tig,
nr, ia kt
W.
463 Jaargang,
1908.
oudig.
ïoorWsrlaaiJ
IJK.
I
Maandag-
TelepliooniiRmmer 10.
Eerste B!ii
IlMsmt 1 *y
De Gouvernante.
lets over veillgSiaid.
VttetapdK (mui
nut SA ZwfcfjMti,
Ifawi JMflM is
iiffiienlaMkk lerichten
MuiftU BMtzieg.
Ï08
5AJETI
leu.
12 October.
Dit nommer bestaatuit2filaden.
FEUILLETON.
ïen Bond,
Lid der
ijzinnig-De-
Toegang wij.
m, 24i
Middelburg,
tbode«
complet
Ie stelle*1
wage mefl
Gemeente bestuur.
39
ntieliantoor
dat bij de trekking
ytis-ico" de ptijj
wenden aan boven.
g van af 3 uut
n* te spreken.
Amsterdam.
onder Eerste Hypo-
geeft S'/j en 4 pCt.
ën te bekomen bij
Jsn.,
snsteast 9a.
e voordsnligsts en de
,1 van alle bestaande
•ten. Iedere knot w
istaand gedeponeerd
Isnaerlt.
maaste "Winkelier6
gevraagd een iink8
aw VERNlEUWËi
VLISSIXGSCIIE COURANT
prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent M ,n abonneert zich bij alle Boek.
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Maikt.
at
ADVERTENTIËNvan 14 re ^eS ƒ0.40. Voor e h regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf vnn driem&a' plaatsing ferzelfde
fdvertentie wordl de prijs slechts tweet naai berekend. Groote lettere
IJ eliehé's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abonm ments-Advertentie» op zeer voordeel if voorwaarden.
NATIONALE MILITIE.
Eerste kennisgeving voor de loting van
de Nationale Militie.
Lichting 1909.
Burg, en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 26 en volgende der militie-
wet 1901
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de loting der in dit jaar voor da
militie ingeschrevenen in deze gemeente
zal plaats hebben ten raadhuize op Don
derdag 5 November 1908, des voormiddags
ten 10 ure, voor de ingeschrevenen wier
namen beginnen met A enz. tot en met
P. J. LeenhoutsdeB namiddags te 1.30
de overige ingeschrevenen
dat gedurende vijf dagen, te rekenen
van den dag, waarop de loting heeft pleats
gehad, tegen de wijze waarop zij is ge
schied, bij Gedeputeerde Staten bezwaren
kunnen worden ingebracht door belang
hebbende lotelingen of door hun vader of
voogd
dat de bezwaren moeten worden inge
diend door middel van een door de noodige
bewijsstukken gestaafd verzoekschrift op
ongezegeld papier, onderteekend door hem
die ze inbrengt, welk verzoekschrift bij
den burgemeester moet worden overge
bracht tegen bewijs van ontvang;
dat op de navolgende dagen, telkens
des voormiddags van 10 tot 1 ure, ten
raadhuize (bureau bevolking) zitting zal
worden gehouden tot het opmaken van
de getuigschriften ter bekoming van vrij
stelling wegens broederdienst, bedoeld in
art. 53 der militiewet 1901, als
op Maandag dei 9 November 1908,
voor hen wier geslachtsnaam begint met
de letters A tot en met G
op Dinsdag den 10 November 1908,
idem alsvoren met de letters H tot en
met R
op Woensdag den 11 November 1908,
idem alsvoren met. de letters S tot en
met Z
dat zij, die op zoodanig vrijstelling aan
spraak maken, op gemelden tijd ten
raadhuize zullen moeten verschijnen, ver
gezeld van twee bij den burgemeester
bekende meerderjarige ingezetenen,terwijl
op broederdienst reclameerenden zullen
moeten medebrengen de bewijzen van ge
boorte van henzelven en de nog in leven
zijnde broeders, benevens het paspoort of
ander bewijs van ontslag, of een uittreksel
uit het stamboek, of een bewijs van wer-
kelijkan dienst van den broeder of de
Naar het Duitsch.
31.)
Elisabeth veelde, hoe haar wangen
kleurden en haar hart met verdubbelde
«lagen klepte.
Wel, wat zegt ge er van, dat ge
sb met twee verloofde paren aan tafel
rit P vroeg mevrouw Bargenau met een
blik op Carmela. Ge zijt echter ook
oog jong, uw tijd zal ook wel spoedig
komen.
Dat geloof ik niet, mevrouw,
luidde het antwoord. In mijn aderen
'loeit Zigeunerbloed. Voor mij past
gsea laven in een eng huis 1
Hoe treurig
Ge behoeft mij niet te beklagen,
'Mklaarde de signora met een trotsohe
hoofdbeweging. Een eigen hnis en haard
w hebben aahijnt wel aanlokkelijk,
®aar men moet af wachten, of men zioh
broeders, op wiens of wier dienst zij hunne
reclame gronden.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 12 October 1908.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Wanneer we het niet beter wisten,
dan zouden wij wanen nog in den nazomer
te verkeeren. Dagen en weken lang was
alles nog met een zee van zonnelicht
overtogen. 's Naohts schijnt de maan
helder en doet aan den dag denken.
Het is warm voor den tijd van het
jaar. Wij bewegen ons nog veel buiten
het is nog niet stii en doodsch in de
straten. Dat alles geeft een aangenaam
gevoel van veiligheid en, ofschoon de
boezen nimmer slapen, wij vreezen hunne
aanslagen nu weinig.
Straks zal dat alles veranderen. Koude,
regenvlagen en duisternis, zullen den
menseh naar binnen jagen, om daar
een aangenamer verblijf te zoeken dan
onder den blooten hemel. Vensters,
luiken, deuren, alles wordt vroeg ge
sloten. Onwillekeurig bekruipt ons dan
dat bekende gevoel van angst of vrees
voor minder gewensohte bezoeken. Ge
luiden, dïo niets beteekenen komen ons
verdaobt voor. Iets onaangenaams te
ontmoeten of uit onzen slaap te worden
gestoord door iets buitengewoons, komt
ons dan geenszins ondenkbaar voor. Ge
dachten van inbraak en diefstal dringen
zioh aan ons op gesprekken er over
komen ons vrij natuurlijk voor en dat
alles wordt gevoed door de onloochen
bare feiten, dat de wintermaanden werk
loosheid, armoede êh gebrek doen toe
nemen, den nood grooter doen worden,
en dat da langere, donkere nachten
bondgenooten zijn van hen, die met
minder goede oogwenken optreden.
Dat stemt ons zeer terecht tot
ernst en nadenken. Wij verbannen alle
zorgloosheid, kijken ons boeltje goed
na. sluiten rlles behoorlijk af en.... gaan
dan vrij gerust slapen, weinig vermoe
dende dat al die voorzorgsmaatregelen
toch eigenlijk zeer weinig waarde heb
ben. Zij hebben alleeu waarde voor
brave menschen of menechen die niet in
nood verkeeren j voor dezen kunnen wij
wel gelukkig en tevreden zal gevoelen.
Zoo denk ik er over.
Een waterjuffertje sterft als men
baar vleugels vastbindt, luidde de
dichterlijke opmerking van Otio. Een
dame als Carmela is, kan men zioh niet
vooretellen als huisvrouw.
Van die meening ben ik ook altjjd
geweest, heer Iegatieraad, zeide Carmela
met een veelzeggend lachje.
Otto zei niets meer. Plotseling was
zijn dichterlijke stemming verdwenen,
hij hield het opg strak gevestigd op
een stuk ham, dat hij op zijn vork had
genomen.
Ik begrijp heel goed, waarom ge
niet wilt huwen, zei Fanny. Ge wilt
het tooneel niet vaarwel zeggen, waar
hef geluk u zoo meegeloopen is.
Daarin vergist ge u, riep Carmela
en opspringende bleef zij fier staan.
Zjj was wondersohoon in haar jeug
dige geestdrift.
Als ik huwde met den man dien
ik liefhad, dan zouden het tooneel en
de toejuichingen van het publiek voor
mjj alle santrekkelijkheid verliezen.
Dan zou ik mij terugtrekken in mijn
huis en al mijn krachten aau een goede
huishouding wijden. Mijn stem zou
ons geheels buis wel open laten staan
dmt indien wij meenen dat inbreken
en diefstallen er door voorkomen wor
den, dan bedriegen wij ons schromelijk
de berichten in de bladen verzekeren
ons dagelijks het tegendeel.
Of wij dan den raad zouden willen
geven, die nutielooze voorzorgsmaat-
maar aohterwege te laten Neen, dht
niet. Wij zouden willen, dat men daar
bij wat meer doordacht te werk ging
en niet vergaf dat de vijand op al onze
voorzorgsmaatregelen volkomen gewa
pend is. Ook zouden wij er de aandacht
op willen vestigen dat de msnseb, door
angst en vrees geleid, vaak het doel
voorbij streeft en verzuimt datgene te
doen wat vlak voor de band ligt.
Men kent misschien het verhaal wel
van den man, die een brief van ge
wicht in zijn bezit had en wist dat
de politie er onderzoek naar zou laten
doen. Wat deed hij nu Het stuk zorg
vuldig verbergen, zoodat de knapste
speurder werk zou hebban het te vin
den Och neenbij legde den brief
eenvoudig neer opeen open schaal, met
een aantal visitekaartjes en briefjes,
die daar volgens gebruik worden neer
gelegd, omdat ze hoegenaamd geen ge
heimen bevatten. En de politie, die
alles doorsnuffelde, dacht er niet aan
om den brief daar te zoeken.
't Is vrjj natuurlijk dat iemand die
voorwerpen van waarde wenscht op te
sporen, za ia de eerste plaats zoeken
zal op plaatsen, die tct bewaarplaats
bestemd zijn, wetende dat het ge
heel in de mensohelijko natuur ligt, om
vau de bestemming der zaken een
ijverig gebruik te maken. Esn inbreker
ver .vacht niet dat hjj een brandkast,
die hjj zonder al te veel moeite open
maakte, ledig zsl vinden evenmin als
de kerkedief mees?t dat bij de offerbus
ledig zal vinden.
De teleurgestelde inbreker, die oog
warm is van het werk, zal vermoedelijk
niet van de brandkast naar de boeken
kast wandelen, er den bijbel uithalen
en een bankbiljet zoeken op elke blad
zijde waar het boek Ji b, het Hooglied
of de kleine profeten aanvangen. Die
toevallig niet gebruikte bijbel was een
zeer goede bergplaatsen wanneer de
dief een oï derwetsoben roman in negen
gebonden doelen ziet staan, zal hij ver
moedelijk niet op de gedaehte komen
men Blechts hooren, als ik mijn kinde
ren in slaap zong, mijn voet zou de
tooneelplanken niet meer betreden, ik
zou er de wieg mee in schommeling
houden.
Wat windt ze zioh op, fluisterde
mevrouw Berganau haar zoou toe.
En ze is niet eens verloofd. Die
Italiaansche dames spreken zoo vreese*
lijk ondoordaoht. Als ze tenminste maar
weer ging zitten.
De vrouw des huizes werd nu juist
niet tot kalmte gebracht door Laura's
opmerking
Maar signora, het wiegen behoort
toch tot de werkzaamheden van de
kindermeid.
Carmela keek haar eens aan en ant
woordde op bijna strengen toon
Signora Laura, als ik gezond en
sterk was, zou ik niets, volstrekt niets
aan de kindermeid overlaten.
Trouw dan met een edelman,
Carmela, en ge zult eens ondervinden
hoe gemakkelijk het is vrouw en moeder
te zijn 1 Aan de vrouw des huizes komt
het niet eens toe, dat zij haar hoofd in
de kinderkamer steekt,
Laura, nu moet ik je tooh ver
zoeken te zwjjgen 1 riep mevrouw Bar
dot het middelste deel feitelijk maar
een houten kistje ie, waarin mynheer j
geregeld zijn bankbiljetten of mevrouw
haar kostbaarheden bewaart. Is de boek
verzameling van eenige beteekenis, dan
is het ook niet denkbaar dat de dief
kalm genoeg zal wezen oi tijd genoeg
zal hebben, om de geheele verzameling,
in een leunstoel gezeten eu met een
sigaar in 't hoofd, stuk voor stuk na
Die voor zijn veiligheid zorgen wil,
dient wel te bedenken dat hij wel niet
met gewone menschen te doen heeft,
maar toch met mensehen die de gewone
eigenschappen van den menseh bezitten,
en die daarnaar zijn maatregelen neemt,
brengt het dikwijls heel ver. Niemand
mag zulke maatregelen verzuimen want
in een betrekkelijk arm gezin vertegen
woordigt een spaarpotje of een kleine
verzameling voorwerpen van eenige
waarde, een kapitaal.
De beroemde Cullinan-diamanf werd
door een speoialen koerier, omgeven
door een heirleger van detectives, naar
Amsterdam gebracht. Dat daebt men
ten minste en de koerier dacht het ook
maar hij had een nabootsing bij zioh
en de echte steen was heel gewoon per
post, matig verzekerd, verzonden, als
de sending van een doodgewone firma.
Yslen hebben de gewoonte em wat
zij bezitten weg ie Blniten in draagbare
voorwerpen, meenende dat zij er speciaal
voor bestemd zijnmaar men bedenkt
niet dat de ocesette of bet kistje zoo
gemakkelijk ksn worden medegenomen
en de kostbaarheden vrij wat veiliger
liggen in een prulleinand of in een
hoop vodden op zolder. Nu is het er verre
van verwjjderd, dat wij dergelijke ge
legenheden als aangewezen bewaarplaat
een voor zaken van waarde zouden wil
len beschouwen wjj willen er alleen
op wijzen, boe noodzakeljjk het ie, en
meer en meer wordt, om zulke dingen
tooh niet en bagatelle te befaan-
de'en. Zelfs zjj die zich tegen inbraak
verzekeren, wat wij zeker zeer verstan
dig vinden, zijn daarmee tooh niet van
de zaak af. Hij die in een brandver
zekering gaat, gedraagt zioh tooh van
dat oogenbiik of niet zorgloos. Hij heeft
ook tegenover de maatschappij zijn ver
plichtingen en bovendien, menig dier
baar voorwerp zal hem in geval van
brand nimmer kunnen worden vergoed.
genau. Ik begrijp je vandaag liet. Een
meisje most niet over zulke zaken
spreken.
Maar mania 1 het is tooh geen
«etende kinderen te hebben, als men
gehuwd is Otto en ik zijn toch ook
uw kinderen. Eu dau spreek ik niet
van mijzelf, maar van jonge vrouwen
en kinderen in het algemeen.
Ik spreek natuurlijk evenmin
van mijzelf, doch sleehts van mannen
in het algemeen, als ik beweer, dat
een man ongaarne over kinderen hoort
spreken als over een plaag. Kinderen
zija het grootste geluk, dat hg van zijn
huwelijk verwaoht, zeide baron Edgar.
Er ontstond een kleine pauze, die
Carmela onderbrak door te vragen,
wanneer mevrouw Bargenau naar Ko
penhagen zou terugkeeren.
In October, was het antwoord.
Wanneer de laatste bladeren ?nss de
boomen vallen, wordt het hier buiten
onaangenaam.
Den vorigen winter reden wij
eens uit om hier koffie te drinken,
vertelde Fanny. Het was den ochtend
na het Kerstmis-bal#j) dachten, dat
die rit onze zenuwen zou sterken. Maar
het was hier verschrikkelijk, üe Bont
Iets dergelijks msg men ook opmerken
omtrent de inbraakverzekering, Koekt
de dief in de eerste plaats geld, iets
anders zal toch ook wel van zijn gading
wezen.
Het is wel degelijk plioht om op
zulke dingen te letten, niet alleen uit
eon oogpunt van eigen belang, maar
ook in dat van anderen en wanneer
het, in het algemeen maatschappelijk
belang, gewensoht is dat de belagers
onzer veiligheid zoo min mogeljjk suc
ces op hun duister werk hebben, dan
zullen wjj daartoe vrij wat kunnen bij
dragen.
Met alle waakzaamheid, wat sluiting
en wegberging betreft, kan men ge
makkelijk zijn doei missenmaar die
list stelt tegenover geweld, heeft vaak
kans van slagen. Uit dien hoofde laaf
de zorg voor veiligheid vrjj wat te
wenechen over en zouden wij zeer zeker,
door studie en oplettendheid vesl kun
nen bijdragen om het beroep van den
inbreker minder w instgevend te maken
en de openbare isaaht bare taak te
verlichten.
Dr. luypar's dubbele eaadldator.
Naar aanleiding van hef besluit der
ohristelgk-historirohen te Sneek om de
eandidatuue van dr. Kuyper niet te
steunen, schrijft het „Huisgezin"
Wij betreuren dit besluit levendig,
omdat de Frieeeh christelijk historisohen
een mooie gelegenheid hebben verznimd
om toenadering en tegemoetkoming te
doen blijken.
Maar van den anderen kant begrjjpea
we niet, hoe de anti-revolutionnalren
in het district Sneek dr. Kuypar tete
ben candidaat gesteld zonder zioh te
voren te vergewissen, dat alle reehtsohe
groepen die oandidatuur zouden steunen.
Want dat de anti-revolntionnairen, we
tende dat de ohristelij k-histoiischen haar
niet zouden steunen, de eandidatuur-
Kuyper zouden hebben gesteld lijkt ona
onaannemelijk.
En eigenlijk begrijpen we ook niet
goed, waartoe het dienstig wes dr. Kuy-
per in Soeek candidaat te stellen, nadat
hij in Ommen al de candidaat was van
alle reohteche groepen en zijn verkiezing
dus verzekerd mocht worden geacht.
Nu zal bet eind der historie wel zijn,
dat dr. Knyper voor een oandidatuur
in Sneek bedankt.
Maar het is tooh jammer, dat het tot
lag dichtgevroren en de wind huilde
door den sohoorsteen. Een groot vuur
werd in den baard aangelegd m doos
schaarden wg ons omheen, gehuld ia
onze mantels.
Zoo is dus de maand December
in Denemarken, zei Eodolfo halfluid
tot Laura. Wilt ge weten, hoe die
maand te Venetië is P
Zjj schudde het hoofd en wendde
zich af, maar de Italiaan bemerkte
tooh, dat zjj tot over de ooren bloosde
en hjj begreep we!, dat die ooren niet
voor hem gesloten zouden big ven. Tes-
wjjl Laura met neergeslagen oogen by
hem zat, schilderde bij haar in woorden
af, hoe verrukkeljjk schoon Yenetië
in den Kersttijd is, waar hooge palmen
naast geurende oranjeboomen staan, en
de wateren der breede graohten in den
zoelen wind langs de marmeren paleizen
golven.
Toen mevrouw Bergenau haar leeg
kopje aan Elisabeth overreikte, viel
het theelepeltje er af.
(Wordt vervolgd)»