un.
1908.
3ns.
Maandag
flo Juni.
No* 139.
46a Jaargang.
Gemeente bestuur.
ItaKfft t! tji ie
FEUILLETON.
Warmte en kleeding.
Ifesaggfife (mst
we) gas. ZiMbfsbbi,
Pm Jfttóiaii
Muzikale llowlulrj.
-)
?:s* n.io.t
Telephoonnnmmer 10.
end,
singecha Courant.
BUSDIENST
tad en het Station.
Iteenenbeer vm, 10.10,
.55, 3.—, 4,20, 5.15,
10.30, 11.10.
't Station fin. pi. in.
Of, 1.20, 3,8ft, 4.35*,
11.—, 11.25§
f) gemerkte rit wacht
an 11.47 en de boot
de boot nan Breskena.
den trein van 11.02 u,
lLAMBIKNST
ngen-Bfddelburg v„v
;ec 4.4(Jf 5.50f 7.55*
50f 12.30* 1.15§ 2. 4
S._* 5 50§ 6.55*
10 25-§
i an de Remise,
van de Zeiimarkt.
van het Badhuis,
urg 5.15f 6.25f S.4Ü*
3.3('§ 1.15* 2.—2.45*
5.50* 6.55§ 7.50®
verder dan tot de Re»
de Zeiimarkt.
het Badhuis,
reinen vertrekken
er van Let Bad-
iE HAYEBDIERST
sivm. 0.0.20, 6.45
1.30, 10.—, 10.20,10.40,
12.—, 12.30, 1.—1.30*
5, 3.65, 4.30, 4.50, 5.20
7.35, 8.20.
/nsluia: vm. 6,10, 8.80,
9.15, 9.50, 10.10, 10.80,
.50. Nm. 12.10, 12.45,
3.10*, 8.40, 4.10, 4 .40
7.05, 7.25. 8.—. 8.30
i vallen des Zondags uit.
STHB-SCHEtee
1908.
b) nm. 3,23 c) 0116,15 d)
a) nm. 3,50 c) ©n 6,45
s 1,55 a) en 4,45
3,23 en 6.15 d) h).
auten na het vertrek van
ikerke n. Neuzen vm. 8,30
kens, Borsaele en Neuzen
Breskens, Borsselen en
1 de boot van 10.25 uit
d a g e q van 16 j April
2.22
tl 2.40
6.51
7.56
5.33
5.55
6.36
6.30
7.27
7.56
8.29
9.14
9.28
9.55
10.8
10.28
10.36
f 8.9
6.51
8.21
-
8.18
7.25
8.48
f 9.51
10.1
II
flO.51
11.3
7.33
f10.14
IB
fll.lö
Zuid-Daitachland, riotitiag
oaeadaal-Lage Zwalawe.
f Bij den alleen
des Zondags van
7 Juni tot 13
September en ook
15 Augustas.
VLISSIMSCHE <01 KA HIT.
Prijs per drie maanden 3 30, Franco per post 1,50.
Afzonderlijke nummers 5 cent M sn abonneert zich bij atle R>eV
handelaren, Postdirecteuren of re:htstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr.. Kleine Maikt.
Verschuilt dagelijks, uitgezonderd op Zin- en feestdagen.
ADVERTËNTIËN: van 14 regefs 0.40. Voor eksn regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf v:ia driemaa' plaatsing (^rzelftUi
advertentie wordl de prijs slechts tweemaal berekeutL Grocfe letters
u cliehé's naar plaatsruimte.
Abonnt ments-Advertentiën op zeer voordeel it f voorwaarden,
BEKENDMAKING.
Kiezers1ijst Kamer van Koophinde! en
Fabrieken.
De Burgemeester van Viieeingea
moedigt hen, die niet op de laatst vast
gestelde kiezerslijst voor de Earner van
Eoophandel en Fabrieken voorkomen,
maar aanspraak kunnen maken op die
lyst te worden geplaatst, uit daarvan
voor 1 Juli B.s. aangifte te doen.
Het model dezer aangifte is kosteloos
ter gemeente-secretarie (griffie) te ver-
krijgen.
Vlissingea, 6 Juni 1908
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
HOOFDELIJKE OMSLAG.
Afkondiging van het uitvoerbaar ver
klaarde ie suppletoir kebier van
den boofdelgken omslag
voor het jaar 1908,
Burg. en Wetb. van Vlissiagen
maken bekend
dat bet eerste suppletoir kohier van
den hoofdelijken omslag voor het jaar
1908 na door Gedeputeerde Slaton van
Zeeland bij bun besluit van 5 Juni j
no. 34 te zijn goedgekeurd, op heden
in afschrift gedurende den tijd van vijf
maasden op de Secretarie der gemeente
voor een ieder ter lezing is nedergehgd.
En is biervan afkondiging geschied,
waar bet behoort, den 13 Juni 1908
Burg. en Wetb. voornoemd.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De SecretarP,
WITTE VEEN.
GEWAPENDE DIENST.
Collecte ten behoeve van het fonds tot
aanmoediging en ondersteuning van
den gewapenden dienst.
Burg. en Wetb. vaa Vlissingen
maken bekend
dat de gewone jaarlijfeeche collecte
Sen b'hoeve van het fonds tot aanmoe
diging en ondersteuning van den ge-va-
venden dienst in Nederland, zal gehouden
worden Vrijdag 19 Juni e. k. en noo-
digen een ieder uit om door mi'de
bijdragen mede te werken tot verzach
ting van het ongelukkige lot van zoo-
ve'e oude en gebrekkige krijgslieden,
die sa hun leven te hebben gewijd en
hunne krachten en ge/rondheid ten off r
gebracht aan de verdediging des Va
derlands, in kommervolle omstandighe
den hunne overige levensdagen slijten.
Vlissingen, 13 Juni 1908.
Burg. en Wetb. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
2.6
6.17
1.29
6.3
3.6
7.16
3.38
7.47
3.54
8.1
4.03
8.15
47.)
„Met den dag van heden is de zaak
van Jordan afgedaan. Hoe die is afge
daan gaat mij niet aan. Ook bekommer
ik mij niet over het naspel, waarmee
de heeren mij de erfenis zouden willen
ontnemen om het geld aan dien windbuil
in den schoot te werpen.*
„Wantrouwt gij die zaak nog altijd P"
vroeg zjj schertsend.
„Zouik dan hier zijn?"
„Als Jordan de moordenaar niet is
wie zou het daa zijn vroeg zij, om
het pijnlijke gesprek op iets anders over
te krengen.
„Wel, misschien jg of ik, dwaas kind
antwoordde hij, en hg laehte luid om
die onnoozele vraag. „Zien wy er allebei
niet naar uit
,8oherts niet daarmee*, sprak zjj, en
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 13 der Drankwet
doen te weten
dat bp hen is ingekomen een verzoek,
gericht aan Gedeputeerde Staten dezer
provincie, van JOHANNES JACOBUS
BUIJSROGGE, om vergunning tot
verkoop van sterken drank in het klein,
uitsluitend aan logeergasten, in perceel
Schotsen hoek 3;
dat vanaf heden gedurende veertien
dagen sehrifteiyke bezwaren tegen bet
eventueel verleenen van de gevraagde
vergunning kunnen worden ingebracht
bg Burg. en Wetb. voornoemd.
Vlissingen, 13 Juni 1908,
Bnrg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Ssoretaris,
WITTEVEEN.
Reikhalzend werd steeds uitgezien
naar wat warmte, zoo noodig om mensch
en dier en plant te koesteren. Eindelgk
hebben we dan plotseling eenige dagen
van groots hitte gekregen, die aan
menigeen reeds de zucht ont'okt zal
hebben, dat het te erg is, zonder te
bedenken, dat ze zelf voor een grcot
deel de oorzaak zij». Schiller zegt in
verband met voor- en tegenspoed in
het msnscheiyk leven, volkomen terecht
„Dein SchicksaI ruht in deiner esgnea
Brusi*, d.w.z. de mensch is in de meeste
gevallen zelf de bewerker van zjjn eigen
ellende en treurigheid. Dit is ook waar
ten opzichte van de warmte. Was de
moderne kieeding wat meer berekend
op warmte en wat minder onderhevig
aan mode, dan zou er waarschynlyk
niet zoo gauw last ondervonden worden
van de gehaele aarde verkwikkende
warmte. Immers, hoewel er bg de klee
ding rekening wordt gehouden met
zenrer en winter, niet regen en zonne
schijn, in hoofdzaak wordt dit vraagstuk
beheersoht door de mode,
De wgze, waarop onze kleeding wordt
gedragen, is naast ce stof, waarvan zy
gemaakt is, tydens de warmte van het
hoogste belang. A's faoofdeiech moeten
we stellen, dat sea rationeele kieeding
aiie bewegingen van het lichaam en
der ledematen zooveel mogelyk moet
vrglaten, dat zy de ademhaling, de
spysvertering en den bloedsomloop niet
mag belemmeren en niet te eng cm bet
lyf mag sluiten. Wordt aan deze eieohen
by warm of ook by ander weer voldaan
haar liep een rilling door de leden. „Ik
word er akelig van. Men mag niet sohert-
sen met zoo'n afaohuwelgke daad. Wat
een versohrikkelgk mensch, die zoo
koelbloedig een moord kan begaan I*
Overmoedig keek by op.
„Denk je dan, dat iemand, die een
beetje al te hardhandig geweest is, er
bepaald moet uitzien als een afschuwelijk
mensch P Moet men zoo iemand nood-
zakelgk op het voorhoofd kunnen lezen,
dat by rgp is voor het schavot of voor
het tuchthuis
„Denken? Ik denk niets I* ant
woordde zy met geveinsde vroolykheid.
„Maar hoor eens: Als je wist, dat ik
den ouden ridder Yan Karstenbrook
door vergif uit den weg had geruimd,
zou je daar dan ook zoo luchtig overheen
stappen P Zou je dat niet ernstiger opne
men P*
„Ik zou alleen wat scherper toezien
op je kleine vingers, dan dat ik nu reeds
doe," sprak hy lachend en hg kuste haar.
Eu als ik toeva'lig eens de man was,
die juffrouw Wellner vermoord had,..*
Ja scherts is vandaag afschuwelyk*,
zeide zy, terwyl zg hem tot straf een
tikje op de wang gaf.
Nu nam hij een andere houding aan,
Ik maen gerust te kunnen zeggen van
niet. A! hangt de kleeding by den man
voor een groot deel los om 't lichaam,
hy draagt toch benauwende dingen als
hooge boorden, bretels of barden rond
het middel etc. Nog meer legt de
vrouwelijke Weedy aan allerlei belang-
rgke levensfuncties hinderpalen in den
weg. Door een slecht korset en een
sterk getailleerd costuum wordt de
borstkas samengenepen, en daardoor de
ademhaling bemoeiiyktmaag, lever en
ingewanden worden op elkaar geperst
de bloedvaten, vooral die der huid,
worden diohtgedrukt en daardoor de
vrge doorstrooming van het bloed ver
hinderd. Ik zal hier niet a'lo ziekten
opsommen, die van le'emmefde adem
haling, eene slechte spijsvertering en
een gestoorde bloedsomloop het gevolg
kunnen zyn, maar als men aan dit alles
denkt en toch ziet boe de meeste
vrouwen en meisjes acbNoos voortgaan
met 't dragen eener ondoelmatige klee
ding, dan zou men Hamlet willen laten
zeggen, niet „Frailty* maar „foolishness,
thy name is woman*. En al is by warm
weder de stof van het kleed wat dunner,
wanneer het costuum te eng om het
lichaam sluit, is het toch afkeurings-
waardig.
De vraag, hoe wy ons moeten kleeden,
hangt ten nauwste samen met een
andere, „waarom wij ons kleeden". In
hoeverre bet sohaamfegevool heeft by
gedragen tot het bedekken van het
lichaam, kan bier buiten beschouwing
blyven. Zeker is het, dat instinct en
gevoel voor koude hebben geleid tot
het aantrekken van kleeren ter be
schutting tegen de guurheid en de
wisselingen van bet klimaat. Zonder
die beschutting zou de eigeawarmte
van ons lichaam in de noordelijke én
gematigde luchtstreek zich moeilyk kun
nen bandhaven. Zooals men weef, be
draagt de lichaamswarmte van den
gezonden mensch gemiddeld 37 graden
Celsius. Alleen bij ziekte is dit andera.
Die constante temperatuur is een gevolg
van de soheikundige processen, die on
afgebroken in oso inwendige plaats
grypsn en onderhouden worden door
hst opnemen van vloeibaar en vaaf
voedsel en van zuurstof. Zy is onder
alle luchtstreken hetzelfde, het bloed
van den neger onder de evenaehtslyn
is geen tiende gedeelte van een graad
warmer dan het bloed van den Groen -
„Zoo gaat het, als men den halven
dag niet anders gehoord heeft als zulke
afschuwelgke dingenten langen leste
schertst de mensch met den dood. Weg
daarmee 1* Ea plotseling voegde by er
haastig bg „Ea waaneer denk je ma
gelukkig te makes P Oazs verloving is
overal genoeg bekend. Bepaal dus den
dag van ons huwelykl"
„Wannoer je maar wilt. Ea dan weg
van hier 1* riep zy vroolgk uit, denkende
aan het einde van het gemartel met
haar talryke sofauldeiachers.
Dankbaar drukte hij haar de hand,
maar zeide
„Waarom zouden wy de mode volgen
en dadelyk op reis gaan P Loten wy tot
het voorjaar hier blyven en dan des te
verder weggaan. Ja, zoo moet het zyn 1
Met Paschen reizen wy naar Cairo ia
Egypte 1*
„Hoe kan een mensch toch zoo veran
deriyk wezen," meesmuilde zy, terwjjl
zy ham bekoorlijk aankeek,
„Morgen' huur ik voor ons de mooiste
woning in de stad en met hulp van de
beste leveranciers zal die binnen vgf
dagen zoo praohtig ingericht zyn, dat
wij daar onze gasten het bruiloftsmaal
kunnen aanbieden.*
lander in het hooge noorden. Zoowel
de neger als de Eskimo weerstaan deze
abnormaal hoogs en lage temperatuur
zonder schade, de eerste door zich zeer
primitief te kleeden, de laatste door
zich in disrenvellen te hullen en vetrijk
voedsel te gebrnikes, beide zasr geschikt
tot tegengaan van „te groot* warm
teverlies, Met opzet zeg ik te groot
warmteverlies, omdat hoe dik we ons
ook kleeden, we altijd warmte afgeven.
Zon men nu de gevolgtrekking maken,
dat het voldoende is de huid te cra-
kleeden met wat dan ook, teneinde een
te snel afgeven van haar warmte te
verhinderen, dan zou men zich vergissen.
Om de theepot warm te houden, is de
stof van de „cosey" van ondergeschikt
belang, ale ze masr flink de warmte
opgesloten houdt. Oaze kleeding mag
echter de warmte niet opsluiten, wel
ons bewaren voor afkoeling, maar daar
nevens mag ze de voor onze gezondheid
zoo hoog noodige huidfuncties niet be
lemmeren. Onze huid is nl. voer de
huishouding van ons lichaam een uiterst
gewichtig orgaan, veel gewichtiger dan
men gewoonlijk we! denkt, anders zou
de verpleging niet zoo stiefmoederlijk
plaats hebben. Onze boid regelt de
warmte in ons organisme, bevat onze
tastzin of gevoel, en daarbij ook de
eigenschap om giftige stoff u met zwee-
ten uit ons lichaam te verwijderen. De
warmteregoling heeft op zeer eigenaar
dige wijze plaats. Is het koud in de
buitealucht, dan vernauwen zich de
fijne bloedvaatjes in de huid en wordt
de huil bleek, doordat er minder bloed
door stroomt. Daardoor spaart het or
ganisme warmte. Is het warm weder,
dan verwijden zich die bloedvaatjes en
komt er dus vee! bloed aan de opper
vlakte, waardoor veel warmte wordt
afgegeven.
Het zv/eeten komt tot stand door
zweetkliertjes, die in de diepere lagen
der huid liggen en met uiterst fijne
openingen vocht afscheiden. Deze klier
tjes komen in groot aantal in de huid
voor, men schat twee en half mil-
lioen.
Als hef mogelyk was, ze gezamenlijk
uit te spreiden, dan zou men er een
oppervlakte mee kunnen bedekken van
ruim duizend vierkante meters. Voort
durend wordt, ook al bemerken we het
liet, vocht afgescheiden, men bereken^
dat men door de huid in 24 uren 1/S1
„Dat lijkt wel toovergl Maar als je
er plezier in hebt, doe het dat*, sprak
zy lachend, maar inwendig zeer teleur
gesteld.
„Ik beloof Ja, dat je je intocht zult
doen in een huis, dan je schoonheid en
je liefde waardig is,* verzekerde hy en
daarbij boog hy een knie voor haar.
Zij knikte hem toe. E'genljjk was
het toch hetzelfde, waar zij hem bekend
maakte met den berooiden staat van
haar geldmiddelen. Hoe eer, hoe beter.
Als die moeilijkheden uit den weg ge
ruimd waren, zou zij in heel andere
stemming de reis aanvaarden en hem
laten boeten voor alles, wat zy nu ter-
willa van zijn geld verdroeg.
„Goed,* sprak zij. „Je zult je zin
hebben."
„Je doet een goed werk, als je zorgt
dat je vrienden en bekenden spoedig
vernemen, dat wij hier vooreerst nog
blyven."
Dit zeggende nam hij haar arm en
liep met haar de kamer op en neer.
„Heeft niemand je nog verteld, hoe
de terechtzitting vandaag is afgeloo-
pen P*
„Ja zekerDe kamenier heeft me
gezegd, dat Jordan ia vrijgesproken.
van ons lichaamsgewicht aan vocht
verliezen.
Hoe noodig een voortdurende onge
stoorde huiduitwaseming is voor het in
standhouden van ons leven en het be
waren van onze gezondheid leeren proe
ven op dieren. Als men bij een hond
of konjjn de haren afscheert en de
huid bedekt met een ondoordringbare
laag vernis, dan sterft het dier beslist.
Verder vindt men in de huid nog
zgn. smeerkliertjes, die een vetachtige
stof afscheiden, en spiervezeies. Deze
trekken zich by plotselinge afkoeling
ene! samen en doen dan huidplekjes
omhoog rjjzen, waardoor de huid dat
eigenaardig aanzien krijgt, dat wij kip
penvel noemen.
Ten slotte valt nog melding te maken
van het vetweefeel onder de huid, dat
het lichaam beschut tegen uitwendig
geweid en vooral aan het vreuweljjk
lichaam die mooie bekoorlijke volheid
en rondheid geeft, die nooit nalaten op
ons schoonheidsgevoel indruk te maken.
Na deze kleine uiteenzetting van den
bouw en verrichtingen van onze huid,
kan het niet moeilyk vallen de eisehen
te formuleeren, waaraan een rationeels
kleeding moet voldoen. Hei zal haast
overbodig zgn in het licht te stellen,
dat de stof der kleedy zeer belangrijk
ia. Zy moet alle buidafsoheidingen ge
makkelijk en snel opnemen dus poreus
zyn.
Daarom kwam Jaeger er toe, kleede
ren van dierlijke wol aan te bevelen.
Zy is warm, licht, los ea luchtig en
neemt gemakkelyk zweet van de huid
op. Het Jaegsrgoed is dan ook werke
lijk een goede kieeding zoowel 's zomers
als 's winters, vooral voor menschen,
die zwaren liohamelyken arbeid hebben
te verrichten en aan alle weer en wind
zyn blootgesteld. Toch is ook hier van
toepassing„Eiaee eobiokt sieh nicht
fiir alle". Vele menschen verdragen
wol slecht, daar hun huid er door ge
prikkeld wordt, en zoo jeuken ontstaat.
Voortreft Tijke eigenschappen als stof
voor onderkleeding bezit het fl tnel, dat
voldoet aan alle eisehen die de weten
schap aan onderkleeding kan stellen.
Ook katoen is wel geschikt, hoewei
minder.
Men ziet, dat een algemeen schema
moeilyk is te geven en dat men reke
ning heeft te houden met klimaat, be
roep en individualiteit:
Dat nieuws greep me zoo aan, dat ik
verder niets hooren wilde.*
„Heb ja anders niets vernomen f'
vroeg hg met loerenden blik. „Jammer,
dat ja er niet by was, om te hooren,
hoe men mij lastig viel met bespottelijke
vermoedens. Ik behoef ja zeker wel niet
te zeggen, dat al de praatjes slechts
sehaamtelooze leugens zgn. Ik hoop dan
ook, dat je ze als zoodanig znlt verach
ten."
„Wel zeker, stellig 1* Zy was zoo
onverschillig omtrent het verleden van
Balder dat zij om zyn ijver moest lachen.
„Wat kan men anders van je zeggen,
dan dat de oude Wittig van ja gehouden
heeft, alsof je zyn zoon waart P*
„Engel," fluisterde hg. „Ik ban van
plan als je het goedkeurt onze
vrienden twee dagen vórr ons huwe
lijk een groot bal aan te bieden in hat
„Grand Hóïel". Het is vandaag Woens
dag. Dat zal dus aanstaanden Zaterdag
zyn. Den Zondag laten wg in stilte
voorbygaan en op Maandag brengen wg
het feest op waardige wgzen tan einde.*
Haar oogen schitterden.
„Goed I Dat is afgesproken
(Wordt vervolgd.)