'3 polak. JJ8ERG. :ren, II SNUIT. SN. 'IER, Donderdag 31 December 40» Jaargang. 1008. mwG i ugeesche Van week tot week. muiLLEiim. tüiBiüantóe berichte, SCK 308, van de Firma )ommisse Zoon. zeer voor- teruggave lam. Gemeente bestuur. ihsid. s74, ais te ontbieden ter tltpMe». staan gratis e grove voor rekening van ;eur van agne-, ay er wijn. mpany zijn S Be 100 stuks. .Spoedige levering rfet So. 58. 18'/» cent 25 12 GKSNaURGl,; VLISSINGSCHE COURANT Prijs peï drie aoaandea f 3,30. Franco pei' post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent Mm abonneert zich bij alle Boek. handelaren, l'ostdireeteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Maikt. ADVERTWTIËN: van 1—4 regefe ƒ0.40. Voor eken tegel meer 10 eent. Bij directe opgaaf vim driemaa1 plaatsing rteraelfde jvdvertentte wordt de prijs slechts twea naai berekewL Gwoto letters n cliehé's naar plaatsruimte. Versehynt dagelyks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telefoonnummer 10. Abonni inents-Advertentiën op zeer voordeel is c voorwaarden. KENNISGEVING. Verkiggbsarstelling soldjjen zeemacht. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van belanghebben den dat de aanvragen tot uitbetaling van postwissels voor betrekkingen van offi cieren en mindere schepelingen te wier behoeve ingevolge Koninklijk besluit van 28 Jnni 1898, no. 42,jeen gedeelte zeetractement of soldjj is afgestaan, ter gemeente-seoretarie kunnen worden af gehaald, dagelijks van dea voormiddags 10 tot des namiddags 4 nre, uitgezon derd Zon- en Feestdagen. Vlissingen, 30 December 1908. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. BRANDWEER. Brandpiket. De OpperbrandmeeBier a.i. van Vlis singen gelet op art. 444, laatste gedeelte van de algemeens verordening van politie iD deze gemeente brengt ter kennis van de manschap pen van spnit D, dat die spuit van 1 Januari tot ultimo Joni 1909 met het piket belast is. Vlissingen, 30 December 1908. De Opperbrandmeest.-r a.i. voornoemd, C. DOMMISSE TCz. De Kerstweek is, uiteraard, arm aan politiek nieuwe, 't Ie de week dee vredee eo politiek en vrede plegen geen warme vrienden te zijn. Wat ons lieve vaderland betreft was het anders. Nog onder den indruk der bigde mededeeling, door de regeering aan de Kamers gedaan, welke voor onze troonopvolging zoo gewiobtige gevolgen kan bebben en den beBtaanden regeeringsvorm, die de groote massa van het denkend deel des volks bevre digt, ongetwijfeld kan bevestigen, be kwamen wjj de stellige zekerheid, dat eene vreedzame omwenteling in Vene zuela, aan het wanbeheer van president Castro een einde beeft gemaakt en de nieuwe regeering er ondubbelzinnige teekenen van heeft gegeven, met ons op goeden voet te willen staan. Obb pant- serdeksehip (waarom begaan wg toch altjjd de taalkundige onjuistheid van te spreken van „Hr. Ms." sohip) „Gelder land*, keerde op dan eersten dag des 48.) „Tante riep Madeleine nn opge wonden nit. „Wat zegt gij Wie staat daar ach ter de deur P Vader, lieve varier." Burggraaf Etienne was enel binnen gekomen, Hij vloog op zijn kind toe en sl.iot haar in zjjn armen. „Madeleine 1" snikte hg. „Lieve Ma deleine I* Verder werd er geen woord ge sproken. Maar de innige omhelzing van vader en dochter, die nog steeds be vreesd sQbenen het slachtoffer te zij a eener zinsbegoochelingde onsamen hangende klanken, die zij uitten, dat alles sprak duidelijker dan woor den, van de groote liefde, die zjj voor elkander gevoeldenvan de bittere smart, die zij hadden geleden. XX. Madame Tallien meende in den vredes te Willemstad terug en het overigens welgeslaagde vlootvertoon onzer schepen in de wateren van Ve nezuela kan als geëindigd worden be- sohonwd. De nieuwe regeering van Venezuela had inturschen aan die der Vereenigde Staten verzooht om eenigo schepen uit te zenden, teneinde het prestige der nieuwe regeering te sehragen, waaraan laatstgemelde dan ook bereidwillig heeft voldaan. Twee dezer sebepen zgn reeds Donderdag in de haven van Willem stad binnengeloopen. Wat overigensden heer Castro betreft, mag men zonder eenig bezwaar aannemen dat hg voorloopig zioh heel lekker ge voelt. Over zjjne afzetting moet hij heel gemoedelijk spreken op een toen, waar uit zon kunnen volgen, dat hg he8lemaal niet aan 08 verandering gelooft. Hoogst waarschijnlijk eohter is alles eomedie, vooral ook zjjne interessante mededee ling, dat hg aan eene nieuwe regeering g$en moeiljjkheden in den weg zou leggen 1 Intusschen beginnen zich eenige don kere wolkjes binnen des heeren Castro's hoofd saam te pakken en schijnt het dat de nieuwe regearing niet zulke welwillende gevoelens j-ge-s hem koes tert als bjj jegens haar. Er most name lijk iets uitgelekt wezen omtrent een complot, dat eenigen tijd geleden tegen Gomez, thans president, is gesmeed, welk complot de eer genoot van in den heer Caetro zgn leider te vinden. Wel lioht zou das eene strafvervolging tegen hem kunnen worden ingesteld en zou zijne uitlevering aan de Duitsche re geering kunnen worden gevraagd. Trouwens, ook de erediteuren zgn niet van plan, den heer Castro met rust laten. Het eohjjnt een bewezen of althans voor bewijs vatbaar feit, dat de president zioh onbehoorlijke handelingen van fi- nanoieelen aard tegen zekere maat schappijen heeft veroorloofd en op dien grond zonden Duitsohe aandeelhouders in die maatsohappijen hem willen ver volgen. Arme, geplaagde man. Als het zoover komt zou bij met Vondel kunnen zeg gen „Wat is de mijn een val 1* Maar zijn val is voorioopig groot genoeg en zij die zioh hebben laten plunderen, zullen vermoedelijk wel achter het net visechen. 4e In den Balkan was men met de laatsten tijd de eohreden van haar eohtgenoot met wantrouwen te moeten nagaan- Haar man waa met vliegende vaandels en slaande trom naar het leger van Robespierre overgeloopen. Robespierre had geen beslister vriend, geen warmer aanhanger dan Tallien. Was dat nu de weg om baar vjjand ten val te brengen vroeg madame Tallien. Had zjj eigenljjk haar dolk niet aan een onwaardige toevertrouwd 1 Zij had Tallien de samenkomst ge schilderd, die zjj met Robespierre bjj de oude Tbéot bad gehad hoe Ro bespierre getroffen was geworden door de woorden der waarzegsterhjj was de nieuwe messias der toekomsthoe zgn oogen daarbij geschitterd haduen. En wat was het gevolg geweest Dat Tallien het denkbeeld van Robespierre, om den dieast der Rode af te Bchaffan en daarvoor weer den dienst van het Hoogste Wezen in de plaats te stel len, met ware geestdrift had begroet. Eon goed denkbeeld, maar te laat opgevat, om hem den wrekenden arm van het Opperste Wezen te doen ga- voelen. Moge zjjne straf slechts tjjde- Ijjk zgn geweest 1 „Dat is niet hem de dictatuur ont nemen, maar dat is hem met eigen hand aanbieden l* zei ze heftig tot Keretdagen ook nog niet buitengewoon vreedzaam gestemd maar daarvoor was dan ten minste wel eenig9 reden na al de ondervonden teleurstellingen. Mon tenegro wordt roerig en heeft aan de gezanten der groote mogendheden, Ooatenrgk-Hongarga natuurlijk uitge zonderd, een nieuwe memorie doen toekomen, behelzende dat, wanneer Oostenrijk niet wil terugkomen op de inlijving van Bosnië, Montenegro de havenstad Spizza zal bezetten, eene daad die eveneens in strjjd zou zjjn met het tractaat van Berljjn. Oostenrijk heeft zioh bjj dit traotaat het bezit van die havenplaats, geheel in het zuiden aan de kust van Dalmatië, verzekerd, waar over de Montenegrgnen teen al woedend waren. Of het fraaie stuk iets zal uitwerken P Nog andere beriehten melden dat men in Herzegowina^zelf tegen de inljjving in verzet komt en dat er op verschil lende punten een opstand is uitgebro ken tegen het OorieErijkscha bestuur. Men wil dat de Montenegrijnen hier de aanstokers zgn en deze al weken lang gereed etaan om door de schier ontoe gankeljjke bergpassen Herzegowina binnen te vallen. We willen maar ho pen dat dat alles overdreven, zoo niet onjuist is, want éen vonkje in dit vat met kruit zou de meest onberekenbare gevolgen kunnen hebben, en hoewel de Oostenrjjkers in Bosnia ofi Herzego wina voor een flinke legermaoht ge zorgd hebben, zou het hun niets mee vallen, wanneer zjj in die woeste en onherbergzame streken zouden moeten vechten tegen een volk, waarvan iedere man een geboren soldaat is, die met overtniging veeht voor een hem heilige zaak. Van den voortgang der wapenen van de eonstitntioneelen in Perzië verna men we ditmaal nietswel is er berieht dat ook in de hoofdstad, Teheran, de voorstanders der constitutie weder tee kenen van leven geven, en daar de Sjah niets van hen weten wil en zjj dus zjjne aanslagen te vreeven hebben, stellen zjj zich bjj de buitenlandsohe legaties in veiligheid. Vele honderden moeten hun intrek genomen hebben bjj het Turksche gezantschap, zoodat de Sjah heeft besloten om dat gezant schap te laten bewaken, waartegen na tuurlgk weer een protest is ingekomen. Daar eohter ook de Oostenrijkers en haar eohtgenoot. „Gij zult hst op deze manier nog zoo ver brengen, dat Robespierre niet alleen onze meettor, maar ook onze God wordt." „Waa mij dit maar mogelijk I" mompelde Tallien nadendend. „Het feest van het Hoogste Wezen", ging madame Tallien vorig voort, „dat de vorige maand georganiseerd is, welk een kluchtBah 1 welk e n komedie l* „Juist", antwoordde Tallien rustig, „een komedie „Die gjj voor een goed deel zelf hebt helpen opvoeren." „Voor een goed deel I" „Maar waarom den duivel der heersohzuoht die in hem steekt, aan gemoedigd, in plaats van hem met koene, krachtige hand te vernietigen P' „Dat zou een moord zgn." „Een moord dient nergens toe. Ik wil hem vonnissen. Zie, Thérèse, ik ken hem. Maar de anderen kennen hem niet en daarvoor geef ik mg moeite. Begrgpt ge mg P" „Ik vrees ja", antwoordde zgn vrouw, zaoht rillend. „Ik moet Robespierre op dat stand punt plaatsen, dat ik tot de Conventie kan zeggenHier Staat de man, die het eind der revolutie iade mau Engelsohea jjverig meehelpen om de lui onder dak te brengen, zal Z. M. er wel heel weinig tegen kunnen doen. Het eenige gevolg is dat hg zioh hoe langer hoe meer voortwerkt. Voor Ahmed Riyn, den voormaiigen banneling, thans president van de Turksche Kamer, moet het wel een heerljjk denkbeeld wezen, dat zgn twintigjarige onafgebroken werkzaam heid ten behoeve van een verjongd Tuckjje, thans met zoo sohitterenden uitslag is bekroond. Een zeer be'ang- rjjke arbeid maakt de nieuwe volks vertegenwoordiging en niet oneigen aardig wees de voorzitter in zjjne openingsrede op de wenscheljjkheid om zioh niet van den rechten weg te laten afbrengen door de kwade gewoonten in sommige parlementen, waar het aan waardigheid en hoffelijkheid maar al te vaak ontbreekt. Wjj hopen het Tnrksohe parlement in zgn werkzaam heid nog vaak te ontmoeten want er valt daar nog heel wat op te bouwen, eer een krachtig bolwerk gelegd ia, dat op den duur aan alle aanslagen op de vrjjheid weerstand zal kunnen bieder. Er moge in het aas president Fail- lières overkomene een komische zjjde wezen, het geval leert ons toeh alweer dat wg niet al te optimistisch mogen wezen en dat een staatshoofd in onzen tjjd niet leven kan als een gewoon burger en zioh min of meer vrjj en onbelemmerd in de menigte bewegen. Wg verblijden er obs van harte in, dat het geval zoo goed is afgeloopen en voor Frankrjjk is het een zegen, want dit rjjk heeft in Faillières een nitstekend presidentmaar hg zal in 't vervolg wei wat voorziohtiger wezen. Laat ons hopen dat anderen in zijn geval mogen bedenken dat, die zioh aan anderen spiegelt zich zaoht spie gelt. Zulke lieden als Mattis zgn toeh niets den domme werktuigen, van an deren die, honderdmaal gevaarijjker dan zij, buiten sohot weten te big ven. Dat het werkeljjk zoo ie, wordt op nieuw bewezen door bef feit, dat zulke gekken als Mattis worden toeg juicht en verheerlijkt door lieden die alles geoorloofd achten, wanneer ze zelf maar geen gevaar loopen. Daarom mag bet gebeurde wel een hernieuwde aansporing wezen, tot die Frankrgk beeft doen ljjden, die onr recht verstoord, ons bloed aan zgn waanzin opgeofferd heeft. Als ik zoo ver ben, das zal de tjjd komen, dat Robespierre zgn vonnis krjjgt.* „En gij hoopt, dat die tijd spoedig zal aanbreken P" „Zeker I" „Ik vrees, Tallien, dat hjj u voor komen zal. Hebt ge vergeten, wat hg op het feest van het Hoogste Wezen zside f* „Heden", sprak hg, „willen we ons verheugen in hetgeen verkregen is, om morgen weder de misdaad en den laster in hun sohuil hoeken te verstoren." „Weet ge, wat dat in Ro bespierre's mond beteekent P* „Ik weet het. Men spreekt van een nieuwe zuivering der Conventie, op de wjjze der Girondisten, Dantonieten en anderen." „Ja, maar met dit onderscheid, dat bovenaan op deze ljjst de naam Tallien staat." Tallien werd bleekniet uit angst voor den Jood, maar van spjjt, dat Robespierre zgn spel doorzien had. „Hebt ge iets vernomen, Thérèse f" vroeg hjj haastig. „Ja burgeres Rialmont is in het bezit dier ljjst gekomen en zjj heeft mij laten waarschuwen." waakzaamheid en voorzichtigheid, voor alien die eenige verantwoordelijkheid dragen voor de orde in den staat. Nederland en Venezuela. Een telegram nit Berlijn aan de „Köln. Ztg." rioht zioh opnieuw tegen insinuaties, als zou Duitsohland voor Castro partjj gekozen hebben tegen de nieuwe regeering in Venezuela. De amb- teljjke aanraking met Castro heeft zioh feiteljjk tot den kleinst mogeljjken om vang bepaald, welke men den, destgds bg zgn aankomst nog onbetwiaten, pre sident van Venezuela schuldig was. Wanneer men meent, dat Duitsohiand zioh moeite gegeven zou hebben om leveranties maobtig te worden of dat het die zou hebben verkregen, dan moet dat praatje naar het rjjk der verdioh- tingea verwezen worden. Er hebben geen onderhandelingen over zooiets plaats gehad en Castro heeft geen leve ranties van gesohut of oorlogstuig toe gestaan. Uit Port of Spain (Trinidad) wordt van gisteren geseind Een geveoht heeft plaats gehad te Maouro op de Venezolaansohe kust tus- sehen aanhangers van Castro en de be manning van een kanonneerboot die op de hand van Gomez waren. Ongeveer 20 man zouden gewond en 15 gedood zgn. De mannen van de kanonneerboot werden genoodzaakt terug te trekken, doch keerden terng en zotten het ge veoht voort. Generaal Torres, die over Castro's aanhangers te Maouro het beval voerde, kwam hier in een klein bootje aan. Hg zeide dat de overmacht, die tegenover hem stond, te groot was, en dat er daarom niet meer zou worden gevochten. Ontembare sprseklust. In „Land en Volk" wordt nog eens gewaarsohuwd tegen den „ontembaren spreeklust", waarvan bij da behande ling van de jongste begrooting in de Tweede Kamer ook thans wederom blijk is gegeven. In het artikel wordt dan o. m. be toogd, dat er steeds minder tjjd over blijft voor wetgevenden arbaid. En dan zegt „Land en Volk" vor der Tweeërlei gevaar dreigt. Het zat steeds moeilijker worden, anderen dan beroepspolitioi, in of na- bjj Den Haag wonende, voor het lid maatschap der Kamer bereid te vin den, Dat 'e lands belang met dezen loop van zaken allerminst gediend zal zgn behoeven wjj wel niet nader aan te toonen. En het parlementair raderwerk loopt „Zg Hoe komt zij aan de ljjst P" „Door een toeval. St. Just heeft die bg haar verloren." Taiiien liep eenige malen in heftige gemoedsbeweging de kamer op en neer. „Taérèse", zei hg daarna opgewon- deni „verschaft mij de ljjst." „Ik heb de burgeres daarover na tuurlijk reeds gesproken. Zij verbindt een voorwaarde aan bet overgeven er van." „Welke P« „Men moet haar schriftelijk do vrij lating van burger Charles de Mireya, die in de Luxemburg-gevangenis zit, waarborgen." „Zjj mag, wat mg betreft, ai de ge vangenen van de Luxemburg-gevange nis en die der Conoiergerie er bjj, als ik sleohts in het bezit der ljjst kom." Madame Taiiien daoht even na. „Wjj moeten vlug zgn, vlugger dan hjj, of we zgn verloren", mompelde zjj, „Versahaf mg de ljjst, Thérèse, en in drie dagen is alles afgeloopen I* „Goed. Wg zullen samen handelen, Tallien. Kom 1" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1908 | | pagina 1