Vrijdag 18 December. laiarnkfifMe lerfelitei-. FEUILLEIOM. 299. 46 e Jaargang. 1908. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden f1 SO. Ftanco per post Ï.5Q„ Afzonderlijke nummers 5 cent. H;n abonneert aioh bij alle Biek- handelaren, ü'ostdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Maikt, ADVERTENTIËKvan 1—4 regels ƒ0.40. Toor eJfsa regel meer 10 eent. - Bij directe opgaaf vtio driemaa1 plaatsing erzelfds f Avertentve wordt de prijs slechts tweei naai bereke' r L Grocfo lettere tn cliehé's naar plaatsruimte. Verschuilt dagelijks, uitgezonderd ©p Zon- en feestdagen. Nienwe Abonné'a, uitge zonderd fofj wekelijkscbe betaling, ontvangen de dagelijks versctayneiide „VUSSIlTfiSOHE OOIJISAKT" kosteloos tot Jam. Nêdsrlacd en Venezuela. Reuter meldt uit Caracas d. d. 14 December De bevolking van Caracas is heden in opstand gekomen tegen Castro. De verwoede menigte kon door de politie niet in bedwang worden gebonden en was in een oogenblik meester op straat, waar zg aan het plunderen en vernielen Bloeg. De leiders der volks beweging namen da standbeelden en schilderijen, waarop Castro was afge beeld, weg uit de sociëteiten en andere gebouwen. De buit werd daarna op bet Bolivar-pleia verbrand. Hier heerecht de indruk, dat er een einde is gekomen aan Castro's bestuur over Venezuela. Er beeft geen mani festatie tegen Nederland plaats gehad. Alle manifestaties waren gericht tegen Castro en den vice-president Gomez, Nader meldt Reuter onder dagteeke- ning van 16 December Een oproer, dat bet noodzakelijk maakte den staat van beleg ai te kondigen, ten einde den opstand en de plundering te kun nen onderdrukken, is uitgebroken in de hoofdstad op 14 Deo., dadelijk na het krachtdadig (warlike) optreden der NederlandBohe oorlogsschepen. Het gepeupel deed een aanval op een aantal particuliere eigendommen, voor dat do autoriteiten meester van den toestand waren geworden. Een aantal personen is in hechtenis genomen een feitelijke botsing tussohen het volk on de politie heeft echter niet plaats gehad en er zijn geen buiten landers gemolesteerd. Sedert gisteren begint de toestand weder normaal te worden. Nadere bijzonderheden omtrent de ongeregeldheden van Maandag Het gepeupel, bestaande uit bewoners van de stad en omstreken, deed eerot een aanval op het gebouw van bat lo terij monopole. De meubels werden stukgeslagen es c-p straat geworpen. Duizenden loterijbriefjes werden ver scheurd. t;. Daarop werden de bureelsa van „El Constitucion", waarvan Rivas redacteur is, leeggeplunderd en vervolgens werd een stoomwassofaerij, die Gok aan Rivas behoorde, vernield. Toen werd in ver schillende drogistergen, beboerende aan Thielr, den schoonzoon van Castro en aan Mendoza, oud-misieter, die bijzon der gehaat Sb bij Castro's tegenstanders, alles overhoop geworpen. Ook werden op het plein portretten van den dictator verbrand en een aantal inscripties, waarin de deugden en de macht van den pre- 39.) „He," dacht Jacques Beaucbêne, „het betreft den burggraaf f Nu opge past daarbij heb ik ook nog een woordje mee te spreken. Vooral ais ik de vijl duizend frank van burger Char les niet krijg. Opgepast dus 1* Daar zwaaide hg weer verder en kwam kort daarna in zijn woning aan, waar hg zioh terstond op zijn leger wierp en insliep. XVI. St. Just, Robespierre's vertrouwe ling, bad een openhartige, ronde sol datennatuur, die, geworpen in het Woeste drijven van het Sohrikbewind, in Robespierre zijn heilige gevonden had. Wat Robespierre zei was goed Wat hg deed was reoht, meende St. Juut, In den laatstao tijd echter scheen het hem toe, dat Robespierre met zgn eident werden verheerlijkt, weggehou- wen en onleesbaar gemaakt. Het gepeupel was meester van de stad van kort na het aanbreken van den dag tot éen uur 's middags, maar het ontbrak haar aan leiders. Toen werden de troepen onder de wapens geroepen. Goiaaz las een mimfest aan de menigte voor, die spoedig daarop tot bedaren kwam en zich verspreidde. Bij hst oproer werden een aantal personen gewond voor het gebouw van de „Constitution". De opstand begon met een aanval op de geëmployeerden van Rivas' blad die besohuldigd werden aanleiding te hebben gegeven tot de rustverstoring, door het eerst revolver- eehoten te lossen op de menigte. De „Constitucion" zal voorloopig niet ver schijnen en Caracas ie dus feitelijk zonder blad. Een buitengewoon talrijke menigte heeft zioh weder op straat begeven en men verwacht nieuwe rustverstoringen. Cypriano Castro, generaal en presi dent der „Vereenigde Staten van Vene zuela8, aldus het „Berl. Tagebiatt", heeft den tweeden dag van zgn verblijf te Berlijn groot9ndeels doorgebracht in de prachtige zalen van hat hotel „Es planade*. Hij ontving enkele personen in de ontvangzalen met de goudbronzen stoelen, at als gewoonlijk zeer goed en zeer veel en werd van half 4 tot half 5 onderzocht door prof. Israël, Omtrent het resultaat van het geneeskundig onderzoek verluidt voorloopig nog niets. Te 7 uur 's avonds reed Castro met zgn vrouw en zuster per automobiel naar het hotel „Adlon". Het toeval wilde, dat de Venezokaneche consul Bürtner te Hamburg, die vela jaren in Venezuela beeft gewoond en met een Venezelaatiacha dame gehuwd is, daar zgn zilveren bruiloft vierde. De jubilaris is een oude kennis van Castro en deze nam dus deel aan het feest. Het consult scheen op zgn humeur niet ongunstig te hebben gewerkt, waat hg hield een opgewekte toespraak tot de gasten. Een klein gezelschap van 9 personen was bijeen. De president was vroolgk en opgewektzijn lijfarts uit Venezuela eohter keek somber. Want wederom at de president te veel. Sm gahee e rjj van de duurste flasschen wijn liet hg aanrukken ea drie uren lang blaef men aao tafel. Daarop bood de president der gastvrouw zgn arm ea begaf het ga zeisehap zich -naar den salon om ds koffis te gebruikea. Blijkens een mededesiing in bet or gaan van den Algemeensn Naderland- schen Bond Vrede door Rsobt, is in de jongst gehouden hoofdbestuursvergade ring uitvoerig van gedachten gewisseld over de vraag of er voor den Bond aanleiding bestaat in zake de moeilijk heden, waarin ons land met Venezuela is gewikkeld, stappen te doen bij de regeering. Het hoofdbestuur heeft evenwel na maatregelen niet meer zoo volkomen zeker was als vroeger van de instem ming der groote menigte. Er vloeide te veel bioed. Da terechtstellingen namen geen eind, het Reyolutieplain was doorweekt van bloed. Het aantal ongelukkigen en eilendigen de ach tergebleven betrekkingen der gevon- nitten nam steeds toe, zoodat het scheen, dat de heersohappjj van het Schrikbewind in geen geval het middel was tot het verkijgen eener sohoone toekomst, maar veeleer een onbarm hartige geesel der menscbheid. „Gg hebt het toppunt uwer maoht bereiks, Robespierre", zei St. Just tot hem „van het driemanschap zgt gij alleen nog over, als erfgenaam hunner maoht. Maak au eohter ook een eind aan het Sohrikbewind, zooals gij steeds hebt beioofd en het volk thans hefti ger dan ooit verlaagt." „Zoo P" vroeg Robespierre koud en uitter. „Hoeveel heeft uien u gegeven omdat gg zoo tot mij spreken zoudt „Niets Robespierre, en het wantrou wen dat go jegens mij aan den dag legt, beleedigt mij met, daar bet een noodlottige, spookachtige toegift der maoht is." Telephoonnumtner 10. discussie gemeend, dat er geen aanlei ding bestaat niet in te stemmen met het in de Nederlandsche regeering door de Tweede Kamer gestelde vertrouwen en dat het niet op zijn weg ligt eenigen aandraBg op ds regeering uit te oefenen. Hieruit volgt, dat het hoofdbestuur, hoe vredesgezind ook, weinig gevoelt voor het optreden in dezen van het pas gevormde „Comité voor vrede on overleg met Venezuela*. Bij de bekende vredelievende nei gingen van regeering, pers en natie in de Venezuela-verwarring komt zulk een comité het hoofdbestuur overbodig voor en diensvolgens in deze minder ge. j wensoht. Swseda Eamêf. j Gisteren kwam de veeting-begrooting i aan de orde, waarbij de heer Van Kol, J een amendement, verdedigde, om de begrooting to verminderen met f270,000. De bedoeling hiervan is, niet over te gaan tot de afwerking der forten bij Edam en benoorden Kormersnd, 9pr. acht dezs afwerking aen dwaasheid zonder eenig doel, hetgeen hg in een breedvoerige redevoering tracht aan te toonen, daarbij ctitiseerend het gesuk kel met de stelling van Amsterdam. Da vergadering gaf herhaaldelijk blijken van ongeduld, maar de spr. ging kalm door. De minister zette het noodzakelijke van de afwerking uiteen. Het amen dement werd met 43 tegen 21 stem men yerworpen. De vesting'aegrooting en de oorlogsbegrootiag weiden aange nomen. Da laatste met 48 tegen 17 stemmen. 70 sprekers voor ds Waterstaatsbegrcoting Toen gisteravond de Tweede Kamer zou begingen aan de behandeling van de watersiaatsbegrootiEg, deelde de voorzitter onder groote hilariteit mede, dat er 70 sprekers voor die begrooting staan ingeschreven. Hij dselde verder mede, dat hij dus genoodzaakt zou zgn voor te stellen, nog een aantal avond vergaderingen ta houden, die waar- schgnlijk alle het middernachtelijk uur zullen overschrijden, „Ik stel mij", zoo zei de voorzitter, onfier daverend gelach, „gaarne be schikbaar voor da Kamer." Toen klom de eeista van de sprekerB, de heer Van Foreest, op den kansel. Abonnmients-Advei'tentiën op zeer voovdeeltge voorwaRrdeiu Boat in het eten. De „Stand." heeft een driestar naar aanleiding van het bekende artikel van de „Ned." over dr. Kuyper. Met bet „Cenir." is het antirev. hoofdorgaan het eens, „dat het noch van zelfbeheer- sohing, noch van beleid getuigde, zoo de persorganen van de drie geooali- geerde groepen, nu pas de vrede herBteld was, weer stekelachtig uitkwamen. Dat werpen van roet in 't eten is „Ik zeg u, St. Just, hoe meer men de menscben leert kennen, des te meer wantrouwt men ze. Ik wil echter ge- looven, dat gij niet omgekocht zijt. Gaarne wil ik u voor eerlijk houden maar dan moet ge niet spreken zooals ge nu doet." „Zooals ik nu doe Ik meen het goed met u." „Het is mogelijk dat gij gelooft het goed met mij te meenen maar het is een domheid, wat gg mij zegt. Meent gg in ernst, dat ik mgn macht kan behouden zonder het middel waardoor ik haar verkreeg Meent ^g m ernst, dat ik, nu ik boven Oen aangeland, den geesel kan wegwerpen Ik wsiisohte het 1 Zoo waar ik leef St. Jast, ik weasohte het 1 Maar thans het revoiutionnair tribunaal ontbinden zou alle plaats gehad hebbende terechtstellingen tot nutteiooze misdaden stempelen. Hier ie. geen uitweg. We moeten voortgaan tot het einde." „Ea waaneer denkt gij het einde te kunnen bereiken P" „Binnen zeer kort. Nog een kleine spanne tijde scheidt ons van den eeuwi gen vrede der nieuwe republiek." zser stellig een gevaarlijk spel, vooral wanneer het den vorm aanneemt van persoonlijke insinuatie tegen één der leiders van een geeoaliseerde groep. Te zeggen, dat zulk een leider als minister minder gavsarlgk is dan buiten het bewind, spreekt uit dat roen hem altoos als gevaarlijk bssohouwt. Zeker geen oaptatio benevolentine jegens een bondgenoot. En te zeggen, dat znlk een leider zelf gelooft, dat hij de inoarnatie van het ware beginsel ie, doet de vraag rijzen of er nu geloofslezers evenals gedaehtenlezers onder ons zgn opgestaan, die een geheimmiddel bezitten om er aohter te komen, wat in iemands ver borgen zelfbesef omgaat. Toch zg men niet beduoht, dat wij prikken zullen, omdat men ons prikt. De auti revolutiosnaire pers voigde dusver de goeda gewoonte, de personen van de leiders der bondgenooten zoo gold als hermetisch buiten het debat te houden. We herinneren ons niet, dat, hangende de coalitie, tegen den heer Nolens, den beer Loeff, den heer Lohman of den heer Sohokking ooit iets per soonlijks in onze pers voorkwam. En zoo hoort het. Niets vergiftigt spoediger de verhouding, dau het met speld of stekel tegen bondgenootschappelijke leiders te keer gaan. Juist daarom is reageeren tegen dit min goede bedrijf van ons niet te duch ten, Te wel voorzien is daarvoor onze dosis lijdzaamheid. We zgn daarom niet pachyderm in dien zin, dat we het onvriendelijke aiet voelen, maar we achten het plicht dit te dragee. Wie in de politiek zich een doel heeft ge steld, dat hij bereiken wil, moet tegen een stoot en een duw kunnen. Nu we eenmaal, met het oog op 1909, tot het besluit kwamen, om de eealitie te steunen, brengt kwaad nooh goed gerucht oae hiervan af. We gaan au rechtlijnig door, en niemand zal ons van onzen koers af brengen. Bondgenoot noch tegenstander. Dat we desniettemin op het gevaarlijk spel van dit „roet in 't eten" de aan dacht vestigen, heeft dan ook heel ander doel. Het kan zoo licht onder de kiezers kwaad bloed zetten, ea de geestdrift blusaohea, wanneer men onzerzijds in 1909 voor bondgenootschappelijke can didaten ia het vuur zal moeten. Ea daarom waarschuwen we, Eike zwarte plek van het roet in den room doet kwaad. De heer K, ter Laan, lid vsn de Tweede Kamer, die in de vergadering van Dinsdag met zijn amendementen op de oorlogsbegrootiag een nederlaag leed, heeft succes op ander gebied. Hg slaagde nl. voor het examen middelbaar onder wijs Ned. taai en letterkunde, mot walken gelukkigen uitslag bij bij zijn komst in de Kamer gisteren door ver schillende leden werd geiukgewensoht. „En intusschen P" „Intussohen moeten er in elk geval nog eenigen vallen." St. Just trad versoh rokken een stap terug. „Weet gij wal, Robespierre, dat gjj reeds véor den aanval op de Girondis- ten zeidel dat er eenige hoofden moes ten vallen P Sinds zgn de eenige tot duizanien geworden en nog steeds spreekt ga van eenigen." „Om een land te redden, moet men voor geen offer terugdeinzen. Kan ik de republiek als gevestigd beschouwen, zoolang de huichelaar Tallien met zgn sohoone vrouw om mij heensluipt, slechts wachtende op het «ogenblik dat hij mij den dolk in het hart kan stooten P* „Wie hoeft hen bij u verdacht ge maakt?'' vroeg St. Jast haastig. „Laat ons daarover niet spreken, ik weet alles. Al kon ook burgeras Lu- oretia zich met haar sohoone dochter door zulke getuigenissen niet van de guillotine redden, ik weef nu tooh, waaraan ik mg tg houden heb. Maar behalve Tallinn en zgn vrouw zgn het ook Duval, Legendre, LscoiDtre, Ro vers, Cam bon, Monastier ....Houd op 1 houd op 1 Dat is ver» Br. Kuyper. Naar verluidt zal dr. Kuyper tegen Kerstmis in bet vaderland terugkeeren. („Het Centr.") Be jeugd en de opvoeding van H. M. de Koningin, De „Tel." bevat onder bovenstaand opschrift een reeks artikelen, welke ge- sohreven zgn door miss Saxton Winter, destijds gouvernante van H. K. H. Prinses Wilhelmina. Wij zullen er een greep uit doen. Een bijzondere eigenschap van 's Ko- ningings jeugd, was Haar innige vaderlandsliefde es Haar onbegrensd geloof in de superioriteit van Haar eigen land over ieder ander van de wereld. Onverschillig wanneer en waar Hare Majesteiteiten reisden en hoe mooi ook de bezochte streek en hoe verruk kelijk het nieuwe klimaat ook was, gaen plaats en geen omgeving kon, in de schatting der jonge Koningin, ook maar tea naastenbij vergeleken worden met het land waarover zij eenmaal zon regseren. Daarom was de terugkeer naar Nederland, na een buitenlandsohe reis, voor Koningin Wilhelmina altoos een zaak van veel grooter beteekenis, dan vermoedelijk de meerderheid der volwassen Nedsrlanders zioh wel voor stelden. Haar opwinding kwam al dagen te voren, wanneer met het inpakken voor de terugreis werd begonnen, voor den dag, steeg tot het oogenbük van ver trek ea bereikte bijkans aen koorts achtige hoogte, wanneer de trein da Nederlandsche grens naderde. Haar onverholen blijdschap op het eerste gezicht der driekleurigs viaggen, waarmede, ten teeken Harer terugkomst in het vaderland, afsluitbooman, waeh. tershuiejes ea signalen waren getooid, Haar openlijk uitgedrukte bekoring en bewondering van de laag gelegen vel den en den onafztenbaren horizon, de vreugdsvolle blikken naar Haar eigen volk dat alles was heerlijk om waar te nemen. En ofschoon niemand zich meer dan ik over die vaderlandslie vende gevoelens verheugde, kon Jk toch nu en dan niet nalaten, Hare Majesteit daarmede te plagen. Hare Majesteit bad een intense be langstelling voor geologie opgevat. Ea nadat Haar, op eigen verlangen, een. slementairen cursus over die zaak was gegeven, zette zjj tijdens de reizen Haar onderzoek oordeelkundig en met grooten ijver voort. De onderzoekingen werden uitgevoerd met een uitrusting van sterke, linnen zakken en correcte werktuigen, die de nieuwe bezigheid een zakelijk aanzien gaven. De Koningin daoht stellig, dat Haar onderzoekingen zouden leiden tot de ontdekking van nieuwe fossiebn en aardlagen, tot dusverre aan de mannen der wetenschap onbekend. Maar ik vrees, dat meer geavanceerde geologen met schrikkelijk „Zij zgn de vijanden der republiek. Zij tnoeten sterven." „En dan P* „Dan vieren wij het feest der ver broedering, het feest der ware repu bliek." „Robespierre," riep St. Just uit, „uw ware republiek is een droombeeld, dat gij nimmer bereiken zultP' „Niet?" vroeg Robespierre soherp. Toen liet hij er kalm en gelaten op volgen „Het zij zoo Op dit oogenbük kwam Léonore Duplay binnen. „Burger Robespierre", zeide zij, ,er is een jonge dame aan de deur, die zioh burgeres Madeleine noemt en zegt u te willen spreken." „Ik ken geen burgeres Madeleine en ben, sinds Marat's dood, in het bij zonder voor onbekende jonge meisjes niet se spreken," antwoordde Robes pierre. „Zij wensoht dringend „Dat gdoof ik wel; velen wetssonen dringend mg te spreken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1908 | | pagina 1