Quisisana.
J ET
vrniumam.
flto. 58.
46® Jaargang,
1908.
P
)de
&de
O
Maaodag
9 Maart.
gij tóze Coarast beiiGort egü Mjvo8£S0l.
taster} V i| le
BroalanMie heoshfeB:
itl fel. feiiipliii, i jjfftm Ji&iiii is
jSizttsk gltnluitj.
lig.
bel'gste en de
alle bestaande
ëdere knot is
gedeponeerd
\e Winkeliers.
per maand,
Badhuisstraat
|elden 's avonds
negea.
-aCBSLBS
3,23 c) en 6,15 d)
3,50 c) en 6,45
1,55 a) en 4,45
,23 en 6.15 d) h).
het vertrek var,
Neuzen vm, 8,30
3 en Neuzen
as, Barsselen en
|ot van 10.25 uit
i n van 16 April
9.5
6.51
8.21
9.51
8.18
7.25
8.48
10.1
f 9.33
7.33
f10.14
11
1110.50 11.2 j-U.l
1-Duitacbland, richting
M-Lage Zwaluwe.
6.17
6.3
7.16
7.47
8.1
,10.38
2.6
10.28
1.29
jll.40
3.9
12.38
3.42
12.54
3-58
1.10
U2
VLISSINGSCRE COURANT
Prijs per drie uiaandea 1 SO, Franco per post 2,50.
Afzonderlijks nummers 5 cent. M;n abonneert wieh bij alle Boek»
handelaren, Postdirecteuren of reffitstreeks bij den Uitgever
F. TAN DE TELDE dr., Kleine Ma*kt,
Verschijnt dageljjlts. uitgezonderd op» Son» en feestdagen.
ADVERTENTÏËNvan 1—4 re -ei; ƒ0.40. Voor h regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf v;in driemaa' jplaatsmg traelfde
idvertentie wordt de prijs slechts toemaa! berekend. Om®-; letters
«d clielié's naar plaatsruimte.
TelepliooBBummer 10.
Aitonn» ments-Advertentiën ®j> zeer -wdvdeeistr voorwaarden.
Wij zouden ons niet verantwoord
indien wij dit nommer ven ons
blad niot aanvingen met de betuiging
onzer innige bladschap over bat feit,
int onze geliefde Vorstin voor enkele
dagen zoo gelukkig ontkomen ia aan
een groot gevaar, dat Haar bedreigde
en waarvan de omvang Dauwelijks was
!e overzien.
Niet minder groot ia onze blijdschap
over de redding vaa ov.zen wakkeren
Prins Hendrik en van de trouwe die
naren van het koninklijk Huis, welke
bij het schokkend rooneel tegenwoordig
waren.
Over het ongeval zelf, aan de vor
stelijke personen overkomen, valt heel
weinig te zeggen. Wij zijn allen feil
baar, Gesteld dat Z. K, H., uit gewoonte
met vrij groote snelheid rijdende, iets
bespeurd had van de nadering der tram,
dan heeft hg eenvoudig de gewone en
zeer manechelijke dwaling begaan van
te meenen nog in tijds te kunnen pas-
seeren. Deza opvatting ligt geheel voor
ie band en schijnt bevestigd te wo-den
door de Bcbrifte'ijke verklaring waarbij
de Prins zich zeif van bet gebeurde de
schuld geeft.
Daartegenover staat dat de Prins,
door de onmiddelljjk betoonde tegen
woordigheid van geest, die hem snel en
roker deed handelen, persoonlijk ook
heeft medegewerkt om het vraeseljjk
dreigend gevaar af te wenden en, voor-
zoover een onheil toch niet geheel kor
worden afgewend, het tot de kleinst
mogelijke afmetingen te beperken.
Evenwel, de zeer duidelijk waarge
nomen feiten, leveren zonneklaar het
bewijs, dat dit alles niets gebaat zou
hebban, wanneer niet een zeer eenvou
dig man, aan wian, met vele anderen,
dagelijks vele menschen als het ware
hun ieven toevertrouwen, bewezen had
welk ontzettende kracht ien goede er
verscholen is in esn diepgevoeld plichts-
beeef, etn vrijwillige onderwerping aan
do tuoht en in dat kalme en toch snelle
handelen, dat wij gewoon zijn tegen
woordigheid van geest te noemen.
Immers, het ware zeer goed te ver
klaren wanneer iemand, die jaar in jaar
R-3S -5
.Behalve Davida zijn er nog twee
oudere kinderen geweest, een hoopvolle
zoon en een doobter. Die jonge dame
bezat een buitengewone schoonheid on
hok de aandacht van een hooggeplaatst
beer, die haar echter bedroeg. Haar
oroeder, de assessor Imhoff daagde den
verleider uit en werd in een tweege-
veoht gedood. De moeder stierf van
verdrietde vader verviel in een
toestand, die niet veel van krankzin
i'gbeid varsobilt."
,En wat wèrl er van het ongeluk-
meisje P" vroeg de blinde, vol
ling in het lot van Davida's
.Da vader heeft hi&r versfootsn. Zij
oost oaar het buitenland gevlucht zijn
daar als kunstenares werken. Het
uit, van den morgen tot den avond,
raat hetzelfde gevaarlijke speeltuig om
gaat, vooral wanneer hem daarbij immer
eenig onheil overkwam, tot eenige zorg
loosheid verviel, al were die slechts
daarin bestaande, dat hij niet steeds
gereed w?s om op de mogelijkheid van
eenig gevaar te rekenen. Maar hier
althans werd op die mogelijkheid wel
degelijk gerekend.
Er bertaan bij de openbare dienst
verrichting waarvan hier sprake is, en i
naar wij meenen hij alle andere goede,
en afdoende voorschriften, boe en op
welke wijze ta handen is, waaneer eenig
gevaar dreigt of kan dreigen. Maar het
baat niets, wanneer deze slechts op het
papier bestaan. Da gevers der voorschrif
ten moeten zich daarbij overgeven aan
de vrijwillige en nauwkeurige nakoming
ervan, door hen die deze voorschriften
hebben toe te passen. Wij noemen dat
tuoht en de eenvoudige wagenvoerder
van wien hier sprake is, wiens beelte
nis wij dezer dagen alom aanschouwen,
welke voortaan ook esne eereplaats zal
innemen in het koninklijk paleis, hesft
er een schitterend bewijs van gegeven,
dat hij de noodzakelijkheid van tucht,
als een onmisbaar element in den dienst
erkent.
En, ten derde, de tegenwoordigheid
van geest, die de tuoht doel deed tref
fen. Wij allen moeten ons Bleeds in
de maeht hebben en onze aandacht
nimmer ven iets laten afleiden, door
zaken daarbuiten gelegen. Wij moeten
steeds kalm blijven om te kunnen
handelen ea te handelen op het rechte
«ogenblik en zonder aarzeling, Dat is
noodig om gevaren te voorkomen en
onheilen af te wenden. Maar juist op
het oogenblik dat onverhoeds eenig ge
vaar dreigt, is het ook het moeilijkst.
Welnu, op- den voor een electrisch rij
tuig volstrekt oabeteekenenden afstand
van 3 of 4 meters, zag de wagenvoer
der een rijtuig voor zich opdoemen
hij moet, in een ondeelbaar oogenblik,
hebben waargenomen dat dit het Ko
ninklijk rijtuig was, waarvan de be
stuurder, het gevaar ziende, t en uitweg
zocht, die evenmin zonder gevaar was.
Hij zag dus wat er op het spel Btond,
ook voor hem. Toch blijft bij uitwen
dig volkomen kalm, voert in enkele
seconden al de voorschriften uit, zóó
als ze voorgeschreven zijn, voorkomt
op die wijze een hoogst waarschijnlijk
i
was ook bij de opvoering van een opera,
die mat een weldadig doel gegeven
werd, dat zij door hare sohooaheid ea
haar bekoorlijken zaag de aandacht van
dien beer trok."
„Arme vrouw!" sprak graaf Manfred
peinzend. „Hare schoonheid bracht haar
in het ongeluk, Hoe zou zij goweeBt
zijn f Vurig van blik, met zwart
haar, een Juno gestalte Of zacht
en blond, als de engel in wier nabijheid
wij mogen vertoeven 1"
Om de lippen van Ebhardt speelde
een eigenaardige glimlach. Hoe dikwijls
had hij den blinde reeds een beschrijving
vsn Davids's uiterlijk gegeven, streng
aan de waarheid gehouden maar te
vergeefs Da verbeelding van den
jongeling tooide het meisje, dat zooveel
aantrekkingskracht op hom uitoefende,
mot al de bekoorlijkheden, dia hij in
de vrouw zijner keuze vereenigd weuschfe
te zien. Ia de beteekenis die Manfred
daaraan hechtte, was Davida ook niet
zacht en feeder. Fier en lijdzaam was
zij, maar dr. Ebhardt geloofde, dat hij
nog nooit een karakter had aangetroffen
zoo vast en in zich zelf gekeerd ais het
hare Davida zou zich ook door het
zwaarste ieed wel laten buigen, maar
ontzettend onheil, stapt even kalm vna
hat rijtuig af, kciat da voorschriften
der beleefdheid na en verklaart als een
men, die de waarde en kracht dezer
verklaring op zu'k een oogenblik inziet,
dat bij geheel volgens de voorschriften
van den dienst had gereden.
Dat wbb mannelijk en even manne-
Ijjk, en zelfs koninklijk, was da ruiter
lijke verklaring, ia'er door een schrif
telijke herhaald sn bevestigd, dat niet
de bestuurder van bot tramrijtuig maar
juist die van het Koninklijk tijtuig
schuld had.
Een mooi oogenblik zouden wij zeg
gen. Ook een zser leerzaam oogenblik.
Het kloeke bandelen van den wagen
bestuurder Reder zal, zooals iedere
goede en eenvoudige daad, ODgetwüfeld
van blijvende waarde zijn. Wij verblij
den ons van harte in de achting, die
dezen man te beurt valt en in de er
kentenis van hei k'oeke van zjjn daad,
op welke wijze dit dan ook is geschied of
nog zal geschiedan. Wij zullen er ors
boven alles in verblijden, wanneer het
voorbeeld door hem gegeven, vele an
deren tot meerdere plichtsbetrachting
en tot oefecing in zelf beheers', hing
prikkelt, en tevens waDneer de gedachte
aan het ontzettend onheil dat het Ko
ninklijk buis en het gebeele vaderland
een oogenblik boven bet hoofd heeft
gehaDgen, maar dat even goed en eiken
dag anderen kaa treffen, tot meerdere
waakzaamheid zal prikkelen bij hea die
hooger staan dan wagenvosrders, en die
toch even goed plichten ta vervullen
hebben, die even zwaar wegen en nim
mer mogen worden verwaarloosd.
H. M de Koningin naar Engeland.
De Engelsebe bladen komen met het
bericht, dat H. M. de Kouingia van
den zomer een bezoek zal brengen aan
haar tante, de hertogin van Albany, te
Glaremont bij Esher.
Ofsohoon het een gewoon bezoek
geldt aan een familielid, is er sprake
van naar da Loadensebe correspon
dent van de „Birmingham Daily Post"
meldt, dat Hare Majesteit een offi
cieel bezoek zal brengen aan de City
van Londen, teneinde een adres in ont
vangst te nemen. Het is eveneens mo
gelijk. dat Hare Majesteit eeuige dagen
op Windsor zal logeeren, bij den koning
en de koningin van Engeland, voor Hare
Majesteit naar den Haag terugkeert.
Vermoedelijk heeft het bezoek in het
midden van Jnsi plaats, doch officieel
ia de datum nog niet vastgesteld.
Eeaige maanden geleden werd reeds
uit Londen gemeld, dat H. M. de Ko
ningin en Z. K. H. de Prins der Neder
landen in Juni naar Engeland zouden
gaan. Toen werd evenwel dit bericht
onmiddellijk uit Den Haag tegerge-
Rps-Varzskeringabank.
Naar het „N. v. d. D.8 verneemt
ligt het in het voornamen vaa minister
Talmu, weldra een omstandig onderzoek
iu ta stellen near de inrichting sn wer
king van de Rgke-verzekeringsbank.
Het blijvend gedeelte.
„Da Standaard" oordeelt dat minister
Sabron door zijn voorstel toont een man
te zijn.
Hij verdrinkt zich niet, als Staal, in
weelderige phraseologie, noch spriogt bij
als Van Rappard van den hak op den
tak, maar hij gaat recht op zjjn doel af,
en spreekt in daden uit, wat hjj als mi
nister voor de veiligheid van het land
onmisbaar acht. Naar zijn overtuiging is
ds mobilisatie, zoo daartoe moest worden
overgegaan, op dit oogeblik niet gewaar
borgd, en nu windt hij er geen doek
jes om, mear komt tot de Staten-Gena-
raal met de verklaring, dat in deze
leemte aanstonds moet worden voorzien.
Doch tegelijk toont hij 't belang van den
soldaat in het ecg ie houden, en looft
daarom een premie van hoEderdtwinii®
gulden uit voor elke-n infanterist, die zich
vrijwillig aanmeldt, om voorden duur der
beslaande gaping onder de wapenen te
bomen. Een financieels schade, maar <iio
niet voor zijn rekening komt, maar gele
den moet, om de zonder geld onherstel
bare fout van zijn voorganger te verfcete
ren. Dit ontwerp za! bij het volk en bij
het leger een goeden indruk maken.
Het leger zal er uit voelen, dat o-de
ia da verwarring zal gebracht worden,
en het volk zal er dankbaar voor zijn,
dat er nu blijkbaar weer geregeerd wordt
en geregeerd op uiterst humane wijze.
„Da Maasbode" meent: Men heeft in
aanmerking te nemen, dat het hier een
nood-toestand grldt. En zoo beschouwd,
mogen wij de oplossing, door het mi
nisterie voor dit netelige vraagstuk
gevonden, een gelukkige noemen.
De uiterste maatregel zal hopen
wjj, niet behoeven te worden toegepast.
Eb bij de haerschenöa werkloosheid
mog6n wij verwachter», dat hst wetsvoor
stel aaa meisigen vrijgelaten milicien een
welkome gelegenheid zal bieden, om zich
langs dezen weg voor het gemis van ver
dienstee schadeloos te stellen.
„Lank en Yolk" schrijft:
Toen het vraagstuk betreffende het
blijvend gedeelte aan de orde was,
niet laten ontmoetigen. Daze vastheid
van gemoed en hsar oprechte vroom
heid waren haar juist niet rost rozen
bestrooid levenspad.
„Och vertel rog nog eens, boa Davida
er uitziet, verzocht de graaf. „Ik ken
haar wel zonder haar ta zien zoo
ja, zoo alleen kan zjj wezen. Mijn ge
voel misleidt mij niet. Ik zie haar met
het oog van mijn gee.t; ik gevoel haar
aanwezigheid, ook als zij ver van mjj
tusEcnen haar geliefde bloeman vertoeft-,
die baar geur en poëzie bijzetten en
toeb. haar blanke vingers zoo dikwijle
bloedig kwetsen Tuinierster een
poëtisch beroep voor eon vrouw,zeker
gesproken, hebt ge gaiijk,
waarde dokterdat spreek ik niet tegen-
Maar toch, welk een tegenstrijdigheid
ligt er in de gedachte, rkt dit hoog
beschaafde, teedere, engelachtige meisje
werkt ais een schepsel uit de laagste
standen 1 Ach er zijn veel tegenstrijdig
heden op onze aards, zoo dikwijls als
volmaakt geprezen. Mear hoor
dokter was dat haar stem niet
De graaf was vlug opgestaan en boog
zieb voorover uit hst veneter.
„Zij is het", fluisterde hii. „Hoort gij
wel P Zjj leest haar vader voor. Aeb,
trsohtten de voorstanders van het be
houd dszer instelling den tegenstand ta
breken door de opmerking, dat men
hier te daon had met „een technisch-
militaire kwestie." Nu zijn de bordjes,
verhangen. Da voorstenders zitten aoh-
ter de regeevingetafel, de tegenstanders
de oppostie. De taktiek van de op
positie tegen Staal wordt nu gevolgd
door bet departement van oorloghet
blijvend gedeelte is onmisbaar voor de
mobilisatieeen technisch militaire
kwestie; leekan zijn onbevoegd. Het
blad wijst er op hoe het „Huisgezin",
dat destijds in verzet kwam tegen deze
methode ova aan de kritiek den mond
te stoppen, (haas schrijft: Dit raakt
een zuiver militair-technische kwestie,
waarover door Laken bezwaarlijk kan
worden geoordeeld en waarover mili
taire deskundigen verschillend oor-
deelen.
Het blad besluit met de verzekering
n'et gr dacht te hebban, det de nieuwe
ministers ds baan vrij zouden vin
den. Dat be!o:ft iets. Technisch tail-
Hoenen voor Amsterdam teehniscfa-
militaire kustverdedigingteehniseh-
militaire waterlinietechnisoh-militair
bepaalde oefeningstijd. De belasting
schuldigen. gelieven alvast een technisch-
militaire spaarpot klaar te zetter.
Het „Huisgezin" acht da vrWg der
overweging waardig, of hetgeen de mi
nister van oorlog voor de tweede ploeg
van het blgvend gedeelte der lichting
1907 facaft bedacht, niet in het vervolg
voor het geheels blijvend gedeelte kan
«orden toegepast. Het zal geld koeten.
Zeker. Stel, dat da twee ploagsn van
het blijvend gedeelte elk op een aterkta
van 5000 mas worden gebracht en dat
enp even «rroote premie als thans
f 120 wordt uitgeloofd, dan zullen
de kosten 12 ton bedragen. Van dit
bedrag moeten iotusEches de vergoedin
gen worden afgetrokken, dis thans aan
ie miliciens worden toegekend. Zeg
dus dat ds uitgaven met ©en millioen
zullen stijg» n Weku, deze com hebben
wij er wel voor over, om aan den druk,
dien het blijvend gedeelte thans oplegt
en die, krijgt minister Sa bron zijn zin,
weer zwaarder zal worden, een einde
te maken.
bij is gelukkiger dan wii. Maar door
den wind wordt het geluid hierheen
gevoerd, zoodat wij elk woord kunnen
verstaan."
„Er gaat een ©tills engel op deze
[aarde rond
Tot troost der menschenkinderan,
[wier harton zijn gewond
Tot zachten weemoed maakt bij 't
[snijdend leed,
Zijn raad isdraag geduldig, wat
[u hiar lgden deed."
„Ach, boe zijn die woorden op hear
i van toepassing!" risp de blinde uit,
j toen de laatste woorden weggestorven
waren. Als een engel van geduld ver
toeft zij laat in den nacht nog aan bet
bed van den grijsaard, om hem de
slapelooss uren te korten als een
engel van geduld helpt zij een blinden
vreemdeling de vreugdclooza dagin
door te komen Maar stil, ik hoor
haar weder."
„Niet bitter maakt het kruis, en
[zacht
't Gemoed van hem, die Liefdes
[leven kent,
Vacaturs Hecgs Raad.
De volgende ljjst vhn aaubevaling
van zes candidafen is door den Hoogea
Raad aan de Tweede Kamer ingezon
den, teneinde daarop te kunnen acht-
slaan by het maken der nominatie voor
de vacature van een raadeheersplzats,
ontstaan door de benoeming van den
raadsheer jhr. Er. P. R. Faith tot vioa-
preaidentI. Mr. F C 't Hooft, raads
heer in hst gerechtshof te Arahsm. 2.
Mr. C. Krabbe, raadsheer in hot ge
rechtshof te 's Gravenbage. 8. Mr. J.
A. A, Bosch, raadsheer in het gerechts-
Maar wee dengeen, die Liefdes macht
Nier schat ea harr den rug toewendt 1
Eén hart ia daar, dat waskt als
[hoeder
En troostend zich erbarmt ais eau
[moeder
Ontroerd luisterden beide heesea near
die troostrijke woorden, toen sloot ör.
Ebhardt de vensters.
„Ik vind dat het koel wordt, Man
fred En het is al laat ook. Zal ik
Jozef roepen
„Het is, alsof er een berg op mijn
borst drukt", antwoordde de blinde,
terwijl hij mat een zucht in zijn stoel
zonk. „Ik zie er tegen op naat bed te
gaan. Maar eenmaal moet het er toeh
toe komen. Nu, goed dan, trek maar
aan da schel."
De dokter stond op en ging naar de
deurdoch voor hij de schel bad be-
reikt klonk er eea gillende smartkreet
en nog een en toen volgde er een
gestommel, geraas en gerinkel, dat het
huis er van sofaeen te dreunen.
De bediende kwam aansnellen. Hg
was zeer bleek, de knieën knikten bom
onder het Ijjf.
1 (Wordt vervolgd.)