar ge weet toch
wel, niet waar, Wilhelm, hoe goed
ik het met u voor heb. En nu geen
woord meer daarover."
Hij keek op zijn horloge en ver
volgde: Al zes uur, nu is het
spreekuur voorbij. Wilhelm, ons rij-
;uig staat beneden, rijd mee naar
>nze villa. Het is zulk heerlijk zo -
tierweer; daar kunnen wij het beste
an genieten, door den avond in
Sultan opstond, die natuurlijk be
schouwd werd als een vijand der
christenen en van alle vreemdelingen
en daarom telkens grooter aanhang
verkreeg, tot dat ten laatste het ge-
heele land hem huldigde en hij door
het wettig gezag als Sultan werd
erkend. De Europeesche mogendheden,
die bij de bekende acte van Algeciras
maatregelen genomen hadden om te
trachten een beter geordenden toe
stand in Marokko in het leven te
roepen, voornamelijk met het oog op de
veiligheid van personen en goederen
der vreemdelingen, kwamen nu in een
moeielijken toestand, die echter ten
goede keerde door de aanneming van
eenFransch-Spaansch voorstel om den
nieuwen Sultan te erkennen, indien
deze zich met de besluiten van Al
geciras mocht willen vereenigen,
waartoe hij dan ook, hoe zonderling
het schijnen moge, wel te vinden was.
In hoeverre die houding invloed zal
hebben op de gezindheid der bevol
king, die iets geheel anders van hem
verwachtte, zal de tijd moeten leeren.
Tot het laatste oogenblik toe bleef
de verhouding tusschen Duitschland
en Frankrijk te dezer zake gespannen,
maar Frankrijk vindt tegenwoordig
zoo krachtig steun bij Engeland, dat
de Duitsche regeering toch steeds aan
het kortste eind trekt. Welke moeite
velen zich ook geven, om de goede
gezindheid tusschen Engeland en
Duitschland te herstellen, die twee
volken schijnen elkander te veel te
beschouwen als kampioenen naar een
soort van politieke oppermacht, om
voortdurend in vrede te kunnen leven.
De uitbreiding der Duitsche vloot
wordt ook in Engeland met leede
oogen aanschouwd en daar ook Rus
land, als bondgenoot van Frankrijk,
altijd nog nauw aan dat land is ver
bonden, staat Duitschland vrij wel
geïsoleerd en vindt slechts steun bij
'Oostenrijk, een zijner bondgenooten.
De andere bondgenoot, Italië, is ook
al niet oprechtelijk de Duitsche be
langen toegedaan.
Op militair gebied moge het Duitsche
rijk overigens nog altijd sterk wezen,
economisch is het heel anders. Aan
een goed financieel beheer heeft het
er altijd ontbroken en om de gaten
te stoppen moeten de verbruiksarti-
kelen het maar steeds ontgelden. Het
groot grondbezit en het groot kapitaal
houden een behoorlijke belasting van
grond- en vermogen tegen en eens
zal de tijd komen, waarin er geen
onbelaste of niet zwaar belaste voor
werpen van verbruik en gebruik meer
in Duitschland zijn en men toch ge
noodzaakt is om tot afdoende maat
regelen te geraken.
Merkwaardig is het jaar zeker ge
weest door de overwinningen der
luchtscheepvaart, waarvoor, niemand
twijfelt er thans meer aan, eene toe
den tuin, onder gezellig praten en
een verkoelende ananasbowl, door
te brengen."
„Hé ja, dat is een kostelijk idee,
papa!" juichte het meisje. „Daar
maakt ge alles weer mee goed. Ge
gaat toch mee, Wilhelm, dan halen
we onderweg uw mama af. O, het
zal een heerlijke avond worden."
En in kinderlijke vreugde klapte
zij in de handen.
„Moet ik mijn lieve Augusta niet
altijd gehoorzaam wezen vroeg
Wilhelm, terwijl hij eveneens zijn
horloge raadpleegde. „Het spreekuur
is werkelijk ten eindeeven hooren
of er nog iemand in de wachtkamer
is en dan ben ik tot uw dienst."
Hij ging naar zijn prachtig bureau-
ministre.
„Is er nog iemand vroeg de
advocaat.
„Ja, mijnheer, een onbekende man,
die al een half uur zit te wachten,"
luidde het antwoord.
Augusta liet pruilend haar lip han
gen.
„Hoe jammer!" morde zij. „Laat
hem morgen terugkomen."
„Dat heb ik hem ook al gezegd,"
komst is weggelegd en, op dit ge
bied althans komt Duitschland niet
achteraan. Wel is het te betreuren
dat de ontzettende moeite, die men
zich geeft om spoedig met dit ver
voermiddel een groote hoogte te be
reiken, ook alweer in de eerste plaats
haar steunpunt vindt in militaire over
wegingen. In de beide andere staten,
die aan luchtscheepvaart doen, Frank
rijk en Engeland, heeft men het nog
niet zoover gebracht, en waar het
Duitsche rijk thans de gelukkige eige
nares is der uitvinding van graaf
Zeppelin, zal men zeker niet rusten
voor op dit gebied het bereikbare
inderdaad is bereikt.
't Is alweer een toekomstbeeld, maar
wij voor ons hopen dat de inderdaad
bewonderenswaardige uitvinding van
het bestuurbare luchtschip ten zegen
moge strekken aan de menschelijke
nijverheid, die inderdaad nooit genoeg
hulpmiddelen ter harer beschikking
heeft.
De inlijving van Bosnië en Herze
gowina, zet wel op eenigszins zon
derlinge wijze de kroon op het werk
van zestig jaren, door den grijzen
keizer Frans Jozef volbracht, den man
wien, volgens zijne eigene woorden,
gesproken bij den tragischen dood
van keizerin Elisabeth, „niets ge
spaard wordt".
Overigens moet van hem in alle
oprechtheid getuigd worden, dat hij
over de hem onderworpen landen
een mild bestuur heeft gevoerd en,
ofschoon gehecht aan het gezag, met
zijn tijd wist mee te,gaan; getuige
het algemeen stemrecht in Oostenrijk
zelf. Wat hij niet verwacht en wat
niemand zal vermogen, dat is een
rijk, uit zoovele nationaliteiten sa
mengesteld, waar talen, zeden en
belangen zoo ontzettend uiteenloopen,
tot een eenigszins dragelijk geheel te
vormen. De kunstmatige éenheid
wordt slechts kunstmatig in stand
gehouden en de Hongaren vooral
zullen niet rusten voor zij de vurig
begeerde volkomene zelfstandigheid,
waarvoor zij reeds zestig jaren ge
leden zoo dapper streden, eindelijk
hebben bereikt.
Het huldeblijk aan de Koningin.
Ook te Rotterdam heeft zich, onder
voorzitterschap van mevr. Zimmer
man, de echtgenoote van den bur
gemeester, een dames-comité gevormd
met het doel H. M. de Koningin bij
de te verwachten blijde gebeurtenis
een geschenk aan te bieden.
Op initiatief van mevr. Boreel van
Hogelanden heeft zich onder het eere
voorzitterschap van mevr. Van Tien
hoven te Haarlem een comité gevormd,
sprak de klerk op een vragenden
blik van zijn chef, maar hij laat zich
niet afwijzen. Hij beweert, dat hij
mijnheer moet spreken, wegens een
dringende aangelegenheid, die geen
uitstel kan lijden."
Wilhelm wendde zich verontschul
digend tot zijn verloofde.
„Wellicht is het een wanhopige,
die in pijnlijke omstandigheden ver
keert, en onverwijld rechtskundigen
raad noodig heeft. Ik mag hem niet
tot morgen in onzekerheid laten
wel zou ik liever met u meerijden,
maar plicht boven alles, ja, lief kind,
daaraan zult ge u moeten gewennen
uwe toekomstige echtgenoot heeft
behalve u nog eene meesteres vrouw
Themis de onverbiddelijke."
„Ik zal met de mededingster nog
heel wat te stellen hebben", zeide
het schoone kind, half lachend, half
boos. „Dus ge gaat heusch niet mee
„Onmogelijk, bestemaar ik kom,
zoodra ik kan. Wanneer ge bij mama
wilt aanrijden en haar vast meene
men
„Daar zullen we voor zorgen,
zeide Von Horwitz, die intusschen
zijn hoed had opgezet en nu harte-
bestaande uit eenige dames daar ter
stede en de echtgenooten der bur
gemeesters van Bloemendaal, Heem
stede, Veisen, Schoten, Spaarndam,
Haarlemmerliede c. a., Zandvoort en
Bennebroek, dat zich ten doel stelt
een huldeblijk namens de vrouwen
uit alle standen der genoemde g
meenten aan H. M. de Koningin aan
te bieden ter gelegenheid van de a. s.
heugelijke gebeurtenis.
Mevr. G. J. van Heek, te Enschede
en mevr. D. W. Stork, te Hengelo,
hebben het voornemen om voor het
zelfde doel de vrouwen in Twente
op te roepen.
Het „N. v. d. D." deelt mede, dat
aan mevr. I. van Emstede—Winkler,
leerares aan de bekende rijksschool
voor kunstnijverheid in het Rijksmu
seum te Amsterdam, de zorg voor
het borduurwerk van een wiegekleed
een deel van het huldeblijk
zal toevertrouwd worden.
Het kleed, dat H. M. droeg bij
de inhuldiging in de Nieuwe Kerk en
bij haar huwelijk, was ook vervaar
digd onder leiding van mevr. Van
EmstedeWinkier, herinnert het blad.
Militaire berichten.
De nieuwbenoemde majoor W. H.
van Wieringhen Borski van het 3e
reg. inf. krijgt Middelburg tot stand
plaats.
De minister van oorlog heeft be
paald dat jaarlijks van het regiment
grenadiers en jagers en van elk der
overige regimenten infanterie uit de
daarbij ingedeelde miliciens 4 rnaan-
ders, bij voorkeur uit de niet voor-
geoefenden, 10 miliciens, zijnde koet
siers, voerlieden of anderen die met
paarden kunnen omgaan, worden
aangewezen om te worden opgeleid
tot onbereden treinsoldaat. Zij zijn
bestemd om op te treden als gelei
ders der bagagevoertuigen van de
korpsen van het wapen der infanterie,
van het hoofdkwartier van het veld
leger, van de divisiestaven, alsmede
van de voertuigen van de verplegings-
treinen der divisiën. De onbereden
treinsoldaten zijn bewapend en uit
gerust als infanterist.
De heer J. L. Wery heeft aange
boden bij wijze van proef, aan alle
onderofficieren of militairen van hoo-
geren rang, welke daartoe in de ge
legenheid mochten worden gesteld,
kosteloos cursuslessen te geven, in
de stenographie volgens het systeem
„Stolze—Wéry" mits de gelegenheid
wordt geschonken de bedoelde lessen
aan zijne inrichting te 's Gravenhage
te volgen en tegen vergoeding van
den prijs der benoodigdeleermiddelen.
In verband hiermede heeft de mi
nister de commandeerende officieren
der korpsen en inrichtingen gemach
tigd, de officieren en onderofficieren,
die de cursussen wenschen te volgen,
lijk afscheid nam van zijn aanstaan
den schoonzoon.
„Tot straks dus."
Wilhelm zeide zijn meisje feeder
vaarwel en daarop verliet de schoone
Augusta, aan den arm van den ouden
heer, het vertrek, na aan de deur
haar beminde nog met een allerbekoor
lijkst lachje te hebben toegeknikt.
Wilhelm ging naar het venster.
Zijn gelaat blonk van liefde en
trots, toen hij terstond daarop de
geliefde in het rijtuig zag stappen.
Hij keek haar na en wuifde haar
toe, zoolang het rijtuig in het gezicht
bleef.
Ten slotte gaf hij zijn bediende,
die nog steeds aan de deur stond,
een wenk, den laatsten cliënt binnen
te laten, en zette zich in zijn lederen
fauteuil van het schrijfbureau.
Zijn gelaat betrok bij het zien van
den bezoeker, wiens voorkomen een
hoogst ongunstigen indruk op hem
maakte.
„Gij hebt verlangd om mij te spre
ken over een ernstige zaak, die niet
uitgesteld kan worden begon hij.
De bëzoeker knikte toestemmend
en nam op een wenk van den advo-
daartoe in de gelegenheid te stellen,
voor zooveel daartoe een bijzondere
vergunning noodig is en voor zooveel
de belangen van den dienst zich niet
tegen het verleenen van zoodanige
vergunning verzetten, onder bepaling
o. a. dat ten koste van de officieren,
en onderofficieren, die van deze ge
legenheid gebruik wenschen te maken
de benoodigde leermiddelen a f2.50
per pensoon en eventueele verdere
kosten komen.
De Portugeesche orde, waarin mi
nister Heemskerk als Grootkruis is
opgenomen, is niet de Christusorde,
doch de orde van Jago, die slechts
12 leden telt, omdat deze hooge on
derscheiding slechts hoogst zelden
wordt verleend.
In het belang der Partij.
Een kolom of zes per dag beslaat
in het dagblad het „Volk" de ruzie
tusschen Marxisten en revisionisten,
tot een crisis gestegen door het agi-
teeren van de (marxistische) „Tribu-
ne"-groep tegen de Kamerfractie, de
weigering van die groep om definitief
beterschap te beloven en het besluit
van het hoofdbestuur der partij om
met de halve verklaring dier groep
genoegen te nemen, wat door het
bedanken van de heeren Helsdingen
en Schaper als bestuursleden gevolgd
werd.
Er zal nu bij referendum uitgemaakt
worden, of er een buitengewoon con
gres zal worden gehouden. De Kamer-
groep schijnt in haar geheei daar
voorde heeren Troelstra en Schaper
bepleiten het dagelijks met hartstocht.
De „Volk "-redactie staat in haar
meerderheid aan hun zijde. De „Mar
xisten" zijn er tegenze zijn doods
bang voor een congres zegt Scha
per omdat de Partij gewoon is de
„zaak groot op te vatten" en zij het
oordeel vreezen. Het Partijbestuur wil
de zaak op haar beloop laten. En, in
het „Volk" van eergisteren vullen 48
partijgenooten twee kolom om te
waarschuwen tegen de „afschrikwek
kende gevaren" eener scheuring, die
zij als gevolg van een'.buitengewoon
congres vreezen. Onder hen zijn F.
van der Goes, Jos. Loopuit, Henri
Polak. De lectuur van al deze stukken
is geweldig vervelend éen hoofd
trek moge er evenwel uit vermeld zijn,
die getuigt van den afkeer van vrije
gedachten-uiting binnen deze partij.
Het begon al met de poging van het
Partijbestuur om censuur uit te oefe
nen op een blaadje, niet orgaan van
de partij zijnde, dat de Kamerleden
onaangenaam critiseert. Daarna pro
testeert datzelfde Partijbestuur tegen
de mededeeling van Troelstra, dat hij
een brochure wil uitgeven over den
toestand in de partijdit mag niet,
het is onbehoorlijk van Troelstra als
caat, plaats op een stoel, die dicht
bij de schrijftafel stond.
„Zijn wij hier ongestoord en kan
niemand ons hooren vroeg hij
gluiperig.
Dorner zag hem eenigszins stroef
aan.
„Mijn personeel is niet gewoon te
luisteren," zeide hij. „Ter zake, als
ik u verzoeken mag."
De groenachtige oogen van den
bezoeker keken loerend naar het
mannelijk schoon gelaat van den
jongen rechtsgeleerde en een hartelijk
lachje speelde om zijn dunne kleur-
looze lippen.
„Het betreft een zeer ingewikkelde
geschiedenis," begop hij op gedemp-
ten toon en met hoogst onaangenaam
klinkende stem. „De zaak zit name
lijk zoo in elkanderEen echtpaar
had lang geleden, bij het huwelijk
bepaald, dat er gemeenschap van
goederen tusschen hen bestaan zou
hun voorspoed heeft echter niet lang
geduurd wie van beiden daar de
schuld van was, weet ik nietwaar
schijnlijk de man.
(Wordt vervolgd.)