De Gouvernante.
Ma 229.
46s Jaargang»
1908.
Maandag
28 September.
Men moet maar gelukkig wezen!
FEIFILLETO ft.
Imaenlanfeohe berichten.
VLISSIMSUKE COURANT.
Prijs per drie maande» 1 30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. M ;n abonneert aich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Maikt.
M
ADVERTENTIËNvan 1—4 rege/s ƒ0.40. Voor eken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf voo driemaa' plaatsing t-rzelfde
tlvertentie word) de prijs slechts tweemaal bevekctnL Groofe fetters
f-n cliehé's naai- plaatsruimte.
Verschijnt dageijjks,, uitgezonderd ©p Zon- en feestdagen.
het publiek en Reich meent dat iemand
zieh wel ernstig mag afvragen, of hij
meer kane van slagen heeft door de
medewerking van op zich zelf Btaande
personen, dan wel door in den smaak
van het publiek te vallen, zooafe een
handelaar, een schrijver, een kunstenaar,
een politicus, enz.
Loont het wel aitjjd de moeite, vraagt
schrijver, ons jaren te stndeeren, tot
het afleggen van een vergelijkend exa
men, om dan ten slotte te komen onder
het gezag van een superieur, met wien
men het misschien niet eens vinden
kan P Is hef, vraagt hij, niet veel
practischer en doelmatiger om met zijn
eigen schip in zee te steken en een
beroep op het publiek te doen, wiens
gunst men misschien veel gemakkelijker
winnen kan dan die van een superieur P
Om te slagen in eenig beroep, meent
hij voorts, moet men niet alleen zekere
eigensohappen, maar ook zekere ge
breken hebben. Dat klinkt vreemd
maar het behoeft geen betoog dat
schrijver geen eigenljjk gezegde gebre
ken bedoelt, in den zin van iets wat
sleoht of verkeerd is. 't Is gemakkelijk
met een paar voorbeelden op te helde
ren, Een openbaar ambtenaar, die nooit
iets door de vingers weet te zien, nooit
een oog weet dioht te doen, nooit op
een gegeven oogenblik een verkeerden
kant kan uitkijken, zal stellig niet de
rechte man op de rechte plaats wezen,
omdat het hem aan tact ontbreekt, en
zoo zal een koopman, die absoluut niet
weet te geven of te nemen, het evenmin
zijn. Kleine gebreken, of dingen die
elders of onder andere omstandigheden
kleine gebreken zonden zijn, kunnen
soms kleine deugden worden.
Natuurlijk komt het aan op een goed
begin, want het staat vast dat iemand,
die zioh reeds bij het eerste knoopsgat
vergist, zijn jas nooit goed dicht krijgt.
Hij kan dan wel weer van voren af
met zijn jas beginnen, maarin het
leven kan men niet telkens op zijn
uitgangspunt terugkeeren of een nieuw
leven beginnen.
Ie er eenmaal een goed begin, dan
komt het er op aan, in dezelfde richting
te blijven doorgum, waarbij schrijver in
zijn eigenaardige» betoogtrant de zorg
voor drie dingen noodzakelijk noemt;
esne goede gezondheid van het lichaam
een goede gezondheid van d® eer, ea
een goede gezondheid van de beurs.
Wat hst eerste punt betreft, daarbjj
behoeven wij niet stil te staan, al staat
het vast, dat daaraan by menigeen nog
Nieuwe abonné's, uitgezonderd
bjj WokelJJksclie betaling, ontvangen
de dagelijks verschijnende „VLIS-
SINGSCHE COURANT" koste
loos tof 1 October.
Ziedaar een uitroep, die men tallooze
malen hoort, al of niet gepaard met de
opmerking, dat sommige mensehen
aitjjd gelukkig zjjn, hetgeen hier dan
eigenlijk beteekent, dat hunne onder-
nemingen altijd goed uitkomen.
De uitroep zelf bewijst, dat men er
bij denkt aan bloot toeval en dat men
de hoedanigheden, noodzakelijk om in
eenige onderneming te Blagen, buiten
rekening laat.
En dit laatste gesohiedt opzettelijk
want, zegt men, wanneer het galak, het
slagen in iets, afhing van kimde, vlijt,
bijzondere geschiktheid, enz. enz., dan
zou het er op de wereld heel anders
uitzien. Nu ziet men de knapste en
Ijverigste mensehen voortdurend sukke
len en de onbekwamen met het meeste
gemak naar boven klimmen. Dus, 't is
Immers maar een quaestie van toeval
Aan die uitspraak zouden we mis
schien wat hebben, als we wisten wat
toeval is. Maar aan die kennis ontbreekt
het ons juist en daarom is het wei de
moeite waard, eens wat dieper in de
quaestie af te dalen. Groote geleerden
hebben dat niet beneden zich geacht,
zooals o.a. een Duitsoh schrijver, Emil
Eeioh, in zjjn „Succes in 't Leven.® Hij
beschouwt daarin het leven meer als
een algemeenheidmaar wat bij van 't
leven in 'f algemeen zegt, zal we! voor
ieder deel daarvan en voor iedere men-
scheljjke onderneming in 't bjjzonder
gelden. Kegel zal dit ten minste
wel zijn.
Succes noemt schrpver de bekroning
van krachtsinspanning. Krachtsinspan
ning heeft men dus in ieder geval
noodig om to slagen maar in den
regel heeft een menech daartoe slechts
éénmaal de gelegenheid, nameljjk waar
bjj zijn keus voor het leven doet. De
meeste mensehen verwachten alle heil
van den invloed of de belangstelling
van lieden van gezag. Door zulke lieden
Se behagen, hopen zij in het leven
vooruit te komen. Maar anderen ver
wachten meer heil van de gunst van
Naar het Duitscb.
19.)
Rodolfo gevoelde zich verlaten, want
niemand sshonk hem eenige aandacht.
Hij was alreeds uit de mode, tenminste
dezen avond. Dit verdroot hem, en het
verbod van den professor troteeerende,
sprong hij in de andera boot.
Wat wilt ge? vroeg de oude
medicus barecb.
Deze stond asnwjjzingen te geven
hoe men het kleine meisje behandelen
moest.
Men is boos op mij in de andere
boot, omdat ik het kind niet gered heb,
antwoordde de Italiaan terneergeslagen.
Mieaohien kunt ge toch nog helpen,
zei de professor. Wanneer iemand warme
adem in de longetjos blazen kan, dan
zjjt gij met uw krachtige borst daartoe
in staat. Leg uw mond aan dien van
het kind en haal diep adem. Maar doe
vooral voorzichtig 1 Op zoo'n fijn
instrument als die kleine engel hebt
ge uw geheeld leveu nog niet geblazen.
De zanger ging op zjjn knieën liggen,
zette zjjn lippen op den half geopenden
mond der kleine en lief den vollen
stroom van zijn warmen adem in haar
longen dringen.
Door snel roeien kwam de boot
weldra dicht bjj land, waar het gezel
schap nog op de landingsbrug stond
te wachten.
Men riep aan het gezelschap in de
booten toe, dat men niets gehoord had
en verlangde, dat Fiorelli nog eenige
liederen zou ziogen. Men kreeg geen
antwoord, dooh toen de booten naderden
zag men in een ervan een wonderlijke
groep.
Door een lantaarn verlicht zag men
Carmela in haar witte kleeding met
bloote hals en armen teederlijk over
het aardige, bleeka kind gebogen zit
ten, dat op haar schoot lag, half in
haar witten mantel gehuld. Naast haar
alold Otto Bergenau de koude ledema
ten van zya zusje to wrijven, waarbij
hjj door den ougewonen arbeid stond
te hjjgen van vermoeienis, terwijl Ro-
Telepliooniiïimnier 10.
voel ontbreekt en iemand die niet voor
zjjn gezondheid zorgt, in 't algemeen
bezwaarlijk geluk in zjjn zaken kan
hebben.
Wat de gezondheid der eer betreft,
hier bedoelt spreker niet zoozeur, dat
men geene misdaden mag begaan, want
daaraan zal niemand twjjfelen maar hij
bedoelt dat men tot zichzelf en tot zijne
omgeving in een gezonde, nafuurljjk®
verhouding moet staan. De valech®
positie, het echjjnen wat men niet is,
het zijn waf men niet sohjjnt te wezen,
noemt schrijver, en dat is een zeer
groote waarheid, de vloek van het
moderne leven.
Van de finanoieele gezondheid heeft
sohrjjver eigenaardige denkbeelden
maar onjuist komen ze ons niet voor.
Dat schulden, het ergst van alles zou
wezen en ieder die niet streng binnen
de grenzen zjjner middelen leeft, in 't
eind zal verongelukken, noemt schrjjver
in 't algemeen niet waar.
Men ziet, volgens schrijver, dat de
meeste mensehen in zaken, die in hun
leven buitengewoon goed slaagden, in
't begin sehulden maakten. Men zal dit
naar onze meening zóo moeten opvat
ten het hindert niet dat men niet
alleen met zijn eigen geld werkt of
handel drjjft. Ws&e dit het geval dan
zou er van groote ondernemingen nim
mer sprake kunnen wezen ea zou er
waarscbjjnljjk ie weinig worden voort,
gebracht. Geld leenea voor gezonde,
productieve doeleinden mag men zeer
zeker. Iets wagen, als er redeljjke hoop
op goeden uitslag is, mag men ook
dooh men wage nooit waar niets te
winnen valt en men make gem
schulden voor noödelooze of nuttelooss
uitgaven.
Reich is geen voorstander van de leer
schoenmaker houdt u hij uw leest. Dat
wil niet zeggen dat een schoenmaker
moet pretendeeren verstand van de
schilderkunst te hebben maar dat men
bjj en in alles vooral naar veelzijdigheid
moet stroven en zieh niet te veel be
perken, zich niet in een kringetje moet
opsluiten. Een goed koopman moet
alles voorradig hebben wat maar eenige
zins in zijn kraam te pas komt en het
woord „neen0 moet in zijn woordenboek
niet staan.
Zou datzelfde niet in mecrdare of
mindere mate in alle gevallen toepas-
seljjk wezen. Yooral de veelzijdigheid
van bet onderwijs sn van de lectuur,
worden door schrijver sterk verdedigd.
Een slecht taalkenner is hem een gruwel 1
Abonnt ments-Advertentiën op zeer wordeeiise voorwaarden.
dolfo Fiorelli bij hem op de knieën lag
met zjjn mond op dien van het kind.
Plotseling sprong hjj op met een
vreugdekreet. Hjj had gevoeld dat de
lippen der kleine zieh onder de zjjne
hadden bewogen.
De voorzichtige professor legde zya
eene hand voor den mond van den
Italiaan eu zjjn andere op het hart van
Lili.
Het iB in orde, zei hy daarop,
het leven keert terug.
Hy nam nu zjjn hand voor Rodolfo's
mond weg met de woorden
Nu kunt ge voor mjjn part zoo
hard zingen als ge wilt.
En over zee en land klonk Rodolfo's
niaohtige stem, luid on heerlijk als een
evangelie, toen hy riap Het kind leeft
VI,
Is je mevrouw thuis f vroeg ba
ron Edgar aan een aardig piepjong
boerenmeisje, dat hem opendeed en ais
een bekende toelachte. Het was de
kleine Ellen, de dochter van Lars
Trane. Zij was zooveel als kamer
meisje bij de signora.
Ze is uit wandelen, maar ze zal
wel spoedig terug zjjn. Wacht u maar
Dat de vrouw voor het lavenssucces
van den man niet vergeten wordt,
behoeven wij wel met te zeggen. Dat
de man in da keuze van zijn vrouw
heel veel voor of tegen dat sucoes doet,
zijn wy met sohrijyer volmaakt eens.
Eene werkeljjke sn alles omvattende
waarheid, met de vermelding waarvan
schrjjver eindigt, is deze dat eerlijk en
wezenljjk sucoes hoofdzakeljjk te danken
iB aan gezag. Dat wil zeggenaan
den gezamenljjken invloed van zulke
eigenschappen of hoedanigheden, in
een man of in eene vrouw, die andere
mensehen nopen in hen te gelooven.
Als de mensehen meesen ons te kunnen
vertrouwen, als zjj overtuigd zjjn op ons
te kunnen rekenen, ons kunnen achten,
en gaarne met ons te doen hebben, dan
zullen wjj zeker wel gelukkig zjjn in de
bereiking van ons levensdoel.
Maar toeval, blind geluk, gevolg
zonder oorzaak, neen dat waarlijk
niet. Daarvan hangt ons succes
niet af
Ovsïiêakemst met de „Zeeland".
In een nota naar aanleiding van hef
verslag over het wetsontwerp tot goed
keuring van een overeenkomst met de
Stoomvaart-Mastsehappy „Zeeland" no
pens het uitvoeren van een maildienst
tusscheu Vlissingsn en Queenborough
of een andere Engelsche haven, wijst
de minister van waterstaat er op, dat
het postvervoer met de Zuid-Amerikalijn
van zeer geringe beteekeois is en dat
met de Stoomvaartmaatschappijen „Ne
derland" en Rotterdamsohe Lloyd zeer
belangrijk, doch het bedrag van de
transitreehten, welke wegens het ver
voer van do buitenlandsche poststukken
door middel van deze diensten aan het
rjjk worden betaald, zoo gering dat hef
geen maatstaf kan opleveren voor het
geen aan de vervoerende maatschappijen
in billijkheid tot vergoeding van hunne
kosten toekomt.
De ministor wil geenszins ontkennen,
dat in de garantie van een minimam-
opbrengst der transitreehten voor den
staat een belangrijk rieieo is'gelegen,
daar zekerheid van het gebruik der
Zeeland-route door de buitenlandsohe
postadarinistratiëa niet kan worden ge
geven. Tegen een dergelijk risioo is
echter bij het sluiten in 1893 van het
thans loopende contract waarin het ten
bedrage van f 260,000 's jaars was over
genomen, ook niet opgezien. Eu terecht,
zegt de minister. Waar door betere
epoorwegaansluitiDgen hst verkeer tus-
Bchen Duitsohland en Engeland over
Yiissingen wordt versneld en door sneller
vervoer over zee de regelmatigheid van
even, en neem zoolang plaats, zeide hef
meisje, terwjjl ze voor Edgar een stoel
bijschoof.
Nu, Ellen, kun je de signora
goed verstaan? vroeg Edgar .-baar nu.
O ja, heel goed, verzekerde Ellen,
als ze maar langzaam spreekt.
Ken je dan Italiaanseh vroeg
Edgar lachend.
Ja, dat is niet moeiljjk, luidde
het antwoord van het meisje.
Maar den signor kan ik moeilyk
verstaan hij geeft me van 's morgens
tot 's avonds teekens en loopt steeds
achter my, zoowel in de keuken als in
den kelder.
Sluit dan maar alle deuren voor
hem, Eilen 1
Ja, dat zegt zjjn zuster ook.
Maar het is toch zonderling, dat hjj
met my wil omgaan, alsof ik ook tot
den voornamen stand behoor.
Maar de signora kun je zooveel
te meer vertrouwen, antwoordde Edgar.
Zij is even verstandig, als ze mooi is.
Ellen lachte luid en lief haar bruine
handen op haar heupen rusten.
Yindt ge haar mooi P riep zij
uit. Neen, maar dat meent ge doch
stellig niet 1 Ze is goed en vriendeljjk
ds overkomst der brieven wordt bevor
derd, daar mag worden aangenomen,
dat voor de verlegging der route geen
grond zal bestaan.
Kamerverkiezing in Let district Gmmen.
De „Zw. Gt." verneemt het vol
gende In dan aanvang was er sprake
van de oandidatuur van den heer Be
Mures Ojjeas, terwjjl ook aan baron van
Pallandt van Eerde (o,-h.) werd ge»
daoht. Earst later werd dr. A. Kuyper
genoemd, die thans de eandidaat van de
centrale der eniir. kiesvereenigingen in
hef district is. Mooht dr. Kuyper be
danken, dan zou de candidatuur worden
aangeboden aan ds. Yunderink, te
Amersfoort, en bjj weigering ook van
dezen aan den heer Krap in Den Haag.
Omtrent de genoemde candidates
werd ook overleg gepleegd met eenige
katholieke kiezers in het district, die
echter de oandidatuur van dr. Kuyper
niet met onverdeelde instemming be
groetten, dooh de voorkeur gaven aan
die van de heeren De Marez Ojjess es
Krap.
Yarlieegisg acejfag gedistilleerd.
Ingediend is thans een wetsontwerp
tot verhooging van den aecjjns op het
gedistilleerd en voorloopige regeling
vaa de bestemming van de opbrengst
der verhooging.
Voorgesteld wordt den aecjjns pes
hectoliter gedistilleerd ad vijftig percent
Bterkte, bij de wet van 21 Sept. 1892
bepaald op f 63, te vsrhoogsn tot f 90.
Hoewel na het tot stand komen van
de voorgestelde aecijnsverhooging mo«
geljjk eenige versterking van douane-
personeel noodzakeljjk zal blijken, zal
toch in het begin van 1909 wanneer
er door het afloopen van de suikeream-
pagne een aantal kommiozen beschikbaar
komt waarschijnlijk niet terstond
versterking van personeel noodig zijn.
Mooht zulks nader bljjken wel het ge
val te zijn, dan zullen tijdig suppletoirs
kredieten daartoe worden aangevraagd j
meer dan yton gouds zal daarmede
echter naar alle wasrsehjjnljjkheid niet
gemoeid zijn, terwijl na invoering van
de verlaging van den suikeraocjjns,
vermindering of minder sterke uitbrei
ding van personeel zal kunnen volgen.
Blijkt in werkeljjkheid tengevolge
van het me.vallen van de opbrengst
van d® andere belastingen en inkomsten
al of niet gepaard met hst opbren
gen van meer dan f 32,400,000 doos
den verhoogden gedistilleerd aecjjns -=
niet het volle bedrag, dat uit dien aoejjjnE
boven de f 25,800,000 wordt verkregen,
noodig om de gewone uitgaven te dek
ken, dan behoort, naar de meaning van
den minister van financiën, het ree»
teerendc bedrag reeds dadelyk voor de
verlaging van den suikeraooijas te wor
den gereserveerd.
Bspaald is dat de opbrengst van den
verhoogden gedistilleerd accijns over
en ze kan mooi zingen, maar bekoorlijk
is ze nietAls ze een vissehersmeisje
was, en iss d® herberg kwam om te
dansen, dan zouden de jongens niet
om haar vechten, geloof ik.
Ellen bekeek zioh in den spiegel en
knikte schelmseh naar het kleine ronde
gezicht met vlasblond glad gekamd
haar, dat onder een licht blauw hoeren-
mutsje stak, opdat Edgar zou bemer
ken, om welk vissohersmeisje de jon
gens onder elkaar zouden vechten.
Doch Edgar had haar dan rag toe
gekeerd en daoht er over na, hoe moei
lyk hef hem zou vaileuom het gesprek
te hervatten, dat den vorigen avond
op het water onder dan flonkerenden
sterrenhemel was afgebroken.
Eensklaps hoorde men Iiohte sohre-
den in den voortuin. Ellen ging heen
om de deur te openen en Oarmel®
stapte vlug naar binnen zonder het
vroege bezoek te vermoeden. Toen de
jonge baron haar tegemoet ging om
haar te drukken, keek zij hem onver
schillig aan en schudde trofsoh het
hoofd. Dat was haar groet.
Carmela, wees toch verstandig,
smeekte hy.
(Wordt vervolgd).