Alia Ui pslaül
Mt is meer dan duizind.
6 Julr
J*<K 157.
46e Jaargang.
1908.
Maandag M.
Zselsofe
Bii te Conrant Maort
RAMD1EN8T
FEUILLETON.
Vlijjingstlu Courant
net (WU. ZosdARsblad,
8ioii8iiIanÖ§sk taricUm
Jtkawc JMtkM m
Mczil(al( ÜMczirg.
.0(!0.
en en bij leve
ringen.
en.
e«
Gemeentebestuur.
ra.
K
os
lit Ao 1803.
85 884 622 -
966 339.—
27,014.214—
YLISSIMi.SCIIE
COURANT
Prijs per drie maanden f 1 30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. M :n abonneert '.icli bij alle Bres.
handelaren, Postdirecteuren of re ihtstreebs bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Mat kt.
ADVERTBNTIËN: van 14 rejefe ƒ0.40. Voor 8 m regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf vnn driemaa' plaatsing eraelide
i dvertentie wordl de prijs slechts tweenaai bereken L Gtoi»s- letters
in eliehé's naar plaatsruimte.
907:
izend
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliooiniummer 10.
Abonnt ments-Adrertentiën op zeer voordeel ij r- voorwaarden.
gulden.
e-kantoor L. A. 8T(, j
Vliasingen.
ingen-Mtddelburg t|
gen 4.40-f 5.50f 7;
•50f 12.30* 1.15§ 2.
5§ 5.—* 5.50§ 6,i
3§ 10.25.0
ran de Remise,
van de Zeilmarkt.
van het Badhuie.
urg 5.15f 6.25f 8.1
2.30§ 1.15* 2.—2.1
5.50* 6.55§ 7.5
25* ll.lO.f
verder dan tot de
de Zeilmarkt.
het Badhuis,
einen vertrekke
er van Bet Bat
HAYEHDIERS1
vm. 6.6.20, 6.(
.30, 10.—, 10,20, 10.1
12.—, 12.30, 1.-.1.I
3.55, 4.30, 4.50, 5,1
.35, 8.20.
naluia: vns, 6,10, 3.1
9.15, 9.50, 10.10, 10.!
.60. Mm. 12.10, 13.1
J.1C* 8.40, 4.10, 4,i
7.Q5, 7.26. 8.—, 8J
vallen dea Zondags ui
USDIENST
tad en het Station,
teenenbeervm. 10,1
.55, 3.—, 4.20, 5.1
10.30, 11.10.
't Station vm. pi. i
Of, 1.20, 3.80, 4.35
11.—, 11.25§
f) gemerkte rit waol
an 11.47 en de bot
de boot van Breaker
den trein van 11.02)
DRANKWET.
Burg. en Weth van Vliasingen
gelet op ait. 12 der Drankwet;
doen te weten
dat bij beD ia ingekomen ean verzoek
van JOHANNES WILLEM FBEDE-
HIK HENDRIK DE RUIJTER, om
vergunning tot verkoop van aterken
drank in het klein, in perceel 12 Bree-
wateratraat
dat vanaf heden gedurende veertien
dagen aohriftelgke bezwaren tegen het
eventueel verleenen der gevraagde ver
gunning kunnen worden ingebracht bij
Burg. en Wetb. voornoemd.
Vliaaingen, 4 Juli 1908.
Borg. en Wetb. v<o noemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE
De Secretarie,
WITTEVEEN.
TSB-
1908.
SCHEL Di
b) nm. 3,23 c) en 6,15 tl
a) nm. 3,50 o) en 6,4!
1,55 a) en 4,45
3,23 en 6.15 d)h)
uten na het vertrek vai
erke n. Neuzen vm. 8,J(
ena, Borasele en Neuze:
reskens, Boraaelen en
de boot van 10.25 uit
dagen van löjApri
2.40
6.51
7.56
5.33
5.55
6.36
6.30
7.27
7.56
8.29
9.14
9.28
9.55
0.8
0.28
0.36
Zuid-Driitschlaad, riohfcio^
ondaal-Lage Zwaluwe.
f 6.9
-
f 0.3J
6.51
8.21
-
7.33
-
8.18
-
7.25
8.48
f 9.51
10.1
flO.U
D
il
f10.51
11.3
fii.ii
6 6.17
29 1 6.3
5 7.16
38 7.47
54 8.1
08 8.16
inde
daa Zondags.
7 Jurai tot IjJ
September ea oo*
15 4ugastas'.
7.)
Eu nu bemerkte ook Reinbold Wer
sier, dat er iets moest zjjn, dat niet in
orde was. Met zijne vrije hand greep
-hij de noodrem, en het gelnkte hem
oik, dit toestel in beweging te brengen.
Na een paar sobriile tonen uit de atoom-
^nuit der locomotief stond de trein stil
er werden portieren opengeworpen en
e> ontBtond die algemeene verwarring,
we.ke men ateeda kan opmerken, ala
een trein onverwacht tot stilstand wordt
gebracht.
Gabori sohaen nog meer ontsteld dan
zijn reiagenootenbij richtte zich op
en wisobte de zweetdroppels van zijn
voorhoofd. J
sWat hebt ge nu gedaan, mijnheer
Werner F* vroeg hg gejaagd met heesohe
stem. 0Er was geen reden om den trein
onderweg te laten etilstaan wegens
SCHOOLWEZEN.
De Commiaaie van Toezicht op het
Lager Onderwijs maakt bekend, dat de
openbare leeaen aan de verschillende
Bcholen zullen gegeven worden op de
bieronder volgende dagen en uren
Maandag 6 Juli, 24 uur n.m.,
aehool D, 6a klasse. Hoofd de beer
J. D. C. de Vries.
Dinsdag 7 Juli, 24 uur n.m.,
school E klaBsen 7, 8 en 9. Hoofd
de beer Frijlinp.
Donderdag 0 Juli, 24 uur n.m.,
schooi E, klassen 6 en 6i.
Zaterdag 11 Juli, 9VS12 uur v.m.,
school F, 12e klasse. Hoofd de
heer Van der Slikke.
OuderB, voogden of verzorgerB van
leerlingen en belangstellenden worden
uitgenoodigd deze leasen fcy te wonen.
De Commissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE,
Voorzitter.
A. VAN DE SANDE,
Secretaris.
Oaze jeugd brachten wij doar in een
landelijke omgeving. Onze wandelingen
strekten zioh uit langs smalle zand
wegen, begrensd door friaeehe weilan
den, waar het vee der talrjjke hoeven
rustig graasde of lag te herkauwen.
Da woningen der landlieden lagen meeat
dicht aan den weg, door een min of
meer sierlijk bek daarvan gescheiden
en bet was voor ons een waar fees?)
al die hekken te bewonderen en de
talrijke opschriften te lezen, die toen
nog raadsels voor ons bevatten. Met
de meesten was dat ten minste het ge
val. Van .Lentevreugd* en „Zomer-
lust* hadden we wel eenig begrip en
.Aan Gods zegen ia 't al gelegen',
daarvan ging de bedoeling ook wel
eenigszins tot de jrngdige hersens door
maar er bleven toch raadselen genoeg
over. Hoe dikwijls wij „Eben Haëzer*
wel tegenkwamen, zouden wij niet meer
kunnen zeggen. Voor dat opschrift
hadden de menschen een bepaalde voor
liefde maar anderen wilden liever
éénig wezen in hun soort en zóu vonden
wij eens een opschrift, dat ons met
onuitsprekelijke verbazing vervulde
.Acht is meer dan duizend*.
We konden al wel te goed rekenen,
om niet te begrijpen dat daar wat ach
ter moeet steken. De eene uitlegging
volgde op de andere, maar allen wer
den even spoedig weer verworpen, tot
we 't waagden eens een advies bij den
boer zelf te halen.
Nu, dat viel mae. Aan melk was
geen gebrek op de hofstee en er viel
heel wat te bewonderen en te genieten.
Boer Louwen was een aardige, goeje
en gulle man en de dikke boerin niet
minder. Zjj verbaasden ons nog meer,
door one de wondereD van het kaas
maken te vertconen maar boer Louwen
hield van een grapje en zei dat de
eohilder, die bet hek geverfd had, zioh
zeker vergiet moeet hebben, want dat
hij, toer Louwen, liever duizend gulden
had dan acht. Maar, joDgens, zei hij,
om aan duizend gulden te komen, dat
is een beel geval. Hij verstond anders
het kunstje wel, maar wij zouden nooit
raden van wien hij 't geleerd had. Nu,
dat gaven we dan ook maar spoedig
op en toen vertelde de boer ons dat
hg 't als reoiunt geleerd had van zgn
sergeant, die, als ze aan 't exeroeeren
gingen, bij den aanvang altijd riep
aG. ef soht
Dan keken alle neuzen dezelfde rioh
ting uitalle voeten stonden op één
iijna Ie geweren hadden dezelfde
houdiDg, zoogoed als de manschappen
zelven, en dan heerechte in de gelederen
een doodsohe stilte en wachtte men op
de elkaar opvolgende commando's, om
ze vaardig en netjes uit te voeren.
Wee hem, die geen aoht gaf: die
zgn beenen niet goed plaatste, of met
een kleinigheid
Het bleek intuesohen, dat hier geen
sprake was van een kleinigheid. De as
van een waggon was gebroken en de
reizigers moesten uitstappen.
De plaats, waar de trein stilstond,
was zoo ongunstig mogelijk om er te
vertoeven.
Het eerstvolgende station lag drie ki
lometer verder en het voorgaande lag
op nog grooteren afstand. Tussohen die
beide stations was geen mensohelijke
woning te zien, dan alleen een kleine
baanwaohterawoniog aan den zoom van
het boseh, waar de heide weer begon.
Bovendien was er geen ander spoor
om er den besohadigden waggon op te
plaatsen, en zoo bleef er niets anders
over, dan deze lastpost langzaam mee
te sleepen tot het eerstvolgende station.
Men verzocht den reizigers daarom,
dat zij weer plaats zouden nemen dooh
Gabori weigerde beslist dit te doen.
„Men kan nooit weten, wat er nog
gebeurt,* zeide bij. .Ik ga veel liever
te voet naar het naaste station en waoht
daar den volgenden trein afof ik
vsndaag of mo-gen te Hamburg kom,
de lading (men laadde toen nog in
twaalf tempo's) achteraas kwam. Hg
kreeg terstond een uitbrander of, erger
nog, werd gestraft 1
Ja, zei boer Louwen, dat: „Geef
acht* heb ik nooit vergeten, 'k Hoor
't nog, en tosn 'k op de hoeve kwam
en er een verwaarloosden laeetand vond,
met wat luie meiden en knechts en
even luie beesten, die 't werken niet
gewoon waren, heb ik ook de houding
van den sergeant aangenomen en ben
maar gaan roepen „geef acht.*
Maar, zei de boer, dat hielp alleen
als ik zelf ook aoht gaflat wil zeg
gen niet te lang sliep, het eerst aan
't werk ging en het laatst eindigde,
goed mijn oogen den kost gaf en 's avonds
niet ging slapen <óor alles was geïn
specteerd. Dat deed de sergeant ook,
weet jeen toen zag ik al heel gauw,
dat het oog van den meester de paar
den vet maakten de mjjne waren
magerdaar kun je op aan. De eerste
guldens moesten toen nog binnen ko
men en in 't begin kwamen ze met
lepels en gingen er met schoppen uit
maar langzamerhand werd het beter.
Ik bleef al maar door roepen „geef
acht!' Na verloop van tijd kwamen de
eerste duizend guldens en..., nog één
er bij. Toen vertelde ik 't geval
aan mijn vriend den verver en gaf hem
lest on mijn hekkepalen te schilderen
„geef aoht I* maar hij vergiste zich,
en toen ik 'e avonds kwam kijken, stond
er warempel: „Aoht >'s ir.-..er dan dui
zend.* Ik dacht het eerst maar weer
te laten veranderen, want ik meende
dat de mensehen om mijn domheid
zonden lachen maar de boerin wilde
het niet hebben en nu staat er dat
zelfde opschrift al veertig jaar lang,
door allen gelezen, door weinigen be
grepen en.. door nog minderen be
tracht.
We bedankten boer Louwen harteljjk
en toen bij ons uitliet, stelde hij zioh
voor zijn hek in poBtuur en riep ons
met stentorstem na
„Geef acht 1*
't Is zoovele jaren geleden en nog
hoeren we bet „geeft aohtwant...
aoht is meer dan duizend.*
Men kan die gulden spreuk ook nog
op andere wijze uitdrukken, op andere
wijze verklaren, maar ten slotte komt
het toeh altijd op hetzelfde neer. Wij
kan me niet veel sohelen, ais ik er
maar kom zonder gebroken ledematen.'
Reinhold Werner daebt er ook tame
lijk wel zoo over. Wel verwonderde hg
zich over de groote voorzichtigheid van
zijn reisgenootmaar bij wilde hem
niet in den steek laten en zeide daarom,
dat hij hem op de voetreis wilde ver-
„Dat had ik van u verwaoht,* zeide
Gabori op tevreden toon. „Het weder
is weer mooi geworden, en als wij uw
koffertje tussohen ons in nemen, is de
moeite zoo groot niet. Een kruier zal
op deze eenzame plek wel niet te vin
den zgn.'
Hij keek eens rond en schreed voort
op het smalle voetpad langs de spoor
baan. Werner volgde hem, terwijl de
trein langzaam in beweging kwam.
Uit den schoorsteen der baanwaoh-
tere woning steeg took op, dit verried
de nabgheid van meneoheljjke wezens
overigens was het overal in het rond
doodstil. De wolken waren verspreid en
de zon straalde weer op de heide neder.
Na een vjjfhonderd sehreden kwamen
zij aan een dichte groep elzeboomen in
een laagte naast de spoorbaan. Reeds
van verre hadden zjj die groep gezien,
zgn op de wereld gepleatst om te ar
beiden, om een zekere taak te verrich
ten, om een doel na ie jagen en daar
door te komen tot hongere ontwikke
ling, tot zedelijke verheffing, tot stoffe
lijke welvaart. Voor die taak zgn wij
zelf verantwoordelijk en moeten die
verantwoordelijkheid blijmoedig op ons
nemen en er het gansohe gewieht van
gevoelen. Wij moeten in alles voorgaan
want, goed voorgaan, doet goed volgen.
Wjj behooren zelf ons deel van den
arbeid te verrichten en het beste werk
te leveren. Wij moeten niets verzuimen
wat gedaan kan worden niet tot mor
gen nit stellen wat heden nog kan wor
den verricht. Wjj moeien zachte, rsebt-
vaardige, maar gestrenge meesters zgn,
die op aliea het oog houden ei zorgen
dat de wagen blijye in het rechte spoor»
Wij behooren matig te zgn in onze
wenechenonze behoeften te beheer-
8ebende tering naar de nering te
zeitenaltijd te bedenken dat men een
dubbeltje maar eenmaal uit kan geven
en bet nooit geheel mag uitgeven.
Wij moeten aoht geven op ons leven,
onze gezondheid, op de riohting van
onzen geeBt, opdat alle levensverrich
tingen naar eisch kunnen worden uit
gevoerd, alle plichten naar behooren
vervuld. Eo wenneer dat gebeurt met
aanwending van alle krachten, met ernst
en goeden wil, dan.... ja dan zullen wij
misschien da duizend nog n'et halen
maar... toch altjjd ondervinden dat...
aoht meer is dan een hooger getal, eD,
of dat getal nu honderd of duizend is,
het doet zoo heel veel niet tot de
Boer Louwen en zijn vrouw behoeven
op wereldecbe zaken geen acht meer
te slaan zij hebben het gedaan tot zij
gingen rusten in vredemaar hun kin
deren bewonen nog altijd, in welvaart
en voorspoed, de fraaie hofstede aan
den landweg, die tot cpsohrift had
moeten hebben „geef acht 1' maar
door een verg'fsing, rog steeds heet:
„aoht is meer dan duizend."
Br. Schaapman-monument.
De direotij van het Aartsbisschoppe
lijk Seminarie te Driebergen en bet
bestuur der Yerfraaiingsvereeniging
DriebergenBjjsenburg dealen mede,
dat de plechtige onthulling van het dr.
het pad scheen er midden door te loo
pen.
Gabori bleef staan en liet zgn reis
genoot vooruitgaan. Hij zag, dat Wer
ner den kleinen handkoffer met gemak
droeg, en bood daarom zijne hulp niet
meer aan bovendien schenen de steen-
hoopen in het rond zijne aandaoht te
trekken, want soms bukte hg, raapte
een steen op en wierp dien weer weg,
a's hij hem goed bekeken had.
Ten laatste hield hij een grooten
steen met soherpe kanten in de hand en
bekeek dien peinzend, terwijl zgn wenk
brauwen zioh ernstig samentrokken.
Plotseling bleef Beinhold Werner
staan en keerde zioh om. „Kijk eens,
mijnheer Gabori', riep ij verwonderd.
„Zoo iets had ik in deze wildernis
niet verwaoht 1 Dat is werkelijk iets
merkwaardigs I*
Gabori schrikte, liet den steen val
len en keek in verwarring rond. „Waar F
Wat t Ik was juist bezig met een geo
logisch onderzoek Ah zoo I Ja, dat
is werkelijk merkwaardig 1*
Midden in het diohte boscbje iag een
klein huis van twee verdiepingen. Men
moest in de onmiddelljjke nabgheid zgn
om het te kunnen zien, want de elzen
Sohaepman-monument zal plaats hebben
op Maandag 30 Juli a.s,, des middags
te 32 uur.
Het fraaie, in gotiseben atjjl uitge
voerde monument, dat op zeer gelukkige
wijze de voortreffelijke gaven van dezen
grooten vaderlander weergeeft, is, zoo
als bekend, geplaatst op een gedeelte
van de weide vóór het seminarie, voer
dat doel in orde gebracht. Een groote
ruimte op dat particuliere terrein ia
voor belangstellenden uit alle oorden
des lands besohikbaar gesteld, om ge
tuige te kunnen zgn van de onthulling
van het monument. Het afgesloten ter
rein om het monument zelf is gereser
veerd. Op dat gereserveerde gedeelte
zijn, tegen entréa, voor vereerders en
belangstellenden plaatsen beschikbaar,
Bijzondere uitnoodigingen kunnen niet
worden gedaan. Nog kan worden me
degedeeld dat de herdenkingsrede zal
uitgesproken worden door prof. E. A.
van Hinsbergh en dat de mooie cantate,
gedicht door prof. J. H. G. Jansen en
getoonzet door den president van het
Aartsbisschoppelijk Seminarie te Culem-
borg, den Hoogeerw. heer J. A. 8. van
Sehaik, zal worden uitgevoerd door de
studenten van het Groot Seminarie en
de leden van het harmoniemuziekgezel-
sehap Aurora te DriebergenRijsen-
borg, onder leiding van den componist.
De woorden der cantate sullen op het
tei rein verkrgghaar wat den gesteld.
Hoogstwaarschgnigk zal een extra»
stooomtram bij aankomst van de treinen
gereedstaan om de reizigers van het
station naar Driebergen te vervoeren.
Br. A, Knyper.
Dr. Kuyper is gistermi idag te 4 uur
voor geruimen tijd uit 's Gravenhage
naar het buitenland vertrokken- Minis,
ters Heemskerk, Taima en Idenburg
deden hem aan het Staatsspoorwegsta-
tion uitgeleide.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
Naar aanleiding van vragen van den
heer Thomsoa, betreffende oprichting
van een bond door offioieren van het
Iodisohe leger en betreffende beweerde
knoeierijen met leveranties in het Ned. -
Ind. leger heeft de min'ster van ko
loniën, de heer Idenburg geantwoord,
dat de gouverneur-generaal hem beeft
medegedeeld, dat inderdaad door enkele
officieren van het Indische leger een
b>gin van uitvoering is gegeven aan
een voornemen tot opriohting van een
bond dat omtrent de redenen die tot
dat voornomen hebben geleid, geen
andere gevoelens ten dienste staan dan
de verslagen, welke in de Indisohe pers
zijn gegeven, van de vergadering
waarin de aangelegenheid is besproken.
Dat tot het voornemen de overwe
ging zou hebben geleid, dat door het
groeiden boven het dak uit en hulden
het huisje als in een groenen sluier.
De muren, die vroeger gewit waren,
hadden onder den invloed van het we»
der een grjjze kleur gekregen en waren
vereoholen aohter de struiken van een
verwilderden tnin.
Het gebouwtje was eierljjk van vorm
het leek wel eene villa. Vensterruiten
zag men niet, ze waren verborgen ach
ter goed gesloten luiken, die overdekt
waren door ranken van klimop, dat
blgkbaar sedert lang door geen tuin
man geleid was.
Tussohen distels en zwarte doorns
bloeiden in den tuin roode papavers,
en te midden van die bloemen zat een
meisje op een eenvoudige bank.
Beinhold trad nader en lennde op de
heg, die den tuin omgaf. „Wie woont
hier in deze eenzaamheid F' vroeg.hjj,
en het meisje sloeg verwonderd haar
blauwe oogen op naar den vreemdeling.
„Hier woont niemand," antwoordde
zij en ging toen weer voort met papa
vers plukken.
„Niemand F Gij ook niet F"
Het jonge ding laohte vlnohtig en
sohudde het hoofd. „Waar denkt ge
aan, mjjnheer (Wórdt vervolgd.}