No. 115
1908.
itaenlaMsek kriéim
FEUILLETON.
Draagt
Plouvier's
Schoenwerk.
Vrijdag
«5 Mei.
463 Jaargang,
wmmmmv
M WALCHEREN.
EL
22, f 1.44
?n f 1.80
35, f 1.80,
en f2.25
0.90 per flesch
0.60
0 72
0 80
tf
32.-
0.90
5» J*
0.99
0.90
7»
1.17
liteifl
Dmtamt.
TEH-8CHELB8
mn.
nm. 3,23 c) en0,15 d)
nm. 3,50 c) en 0,45
1,55 a) en 4,45
3,23 en 6.15 d) h).
ten na het vertrek van
)rke n. Neuzen vm. 8,30
na, Borasele en Neuzen
'eakens, Boraaelen en
le boot van 10.25 uit
a g e n van 10 April
2.22
2.40
6.51
7.50
5.33
5.55
$.36
.30
7.27
7.56
.29
>.14
>.28
>55
.28
f 6.9
f 0.33
6.51
8.21
7.33
-
8.18
-
7.25
8.48
f 9.51
10.1
f10.14
II
-
J.'
f10.51
11.3
fll.16
Zuid-Duitschlaxid, richting
jndaal-Lage Zwaluw®.
29
6.17
6.3
7.16
7.47
8.1
8.16
Rijden alleen
des Zondags van
7 Juni tot 13
Septemberen ook
16 Augustas.
V1ISSIH6SCIB COURANT.
Prijs pet drie maanden 3 30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. M ;n abonneert rich bij a lie Boek.
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr.. Kleine Ma,kt.
ADYERTENTIÊNvan 14 regels 0.40. Toot ef> m regel
meer 10 cent. -■ Bij directe opgaaf v:in driemaa' plaatsing erzelfde
advertentie wo-d! de prijs slechts fwemaal bereke-id. Gwofw letters
i r. cliehé's naar plaatsruimte.
Versekynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliooniimnmer 10.
Abonnenients-Advertentiën op zeer voordeel is o voorwaarden.
van Heustfet, I
(Station) 9.20, 12. ij
15. Het vertrek van
ul Krugerstraat en
5,10 en 13 minuten late
g: 6.40, 9.23, 12.18,2.5
ce naar Domburg 7,(
S.en 8.40.
(naar VlieBingen en Mij
10.40,1.35,4.15, en 3,
ke (naar Yliaaingen
11.29, 2.24,5.04, en T.lï
RAMBIEN8T
ngen-Biddelhurg r,J
an 4.40f 5.50f 7.551
50f 12.30* 1.15§ 2.-
5§ 5.—* 5.50§ 6.581
10.25.1
i an de Remise,
van de Zeilmarkt,
van hei Badhuis,
urg 5.15f 6.25f 8.401
•30§ 1.15* 2.—2.'
j 5.50* 6.55§ 7.581
5* ll.lO.f
verder dan tot de 3(
da Zeilmarkt.
iet Badhuis,
einen vertrekkenl
sr van kat Bad'
vm. 6.6.20, 6.46,
80, 10.—, 10.20,10.40,
2.—, 12.30, 1.-, 1.30'
3.55, 4.30, 4.50, 5.20
35, 8.20.
sluis: vm. 6,10, 6.S0,
1.16, 9.50, 10,10, 10.80,
>0. Nm. 12.10, 12.46,
8.10*, 8.40, 4.10, 4,40
7.05, 7.25, 8.—, 8.S0
vallen des Zondags uit,
'a Lsnds geldmiddelen.
Men meldt uit een der departemen
ten aan de „Haagsche Ct."
'tSohynt er, naar de berekeningen
aan financiën, eieoht voor te staan met
iJe uitzichten van 'e rjjka zilveroogst in
1909. Van den rijfcssehatbewaarder is
aao ons departement een sohrjjven in
gekomen, waarbij wordt bsïieht dat
ooze bureau's zioh allemaal etipteiyk
hebben te onthouden van verhooging
van begrootingsposten voor 1909, want
dat financiën niet in staat is daarvoor
geld te vinden.
De vermogensbelasting, die ongeveer
3 million opbrengt, zal na de Ameri-
kaesacbe aderlating waarschijnlijk niet
onbeduidend lager zijn ie ramen. Maar
ook van de bedrijfsbelasting (7 millioen)
wordt, wegens den gedrukten toestand
in allerlei vakken, aanzienlijk minder
'verwacht. En hetzelfde is natuurlijk bet
geve! net andere middelen, die met
welvaart en vertier verband houden.
Baad van Defensie.
Na de raad van defensie door de
benoeming der vier „burgerleden" vol
tallig ia geworden, vindt de „Tijd*
aanleiding een woord over deze instel
ling te zeggen. Vooraf wordt de be
noeming van pastoor Evers als „bur
gerlid" boogelijk geroemd en de over
tuiging uitgesproken dat in de kringen
der militaire en met-militaire deskun-
deze benoeming met instemming
ral zyn begroet. De andere drie „bur-
jgerieden" laat het blad geheel onbe-
Wat betreft den raad zelves, verklaart
zioh de „Tijd" volkomen tevreden,
«oowei wat samenstelling als bevoegd-
beid betreft. Dat met name de com
mandanten der stellingen in deze hunne
kwaliteit zitting hebben in den raad
acht zij in tegenstelling met de
.Standaard® natuurlijk. Ea ook de
traag van laatstgenoemd blad, of het
gewMseht is dat bij gewichtige beslui-
de minister den raad presideert,
beantwoordt de „Tijd" bevestigend. Het
ion, zegt zij, een heel laag stellen zyn
van het gehalte van den raad, als naen
aogelijkhaid onderstelde, dat de le-
zioh zouden laten intimideeren door
een prosideerenden minister, 't Zijn geen
iobooijongenr die bang zyn voor bun
meester. Het getal niet militaire leden
acht het blad voldoende.
Ook de bevoegdheid, aan dsn raad
tgekend, heeft de goedkeuring van
bet Had. Men klaagt dat het recht van
initiatief den raad onthouden is. Zeker,
et openbaar is dit het gevai. Maar
aiet in den raad zei ven een initia
atief worden genomen van eenigen
maatregel P Kunnen de leden geen voor
tellen doen om te voorzien in een of
«ader hun gebleken gebrekP Isbetioi
24.)
Het spijt mij, dat ik u daarvoor
to» inlichting kan geven," zei Balder
'ear beslist. „Op my'd woord
Op het gelaat van Jordan was dui-
'ijk te zien, hoezeer hij teleurgesteld
door deze verklaring, Hij zweeg,
"'daarom vervolgde Balder met nadruk:
nWaarom ondervraagt ge zelf die
'Jiaw niet P Waar hebt ge haar gezien
gesproken Wanneer Ge spreekt
11 raadselen. Muoht ge soms de vrouw
''doelen, die uw oom heeft verpleegd,
ban ik u zeggeD, dat zij Louisa
heette en weduwe was. Van den
'oginne aan viel zy weinig in den smaak
dsn overledenp, en ik heb nooit be-
waarom hij baar zulk een groot
heeft vermaakt. Voor zoover ik
!es'i ia de vrouw dood gestorven
noodig dat iedereen wete, dat deze of
gene maatregel van hen is uitgegaan
Zoo beschouwd, hebben de leden wel
degelijk het recht van initiat ef.
Alles te zamen genomen koestert de
„Tijd" van de werking van den raad
groote verwachtingen.
„Laad en Volk" zegt van de benoe
ming der niet-militiire leden
De regeering heeft aan den raad
van defensie de „burgerlijke" franje ge
naaid. Wij moeten tot ons leedwezen
verklaren, dat de keuze der dignitaris
sen, u't een politiek en taktisch oogpunt
niet overdienstelijk, geen verandering
brengt in onze verwachting, dat deze
„burgerlijke" elementen niets anders
zouden zijn dan franje.
De „Stand," geeft dezen driestar:
„Bij de kenze van de vier Civilisten
in den raad van Defensie is blijkbaar
ook met de staatkundige partyen gere
kend. Men boo3 een vrijzinnig demo
craat, een antirevolutionnair, een vrij
liberaal en een Boomsch Katholiek.
Tooh kan dit niet de leidende ge
dachte zjjn geweest. De Staatkundige
party waartoe men behoort,,-was h er
modeliteit, niet de qualiteit. Blijft dus
de vraag, welke grondgedachte zat hier
voor Geen dezer vier faeeren is ooit
gebleken zich bijzonder met de vraag
stukken van onze Defensie te hebben
bezig gehouden, d. w, z. met de vraag
op wat wijze ons land, als 't op oor
log gaaf, zich op de meest afdoende
wfjze tegen den aanvaller zou kunnen
verdedigen. Eo toch, deze vraag is het
die aan heel den raad van Defensie
het aanzijn gaf.
Men blijft dus, zoo men alleen let op
het doel van de instelling van den raad
in het duister tasten, en eenig nader
licht geeft alleen het optreden van pas
toor Everts.
Deze heeft zioh bezig gehouden met
de sociale positie van onzen Janmaat.
Eo aan deze gedachte voortspinnend,
zou men dan hunnen zeggen, dat een
oud-minister van landbouw, nijverheid
en handel licht kon verspreiden over
den oeconomisohen toestand van de
militairen dat de heer Hooft hun
rechtskundige positie zuiger zou kun
nen houden, en dat de beer 's Jacob
is aangewezen om de verhouding tus-
soben het civiel en militair gezag op
juiste wijs te heipen regelen iets
waartoe een oud-burgemeester zioh als
vanzelf leent.
Ligt hierin iets waars, dan zou het
optreden van deze vier heeren in dit
onderling verhand metterdaad een ge
heel vormen, dat voor geheel onze mi
litaire inrichting niet zonder belang was.
Doch dan blijft nog de quaestie van
de juiste regeling der verhouding tus
schen de militaire diensten en mili-
tijdens de cholera-epidemie, want met
Nieuwjaar ontving ik nog een felioi-
tatiekaartje van haar uit Hamburg."
„Hoe zag de vrouw er uit, die met
u medewerkte om mij uit mijne rech
ten te verdringen vroeg Jordan, bleek
van teleurstelling.
Balder haalde de schouders op.
„De toestand van opgewondenheid,
waarin gij verkeert, eischt veel vbq
mijne zelfbeheersohingmaar toch wil
ik u mededeeien, dat die vrouw lang,
mager en bijzonder ernstig was voor
haar leeftijd."
„Dan ben ik op een verkeerd spoor®,
mompelde Wilfred, en luid voegde hij
er bij „Maar tooh zal ik dit spoor
„Daarbij wil ik u van dienst zyn,"
verklaarde Balder.
„Gij vroeg Jordan met zooveel
onuitsprekelijke minachting, dat Balder
plotseling hevig kleurde.
„Ga mijn kamer uit gebood bij,
naar da deur wijzende. „Denk er aan
dat ge u schuldig maakt aan huisvrede
breuk, wanneer ge mijn huis niet ver
laat na de derde waarschuwing."
„Voor mijn part moogt ge waarsohu-
wen zooveel ge wilt," riep Jordan hoo-
taire geldelijke lasten en het burgerlijk
belang van hen die daartoe geroepen
worden een quaestie die vee! dieper
in het vraagstuk der Defensie indringt.
Dit op zichzelf zeker niet minder ge
wichtig vraagstuk blijft dus voorshands
aan da militaire heeren overgelaten,
om het straks by de definitieve regeling
wettelijk op andere wijze tot beslissing
te doen komen."
Staatsexploitatie van spoorwegen.
Het Kamerlid dr. Nolens schrijft in
de „Nieuwe Venl. Ct." dat als in de
agenda der Kamer geen verandering
gebracht wordt, deze binnenkort de
motie Bos betreffende staatsexploitatie
van spoorwegen in behandeling zal
nemea, an vervolgt
Principieels voorstanders van staats
exploitatie der spoorwegen kunnen zioh
ontslagen achten van het wikken en
wegen der talrijke argumenten vóór en
tegen voor hen kan het er hoogstens
op aankomen de argumenten der tegen
standers zoo goed mogelijk te ontzenuwen.
Voor allen echter die zioh in deze
aangelegenheid op het practiech stand
punt plaatsen en zich afvragen Wat
biedt in de gegeven omstandigheden,
alles te zanien genomen, de meeste
voordeelen met de minste nadeele?,
voor ben is is de zaak niet zoo heel
eenvoudig. Ze bevat verschillende ele
menten en het financieels element is
éen van de voornaamste.
De beoordeeling van dit laatste is
niet gemakkelijker geworden na den
pennestrijd die in den laatsten tijd daar
over gevoerd is met name tus6chen den
heer Treub en de directie van de maat
schappij tot exploitatie van Staatsspoor
wegen. In de nota van deze laatste
7, ordi beweerd, det de „sprekende spoor-
wegoyfere* van mr. Treub, die moesten
aantoonen dat uitstel van naasting milli-
oenen aan den Staat zou kosten, onjuist
zyn. Indien de Kamer voldoende debat
teerlust behoudt zal behalve de vragen
of het stelsel in 1890 bij de spoorweg-
overeenkt maten gevolgd (oonoentratie en
concurrentie) goed gewerkt heeftof
concentratie zonder concurrentie niet
beter zal zijn of als de exploitatie in
éen hand moet komen, dis hand de
band van den Staat moet zijn of de
meer of minder gegronde klaohten over
het bestaande vervangen zullen worden
door lofprijzingen op hetgeen er voor in
de plaats gekomen zai zijn, enz. enz.
ook deze financieels vraag beant
woord moeten worden. En voorzoover
de regeering zich in het debat zai men
gen, zal voor haar eea vraag van het
allergrootste gewicht zijn hoe kom ik
aan de vele miliioenen noodig om de
naasting eventueel tot stand te brengen
nend. „Ik blijf toch hier, totdat ik mijn
hart eens goed heb gelucht, totdat
hij weet, hoe ik denk over den man,
die zioh te mijnen koste wist te drin
gen in de gunst van een stervende.
Onderkruiper noem ik uEn onder-
kruiperij verschilt evenveel van eer en
billijkheid als de nacht van den dag.
Als ik ondanks mijn onuitsprekelijke
veraohting voor zulk bedryf u ter ver
antwoording riep, alsof ge een man van
eer waart
„Er uitriep Balder nu met fon
kelende oogen. „Ik neem uw uitdaging
aan. En
„Goed zoo, wij zullen vechten 1" riep
Jordan, hem met de vuist dreigend.
„Ge zult nader van mij hooren Is
Hij wachtte niet af wat zijn tegen
stander nog zou zeggen, de grond scheen
hem onder de voeten te branden daarom
snelde hij naar de straatdeur.
Juist sloeg hij de hand aan de deur,
toea er werd aangescheld. Het openen
det deur en het aanschellen geschiedde
in hetzelfde oogenblik.
Onverwacht stond Jordan tegenover
den heer aan wien hy gisteren by me
vrouw Von Karstenbrook was voorge
steld; doch toes was hg in zulk een
Het middel, door de voorstellers
aangeprezen om tot de naasting te ko
men, acht dr. Nolens niet gelukkig. Bij
motie maakt men alleen principieele
zaken uit, niet vragen van praetisch
staatsbeleid gelijk deze. Het ware beter
geweest, indien men te werk gegaan
was bij de vraag betreffende exploitatie
van mijnen door den staat.
Toen werd er een tijdelijke oom
missie benoemd van deskundigen
tot het g6ven van een technisch, ad
ministrntief en commercieel advies over
de vriag o.a. of mynvelden door den
staaf zouden worden geëxploiteerd. Dat
advies was toen de grondslag van het
wetsontwerp dat in 1901 wet is geworden.
En indien ze te sceptisch stonden tegen
een commissie, hadden m.i. de over
tuigde voorstanders van staatsexploi
tatie op veiliger wijze hun doel kunnen
bereiken door het indienen van een
wetsontwerp. Aan het mondeling debat,
dat su gevaar loopt enkel van acade-
mischen, specnlatieven, theoretisobea
aard te zjjn, was dan voorafgegaan een
schriftelijke behandeling. En de re
geering, die zich nu meer of min op
de vlakte kan houden, aan het aanne
men of verwerpen van de motie meer
of minder gewicht kan beohten, was
dan rechtstreeks in de zaak betrokken.
Misschien geven de voorstellers der
motie by naders overweging aan een
dezer beide middelen de voorkeur.
Voor hen staat weliswaar het oordeel
dat ze van de Kamer vrageo, vast.
Voor vele hunner medeleden is dat niet
hef geval en zal dat misschien ook na
een mondeling debat niet het geval zijn.
En deze zullen dan allicht niet de oude
schoenen willen wegwerpen, alvorens
ze overtuigd zijn dat de nieuwe passen.
In de piaafs van de behandeling der
motie zou dan kunnen komen öf wel
het voorste! tot het instellen eener
Staatscommissie, èf wei hot indienen
ven een wetsontwerp, waarvan de toe
lichting de namen van verschillende
onderteekenaara der motie bljjven er
borg voor niets aan volledigheid te
weneohen behoeft over te laten.
In beide gevallen zou de behandeling
een beteren grondslag hebben en zou
het doel dat de voorstellers der motie
willen bereiken, zoo al, dan in ieder
geval op veiliger wijze bereikt worden.
Fusie van de Frieiehe met d®
Hollandsere Christ.-Hist. partij.
„De Banier", het orgaan derFrieech
Christ.-Hist. party, deelt mede, dat de
aanvankelijke beginselverklaring, als
grondslag van fusie of samensmelting
der FrisBche- met- de Hollandsehe C-hr.
Hist, party opgemaakt, bij de aangeslo
ten kiesvereenigingen een gunstig ent-
gemoedstoestand, dat bij geen aeht had
geslagen op den naam of op de maat
schappelijke betrekking van dies beer.
Hij nam vlug den hoed af en wilde
hem voorbijgaan, zoo vlug, dat hij den
heer tamelyk onbeleefd ter zijde drong.
„Pardon 1" zeide hij nog in den haast,
en weg was hg.
Een beetje ontstemd sloot Höokner
de deur en stapte naar de kamer, waar
Balder was. „Goedenavond 1 Hebt ge
bezoek gehad van dien zonderlingen be
schermeling van mevronw Von Karsten
brook P" Hij stond onverwacht voor
meEn wat zag hij bleek 18
„Dat is een gek, en een gevaarlijke
gek ook," zei Balder, terwijl hy Höok
ner te gemoet kwam om hem de hand
te drukken. „Ik heb me zoowaar ach
ter de tafel moeten versohansen om
niet overvallen te worden. En toch ben
ik van nature niet strijdlustig, geloof ik."
„Och kom, malligheid 1" soberste
Höokner, terwijl hy zyn mantel een
plaatsje gaf.
„Er is volstrekt geen sprake van
malligheid 1 Hy heeft mij zooeven be
dreigd met duel en doodslag, omdat.
En hy verhaalde, hoe bij als secre
taris van den overleden oom van Wil-
baal heeft gevonden, en behoudens ge
ringe opmerkingen is goedgekeurd.
Op de vergadering, jl. Vrijdag door
de Friesche party gebonden, is een
conoeptprogram van beginselen op dien
grondslag, van elders Ingekomen, met
goedkeurend advies, ter tafel gebraebt.
Unaniem is geconstateerd, zonder na
dere op- of aanmerkingen, dat hiermede
wat de Friesche party aangaat, in be
ginsel, de overeenstemming was ver
kregen. Het moderamen van het Prov
Comité, bestaande uit de heeren v. E.
v. Heslinga, Ankerman en Kroese, is
afgevaardigd naar eea eventueel in
Holland te beleggen vergadering ter
nadere bevestiging, terwijl de andere
leden, alsmede de bestuursleden der
aangesloten kiesvereenigingen tot bet
bijwonen van die vergadering, op nader
te bepalen tijd, worden uitgenoodigd.
Ingevolge machtiging van H. M. de
Koningin is aan het pantsersohip, waar
van de bouw is opgedragen aan 's Rijks
werf te Amsterdam, de naam gegeven
van „De Zeven Provinciën".
Sen ksgalwersndi atef.
Door den heer Lorjé, fabrikant in
parapiuics, Nieuwandijk te Amsterdam,
is den minister van oorlog medegedeeld,
dat by meent de zekerheid te hebben,
dat door hem een stof is uitgevonden,
die hef doordringen van een kogel, af
geschoten uit een geweer, in het men-
schelijk lichaam zou beletten.
In verband hiermede is bepaald, dat bij
het 7e regiment infanterie met die stof
eene proef zal worden genomen, door
met het geweer M, 95 op een dooa,
gevuld met vorengenoemde stof, te doen
vuren.
Psnsiesafsais S. S.
Onder hef personeel der Staatsspoor
wegen cirenleeren lijsten ter teekening
betreffende bezwaren ea wensohen aan
gaande bet pensioenfonds dier Maat-
ecfaappy. Volgens het reglement van
het pensioenfonds, heet het in die
adresbeweging, wordt aan personen, die
meer dan 30 jaren lid van hef fonds
zijn en daaraan tot den dag van pen-
sionneering bobben bijgedragen, niet
meer pensioen toegekend, dan aan hen,
die 30 jaren aan het fonds gecontribu
eerd hebben men verzoekt derhalve
in die richting te willen werkzaam zyn,
opdat de bewuste bepalingen van dat
reglement spoedig mogen vervallen en
aan ieder een pensioen naar evenredig
heid zjjner bijdragen worde uitgekeerd
en daardoor het bestaande onrecht voor
hen, die de maatschappij hef langst ge
diend hebben, moge worde opgeheven.
Adressanten willen tevens onder de
aandacht brengen, dat de H. IJ. S. M.
aan haar gepensionneerden na 40jarigen
dienst uitkeert twee derden van het
gemiddelde van het in de laatste drie
jaren genoten salaris en aan de weduwe
fred Jordan den rijken brouwer Syl
vester Wittig, om zijne trouwe dienstèn
op diens sterfbed was aangewezen als
eenig erfgenaam, geheel tegen zyn eigen
verwachting, hoewel hij wist dat Wit
tig den zoon zijner zuster reeds lang
verafschuwde als een zedeloos, verkwis
tend en baldadig levend mensch.
„Zoo, zoo", mompelde Höokner, ter
wijl hij met een knikje het glas grog
aannam, dat Balder onder het vertellen
door, op een spiritus-koobstel had ge
reedgemaakt.
„Ja 1 En nu ontmoette ik gisteravond
bij mevrouw Von Karstenbrook dien
wraakgierigen man, zuiver bij toeval",
vervolgde Balder, terwijl hy tegenover
Höokner plaats nam in een gemakke
lijke n stoel. „Natuurlyk kwam hij van
daag my dadeljjk opzoeken. Het is, op
myn woord, een onaangename zaak.
Vrijwillig bood ik hem een aardige
som gelds aan als schadeloosstelling.
Maar weet ge hoe hij mij zijne dank
baarheid toonde F Hij toonde grooten
lust my te worgenalthans hy maakte
aanstalten om mij aan te vallen,"
„Zoo, zoo f Nu, laat u maar niet bang
maken 1"
(Wordt vervolgd.)