KOOP:
READ
urant.
Donderdag
7 Januari.
ertjrtjgbaar
Feuilleton.
No. 5.
47e Jaargang.
1909.
SI, JÉlBll* Van Week tof Week.
herstelt
larkifzen, Zoo-
BoUuikeu in
ERIJ BLEEEERiJ
ZOOM",
ier De 2 oom.
-op-Zoom.
EDASE WASSCHM
mer 10.
^BINNENLAND.
VLISSIINGSCHE
COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
diger voor Vlissingen
estraat 8.
?ertroflen.
enz., worden op
t i s verstrekt bij
SSELBERGS Co.
1111
A IET
is de voordeeligste
en de beste van alle
rten. Iedere knot'is
bovenstaand gedepo-
1 s m e r k. Verkrijg-
este winkeliers.
~diepingshuis en
erdiepingshuis,
gebouwd en tegen
ken p r ij s.
en aan het Bureau
sche Courant".
Het staat nu wel vast, dat de ramp,
welke het schoone Zuid-Italië getroffen
heeft, de grootste en omvangrijkste
is, sedert den aanvang der geschie
denis van het menschelijk geslacht
bekend. De groote omwentelingen op
de aardoppervlakte toch, welke haar
nagenoeg in haren tegenwoordigen
toestand hebben gebracht, moeten lang
vóór den aanvang der geschiedenis
hebben plaats gehad en konden in elk
geval, waar de aarde niet of wellicht
nog slechts ten deele eenigszins be
woond was, den mensch minder scha
den.Daarbij komt dat zoovele gewroch
ten van den menschelijken arbeid den
aardbodem bedekken en dus iedere
omwenteling, hoe beperkt ook op zich
zelve, niet alleen voor het levend
ij geslacht, maar ook allicht voor de
monumenten van geschiedenis en
kunst noodlottig moet wezen. Het
toonee! van de ramp geeft daarvan een
j sprekend voorbeeld.
En hierbij komt de groote onze-
kerheid, of men het einde ervan heeft
j bereikt. Wat Vrijdagavond te Messina
I is gebeurd, is wel geschikt om de
overgebleven bevolking met een pa-
nischen schrik te vervullen, of, waar
de mogelijkheid bestaat, dit oord der
verschrikking te doen verlaten.
Van een toestand, zoo vreemd en
ongeordend, als daar thans moet
heerschen, kan men zich bezwaarlijk
een voorstelling vormen maatschap
pelijke en familiebanden verbroken of
verstoord, de arbeid stilstaande, de
middelen van levensonderhoud gering,
de gewone openbare orde nauwelijks
bestaande, uitoefening van rechten en
plichten onmogelijk
Vestigen wij daarbij met blijdschap
de aandacht op de steeds stijgende
blijken van algemeene deelneming,
huiveringwekkend is het onmisken
baar feit, dat van de gewone over
drijving, in den aanvang bij alle groote
rampen te bespeuren, hier geen sprake
schijnt te wezen, maar integendeel de
eerste berichten zijn gebleven ver
a 47s billijke con-
elijke aflossing. Geen
Inlichtingen bij dhr.
cheldestr. 27 beneden.
i©sa. ia.
d©» psijs-
53.)
Robespierre was slecht verbonden
elk oogenblik schikte hij zijn ver
band terecht. Het volk in de straten
riep hem scheldwoorden toe, wierp
van vreugde de roode muts omhoog
en schreeuwde„Leve de vrijheid!
Weg met Robespierre 1 Weg met den
dictator
„Waar is het monster, dat ons
allen vermoorden wilde klonk het
uit het volk en de begeleidende
gendarmes wezen met de punt der
sabel op Robespierre, die bloedend
en ontsteld, bijna zwart in het ge
laat, in sombere smart voor zich
uitstaarde.
Was dat alles waar? Was dat mo
gelijk vroeg hij zich af. Had
hij niet gearbeid en gezorgd, jaren
lang, eenig en alleen voor datzelfde
volk Had hij zijn rust bij dag en
nacht, zijn gezondheid niet opgeof
ferd om, op zijn manier, dat volk
gelukkig te maken Dat volk, dat
hem thans omgaf als een woedende
zee en het als een verlossing be
schouwde, dat hij gedood werd
Had hij zich zoo vergist in zijn theo
ry van volkswelzijn?
Hij had weinig tijd om daarover
TELEFOONNUMMER 10.
beneden de werkelijkheid, terwijl aan
een juist en volledig overzicht voor
eerst niet te denken valt. Veel trou
wens, zal wel steeds verborgen blijven
in den nacht van ellende.
In Groot-Brittanje is eene verblij
dende gebeurtenis de in werking tre
ding, op 1 januari jl., van de wet op de
staatspensionneering der ouden, welke
niet door liefdadige instellingen on
derhouden worden, maar toch in be
scheiden of behoeftige omstandighe
den verkeeren. De postkantoren zijn
met de uitbetaling belast en dat ge
schiedde voor het eerst op Nieuw
jaarsdag. Ooggetuigen hebben ver
klaard, dat daarbij zeer aandoenlijke
tooneelen van blijdschap te aanschou
wen waren, te meer omdat vele der
belanghebbenden persoonlijk waren
opgekomen, wat zelfs aan zeer enkelen
het leven moet hebben gekost.
Al kan de Engelsche wet met het
oog op onze toestanden voor ons geen
model wezen, zoo kunnen wij toch
onze naburen benijden, die althans
bij aanvang geraakt zijn tot de oplos
sing van een der moeilijkste maat
schappelijke vraagstukken, maar die,
hoe moeilijk ook, wel alle andereB
dienden voor te gaan.
Wel zonderling is het dat menschen,
die gewoon zijn prat te wezen op hun
vrijheid en onafhankelijkheid en luide
te klagen over de heerschzucht en
onderdrukking, die zij van anderen
ondervinden, zoo vaak blijk geven van
dezelfde slechte gezindheid en zelf in
de hoogste mate onverdraagzaam zijn.
Wij zien dat o.a. en het is waar
schijnlijk niet algemeen bekend,
aan de Finnen, een fier volk met vele
deugden, maar die de deugd der
verdraagzaamheid toch nog niet weten
te beoefenen. Ongelooflijk is het dat
de positie der Israëlieten in Finland
nog zoo allertreurigst is en zelfs, op
staatsrechtelijk gebied, erger dan in
Rusland. In Noorwegen werden zij
voorheen in het geheel niet geduld
en in Finland nu nog alleen in een
na te denken. Vreeselijk snel kwam
de kar op het Revolutieplein, waar
de guillotine stond. Koud, nieuws
gierig bijna, zag Robespierre naar
het spookachtige werktuig. Nog nim
mer had hij het in zijn verschrikke
lijke werkzaamheid aanschouwd. Dit
was alzoo het oord, waarnaar hij
zoovelen verwezen had 1 De hevige
pijn, die zijn wonden hem tot nu
toe hadden veroorzaakt, voelde hij
plotseling niet meereen aanval
van zwakte een gevolg van de
voorafgegane spanning en van bloed
verlies overviel hem aan den voet
van het schavot hij was de be
zwijming nabij.
St. Just besteeg de noodlottige
trappen het eerst. Doch het gelukte
hem door zijn groote wilskracht ook
thans zijn kalmte te bewaren. Ro
bespierre zag, hoe hij het hoofd op
het blok legde, hoe de bijl viel en
het hoofd in den zak vloog. O, ver
schrikkelijk Bloed op het blok, op
het schavot, op de planken, overal
bloed. Hij sloot de oogen hij
had nimmer bloed kunnen zien. Toen
viel de bijl neder het was het
hoofd zijns broeders 1 Nog eenmaal
het was Couthon. Eindelijk ten
vierden male dat was Henriot.
Hij was de laatste. Men sleepte hem
naar boven, omdat hij niet loopen
kon. Men wierp hem voor het blok
neder daar hoorde hij een dui-
zendstemmig geschreeuw door de
lucht bruisen het verloste volk
juichte bij zijn ondergang.
paar der grootste steden, waar zij hun
verblijf van half jaar tot half jaar duur
moeten betalen. De vergunning kan
hun trouwens door den Senaat worden
ontnomen en, zonder verblijfkaart,
moeten zij aanstonds het land verla
ten. De volksschool mogen hunne
kinderen niet bezoeken.
Er zijn er wel die daarin verande
ring willen brengen en er is al eens
van een wetsvoorstel in dien geest
sprake geweest, maar het is nooit tot
een behandeling gekomen en in han
del en industrie doen de Finnen wat
zij kunnen om de joden te weren en
de autoriteiten doen dapper mee aan
dit werk der beschaving het ove
rigens zoo beschaafde land onwaardig.
De onrust, die thans weer in den
Balkan heerscht, wordt althans door
Rusland niet in de hand gewerkt. De
rede van minister Iswolski in de
Doema heeft dit duidelijk'aangetoond.
Vooropstellend dat Rusland zich altijd
aan het tractaat van Berlijn gehouden
heeft, onthield de minister zich van
eiken blaam tegen Oostenrijk, en in
dien wij de rede goed begrepen heb
ben, dan blijkt er uit dat Ruslands
handen door afzonderlijke overeen-
komstën gebonden waren en Oosten
rijk om die reden met het Ber-
lijnsche tractaat zoo weinig omslag
heeft gemaakt. Aan het denkbeeld
eener conferentie, dat van Turkije
schijnt te zijn uitgegaan, blijft Rus
land evenwel vasthouden. Een gron
dige herziening van het tractaat acht
Rusland noodig, in dien zin, dat die
herziening Turkije en de kleine Bal-
kan-Staten ten goede komt.
Servië en Montenegro kregen van
den minister den schralen troost, dat
ze hun kalmte en koelbloedigheid
dienden te bewaren. Met Frankrijk,
Groot-Brittanje en Italië volgt Rus
land éen lijn.
In Oostenrijk kan men met een en
ander tamelijk tevreden zijn. Verzet
tegen de inlijving is niet meer te duch
ten maar in Servië en Montenegro is
men natuurlijk zeer teleurgesteld en
BESLUIT.
Reeds twee dagen na Robespierre's
dood werd het revolutionaire tribu
naal ontbonden, werden scharen ge
vangenen vrijgelaten,de politieke clubs
gesloten, vele gevluchte emigranten
teruggeroepen, de veiligheid van per
soon en eigendom hersteld.
Onder de in vrijheid gestelde ge
vangenen bevond zich ook een jonge
graaf Charles de Miraye. Madeleine
had niet geweten, welk gevaar haar
geliefde boven het hoofd had ge
hangen. Zij begroette hem als gene
zen en men liet haar in den waan,
dat hij ziek was geweestmen achtte
het niet dienstig, haar nu nog te
verontrusten en te beangstigen.
Het was in den naherfst. De wijn
bergen kleurden zich in het eigen
aardig rood, bruin en geel van het
jaargetijde. Op het balkon van het
herstelde slot Leuronsac zaten burg
gravin de Rialmont en Madeleine,
de laatste stralend van liefelijkheid.
„Gij ziet er uit om te stelen, Ma
deleine, en ik zeg u, dat er in de
geheele wereld geen mensch is, min
der te beklagen dan Charles," fluis
terde burggravin de Rialmont, haar
nicht opgetogen van alle kanten op
nemende.
„Waar blijft hij toch vroeg Ma
deleine eenigszins verstrooid en door
het op handen zijnde feest wat on
rustig.
„Hij is een barbaar."
Abonnements-flduerfentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden.
van de reis van den Servischen kroon
prins naar Petersburg had men zich
heel wat anders voorgesteld.
In Turkije evenwel, dat voortaan
een aardigen duit in het politieke
zakje zal gaan leggen, is men niet
zoo zoetsappig. De Kamer heeft het
adres van antwoord op de troonrede
goedgekeurd, maar de zinsnede in het
ontwerp„Oostenrijk heeft Bosnië
ingelijfd", veranderd in „Oostenrijk
heeft verklaard Bosnië in te
lijven." De Turksche Kamer legt er
zich dus voorloopig niet bij neer.
Wat Turkije en Bulgarije betreft,
zitten de onderhandelingen weer vast.
In de Turksche troonrede wordt op
een beetje minachtende wijze over de
onafhankelijkheidsverklaring gespro
ken en de Bulgaren steken hun wrevel
daarover niet onder stoelen of banken.
Mocht er toch eindelijk eens wat
klaarheid in deze voortdurend zoo
troebele bron komen
Nog voortdurend worden onder
handelingen gevoerd tusschen het
Hongaarsche kabinet en de Oosten-
rijksche regeering, over de leger-
quaestie. Sinds vele jaren namen in
Oostenrijk-Hongarije de militaire be
hoeften, d.w.z. het noodige aantal
recruten enz. toe. De Hongaren heb
ben zich daar nooit anders bij willen
neerleggen, dan in ruil voor van hun
kant té stellen eischen, zooals het
gebruik der Hongaarsche taal bij het
leger en het hebben van eigen vaan
dels. Met groote moeite heeft men in
1906, toen het bekende vergelijk ge
sloten werd, de keizer bewogen om
in beginsel in die eischen toe te
stemmen, maar het bleef bij het be
ginsel en van de uitvoering kwam
niets. Nu het echter, met het oog op
de Balkan-quaestie, van overwegend
belang is geworden om op een flink,
strijdvaardig Hongaarsch leger te
kunnen rekenen, is er te Weenen
misschien wat te winnen en hebben
de Hongaren de zaak weer eens aan
gepakt en dringen op feitelijke uit»
voering aan. Ten slotte zullen ze wel
„Maar, tante
„Nu ja, hij is een barbaar, maar
een vroolijke, goede barbaar. Ha
daar komt hij met de beide vaders.
Nu zullen de feestelijkheden een
aanvang nemen."
Madeleine stond op, toen de hee-
ren binnentraden. Blozend, frisch
schalkscher dan ooit trad zij haar
verloofde tegemoet. Charles was ver
rukt. Vlug snelde hij op haar toe.
Maar zijn vader, de oude graaf de
Mfraye, die voor de bruiloft van zijn
zoon overgekomen was, voorkwam
hem.
„Gij veroorlooft mij wel, mijn
zoon vroeg hij en drukte met echt
Fransche galanterie een kus op het
voorhoofd van de bruid. Nu vormde
men een kleinen feestelijken optocht
en ging naar de slotkapel, waar de
geestelijke wachtte, om het jonge
paar te trouwen. Het was een heer
lijke dag en door de ronde vensters
zond de zon haar gouden stralen
neder op het hoofd van de bruid
en den bruidegom, die voor het
altaar knielden.
„De beste waarborgen voor het
toekomstig geluk," zei de geestelijke,
„zijn ondervonden beproevingen. Ver
goten tranen zijn een tooversluier,
die beschut tegen den overmoed van
het geluk, tegen een lichtvaardige
gezindheid. Daarom kunt gij, gestaald
door ondervonden leed, getroost in
gaan tot de veelvuldige beproevingen
des levens. Uw geluk is geen kleine,
ranke boot, die door den eersten den
hun zin en, stukje voor beetje, alles
krijgen wat ze verlangen. Als de
legereenheid in de monarchie nu ook
verbroken wordt, dan kan men gerust
zeggen datde lappendeken voltooid is.
Minister Bevers, f
De heer J. G. S. Bevers, minister
van waterstaat, is gisterenavond
plotseling overleden. Het droevig
feit, het schokkend-onverwachte daar
van en de omstandigheden waaronder
het voorviel, wekten groote ontstel
tenis en deelneming. Nadat de minis
ter het departement, na afloop der
gewone werkzaamheden des middags
had verlaten, deed hij eene wande
ling door het Bosch in de richting
zijner woning. De heer Bevers was
vergezeld van mevrouw Van W.,
met wier echtgenoot, het vroegere
Kamerlid, de thans ontslapene in
nauwe vriendschapsbetrekking stond.
Op het wandelpad langs den Koekamp
gekomen, gevoelde de heer Bevers
zich plotseling onwel hij zeeg ineen
en was bewusteloos. De voerman van
een met paard bespannen wagen stel
de deze ter beschikking om den lijder
naar diens woning in de Daendels-
straat over te brengen. Men kan zich
de consternatie in zijn huis voorstel
len. Ondanks den geweldigen schok,
die haar zoo onvoorzien trof, had me
vrouw Bevers de geestkracht en de
zelfbeheersching om zelve voor on
middellijke geneeskundige hulp te
zorgen. Liefderijke en deskundige bij
stand mochten evenwel, ongelukkig,
niet meer baten. Na een kwartier uurs
tijd gaf de heer Bevers den geest.
Hem had een beroerte getroffen, die
aan zijn werkzaam leven op 't onver
wachtst een einde maakte, zijn eer
volle loopbaan op eenmaal afsneed,
hem aan den dienst van Koningin en
Vaderland onttrok.
Het leven van nu wijlen mr. Bevers
is nog pas kort geleden geschetst,
toen hij nauwelijks een jaar geleden
(11 Februari 1908) als raadsman der
Kroon optrad in het ministerie-Heems
kerk, waarin hem de portefeuille van
Waterstaat werd toevertrouwd. De
keuze was op hem voor dat departe
ment gevallen, nadat hij in de resi
dentie het beheer der publieke werken
als wethouder gedurende verscheidene
jaren had geleid, toen hij, als advo
caat in Den Haag zich gevestigd
besten storm omgeworpen wordt
het is een sterk, beproefd schip, dat
u voor nood en gevaar zal behoeden."
Toen Charles en Madeleine naar
het slot wilden terugkeeren, wenkte
burggraaf Etienne en leidde hen eenige
schreden rechts naar den zijmuur.
Toen hij aan een koord trok, schoof
er een gordijn weg en daarachter ver
toonde zich een marmeren plaat met
het opschrift
„Ter dankbare herinnering aan den
geitenhoeder Jacques Beauchêne, die
met trouwe aanhankelijkheid zich
voor mij opofferde. In mijne plaats
betrad hij het schavot en stierf onder
de guillotine te Parijs, den 14enjuni
1795.
Etienne, burggraaf de Leuronsac."
„Deze plaat", sprak de oude edel
man, „heb ik hier laten inmetselen
als een aandenken aan den onbe-
schaafden geitenhoeder, die door zijn
sterven wilde goedmaken, wat hij bij
gebrek aan doorzicht jegens mij had
misdaan.
Zijn natuurlijke goedhartigheid
bracht hem tot een daad van weer-
galooze toewijding, die wij hem he
laas niet meer kunnen vergelden.
Laat ons echter onze dankbaarheid
toonen, door aan de arme, onwetende
lieden, die op onze bezittingen wo
nen, door christelijke opvoeding~hun
deel te geven aan de ware bescha
ving, die de zielen adelt."
EINDE.