Donderdag 20 Augustus. 1 Ui geslaakt. No. 196. 46© Jaargang. 1908.f Van week tot week. FEUILLETON. VLISSIMSeil ÜOIIM Prijs per drie maanden f .30. Franco per post 1.50» Afzonderlijke nummers 5 cent. Mm abonneert mch bij alle B>eij> handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Maikt. ADVERTKNTIËN: van 1—4 regefö ƒ0.40. Voor e b an regel meer 10 eent. Bij directe opgaaf v; in driemaaplaatsing -fcrzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweeinaai berekent. Groote letten tn cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, nitgezonderd op Zon- en feestdagen. Teleplioonnummer 10. Abonncments-Adyertentiën op zeer voordeel 1$e voorwaarden. get schijnt wel dat de groote Booiaal- jemooratieohe partij in Duitschland, een veg op gaat, die zeer zeker niet vol komen met de steeds volgehouden be ginselen dier partij strookt, maar die geen overigens niet anders dan goed keuren kan, omdat er uit blijkt dat men de noodzakelijkheid begint in te tien van een rekening honden met wer kelijke toestanden. Wellicht is de groote kracht der partij daarmede gebroken, maar aan den anderen kant zal zij voortaan dee te meer goed kunDen doen, omdat zij zei ophouden een sahrikbeeld te zjjn voor zoo velen, die haar in aard en wezen als revolutionair beschouwen. Tot dusver kreeg men de bevelen uit Berlijn eu moest die volgens bet bestaande partijprogram volgen, maar ju de Zuid-Duitsohe Staten begon men daaraan in den laatsten tijd te tornen. Ia de Badeneehe Kamer heeft men al eens gezondigd tegen het hoofdbestuur eu thans hebben in Beieren alle socia listische Kamerleden vóór de begrooting vau oorlog gestemd. Ook in Heseen schijnt iets van dien aard te broeien eu op bet aanstaande partijcongres te Neurenberg kan men storm verwachten. Het bewijs is voor de zooveelete maal geleverd dat men den mensoh op den duur niet honden kan in een gareel, dat strijd met zijn nationaliteit en zijn bijzondere geaardheid, en de natuur ten slotte altijd boven de leer gaat. Het moge anderen ten voorbeeld zjjn. 't Is wel aardig, te zien dat de wereld do zachtjes aan constitutioneel wordt. Het oonetitionalisme zit tegenwoordig in de lucht. Nu weer, zitten de Chi- op het ei en, naar aanvankelijk was, zou men het vierde eener eeuw gebruiken om het volk langza merhand aan grondwettelijke instellin gen te gewennen waaruit alweer blijkt dat de Chineezen van Azië nog niet eens zoo dom zijn als die van Europa. Jammer dat de geeltjes ook al van bet eene uiterste in het andere ver vallen, waaraan Turkije misschien wel eohuld heeftwant nu is men aan het werk getogen om de grondwet af te kondigen binnen eenige maanden, bij gelegenheid van den verjaardag van de keizerin-weduwe, die nog altijd feite lijk over het Hemelsohe rijk regeert. Die plotselinge opwellingen komen «sa land zelden ten goede. Met ziet 45.) »Eu droog P" ,Wat wil je tooh vroeg hij driftig. »Ja, voor mijn part, droog ook.® „Kunnen wij daar dan niet gaan zitten, Paul Hjj was aohter haar stoel g^an staan en had haar een glas wjjn gegeven, "ij het drinken vielen een paar drop- PoIb »an het roode vocht op hare hand. „Veeg dat weg,* gebood hjj heftig. An den kelder P Neer), Judith, onder oen grond werk ik niet meer. Ik heb I langen tjjd gedaanmaar als het «aan van den muntstempel weerklonk, i, 'k altjjd een gevoel, of het ge- *e'f op mijn hoofd zou neeretorten, it werk is fijner en maakt geen ge- fnwoh, daarvoor hebben wij geen elder noodig. En wjj hebben er meer 'oordeel van ook.* dat nu weer in Perzië, waar niets komt van de verzekeringen van den Sjah, dat bij de constitutie wilde handhaven. Thans moet bij zieh in zoo geheel an deren geest hebben uitgelaten, dat men Perzië gerust met het verlies van zijn grondwet kan eondoleeren. In Turkije schijnt het vrij goed te gaanmaar de wereld kan, vrij na tuurlijk, nog altijd niet van hare ver bazing over het gebeurde bekomen. Heeft, vraagt men zieh af, de Sultan dan niet zien aankomen wat er gebeurd is P Is de jong-Turksche partij, vrier bestaan hem tooh zoo goed bekeDd was, er in geslaagd om hare buitengewone krachtsontwikkeling tot op het laatste oogenblik toe of geheim te houden óf als doodonschuldig voor te stellen P Dertig jaren lang heeft de dwingelandij van dezen aUeenheersoher geduurd, een dwingelandij die Turkije maakte tot een maohteloos werktuig van anderen, en nu regeert deze man eensklaps alleen bij de gratie der nieuwere denkbeelden, wier aanhangers hem niet meer zullen loslaten. Mochten de opbouwende kraoh- ten het hier nu maar eens van de af brekende winnen, dan zou deze revolutie dit laud ten waren zegen zijn. Het verdienstelijke hoofdorgaan der jong-Turksohe partij is, na dertien jaren lang te Parijs versohenen te zijn, thans te Constantinopel uitgekomen en daarin wordt hulde gebraoht aan de hoedanig heden van den Sultan uitgebreide ken nis der staatkunde en groote werkkraoht. Het zou overigens de vraag zijn ge weest, of men zijn doel zonder het leger zou bereikt hebbenwant het leger heeft over het land des lands be slist, even ais zulks telkens in het oude Bome geschiedde. De afbeeldingen des Sultane waren reeds uit de kazernes en militaire sociëteiten in 't Macedonische verwijderd. Nu komen ze terug. Het onderscheid tnssohen nationali teit en godsdienst heeft men terstond doen vervallen. Ean Griek en een Ar meniër zitten in 't ministerie en een katholiek wordt gezant te Parijs, ja zells zullen voortaan christenen in het leger worden toegelaten. Niet onaardig klinkt het berioht dat een geheel schip met vrouwen uitvoer om maarschalk Foead pasja, den held uit den oorlog met Kusland, die in ballingschap was, bij zjjn terogkeer te begroeten. Zou de vrouwen-emancipatie ook reeds beginnen in het herboren rijk P Zouden de harems gevaar loopen P „Mijn kunstvaardigheid „Ik weet, dat de zwaarste taak voor jouw rekening komt, Judith. Het ma ken van de biljetten is zoo moeilijk nietmaar het afwerken, de retouohe, dat werk kunnen sleehts weinigen. Zonder jouw is onze bende in haar werk verlamdze zullen moeite heb ben om iemand te vinden, die jou kan vervangen." „Ze moesten heelemaal ophouden met dit werk," sprak Judith somber. 1 Gabori haalde de schouders op en zei „Nu ik me ook uit de zaken te rngtrek, komt het daar missohien wel toe." „Denk je werkelijk, dat je zoo on misbaar bent P" vroeg Judith ietwat spottend. Hij trad terug uit het licht der lamp, nam plaats in een der leuning stoelen en kesk naar de beschildering van het plafond. „Stellig behoort er moed toe, ius- sohen vier muren een verboden werk te verriohten en daarbij elke seconde te luisteren of de politie komt. Dat is de moed, dien de vrouw bezit, Ju dith. Maar wanneer je een van de blaadjes daar moest uitgeven, onmid- En intueschcn zullen de groote mo gendheden big wezen dat za van 't zaakje ai zijn. In Rusland zal het genot wel niet onvermengd wezen en wellioht ook niet in Bulgarije. Fan de jong- Turken kan men, met het oog op het overige Europa, naar waarheid zeggen dat ze roet in 't eten gegooid hebben. Uit Britsch-Indië ontvangen wij nu en dan nog wel reus tijdingen, die het bewijs leveren dat de gisting steeds aanhoudt. De bommenwerpers big ven, naar modern gebruik, de spoorwegen bedreigen, zonder dat zij evenwel veel sohade aanrichten. Overigens is het voor Engeland een gunstig teeken, dat de beweging tot de Hindoe'a beperkt bljjft en zioh niet voortplant tot de Mohammedaansohe be volking. Deze beeft een bond gevormd, op eene vergadering, waarin de zaak besproken is, Totnogtoe hadden de Mo hammedanen zich geheel neutraal ge houden, maar die houding laten zij thans varen. Zij willen in 't vervolg actief ten gunste van Engeland optre den en zullen vooral onder de jeugd werken om de oproerige beweging tegen te gaan. Yoor het Britech-Indisohe be- Btuur moet deze tijding wel zeer aan genaam zijn. De Marokkanen Bobijnen heueohelijk aan 't vechten te zijn geweest en men spreekt zelfs van achthonderd dooden en gewonden. Er moet eene vereeniging hebben plaate gehad van twee afzonder lijke legers van den Bultan Abd-el- Azis, terwjjl een gelijk aantal legers van den tegen-Bultan vooraf verslagen zijn. Daarop zon de zegevierende Bultan verder opgerukt zijn naar zijn doel de stad Marakesj maar nog waohten hem nieuwe hinderpalen. Het gerucht loopt dat bij een der geleverde gevechten tussohen de ver schillende stammen, eeu Engelsoh dok ter gevangen genomen en, op grond dat hg deelgenomen had aan het ge- vecht, op zeer wreede wijze is ter dood gebracht. Het rechte schijnt men van de zaak nog niet te wetendoeh men leert er alweer uit, dat men zijn handen nooit in een wespennest moet eteken, maar ze behoorlijk thuis houden. Die Mooren zien er geen been in om een meneoh te villen en men kan niet eens met fatsoen satisfaotie vragen. Soldij verhooging. Door de regeering is bij de Tweede Kamer ingediend een wetsontwerp tot verhooging van de oorlogsbegrooting voor 1908 met een bedrag van f 109.350, ten einde te kunnen overgaan tot een algemeene herziening der soldijen van de militairen beneden den rang van officier. Ofsohoon de noodzakelijkheid, althans de wecschelijkbeid, van zoodanige her ziening thans vrijwel erkend wordt, aoht de minister zioh niet ontslagen van den plieht, om in het kort te doen uitko- j men welke overwegingen meer bepaalde- j lijk bij hem daarbij gegolden hebben. Het wetsontwerp heeft onder meer ten doel, de positie van het kader te verbeteren ten einde daardoor zoowel tegemoet te komen aan grootendeels billijke klachteD, als te geraken tot een behoorljjke aanvulling der onderoffioiers- rangen. De minister ia beslist van meening, dat de kracht van een leger als bet onze voor een groot deel sobuilt in de hoedanigheid en de toewijding van het kader. Dit kader beeft eohter, z. i-, ook het recht, dat de natie blijken geeft de diensten, die bet bewijst, naar be- hooren op prijs te stellen. Daar komt nog bg, dat, indien men er niet op bedaoht ie om de goede ele menten door een aan hun bruikbaarheid evenredige positie- en inkomstenverbe tering meer blijvend aan het leger te binden, zij er te gereeder toe zullen overgaan in andere takken van den dienst, waar in den loop der jaren een verbe- terde ealarisregeling niet is uitgebleven, i plaatsing te zoeken, waardoor bet kader- verloop, hetwelk tooh reeds bedenkelijke I afmetingen heeft aangenomen, nog tot ongunstiger verhoudingen zou wordeu opgevoerd. I Opdat volledig kunne geoordeeld war j den over de wijze, waarop de minister zich voorstelt, bij aanneming van het wetsontwerp, de aangevraagde gelden I te besteden, heeft hjj bg het ontwerp I gevoegd een vergelijkend overzioht, aan gevende welke op dit oogenblik de jaar- i wedden zijn alsmede de dagelijksche soldijen van die eategoriën van militairen, die voor verhooging in aanmerking be hooren te komen en welke de inkom sten zullen zijn, indien de voorgestelde verhooging wordt toegepast. Is de aanvangssoldij der onderoffloie- ren met name bg de infanterie reeds thans te laag, stellig moet die soldij, naar de meening van den minis ter, worden verhoogd om niet van dienst neming terug te houden die personen, op wier komst in het leger prijs wordt gesteld en uit wie, door seleotie, ten slotte de kern van goede inst-ucteura en aan voerders moet worden verkregen. Door de voorgestelde regeling van aanvangssoldij en verhoogingen meent de minister, dat net hem voor oogen staande doel op den duur zal zijn te bereiken, vooral wanneer door mede werking van andere departementen van Algemeen Bestuur, de afvloeiing van het kader naar de burger maatschappij op doelmatige wijze is geregeld. Yoor de lagere onderoffioiersrangen is gebroken met het thans geldend stelsel ven periodieke verhoogingen wegens anciënniteit, bij welk stelsel erkenning van verdiensten en van meerdere gesohiktheid is buitengesloten en waarbij vooral wanneer de be palingen hooger gesteld worden waaraohjjnlijkheid bestaat, dat da lagere onderoffioiersrangen gevuld zouden geraken met oudere elementen, die, niet geschikt voor hoogeren rang, uit den aard der zaak, door hst langdurig „hetzelfde doen* ook den lust verliezen in de werkzaamheden aan den door hen bekleeden rang verbonden, terwij! voorts met het oog op mogelijk groote ver schillen in leeftijd, de verhouding van hen tot den in hooger rang geplaatsten jongeren tot min gewensohte toestanden aanleiding zou kunnen geven. Worden periodieke verhoogingen in de lagere onderoffioiersrangen ondienstig geacht, daarentegen zijn deze verhoo gingen behouden voor hen, die in den militairen dienst wensohen te big ven en daarvoor ia alle opziohten de ge schiktheid bezitten voor dezen zijn die verhoogingen een belooning van bewe zen goede diensten, terwijl zij tevens dienen om hen in staat te stellen op redelijke wijze te voldoen aan, met de jaren stijgende, boogere levensbehoeften. Intnsschen is voor de onderoffioieren van alle rangen een prikkel aanwezig tot studie en tot verhooging van prao- tisc.he bekwaamheid, door het toekennen van belooning (in den vorm van soldij- verhoöging) wegens gebleken geschikt heid voor hoogeren rang, ook al is aanstelling daarin, wegens gebrek aan vacature, voorloopig niet mogelijk. Het beginsel om de soldgen bij het rigiment grenadiers en jagers hooger te stellen dan bjj de overige regimenten der infanterie is losgelaten, als hebbende geen reden van bestaan. Het is de bedoeling deze verhoogin gen van jaarwedden en soldgen te doen ingaan op 1 Oetober a. s. dellij k onder het geoefend oog van een slimmen bankier, dan zou je hand be- ven en binnen vijf minuten was je in gerekend. Dat gevaar heb ik honderd maal geloopen, want als men valsohe bankbiljetten in omloop wil brengen om eobte muntspecie er voor terug te ontvangen, leert meh dat niet in éen keer, maar langzaam, stap voor stap. Onze bende kan langen tijd zoeken, voordat zij iemand vindt die er zijne vrijheid aan waagt." Judith keerde zioh half om en keek haar man aan. „Je hebt gelijk, Panl dat zou ik niet kunnen," zei ze zacht. „Wanneer ik zoo aan mijn werk zit, verbeeld ik me sums, dat het een tijd verdrijf is, want elk oogenblik kan ik het ding in bet vuur gooien, en dan is het weg. Doch voordat het zoover komt, neem je de biljetten en brengt ze onder de mensehen. Daarin bestaat nu de eigenlijke miedaad, niet waar „Je zoudt zeker je handen in on- eohuld willen waaschen, hè Ken je de wet zoo weim - f* „Ik heb nooit da wet gezien," ant woordde Judith, terwijl haar een ril ling door de leden voer. „Ik weet wel dat daarin gesproken wordt van het tuohthuis, en ik geloof wel, dat die woorden evengoed op mij toepasselijk zijn als op jou. Maar jij bent de man en ik heb altijd onder jou invloed ge handeld." Gabori keek baar zwjjgend aan. „Menigmaal ben ik bang voor je ge weest, vervolgde zij. „Wanneer je in ODze eenzame woning tegenover mij zat zooals nu en mij zoo boos aardig aankeek juist als nu dan gevoelde ik, dat je In staat bent tot nog andere dingen, dan een bankier te bedriegen met een valsoh bankbiljet." „O ja," bevestigde bij. „Je zoudt hem kunnen neerslaan of woigen, als bij je wilde inrekenen." Gabori bekeek zijne handen en be woog bij wijze van proef zijn gespierde armen. „Ja, Judith, dat zou ik zeker kun nen," zeide hij, terwijl hij opstond. „Dooh houd nu op met dat gebabbel het dient nergens toe. Ga weer aan j6 werk, of ga te bed als je vermoeid bent. Wij zouden ook ons geld wel eene kunnen tellen dat vrrolijkt wat op.* Zij droegen de lamp naar de tafel, in het midden der kamer, gingen naast Blijkens bij het departement van marine ontvangen berioht is Hr. Ms pantsersohip „Heemskerck* onder ba- vel van den kapitein ter zee J. B. Snethlage, 17 dezer te Ponta Deigada aangekomen eQ den 18den dezer we der vertrokken ter voortzstting van de reis naar Curagao. Wegens den hofrouw zal op Konin- gin's geboortedag het gebruikelijke gala-diner ten paleize Het Loo dit jaar niet plaats hebben. elkaar zitten en begonnen te rekenen. Na een poos zeide Judith „Er is genoeg om in Amerika op goeden voet te levener is zelfs vijftig zes tig duizend gulden meer dan ik ver wachtte. Hoe heb je zooveel kunnen ove; sparen, Paul f Oaze lieden houden tooh nauwkeurig aanteekening van alles." „Wie reist krijgt vergoeding voor zijn onkosten," antwoordde hij lachend. Yerduiveld, de lamp gaat uit, en de morgen breekt aan. Ik ben kond ge worden. Wij moesten onze bedden maar opzoeken, ga jij maar in het bed, dat nog opgemaakt ligt." XIII. Lili was slaohts weinige seconden aan het venster big ren Btaan toen was er een gevoel van ontzetting over hau- gebomen, en zij liep hard weg, niet in de riohting naar huis, maar ter zjjde daarvan, waar het kreupelhout een echte wildernis vormde. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1908 | | pagina 1