Schoenwerk.
1908.
ierhuisje V0U[
IBIENST
Te Essp
f Amerikaanscli
bende 240
s, een KIPPEN.
met 9 nog jonge,
voor 10 t
ig geld.
no. 26 (beneden).
Op het laatste
internationaal con-
!i gres van Tandheel-
j| kunde, gehouden te
fg Parijs (ter gelegen,
heid der Tentoon
stelling van Parijs
van 1900) werd Odol
genoemd het beste
ran de mondwaters
die tot nog toe in den
handel gebracht rijn
m-Midielburg v.v
4.40f 5.50-f- 7.55'
12.30* 1.15§ 2.—'
5.—* 5.50§ 6.56*
0.25.§
n de Remise,
n de Zeilmarkt.
1 het Badhuis.
5.15t 6,25f 8.4,0'
1.15* 2.—2.45*
5.50* 8.55§ 7.50*
ll.lO.f
der dan tot de Re-'
Zeilmarkt.
Badhuis.
len vertrekken
van het Bad-
HiVERDIEHST.
vb, 6.t 6.20, 6.45
10.—, 10.20,10.40,
-, 12.80, 1. 1.30*
.55, 4.30, 4.50, 5.20
8.20.
us: via. 3,10, 6.80,
5, 9.50, 10.10, 10.80,
NM. 12.10, 12.45,
IC*. 1.40, 4.10, 4,40
.05. 1 25. 8.8.EI)
Hen des Zondags uit.
SDIENST
en het Station.
menheervm. 10.10,
3.—, 4.20, 5 15,
9.30, 11.10.
Station vm. pi- in.
I.20, 3.30, 4.35",
'1.-, 11.25§
gemerkte rit wacht
II.47 en de boot
boot van Breskeiss.
trein van 11.02 u.
BB-BCHELOfi
108.
am. 3,23 e) en 6,15 d)
mn. 3,50 o) en 6,45
1,55 a) en 4,45
3,23 en 6.15 d) h).
ea aa het vertrek van
ke a. Neuzon vm. 8,30
ia, Boreaeleea Neuzen
eakons, Boraaeleu ea
Ho. 155»
463 Jaargang,
ÏLISSIMSCIIE COURANT.
V rijdag
Prijs per aria maandea J 30. Franco per post 150,
Afzonde -lijka nummers 5 cent. M n abonneert aich bij ale Riek-
handelaren, Postdirecteuren of re ihtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Maikt.
3 Juli,
ADVERTENTIËNvan 14 re»efs ƒ0.40. Voor e'Rsn regel
meer 10 cent. -■ Bij directe opgaaf van drieman' plaatsing tïzelfda
rdvertentie wordt de prijs slechts twees naai beieke- s I. O!•->•&; letters
(D cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt d.igeïflks. uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnuuimer 10.
Abonntinents-Advevtentiën op zeer voordeeltje voorwaarden»
MmtémMêï lerlÉtel
Antir. Gemeenteraadsleden
Te Utrecht is gisteren de oonsti-
tueerende vergadering van den Bond
van antirev. gemeenteraadsleden ge
houden, onder voorzitterschap van den
heer H. van Namen, die, na de talrijke
aanwezigen te hebben verwelkomd, het
woord gaf aan dr. A. Kuyper. Deze hield
een voordracht over: „Zelfstandig ge
meentewezen". Spr, begon me' zjjn blijd
schap er over uit te spreken, dat de
antirev. party eindelijk ook op het
terrein van de gemeentelijke huishou
ding de spade in den grond is gaan
steken. Dat bij de organisatie van de
partij in haar program van beginselen
pas 'het gemeentewezen zoo weinig aan
dacht is geschonken, weet bij aan de
kleinheid van haar kiaoht, toen zy in
1878 optrad. Wat den Bond van anti-
re y. gemeenteraadsleden betreft, zoo hij
doeltreffend werk wil verriohten van
meet af, dan zal hij hebben te onder-
scheiden tpsBcben wat hij voor de plat-
felandsgemeenien en wat hij voor de
steden zal willen doen. Veel meer dan
in de steden zoo betoogde spr.
is ten plattelande, in menige streek
van ons land, herstel van een christe
lijke gemeentehuiehouding nog mogelijk.
Spr. gaf te dien aanzien verschillende
prsctieebe wenken en beval o. a. de
jbpriphtÏBg gan van een bureau van
ei vis is, waak men van ket plaftelaa4
kan aankloppen om raad en voorlichting.
Er zullen jaren voorbijgaan, eer de
Bond met al de vraagstukken gereed
is, die binnen het terrein van zjjn werk
zaamheid liggen, doch die gedachte
ontmoedigt spreker niet. Als maar de
Bond zich niet in beuzelingen verliest
en de groofe gedachte van ons zelf
standig gemeentewezen stasds ais ideaal
voor oogen houdt,
In de voortgezette vergadering werd
overgegaan tot stichting van den Bond
van aati-revolationnaire gemeenteraad??
leden.
De concept statuten werden, behou
dens enkele wijzigingen, goedgekeurd.
Nadat verschillende besprekingen
hadden plaats gehad, werden de vol
gende telegrammen verzondenAan
B. M. de Koningin 'n Gravenhage. „De
Bond van anti-revolutionnaire gemeen
teraadsleden, heden te ütrephf gesticht,
biedt TJwe Majesteit zijn eerbiedige
hujde, met de bede, dat de Almachtige
Uwe Majesteit zijn hocge gunst moge
schenken en Uwe troon schragen voor
tb hgoggewiphfige taak de regeering
vsa Uw geliefd vojk, waarvan wjj 't
enge eer achten een deel te zijn. Na
mens de vergadering, Van Namen,
voorzitter." Aan minister Heemskerk te
VGravenhage „De Bond van anti-revo
lutionnaire gemeenteraadsleden, haden
te Utrecht gesticht, biedt u en uwen
ambtgeaooten 's Heeren rijken zegen
toe op uw gewichtigea arbeid. Namens
e boot van 10.25 uit
agen van 16 JApril
f 6.9
f 6.33
6.51
8.21
7.33
-
8.18
7.25
8.48
f 9.51
10.1
f10.14
II
f10.51
U.3
fll.lö
Auid-Duitschland, richting
ndaal-Laga Zwaluwe.
II kil gitt
n vs
8.17
6.3
7.16
7.47
8.1
8,1(3
f Rijden alleen
des Zondags vaa
7 Juni tot 13
September ea ooi
15 Aagaitu.
„O zjjt ge niet in Hamburg bekend j?"
pt), zeker 1 Er is een druk verkeer
tjlsscben Frankfort en Hamburg. Om
treit welke lijn verlangt ge ingelicht
te worden
„Ik vernam gaarne de beste aanslui
tingen voor de reis New-York—San
JF fftöoigcoHonkong,
E®inhold Werner gaf da verlangde
inlichtingen naar zijn beste weten,
doch kon daarbij niet geheel zijne ver
wondering verbergen, dat iemand, die
zulk een verre reis gaat ondernemen,
met vooruit zorgvuldig zijn plan uit
werkt.
Daarop lachte de vreemde en keek
eens naar de punten van aijn verlakte
bottines. „Het plan kwam plotseling
by ma op", antwoordde hij luohtig.
»De politieke verhoudingen in Ohina
de vergadering, Yen Namen, voorzitter."
Het bestuur werd samengesteld als
Volgt: jhr. S. van Citters, te 's Gra
venhage, voorzitter, H. van Andel,
Utrecht, Schuurman, Msppel, A. van
Namen Hzn., Zwijndreoht, mr. F. Fern-
hout, Gorkum, mr. A. de Jong, Rot
terdam, mr. V. Rutgers, Hilversum,
mr. J. F. Heemskerk, Groningen, en
Yan Hoogstraten.
Na afloop van de vergadering werden
telegrammen van dank terug ontvangen
van H. M. de Koningin en minister
Heemskerk.
De aanwezigen hadden zich inmid
dels ten getale van ongpveer 80 per
sonen, aan een gemeenschappelijken
maaltijd in den huize Buitenlust, Ma-
libaan, vereenigd,
Subsidissring van bijzonders hoogere
burgerscholen
Blijkens het Yoorloopig Verslag der
Tweede Kamer omtrent het wetsont
werp tot wjjziging en aanvulling van
de wet tot regeling van het middel
baar onderwijs, betuigden verscheidene
leden hun ingenomenheid met de in?
diening van dit wetsontwerp, dat er toe
strekt het stelsel van subsidiering van
hef bijzonder onderwijs, te onzent gel
dende zoowei wat het lager als het
hooger onderwijs betreft, ook in toe
passing te brengen ten aaszien van de
hoogere burgerscholen. Dat nochtans
bij verscheidene leden de grondgedach
te pp d't gntferp erastigen tegenstand
bleek te ondervinden had hen te meer
verbaasd, omdat in de laatste jaren de
biiljjkbeid van eubsideering der bijzon
dere hoogere burgerscholen ook van de
zijde der voorstanders van het open
baar onderwijs meermalen was erkend
en de vorige minister van bianen-
landsebe zaken voornemens was een
wetsontwerp vaa die strekking in te
dienen 5 ook van da linkerzyde der
Kamer is (Uarop indertijd aangedron
gen.
Qok ten aanzien der hoogere burger
school is gebleken, dat de bewering
dat hef openbaar onderwjjs voor allen
dienen kan, niet is vol te houden.
Een aantal leden achtten intussohen
dit wetsontwerp slechts een bescheiden
stap naar het einddoelbijzonder onder
wijs regal, openbaar uitzondering. Yan
gelijkheid zal, wordt het aangenomen,
nog geea sprake zijn. Trouwens, vol
komen gelijkheid ontbreekt ook nog ten
opzichte van het lager onderwijs, zoo
lang de openbare lagere school, voor
zoover het rijkssubsidie niet voldoende
ie, uit de gemeentelijke middelen wordt
bekostigd en de bijzondere school op
de beurzen van particulieren is aange
wezen,
Andere leden, al hadden zy het wets-
worden neteligeen artikel, dat ik
gisteren las, deed mij besluiten zelf
eens te gaau zien hoe de zaken daar
staan. Mijn hemel, wat heeft dat te
beduiden Men steekt wat geld bij zioh,
neemt zijn reistocht en stapt in den
trein. Wat men noodig heeft, kan men
onderweg we! koopen."
Dat was de reohte man. Reinhojd
voelde onmiddellijk geestelijke ver
wantschap met den vreemdeling. „Ik
heb precies hetzelfde gedaan," sprak
hij. „De zaak is eigenlijk verduiveld
eenvoudig 1"
Toen zij tot Kansel gespoord had
den, waren zij al tamelijk met elkaar
bekend geraaktzij hadden eikaar hun
naamkaartje gegeven en een sigaar aan
geboden.
De vreemdeling kwam uit Weenan
ea noemde zioh Paul Gabori. Op zijn
naamkaartje stond verder niets, en met
een fijn lachje merkte hij ep, dat hij
geen titel of ambt had te vermelden.
De reden daarvan was echter ge
makkelijk te raden een man, die naar
Cbina reisde alleen om daar den stand
van zaken te leeren kennen, moest
wol over middelen beschikken, die een
beroep of ambt overbodig maakten.
ontwerp niet met geestdrift ontvangen,
verklaarden zich ermede te knncen
vereenigen en het in zooverre met in
stemming te begroeten, als het kon strek
ken tot verbooging van bet peil der
volksontwikkeling. De tegenstand,
dien tot schade der volksontwikkeling,
de openbare hoogere burgerscholen van
kerkelfjke zijde hebben ondervonden,
moge erdoor worden gebroken. Som
migen dezer leden stelden eobter voor
hunne medewerking aan elke subsi-
dieering als uitdrukkelijke voorwaarde,
dat het gesubsidieerde onderwijs op
behoorlijk peil sta.
Yoorts eoheen hun hei tijdstip geko
men ook vaste regelen te stallen voor
de rijksbijdragen aan geneentelijke
hoogere burgerscholen.
Intusschen ontbraken ook de leden
niet die tegen het wetsontwerp ernstige
bedenkingen verklaarden te hebben,
Vooreerst waren er die nog steeds
het standpunt innamen dat het gansche
stekel van (mbsidisering van bijzonder
onderwjjs ten sterkste most worden
afgekeurd. De wetgever, die steun ver
leent aan dit heilloos streven, doet
mede aan ondermijning van het gevoel
van eenheid dat de natie behoort te
bezielen en sterk te maken.
Yoorts werd betwist dat de oonse-
quentie vordert, de subeidieering ook
bij bet middelbaar onderwijs in te voe
ren. Want de Leerplichtwet dwingt
wel ook de voorstanders van onderwjjs
hun kinderen lager onderwjjs te aoan
gpnieten doch vaar het hoogere burger-
sefaool-onderwUs geldt dit niet. Voorts
zijn leerlingen dier scholen, althans die
der hoogere klassen, reeds genoegzaam
tot oordeel des onderscheid» gekomen
om weerstand te bieden aan den invloed
van ongewenso.bte opvattingen. Bezwa
ren op dit punt werden zoo goed als
nooit vernomen.
Het middelbaar onderwjjs zal naar
de meening van verscheiden leden door
een wet als deze niet worden bevorderd,
omdat zjj versnippering van krachten
in de hand werkt, den schoolstrijd brengt
op een terrein, waarop hij tot nu toe
nimmer werd gevoerd. Ten slotte meen
den verscheidene leden dat by een
eenigszine belangrijke uitbreiding van
het aantal hoogere burgerscholen, het
aantal bevoegde leeraren te klein zal
bljjken.
De prineipieele voorstanders van sub
eidieering vonden in deze beschouwin
gen aanleiding voer de opmerking,
dat daaruit wel duidelijk blijkt, dat de
sehoolgtrjjd hier te lande nog allerminst
is uitgestreden, al tracht men het vaak
te doen voorkomen alsof dat wel geval is.
Octrooirecht.
Blijkens het afdelingsverslag der
U 9
Reinhoid koesterde daarom de vaste
overtuiging, dat die kleine reistasch
van den vreemdeling minstens evenveel
geld bevatte als de taseh aan de bin
nenzijde van zijn vest. Zoo bij zieh
zeiven oordeelde hjj, dat zij zeer goed
bij elkander pastan.
Gabori had raeds een groot deel van
de wereld gezienhij sprak daarom
met veel zaakkennis over verschillende
landen, zonder kwetsend te zijn hy
drukte zieh keurig uit en uitte nu en
dan een oorspronkelijke gedachte.
Toen de spraakzaam geworden Rein-
hold zijne theorie over het „onderdui
ken® ontwikkelde, werd Gabori plotse
ling nadenkend.
„Gelooft ge, dat dit uitvoerbaar is P*
vroeg hy eindelijk.
„Wel, waarom niet p Ik ga naar een
plek, waar zee en zand mijn eenig ge
zelschap zijn. Die paar mensohen, welke
ik daar noodig heb, zul'en in de zwij
gende natuur daar wel weinig spraak
zaam geworden zijn hunne tegenwoor
digheid zal mij niet lastig wezen,denk ik.
„Ge vergist u," voerde Gabori hem
op levendigen toon tegemoet. „Nergens
leeft de vreemdeling meer qnder toe
zicht dan in een afgelegen plaatsje,
Tweede Kamer omtrent het ontwerp
tot regeling van het octrooirecht voor
uitvindingen werd van verschillende
zijden voldoening uitgesproken over de
regeeringscontinuïteit, waarvan met be-
trekking tot het tot stand brengen eener
ootrooiwet is gebleken.
Versoheidene leden verklaarden, dat
h. i., afgescheiden van de vraag wat
j het algemeen belang vordert, uit een
oogpunt van rechtvaardigheid dengeen,
die iets nieuws heeft uitgevonden, een
zekere bescherming niet mag worden
onthouden. Men verheugde zich erover
dat, althans voor het voornaamste deel
van den industrieelen eigendom, wordt
voorgesteld een einde te maken aan het
aaaohronisme dat, waar de wet op het
auteursrecht den literairen arbeid, de
merken wet een deel van den industri
eelen eigendom beschermt, het overige
deel van den industrieelen eigendom en
dea artistieken eigendom onbeschermd
bleef. Door enkele laden werd in dit
verband do toetreding van ons land lot
de Berner conventie ter sprake gebraoht.
Het herstel der octrooirechten word
van verscheidene zijden verdedigd met
een beroep op het algemeen belang,
onder een uitvoerig betoog tevens dat
de geschiedenis der octrooien hier te
lande één groote vergissing geweest is.
Vele leden verklaarden in de ver
houding van ons land tegenover het
buitenland een zoo gewichtig argument
ten voprdeela van de wederinvoering van
octrooien hier te lande te zien, dat zij
meenden daarvoor te moeten zwiehten,
al had ook, op zioh zelf beschouwd, de
wederinvoering hun sympathie niet.
Betoogd werd dat wij niet mogen goed
vinden dat s>ns land sen uithoek der
wereld is, waar streffelooa kan worden
nagemaakt wat elders verboden is.
Verscheidene leden verklaarden, dat
zij vooral met bet oog hierop de tot
standkoming van een octrooi wet ten
zeerste zouden toejuichen.
Sommige leden, krachtige voorstan
ders overigens van het herstel van het
octrooirecht, oordeelden dat bij de sa
menstelling van het ontwerp niet van
den juisten rechtsgrond die voor be
scherming van den uitvinder is aan te
voasen, ïs uitgegaan.
O. a. werd betoogd dat de bescher
ming van den uitvinder niet varder be
hoort te gaan dan tot het toekennen
van de uitsluitende bevoegdheid tot
vermenigvuldiging van het uitgevonden
voorwerp. Het volgen van een door
een ander gevonden nieuwe werkwijze
mag niet door octrooi worden belem
merd. Yan eigendom op het gebied der
gedaehte kan geen sprake zijn.
Tegen deze beschouwingen garen an
deren te kennen zieh ^et het denkbeeld
van een intellectueel eigendom te ver-
epuigea.
waar de mensehen niets anders te doen
hebben dan zioh met eikaars zaken te
bemoeien. Binnen weinige ren weet
men uw naam, na verloop van een dag
kent men uw stand, en aan het einde
der week weet men, hoeveel hemden
gij in uw koffer en hoeveel bankbiljet
ten gij in uw brieventasoh hebt. Iïebt
ge daarentegen nog nooit het zwijgen
der muren leeren kennen p"
„Wat een vreemde uitdrukking is
dat 1"
„Dat is zoo, maar ik kan het op
eene andere manier niet beter zeggen.
Denk u aeas een groote stad, onver
schillig welke, waar de mensohen als
mieren door elkaar wemelen. Men gaat
op straat, in het koffiehuis, in den
schouwburg, midden op den dag of
midden in den nacht, overal zijn dui
zend oogen en ooren open, die elke
beweging van ons gadeslaan, die elk
woord van ons opvangen. Zoodra wjj
een voet buiten de deur zetten, zijn we
overgeleverd aan de opmerkzaamheid
van het publiek, maar by onze deur
houdt dit op, en daaraohter begint het
zwijgen. De groote huizen in da we
reldsteden bevatten talrijke woningen
elke noning ia gesloten met sleutel en
Van de zijde der leden die zioh met
een herstel der ootreoirechten minder
ingenomen verklaarden werd o. a. be
toogd dat hier te lande een behoefte
aan wederinvoering der ootrooien kwa-
Ijjk bestaat, en uit niets blijkt dat in
de kringen der industrieelen en hand
werkslieden die wederinvoering ernstig
wordt verlangd. Yoorts kwamen som
migen op tegen het argument van de
billijkheid eener bescherming van den
uitvinder, en betoogd werd dat voor
zulk een nieuwe uitbreiding van het
stelsel van den pri'aten eigendom al
lerminst aanleiding bestaat.
Er werd voorts op gewezen, dat de
priviligeering, met octrooiverleening
beoogd, in vele gevallen den eigenlijken
uitvinder slechts in geringe mate zal
ten goede komen.
Ook het beweren dat stelsel van
octrooien in het algemeen belang zou
zijn, doordat het tot het doen van
uitvindingen zal aanmoedigen, bleef niet
onweersproken.
Voorts werd uiteengezet, dat, voor
zoover tsohnische uitvindingen van zui
ver wetenschappelijke ontdekkiogea
afhankelijk zgn de mogelijkheid ooi
octrooi te bekomen vrijwel van geeu
invloed zal zijn. Overigens meende méu
dat men, ter bevordering van den in
dustrieelen vooruitgang, van staatswege
gaandeweg geheel nieuwe banen zou
moeten inslaan zioh aansluitende aan
arbeid in de labarotoria der groote in-
dustrieele ondernemingen.
Verder werd gewaarschuwd dat voor
namelijk het buitenland van oetrooiher-
stei profiteeren, gelijk onder de oude
oetrooiwet.
Nog word uiteengezet dat de vraag
zich opdringt hoe de voorgestelde wet
zieh tegenover de speciaal Nedsrland-
sehe toestanden zal verhouden. Geldt
bet een proefneming, dan achtte men.
het geraden met een eenvoudiger rege
ling te beginnen. Men beperke zioh
voorloopig tot octrooien voor nieuwe
stoffelijke produoten.
Een en ander vond levendige tegen
spraak bij andere leden.
Tegenover sommiger opmerking, dat
een oetrooiwet kwalijk past in het stelsel
van den vrijhandel, werd ontkend dat
de vraag vrij handel of protectie in het
algemeen en die betreffende hooge of
lage invoerrechten op bewerkte artikelen
in bei bijzonder, met da aanvaarding
van het ootrooistelse! iets te maken
heeft.
Weer andere leden, hoewel de in
voering sener oetrooiwet geenszins een
protsetionistisohen maatregel achtende,
verklaarden in zulk een wet en in pro
tectionisme tooh een gemeenschappelijk
element te zien, dat hun tegenstond.
Gaga crisis op Baiteasorg*
Naar aanleiding van een bericht vaa
den Ha?gsohen correspondent van de
„L auw. Ct." waarin werd gemeld, dat
Zaterdag aan eeu algemeen bekende
grendel als ware het een vesting en
tnssohen al die woningen ligt alleen de
gemeenschappelijke trap 1 Geloof mjj
wie om de een of andere reden wil
verdwijnen, haart midden in een groote
stad eene woning in zoo'n groot huis,
hij betaalt de huur vooruit, houdt geen
dienstboden en kan dan stokoud wor
den en sterven zonder dat iemand naar
hem omzietniemand zai het zwijgen
van zjjn vier muren storen."
Reinhoid Werner sohudde ongeloo-
vig het hoofd. „Ik weet niet, of ge wel
gelijk hebt. In Frankfort leefde nog
kort geleden een oude dame, die geen
dienstboden had en haar huis streng
gesloten hield voor alle vreemde blik
ken. Over dag liep zy in ouderweteche
kleeding op straat en sleepte dan haar
geheele vermogen in een handtasohje
mee. Maar de geheele stad kende haar,
en de lieve straatjeugd bespiedde voort
durend haar deur."
Gabori lachte. „Dat is natnurljjk,
waarde heer, ak men zóo handelt.'
(Wordt vervolgd»)