Dinsdag
18 Februari.
No. 41.
46e Jaargang.
1908.
FEUILLETON.
gemeentebestuur.
bekendmaking.
toanlanfeche herichten.
VLISSIMSCHE 101 RUT
Prijs per drie maanden 3 30, Franco per post 3.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. M sn abonneert zich bij a le li je A
handelaren, i'ostdireeteuren of re litstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Maikt,
ADYERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Toov èhm regel
meer 10 cent. -- Bij directe opgaaf van driemaa' plaatsjcg eferzeliBe
idvertentie wordt'de prijs slechts twee maal bereken. L Groote letters
rn cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliooiunimmer 10.
Abonnt ments-Advertentiën op zeer foordeelis e voorwaarden.
Kamers van Arbeid.
Burg. sn Weth. van Vlissingen
brengen ter aigemeene kennis
dat de op heden door hen vastge-
jteliie kiezerslijsten voor de Kamers
f9n Arbeid voor de Metaalbewerking
en voor de Bouwbedrijven ter secretarie
dor gemeente voor een ieder ter inzage
nedergelegd zijn en dat tegen betaling
der kasten afdrukken daarvan verkrijg-
baar zgn.
Bezwaren tegen die lijsten kannen
binnen veertien dagen na heden inge
diend worden bij heeren Gedeputeerde
gtatsn van Zeeland.
De bezwaren kunnen ontleend zijn
aan bet feit, dat de naam van den
verzoeker of van een ender, in strijd
met de bepalingen der wet op de Kamers
van Arbeid of van het kiesreglement
voor die kamers, daarop voorkomt, niet
voorkomt of niet behoorlijk voorkomt.
De bezwaren kunnen op ongezegeld
papier gesteld worden.
Vlissingen, den 16 Februari 1908.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretarie,
WITTE VEEN.
BRANDWEZEN.
Verandering in het personeel
der brandweer.
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen ter aigemeene kennis
dat bg bun besluit van 15 Februari
.908, op voordracht van het bestuur der
i Brandweer, benoemd zijn
I, tot adjunot opperbrandmeester de
leer C. DOMMISSE TCz
II. tot 2de brandmeester de heer
A. HU80N.
Vliaaingen, 17 Februari 1908.
Burg. en Weth. voornoemd,
TAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris,
WITTE VEEN.
Be Eijkemiddelen.
In de „Staatscourant" van Zaterdag
verscheen het overzicht van de opbrengst
der Rijksmiddelen over de maand Janu-
sri 1908, Er blijkt uit, dat door 's Rijks
eobatkiet werd ontvangen een bedrag van
"1,809,085.5 9 5 tegen f 10,976,539 97E
ia Januari 1907. Dit is dus f 167,456.38
minder.
Geen groote verschillen tuesohen beide
Manden trekken de aandacht. Wel moet
opgemerkt worden dat het aantal der
middelen, 't welk ditmaal minder op
bracht dan verleden jaar grooter is dan
dot, 't welk meer opleverde. Daarom kan
deze maand Januari niet worden
gezegd dat zij het jaar mooi inzet.
Naar het Engelsoh.
25.)
ban had hij in zijn voordeelhet
'oorgenomen huwelijk ver beneden den
rang yan myn Vriend ten tweede het
aannemen van een valechen naam de
belachelijke of schijnbaar belachelijke
beschuldiging tegen zijn bloedver
want verder nog de moord bedreigingen,
bet afrossen van den particulieren
detective, die hem een rapport bracht,
hetwelk voor ieder, die Madeline Rowan
"et kende, volstrekt niet valech kon
oehgnen. Ongerekend wat-bij een kruis-
'erhoor nog uit mg geperst kon wordeD,
ad Ralph Carrieton veel in zijn voordeel,
ik wist, dat mijn vriend jaren lang,
b ,m',BS0':'en zij° geheele leven in een
Mioht zou moeten blijven, wanneer
9 eenmaal in de macht van Ralph
Gevolgtrekkingen daaruit te maken zou
echter voorbarig zijn.
Met uitzondering van de bedrijfsbe
lasting hielden de directe belastingen
zich goed. Doch de invoerrechten gaven
een mindere opbrengst. Ook de accjjnzen
in hun geheel bleven beneden het vorige
jaar, al leverden de suikeraccijns en die
op het zout iets meer op. De indirecte
belastingen waren een weinig hooger,
vooral door een meerdere ontvangst van
successierecht. Van de overige middelen
valt slechts op een stijging te wijzen in
de opbrengst der posterijen, dooh de
andere, o. a. de Rijkstelegraaf en de
loodsgelden, konden het cijfer van ver
leden jaar niet balen. Ook valt op te
merken, dat Januari 1907 haar hooge
ontvangst vooral had te danken aan de
successierechten, die nu nog wel iets
hooger zijn dan verleden jaar, maar
toen ook reeds f 228 000 meer hadden
opgebracht dan in de oorrespondeerende
maand van 1906.
In Januari 1908 werd meer ontvan
gen dan in Januari 1907 op de volgende
middelen het daarachter genoemde be
drag de grondbelasting f 43,000, het
personeel f 12,000, de vermogensbelas
ting f 11,000, de Buikeraceijns f53,000,
de zoutaocgns f2000, de registratie
rechten f 12,000, de successierechten
f34,000, en de posterijen f 4000.
Minder leverden op de bedrijfs
belasting f 31,000, het recht op de
mijnen f1666, de invoerrechten f83000,
de wijnacoijss f8000, het gedistilleerd
f117,000, bier en azijnaccijas f25,000,
het geslacht f25,000, gouden en zilveren
werken f 6000, zeg' Ireehten f 2000,
hypotheekrechten f 2000, domeinen
f2000, rijkstelegraaf f3000, loodsgel
den f 30 ÓOQ en Staatsloterij be jacht
en viechakten onbeteekenende bedragen.
(,N. Of)
Het nieuwe Kabinet,
De „Ned." hoopt het nieuwe kabinet
als eea bevriend kabinet te magen be-
groeteo, omdat hij het voor een beslist
christelijk kabinet houdt, evenzeer als
het kabinet-Mackay en het kabinet-
Kuyper.
Nagaande, welke onderwerpen in de
eerstvolgende jaren aan de orde zullen
moeten komen, dan kan het blad niet
begrijpen waarom voor die onderwerpen
geen meerderheid te vinden zou zijn. Dit
moet natuurlijk worden afgewacht. Voor
een groot deel zijn de thans hangende
wetsontwerpen afkomstig van het ka
binet Kuyper. Do gewichtigste daarvan,
die op sociaal gebied, dragen zeker niet
een „epeoifiek-anti-revolutioriair karak
ter", zijn integendeel, volgens de beken
de verklaring van dr. Kuyp6r zeiven,
meer afkomstig uit den hoek van het
staatssocialisme, Er zijn er daaronder
waartegen, naar wij vernamen, bg on
derzoek vrij algemeen bezwaren gere
zen zijn. Omwerking zal derhalve noo-
dig zgn, onverschillig wie de rol van
bewindsman vervult.
kwam. Ik was daarom zeer bezorgd
en ongerust.
En mijn ongerustheid omtrent Car
rieton werd nog bijna geëvenaard door
mijne bezorgdheid over het lot van
Madeline. AI wilde ik, ter vermijding
van twistgesprekken, ook Carriston's
ongerijmde overtuiging, dat haar tot
heden geen lichamelijk letsel was aan
gedaan, voor waarheid aannemen, dan
stond het tooh bij mij vast, dat zij met
haar gevoelig temperament zeker de
scheiding van haren verloofde evenzeer
gevoelde als bij de scheiding van haar.
Eens of tweemaal trachtte ik mij gerust
te stellen door mij zalven diets te
maken, dat ik onverschillig was omtrent
den loop der zaken weer een andere
maal trachtte ik mij zelyen de overtui
ging op te dringen, dat men in onze
dagen een jonge dame niet kon laten
verdwijnen dat zij uit eigen vrgen wil
was heengegaan dat iemand te elfder
nur haar genegenheid voor Carrieton in
afkeer had weten te veranderen. Maar
ik braoht het niet zoover, dat ik het
geloofde. Ik stond alzoo voor een moeie-
Ifjfe op te lossen vraagstnk.
Wanneer Madeline niet uit eigen
vrgen wil gevluoht was, dan had iemand
Wel vorre van te meenen, dat dit
kabinet in een uiterst moeilijke positie
verkeert, dunkt ons zgn positie niterst
gunstig.
„Geenszins omdat het vertegenwoor-
dige*s" van de drie partijen van rechts
in zijn midden heeft. Ministers verte
genwoordigen geen partijen, en kabinet
ten die z'eh als zoodanig beschouwen,
bevorderen niet het wezenlijke landsbe-
De gunstige positie ligt voor het blad
hierin, dat in het algemeen het kabi
net veel geestverwanten vindt in de
Kamer dat het een, uit twee kabinet-
ten afkomsiigen, grooten voorraad vindt,
ter verwerping waarvan meer dan één
„weteperiode" noodig zal zijn dat de
meeste van die ontwerpen geen aanlei
ding geven tot die principieels verschil
len, welke bij de verkiezingen do kie
zers verdeeld houden, terwijl onder twee
liberale kabinetten gebleken is, dat in
de Kamer van links geen strijd over
die priccipieele geschillen beweerd
werd, en dat man dien veeleer zorg
vuldig tracht te vermijden.
Hieruit volgt, dat het nieuwe ka
binet aan de sociale wetgeving krachtig
en rustig kan voortwerken, joist omdat
het een langeren werktijd voor zich
heeft dan een der vorige kabinetten.
Misschien kau dan eindelijk eens iets
tot stand worden gebracht.
Tevens heeft het het voorreoht, ge
bruik te kunnen maken ven de reeds
op die ontwerpen uitgeoefende critiek.
Het telt vcotta in zgn midden mannen,
dia reeds onder het vorig kabinet pree
tieche middelen aanwezen om allerlei
verhoudingen op maatschapp lijk gebied
te verbeteren. Op het gebied der de
fensie zal het niet een zoo ooinogelijke
rol te verruilen hebben als die het
vorig kabinet zich zelf had opgelegd.
Eerstens deze fout van dr. Kuyper
zelven, dat bij niet terstond na de
stembus van 1905 weer in de Kamer
zitti'g nam, Oogenblikkelijk na den
bedroevenden uitslag schreven wij reeds
in ons nummer van 30 Juni 1905
„Inzonderheid moet dr. Kuyper zoo
spoedig het kan in de Kamer worden
teruggebracht, zoodra hg zal zijn afge
treden."
Dr. Kuyper wilde dit echter blijk
baar niet, hij sioeg het aanbod van
verschillende Kamerleden, die hem, ge
lijk betaamde, hun zetel aanboden, af,
en toog het land uit.
Ware dr. Kuyper terstond na 1905
wederom opgetreden als Kamerlid, dan
zou de leiding in de Kamer natuurlijk
aan hem verzekerd zgn geweest, en zou
ieder conflict hem a's den aangewezen
man weer op den voorgrond hebben ge
bracht.
Een tweede oorzaak voor hst ge
noemde feit ligt in het zwijgen van
degenen, die met critiek op dr. Kuy-
per'a leiding in hun hart rondliepen.
Had ieder van hen uitgesproken,
rondborstig, eerlgk, ridderlijk, desnoods
„zijn hoofd er aan wagende", hetgeen
in het binnenste omging, dan zou de
loop der omstandigheden heel anders
hebben moeten we',en.
Ach, ware iedereen het spoor gevolgd
door prof. Fabius betreden 1"
Tweede Kamerverkiezing.
Nu in de laatste dagen de geruchten
weer opduiken, zou men in het district
Sliedrecht het voornemen hebben dr.
Kuyper candidaat te stellen voor de
Tweede Kamer, meenen wij uit goede
bron te kunnen mededeelen, dat rreds
spoedig nadat aan den heer Heemskerk
de kabinetsformatie was opgedragen,
door het partijbestuur in het district
met dezen afgevaardigde en dr. Kuy-
j per overleg ie gepleegd, of de laatstge-
j noemde weer bereid zou worden be
j vonden een eventneele cundidatuur te
aanvaarden, en dat reeds toen met de
moeste beslistheid die vraag ontkennend
moet beantwoord zgn. („N.R.Ct.".)
Dr. Kuyper.
De antirev. „Rotterdammer," het
nieuwe kabinet als het derde ven rechts
van beelsr harte zijn steun verzekeren
de, geeft thans de redenen aan, waarom
z. i. het zoo geloopen is, dat niet dr.
Kuyper weer als premier is opgetreden.
Een interview met minister Kolkman.
Een redacteur van „De Maasbode"
heeft een oudorhoud gehad met den
minister van fiuaneiën, mr. Kolkman.
Hij echrgft daarvan o. a. het volgende
Wjj braohten mr. Kolkman de ge-
lukwensehan over van zijn Roiterdotn-
sehe kiezers en tevens de betuiging van
hun spijt, dst zij na de moeilijk ver
worven overwinning hem zoo spoedig
reeds moesten missen. Die klacht had
j mr. Kolkman ook uit zijn district Rhe-
den ontvangen, waar zgn kiezers er
sterk op aandringen, dat hg minstens
tot het jaar 1909 hun vertegenwoordi
ger in de Tweede Kamer zou blijven,
daar bij dst jaar zgn zilveren jubilé
als Tweede-Kamerlid zou vieren. Maar
de nieuwe minister heeft 't onvoor
waardelijk geweigerd, aan een incon
sequentie als mr. Zadok van den Bergb
zou hij zich niet schuldig makon, en
van rechts had men steeds geprotesteerd
tegen een oombineeren van een mandaat
als Kamerlid met het ministerschap ge
Jgk mr, Borgesius en Lely hebben ge
daan.
Het ministerschap heeft mr. Kolkman
nooit geambiëerd, hij is nu eenvoudig
de resultant van de omstandigheden.
De nieuwe minister lachte wat over
het beweren van de „N. R. Ct." als zou
bjj zgn zetel op het departement van
financiën slechts danken aan het opti-
üiistieme, waarmee hg den toestand
van 's lands financiën placht te be-
Behouwen. Hg ontkent, dat bg een
verwoed tegenstander is van elke ver
haar ontvoerd, en was dit laatste het
geval, dan was het rapport van onzen
detective verzonnen, en ais dit verzon
nen was, dan was het op Ralph's aan
stoken gebeurd aizoo moest Ralph de
hoofdrol in deze geheimzinnige geschie
nis gespeeld hebben.
Doch in kalme oogenblikken scheen
zulk eene redeneering volslagen onge
rijmd.
Ofschoon ik gezegd heb, dat Oarriston
niets deed om het geheim op te helderen,
deed ik hem toch onrecht daarmede. Op
zijn eigen vreemdsoortige manier was
hij aan het werk. Aan het werk 1 Ik
verloor inderdaad alle geduld met hem.
Hij sloot zioh op in zgn kamer, en
verliet die gedurende drie dagen bijna
niet. In dien tijd teekende hij een groot
fraai portret van den man, dien hij in
een visioen bad gezien. Dit bracht hg
bij een welbekend fotograaf en bestelde
vorsoheidene honderden fotografische
afdrukken daarvan, die zoo spoedig
mogelijk gereed moesten zgn. Onder
eiken afdruk was ds nauwkeurigs be-
sohrijving te lezen, die hij mij bad
gegeven van dien persoon zijuer ver-
beelding. Zoodra het eerste pakket van
deze portretten was thuisbezorgd, deed
hooging van directe belastingen, maar
als hij vroeger minister Harte waar
schuwde, tegen de voorgestelde vjjf op
centen op vermogens- en bedrijfsbelas
ting, dan gebeurde dit, omdat naar zgn
oordeel de minister die opoenten niet
noodig had en de uitkomst kwam zgn
inzicht bevestigen, want minister Harte
hield drie raillioen over. Hetzelfde ge
beurde bij de opcenten, die minister Da
Meester doordreef, ook toen verzette
mr. Kolkman er zich tegen, omdat hij
ze niet niet noodig achtte, en minister
De Meester hield het dubbele van mi
nister Harte over. Was zijn optimisme
dus verkeerd geweest P Ieler nieuw mi
nister, die voor het eerst het bestuur
van een departement op zich neemt,
komt daar natuurlijk als een vreemde,
hij moet zioh geheel in de zaken in
werken.
„Ook voor mg is dat een heele zorg",
zeide mr. Kolkman en leuk voegde hij
er aan toe, „ik heb, uitgezonderd
mijn vrouw en mijn kinderen, nooit dan
een candidaat en een klerk onder mg ge
had in de dagen, toen ik nog notaris te
Didam was, en nu krijg ik opeens een
departement met honderden menecben
onder mijn bestuur."
„Of 't waar was", informeerden wij,
dat het kabinet onmiddellijk bij zgn
optreden een plan tot grondwetsherzie
ning aan de Kamer zal overleggen P Mi.
Kolkman haalde even z'n schouders op.
„Och", zeide hij, „waar komen zulke
praatjes nu vandaan Voordat je goed
en wel zit, moet je aan je nieuwe be
grooting beginnen, en als je die sr
door hebt gehaaid, staan de nieuwe
verkiezingen voor de deur. Dan moeten
de kiezers weer uitspraak doen. of ze
van ons gediend zijn, ja of neen. Wjj
zullen nu rustig en ernstig aan den
arbeid gaan, doen, wat we op onzen
weg vinden, en afwachten, hoe de Ka
mer ons ontvangen zal. Wij zullen ona
best doen om vooreerst niet naar huig
te worden gestuurd u begrijpt, dat er
mannen zitting hebben in het ministerie,
die zich niet voor een paar maanden
of een half jaar uit hun positie hebben
laten nemen."
Toen moest de minister naar een
vergadering. De verslaggever vergezel
de hem een eind en schrijft verder
„Ja" laehte mr. Kolkman, toen
we over het Plein kwamen, „hier
liep ik ook eens met een pels aan, 't
was in de dagen der groote staking van
1903. Een individu sprak mij aan, en
vroeg me, of ik wel wist, dat hg over
acht dagen in mijn pels zou rondloopen".
„Zoo, beste vrind!" beantwoordde
mr. Kolkman den spreker, „maar dan
heb je er toch zeker een blauw oog
van mij bg".
Als aardige bijzonderheid vertelde de
minister ook nog, dat mr. Bevers, mr.
Nelissen en bij, de drie katholieke mi
nisters van het nieuwe kabinet, allen
van één en dezelfde studiejaar en klasse
waren.
hij tot mijn groote vreugde iets, dat hij
al dagen geleden had moeten doen hij
schikte zich naar mijn wenschen en gaf
de zsak in handen der politie.
Ik was blijde, toen ik bemerkte, dat
hij bij het opgeven der bijzonderheden
van het gebeurde, niet sprak over de
raadzaamheid om Ralph Carriston's han
deling in het oog te houden. Hij bood
werkelijk een ongehoord groote belooning
aan voor het opsporen van het vermiste
meisje en bovendien gaf hij den amb
tenaar, die met deze zaak belast werd,
een pakket fotografiën van den man uit
zgn visioen, en vertelde hem daarbij
op ernstigen toon, dat de man, wiens
portret dit was, be.rokken was bg het
verdwijnen van miss Rowan. De amb
tenaar, die het portret aanzag voor dat
van een natuurlijk wezen, nam dit voor
goede munt aan, dooh was zeer verwon
derd, toen hij vernam, dat Carrieton
geen naam of beroep, eigenlijk niets
wist van den man die gezocht moest
worden. Toen Carrieton hem echter
verzekerde, dat hg bij het vinden van
dien man even zeker op de uitgeloofde
beluoning kon rekenen, als wanneer hg
Madeline zelf t gevonden had, beloofde
de ambtenaar gereedelijk, dat bjj het
onderzoek naar die twee personen zou
samenvatten, weinig beseffende hoeveel
tijdverlies elke poging zou kosten om
dit laatBte uit te voeren.
Twee dagen daarna kwam Carrieton
bij mij en zeide
Morgen ga ik u verlaten.
Waar gaat ge heen P vroeg ik.
Waarom verlaat ge mij P
Ik ga reizen. Ik heb geen plan
om Ralph houvast op mij te geven.
Daarom denk ik van de eene plaats naar
de andere te gaan om Madeline te vinden.
Wees voorziohtig, ried ik hem aan.
Ik zal voorzichtig genoeg zijn. Ik
zal zorgen dat geen dokters, heelmees
ters of apothekers mijn spoor ontdekken.
Ik zal gaan waar het toeval mg heen
voert. Als ik den eenen dag niet kan
zeggen, waar ik den daarop volgenden
dag zal zgn, zal het onmogelijk zgn,
dat die schurk het weet.
Dat was geen sleoht denkbeeld. Indien
hij werkelijk dit bes'uit uitvoerde en
vlug van de eene plaats naar de andere
reisde, wist ik niet hoe hg nog hater de
plannen zou kunnen verijdelen, die wjj
aan zgn neef toeschreven. Of bij eohterop
deze manier Madeline zou vinden, was
een andere vraag. (Wordt vervolgd).