1908.
Zaterdag
22 Februari.
BsoiakiifeÉo berichten,
mntLEiotf.
Ho, 45
463 Jaargang»
0
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maande» 3 30. Fïaneo per post 2,50.
Afzonde.'lijka nummers 5 cent M ,n abonneert wieh bij a'le Riek.
handelaren, Postdirecteuren of re ihtstreeks bij den U i tgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Maikt
mi
ADYERTEN'TIËNvan 1—4 rege& 0.40. Voor &h m regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf vun driemaa' plaatsing Weizelfde
wlvertentie wordl de prijs slechts tweemaal bereken L Groofe letters
n cliché's naar plaatsruimte.
Verschuilt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Miaistsr Talma.
J)e bekwame Haagscbe redacteur van
het „Hbl.", da heer C. K. Elout, heeft
jn zijn rubriek „De HeereB ia dan
Haag3, met zijn vaardige pen een por
tret geteekend van den nieuwen mi
eister van landbouw, handel en nijver
heid, den heer A. S. Talma.
Waar de heer Talma hier in Vlis-
singen zoo algemeen bekend ia en van
«ja verblijf te dezer stede zulke aan
gename herinneringen heeft achterge
laten, zal het velen onzer lezers wel
jnteresseeren iets te vernemen uit dat
zoo aangenaam geschreven artikel.
De heer Elout schrijft dan o. a.
Toen de drankwetswijziging bij de
Kamer inkwam, werd de heer Talma
gekozen tot voorzitter van de Commissie
van Rapporteurs en in die functie toon
de bij bet gansche uiterst ingewikkelde
onderwerp zoowel in 't praotisehe als in
het teehnisch-juridisehe volkomen te
beheersöhen, zoo volkomen als geen
ander in de Kamer Minister Kuyper
niet uitgezonderd. Dat bij toen nochtans
niet zoo hoog een positie heeft weten
in te nemen als de heer da Savornin
Lobman, toen deze voorzitter was van
de C. v. R- over de straf- en tucht
wetten en daarbij de leiding van de
Kamer had, dat scheen te wijten aan
zijn al ie groeten eerbied voor den heer
Kuyper die hem wat zelfstandigheid
van houding soheen te doen verliezen
na een eerste kleine botsing met dien
minister in den aanvang van de beraad
slaging. lij trad toen, na die kleine
botsing, inderdaad allengs meer op als
„de natuurlijke steun van de Regeering"
waartoe dr. Kuyper hem had opgemaand
maar verloor daardoor wel wat ge-
zag als leider der discussie jegens de
Kamer.
Doch bet is vooral in arbeidszaken,
dat de heer Talma, redacteur van „Pa
trimonium8 en daardoor gestaag in
geestelijke aanraking met 't leven van
den arbeid, zijn volle kracht en kennis
heeft getoond.
Dat deed hem onder dr. Kuyper be
noemd worden tot lid van de Staats-
oommissie voor het spoorwegpersoneel
en onder het ministerie-De Meester tot
voorzitter van de Staatscommissie voor
het tramwegpersoneel. Het maakte het
eveneens haast van zelf sprekend dat
hij een der rapporteurs was over het
Arbeidscontract. Ook van arbeidsverze-
kering bleek de heer Talma herhaalde
lijk uitstekend op de hoogte.
Geen wonder waarlijk (al schijnt het
eenige verbazing te hebban gewekt bjj
wie dezen afgevaardigde niet goed heb
ben gevolgd) dat de heer Heemskerk
voor het departement, dat bij ongeluk
en door gebrek aan beeldenden zin bjj
wie het schiepen,met den rafelnaam van
„Landbouw, Nijverheid en Handel8 is
betiteld, maar dat wel „Arbeid" heeten
Naar het Engelseb.
29.)
Daar het voor mij een vraag van leven
®°°d was, in die woning binnen te
otnea, besloot ik er binnen te dringen
onversohillig of ik door een deur of een
raam binnenkwam, en of ik wettige of
onwettige middelen daartoe moest ge-
li't k' 0a ^eur ^us g33l0'en was
e,, O'S met alle macht er tegen
honeDj 80'100,J ik nu veel zwaarder
«f„.t 'oen' was 'n dier. tijd een
R SeBPlerd man. Door den hevigen
^6r<^ kram waar de ketting
u®''gsmaakt was, uit de deurpost
soVif-OT. V daur week met een slag
vastbe8]' t 80 viei voorover in huis,
wslknm ®n f te b!ÜTOn> mocht
™kom zp 0f niet<
mocht de keuze van zijn voordracht
vestte op dezen afgevaardigde van nog
geen zeven Kamerjaren, op ds. Talma.
Als men iemand, wien hij geheel on
bekend zou zijn, mocht vragen (na hem
in zjjn doen en spreken in de Kamer
een uurtje te hebben laten waarnemen),
waarvoor houdt ge hem 't meest, voor
een dominee of voor eea acteur, dan
zou toch, wedden wij, 't antwoord luiden
voor een acteur. Van den dominee
niets in hem. In dr. Kuyper was de
dominee reeds nauwelijks kennelijk
meertoch mocht er in zijn deftigheid
soms nog iets van den kansel zweemen.
Maar wat is er, in dezen predikant
die trouwens immers nooit tot de „do-
leerenden" behoord heeft, maar in de
„Groote Kerk" gebleven is, niet waar
dat aan zijn ambt herinnert Het
gladgeschorens van zijn facie wekt,
onder 't kortgeknipte, tamelijk steile
haar, bij zijn gedragingen veeleer de
evenbeöoelde tooneelgedacbten met zijn
donker wezen kan hij soms doen den
ken aan een Jago, in 't Romeinsche van
zijn schedel en vooral van zijn profiel
en in 't machtige van zijn stem aan
eenei Caesar. Het breed-gemakkelijke
van zijne bewegingen, het Haagsch-
geaffecteerde van zjjn uitspraak waar
ter wereld deed hij al die Haagscbe
klanken op nog voor hg in Den Haag
kwam wonen geven hem iets van
een geroutineerden Labemann, van een
salongast, die een groot aplomb gekre
gen heeft alleen door 't vele uitgaan.
Maar in hem is noch iets van den
Jersmias-toon des heeren Schokking,
noch iets van het afgepast gesteekte van
den heer De Visser, noch iets van het
braaf-nsïsve van een Brummelkamp,
noch iets van een Nuts-rhetorische van
een Roessingh, noch ook iets van 't naar
zalving zweemende pathetische eens
Kuypera in diens hoogste peroraties.
Ais men dezen politieten realist zoo
ziet ea hoort en dan bedenkt dat hij
„gestaan" heeft onder andere te Heinen-
oord terwij! men toch ten platten-
lande nog zoo algemeen niet roept
„Verlos ons van den preektoon, Heer 1"
dan lijkt het wonderlijk dat daar
die bravelingen 't zóu lang konden stel
len met zulk een jong measch van
zulk een Haagsehen aanleg. Of hij moet
toan nog anders zijn geweest en 't zij
in Vlissingen, 't zij in Arnhem, preek-
galm ef- en „swellMoon aangewend
zich hebben.
Die affectatie van zijn uitspraak is
allengs zoo met zijn wezen ssamge-
groeid, dat men haar nauwelijks affec
tatie meer kan heeten. Ds heer Talma
spreekt van „zhggen", even natuurlijk
ala een ander van „zeggen" en van
„witen" en „given" even gewoonweg
als een ander van „weten" en „geven".
Zijn mond is er naar gaan staan en
die a van „zkggsn" en die „i" van
„witen8 en „given" zijn zelfs typeerend
voor twee van zijn stemmingen die zóo
ver van elkaar liggen dat ze min of
HOOFDSTUK II.
De deur, welke ik had opengeram-
ineid, was recht tegenover een keuken,
zoodat ik ofschoon niet op waardige
wjjze, nl. op handen en voeten binnen
gekomen, mg in het midden van het
vertrek bevond, voordat da man en de
vrouw van achter de deur te voorschijn
kwaaien, waar zij door mijn goedge-
slaagden aanval tegen den muur ge
drongen waren. Ik stond op en keek
hen aan. Zij waren een paar gewone,
goedgekieede boerenmenschen. De man,
een krachtig gebouwde kerel, keek mij
met een zuur gezicht aan, en, naa" ik
begreep, stond hij te bedenken wat hij
doen zou.
Goede lieden, zeide ik, gij gedraagt
u op een hoogst ongepaste manier.
Begrijpt gij niet, dat ik u goed wil
betalen voor al de moeite, die ik u
veroorzaak Of gij het echter goed vindt
of niet, ik blijf van naoht hier. Het zou
niets anders dan een moord zijn, mij nu
buiten de deur te zetten.
Dit zeggende trok ik mijn overjas uit
en streek de sneeuw van mijn knevels
weg. Ik geloof wel, dat mijn flinke
houding zoo we! als mjjn fatsoenlijk en
Telephoonnummer 10.
meer ais uiterste grenzen van ziin par
lementair wezsn kunnen galden vast
beradenheid en een ietwat coquette be
scheidenheid.
De schrijver eindigt zijn zeer lezens
waardig artikel aldus
Zoo staat hij daar nu achter de
ministerstafel, deze politieke strijder,
als een jonge krachtfiguur, wiens werk
lust en wiens geestesgaven hom een
werker in 's lands wijngaard kunnen
maken, nadat bij tot nu toe strijder is
geweest op 't slagveld der partijen.
Het rustig-jonge, het onversaagde in
hera trekt aan en zou ook bij den te
genstander .veel en gul vertrouwen in
hem wekken, ware 't niet, dat er veel
duister politieks is in zjjn wezen dat
tot argwaan stemt. Intussohen zóo ver
politiekt is hg allicht nog niet of 't
ambt en de verantwoordelijkheid waar
toe bij nu geroepen is, vermogen hem
misschien te ontrukken aan 't partgspel
ea haai op te heffsn tot het hooger
landsbelang. Wiens eerzucht hooger
strekt dan tot een tijdelijk partijsucces,
die weet zich uit partijband los te wik
kelen zoo vaak die te erg blijkt voor
wat eens de historieschrijver goed zal
kunnen heeten. Toen dr. Kuyper optrad,
wachtten wij van hom de blijken van
zoo'n hoogere eerzucht, meenden, dat
hg nationaal zou pogen te regesten.
Maar een nationaal minister is dr. Kuy
per niet geworden, wellicht zijn de om
standigheden hem de baas geweest en
had hij, op ziin leeftijd, haast om te
oogsten.
De omstandigheden waaronder de heet
Talma optreedt, zijn heel anders, zijn
veal gunstiger voor nationaal regeeren.
En bjj staat in zijn volle levens
kracht. Hij heeft bij na een hal ven men -
schenleeitijd, heel een generatieduur,
voor zich.
Dat en zijn voorzichtigheid doet
hopen, dat hij ais minister minder dan
als Kamerlid, pclitiek partijman zijn
zal. Ea dat hij, geloovïg ook in 't sla
gen van wie geen succes forceeren wil
maar rustig werkt en op den uitslag
wacht, wel zal bedenken
Zij die gelooven, haasten niet.
Aboimfments-Advertentiën op zeer wordeelipr voorwaarden.
quaestia van het kiesrecht tot oplossing
wil brengen, zijn daar nog andere vraag
stukken, welke bij eventueels herzie
ning onzer hoogste Staatswet de aan
dacht vragen.
Het was een fout der vorige regee
ring, dat zij de taak der door haar
ingestelde commissie van onderzoek tot
enkele punten beperkte. Aldus werd een
zeer onvolledige voorbereiding verkre
gen en bleef veel buiten beschouwing,
dat een ernstige bespreking had ver
diend. Onnoodig lijkt het ons hierover
thans in nadere bijzonderheden te treden.
Maar wel meenen wij te mogen ver
wachten, dat, wanneer weder de naam
Heemskerk aan een Grondwetsherzie
ning mocht verbonden worden, die her-
zinging breeder van omvang en rijker aan
voorstudie zai zijn, dan door hst kabinet
van mr.Borgesius'-formatie werd bedoeld.
Grondwatsherzismng.
Onder dit opschrift schrijft het „Gen
trum" Dat het tegenwoordig kabinet
da grondwets-herzienings-voorstellen der
vorige regeeriDg zal willen noch kunnen
handhaven, laat zich begrijpen. De
blanco idee, welke aan die vooratellen
ten grondslag werd gelegd, heeft men
rechts nimmer geaccepteerd en ook links
vond zij bestrijding. Zelfs het ministerie
Da Meester zou er niet in geslaagd zijn
de blanco leus tot een Grondwets-arti-
kel te verheffen, en de heeren Heems
kerk c. s. zullen natuurlijk geen de
de minste poging doen in dien zin. De
revisie-voorstellen gaan dus van da baan,
maar daarmede verdwijnt niet elk uit
zicht op herziening. Want behalve dat
men ook ter rechterzijde de eindeloose
krachtig voorkomen indruk maakten op
mijn onwilligen gastheer en zijn vrouw.
Hoe dit ook zij, de lieden maakten geen
verdere tegenwerpingen. Terwijl de
vrouw de deur sloot, waar de sneeuw
vlokken door naar binnen dwarrelden,
zei de mam „Wel, ge zult den naoht
op een stoel moeten doorbrengen, Wij
hebben hier geen bedden voor vreem
delingen, voo/al niet voorongewensohte
gasten."
- Heel goed, vriend, nu de zaak
geschikt is, kunt ge u nog verdienstelijk
maken ook. Ga naar buiten en breng
mijn paard onder dak, en geef het wat
te eten maak een slobbering als ge kunt.
Na aan de vrouw vluchtig eea waar-
schuwenden blik te hebben toegeworpen,
stak mijn zuur-ziende gastheer een
lantaarn aan en ging heen om de hem
opgedragen taak te verrichten. Tevreden
liet ik mg in een armstoel neer en
warmde mij hij een helder brandend
vuur. Het vooruitzicht, dat ik den nacht
te midden van zooveel ongerief zou
moeten doorbrengen, was niet aanlok
kelijk, maar ik had ten minste een dak
boven mijn hoofd.
Hoe lomper de mensehen zijn, hoe
geldgieriger zjj in den regel bljjken te
öhr. Histerisehe partij.
Woensdag is te Utrecht een vergade
ring van deze partij gehouden, welke
geleid werd door prof. dr. S. D. van
Veen.
De heer Van Koetsveld hield een
rede over propaganda en organisatie.
Achtereenvolgens werd behandeld de
propaganda door het geschreven woord
(kleine geschriften, strooibiljetten en
pers) en die door het gesproken woord
(huisbezoek, lezing en debat). Aan
gaande organisaiie stelde ea beaut
woordde spreker de vragen hoe most
eene goede organisatie zijn, wanneer,
waar, hoe en waarom moeten wjj ons
organiseeren Personen uit verschillende
plaatsen verklaarden ziek bereid te
trachten kiesvereenigingsn te vormen.
Een voorloopig comité wordt aangewe
zen, dat zich belast met de organisatie
ia de provincie, tot zoolang er een pro
vinciale kiesvereen. ia gevormd. Aan
de Comm. van Advies zal eene motie
gezonden worden, voorloopig niet voor
publiciteit geschikt.
Isa motie.
In de „Stand," wordt medegedeeld,
dat door het bestuur van de anti-revo-
lutionnaire kiesvereeniging „Nederland
en Oranje" te Moordrecht de volgende
motie in de ledenvergadering is inge
diend
„De anti-ievolutioanaire kiesvereeni
ging „Nederland en Oranje" te Moor
drecht, van oordeel, dat door het optre
den der anti revolutionnaire „Rotter
dammer" tegenover het beleid der partij,
het belang onzer partij niet wordt ge
diend, maar veleer wordt geschaad, om
dat haar vinnige artikelen, bjjv.„De dood
deranti-revolntionnaire partij", eensdeels
verdeeldheid brengt in da partij zelve,
en anderdeels den vjjacden buiten de
partij gelegenheid geeft zich over ons
vroolijk te maken, spreekt in deze ver
gadering haar innig leedwezen en af
keuring uit over deze onbroederlijke
houding der antirevolutionaire „Rotter
dammer".
wezen. Mijn gelofte van een ruime
belooning was niet zonder uitwerking
gebleven bij deze zonder'ioge inensehen,
wier weigering om mij een schuilplaats
te verleenen mijn leven zoo zaer in
gevaar had gebracht. Zij stemden er in
toe mij wat thee en eenig voedsel te
vereehaffsn. Nadat ik dit gebruikt had,
bracht de man een flesoh jenever op
tafel. Wij vulden onze glazen en ik
zette mij met de pijp in den mond op
mijn gemak neer, om zoo rustig mogelijk
den nacht door te brengen, in mjjn
harden houten stoel.
Op miii: reizen had ik zonderlinge
lieden ontmoet, maar ik aarzel niet te
zeggen, dat mijn gastheer d® onvrien
delijkste, koppigste en lompste mensch
was, dien ik ooit ontmoet heb. Niettegen
staande hij mij voor weinige oogenblik-
ken zoo slecht behandeld had, was ik
dadelijk genegen om op een vriendsehap-
pelijken voet met hem te komen, en
deed verscheidene pogingen om met hem
een gesprek aan te knoopen, De lomperd
antwoordde slechts met een enkel
woord, of hij antwoordde in het geheel
niet. Ik deed daarom geen verdere
poging en zat zwijgend te rooken en
naar het vuur te kjjken, terwjjl mijn
Werkksztm ts Amsterdam,
In de week van 12—19 Februari
'e middags 1 uur zijn by den penning
meester van de commissie voor de
werkloozen te Amsterdam giften inge
komen (waaronder de reeds verleden
week vermelde f 5000) tot een bedrag
van f 13,200, waardoor het totaal aan
giften en toezeggingen thans is geste
gen tot ruim f 184,000.
Weddenschappen bij wedrennen.
In de gisteren gehouden zitting van
den gemeenteraad te Rotterdam toonde de
meerderheid zich zeer ontstemd ten op
zichte van de aldaar gehouden wedren
nen met daaraan verbonden wedden
schappen. Men kon zich dan oak niet ver
eenigen met het voorstel vacB.en W,,om
de huur van het daarvoor gebruikte ge
meente-terrein nog met twee maanden
te verlengen. De raad verklaarde zich
daartegen met 21 tegen 16 stemmen.
Door wijten mej. H. P. H. Roghaii*
te Rhenen is vermaakt aan de Diaconie
der Ned. Herv. Gem. aldaar een in
schrijving Grootboek 21/i> pCt., groot
f 10,000, waarvan de renten moeten
gebruikt worden tot het verstrekken
van versterkende middelen enz. aan
behoeftige zieken en herstellenden bin: en
die gemeentevoorts aan het prat.
Bestedelingcnhuis f 5000 en aan de Ohr.
Bewaarschool f 500, alles vrij van suc
cessierechten.
Vlissingen.) 81 R'eai",
ST. ODILIA.
De L'io-Vei'eeniging gaf gisteravond
eene uitvoering ia de Concertzaal op da
Groote Markt. Als eenig nummer ver
meldde het program „St. Odilia",
muzikale legende voor gemengd koor,
soli, declamatie en levende beelden, door
August Reiser.
Wat het muzikale gedeelte van deze
legende betreft, meenen wij al dadelijk
te mesten opmerken, dat er weinig
pakkends in is. De muziek kenmerkt
zich door eeno sombere eentonigheid,
die slechts op ééne plaats een zeer mooi
effect had kunnen teweegbrengen, maaE
waarvan de indruk te loor ging door te
weinig voordracht, een gevolg hoogst
waarschijnlijk van het niet volkomen
ernstig opvatten van den tekst in ver
band met het zaer fraaia tableau, dat
vooraf ging. Wij bedoelen hier hst
Requiem aeternum, een van de pak-
keiadste momcatea in de legende, waat
zeifs het glotkoer, hoe verheven ook,
vermocht niet de koelheid eenigeroiate
tot warmte te brengen. Voor het g3heele
koor was ons dit nummer niet zoo
daokbaar sis bijv. „Sé. Elizabeth".
De solo partijen werden vervuld door
leden van de Vereesiging. Da jonge
dame, die in deze het leeuwenaandeel
had, zal ondervonden hebben, dat één
gedachten bezig waren met iemand, die
ik des morgens op het Lillymeer ontmoet
zou hebben, als die verwensehte sneeuw
buien slechts waren weggebleven.
De staande klok, die bij alle lieden
op het platteland onvermijdelijk een
hoek van de keuken inneemt, sloeg
negen uur. De vrouw stond op en
verliet ons. Ik veronderstelde, dat zij
naar bed ging.
Wanneer ik mij daar niet in vergiste,
dan benijdde ik haar. Haar echtgenoot
gaf een taeken waaruit was op te maken
dat hjj ook zou heengaan. Hij zat nog
tegenover mg bij het vuur. Ik was
vreeselgk vermoeid. Ds harde stoel, die
mij een paar uur geleden al het gemak
scheen te bieden, dat ik kon verlangen,
bleek nu al zeer slecht te voldoen aan
de eischen van gemak, die ik terecht
zou mogen stellen. Mijn slecht gehu
meurde gastheer had in stilte voortdu
rend zitten drinken, missehien had de
drank hem wat beter gestemd en vat
baar gemaakt om reden te verstaan.
(Wordt vervolgd.)