Vrijdag
7 Februari.
46a Jaargang»
No. 32
1908.
lit.
Gemeente bestuur.
jjgajanfecto herlÉlsi
:ts.
VLISSIWSSCHE COCRAWT
Prijs per aria maanden 1 30, Franco pes post 2.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent M to abonneert üieh bij a Je B- te r.
handelaren, Postdirecteuren of reditstreeks bij den Uitgever
F. VAX DE VELDE Jr., Kleine Maikt.
ADVERT'ÏNTIËH: van 1—4 regeè ƒ0.40, Voor regel
meer 10 cent. -• Bij directe opgaaf "v:tn drieraaa' plaatsing ''-erzelfde
(dvertentie wordl de prijs slechts tweei naai berekend. Groote letters
n cliché's naar p laatsruiinte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
BEKENDMAKING.
ijst van de in deze ge
msente metterwoon gevestigde
eigenaars of beheerders
ran paarden.
g. en Wetb. van Viissingen
ter algameene kennis, dat
ingevolge artikel 17 van het K. B.
van 16 December 1902 (Staatsblad no.
1222) opgemaakte alphabetisohe lijst,
f bevattende de namen der in deze ge-
metterwoon gevestigde eigenaars
j of beheerders van één of meer ter
i vordering san te bieden paarden, ge
de maand Feb*uisri voor een
[ieder op de Secretarie d9zer gemeente
Ier inzage is nedergelsgd.
Viisaingen, 6 Februari 1908.
Burg en Wetb. voornoemd,
VAK DOORN VAN KOUDEKERKE
De Secretaris,
WITTEVEEN.
De Iab:asts crisis.
„Het Centrum" verzekert, dat het
I nieuwe kabinet „niet tot een onmid-
elljjk beroep op de kiezers zal over-
aan, maar alleen tot Kamerontbinding
al besluiten, indien het een iinkerbloe
ware op den weg vindt."
De vorige week is onze gezant te
[Washington, jhr. mr. i'. de Mareas
van Swinderen, niet zijn gezin in ons
Ihnd gekomen, naar „Land en Volk"
verneemt, in hoedanigheid. van aan
staand minister van buitenlandsohe zaken.
ezs gezant is, volgens het blad, ook
|io onderhandeling geweest mat den for-
lateur vaa het kabinet De Meester.
Ijj moet toen; alleen om persoonlijke
adenea van de aanvaarding der porte-
[feuilie hebben afgezien.
Het B.-S. Kiasrechtrspport.
Door het bestuur van den Algemee
mb Bond van R.-K. Kiesvereenigingen
oen de aangesloten leden een circa*
hire verzonden vergezeld van een aan-
vrageD, uit welker beantwoording
I op de algemeene vergadering van den
zal blijken, welke houding ten
its van het kiesrecht wordt aan»
I genomen en welke vragen tevens kun-
i dienen als leiddraad bij de bespre-
in de kiesvereenigingen.
s vragen, getrokken uit het rap-
port der commissie, luiden volgens de
.-bode"
Acht gij het thans, nu de voor
n tot grondweteherziening staan
te worden, nog noodzake-
of wenechelijk dat de Bond zich
[over de regeling van het kiesrecht uit-
2. Zijt gij van oordeel dat de
volgens de wet Van
Naar bet Engelsoh.
16.)
Te Paddington bezorgde hij haar een
1 ito in eene dameseoupé en liet haar
'en, zeggende dat bij een rooker was
daarom in een anderen wagen plaats
ou nemen. Hierover was zjj wel ver
wonderd, maar spoedig snelde de trein
voort naar het Westen. Aan de groote
stations kwam de heer bij haar en bood
aaar veryersohingen aan. Honger scheen
JZB niet te krijgen, maar zij nam eens
1° 'weemaal een kop thee aan. Ten
laatste deden smart, vermoeienis en
■«wakheid, tengevolge van het lange
l'a8'eni hare uitwerking gevoelen.
I Met tranen nog aan de oogwimpers
[j?n8«nd8 viel het meisje in slaap, en
p gedurende een rit van vele
«i zonder te ontwaken door het
Houten aan zoo groote gebreken lijdt,
dat een nieuws regeling wenechelijk is
3. Meent gij dat nieuwe regeling van
het kiesrecht zóó urgent is dat desnoods
een herziening der Grondwet aan het
voortarbeiden aan de sociale wetgeving
moet voorafgaan /l. Bebooren de grond
slagen van het kiesrecht voor de poli
tieke l'chamen in de Grondwet tehuis
of kan aan de wet worden overgelaten
die te regelen P (Blanco artikel in de
Grondwet). 5. Is het kiesrecht een den
hurger van nature toekomsnd recht of
is het kiesrecht een bevoegdheid die
door de overheid werdt toegekend aan
die burgers die vermoed worden de ge
schiktheid om te kiezen te bezitten
6. Behoort de nieuwe kiesrechtregeling
weder individueel te zijn of schenkt gij
de voorkeur aan organisch kiesrecht,
d i. aan een regeling waarbij het kies
recht wordt toegekend aan organische
in de maatschappij levende groepen
7, Wordt naar uw meening een eerste
stap gezet op den weg naar organisch
kiesrecht door het kiesrecht toe te ken
nen aan gezinshoofden 8. Of zijt. gij
van oordeel indien gij vraag 7 niet
toestemmend kunt beant,w<rörden dat
in het zijn van gezinshoofd naaste
nadere een uitnemend kenteeken
ligt voor geschiktheid om de kiesfunc-
tie uit te oefenen P 9. Of verklaart gij
u gelet ook op de tegenwoordige
politieke verhoudingen voor alge
meen kiesreoht P 10. Behooren zoowel
deganeD die vanwege de overheid als
zij die door kerkelijke en particuliere
liefdadigheidsinstellingen blijvend be
deeld worden, van het kiesrecht te wor
den uitgesloten of alleen de eerstge
noemde? 11. Indien het kiesreoht is
een door de overheid toegekende be
voegdheid heeft de overheid dau ook
het recht te eisehen, dat van het kies-
recht gebruik gemaakt wordt (Stem -
plioht). 12. Zijt gij vó-ir of tegen in
voering van een evenredige vertegen
woordiging ongeveer zoo als in België
bestaat? 13. Is invoering eenei' even
redige vertegenwoordiging van zooveel
belang, dat een oplossing van het kies
recht vraagstuk zonder haar onbevredi
gend dient te heeteo 14. Zijt gij van
meening dat het meervoudig kiesrecht
alleen in theorie een prachtige instel
ling is of acht gij baar ook in de prak
tijk uitvoerfcoer 15. Acht gij het ijjd
stip gekomen waarop ook aan de vrouw
in meerdere of mindere mate het kies
recht behoort te worden toegekend
1903.
Een Amsterdameehe sociaal-democraat
heeft onlangs het denkbeeld opgeworpen,
de huidige werkloozen te gebruiken tot
revolutionaire optochten en demonstra
ties. Dat zou strekken „tot schrik van
het kapitaal"
Het „Volk" heeft dit afgeraden, o.a.
met de verstandige opmerking, dat het
tot schade zou worden van do werkloa-
zeu zelf, daar de ondersteuning dan
stilhouden aan verschillende stations.
Eindelijk werd zij door haar geleider
wakker gemaakt. Hjj stond bij het
portier van den wegen. „Hier moeten
wij uitstappen", zei.de hij. Al de angst,
die zij voor een oogenbük was vergeten,
kwam weer bij haar op, toen zij naast
hem stond op h6t bijna ledige perron.
Zijn wij er eindelijk P vroeg zij.
Het spijt mij u te moeten zeggeD,
dat wij nog een groot eind moeten
rijden. Zou u eerst wat willen rusten P
Neen, noen Laten wij voortmaken,
als 't u blieft, antwoordde zij met
zenuwachtigen aandrang.
De man boog en zeide
Er wacht ons een rijtuig.
Buiten het station stond een onoogelijk
rijtuig, bespannen met één paard en
bestuurd door een man, van wiens gelaat
weinig anders te zien was dan do oogen.
Het was nog nacht, maar Madeline
vermoedde, dat de dageraad weidra zou
aanbreken. Haar geleider opende het
portier en wachtte tot zij zou instappen.
Zij toefde.
Vraag hem, die man weet stel
lig of...
Hoe kan ik zoo onachtzaam zijn
sprak haar geleider.
Telephoon nummer 10.
allicht minder ruim zou gaan vloeien.
En wat het schrik-verwekkende aangaat
ging het „Volk* voort na 1903
schrikt het kapitaal zoo gauw niet meer.
Dit zjjn merkwaardige woorden.
Zóó werkt de kloeke handhaving van
het gezag door bet ministerie Kuyper
nog immer zégenend na. Ware in die
dagen het gezag weifelend opgetreden,
sooale in de adrersen van sommige
corporaties (Liberale Unie, Vrijs. dom.
Bond enz.) werd aan de hand gedaan,
dan zou nog langs jaren de terroristische
weg eenige bekoring behouden hebben.
Evenals nu de krachtige fnuiking van
het terrorisme leering beeft afgeworpen
ook voor de toekomst.
Da daad van het Kabinet van 1903
heeft aan velen de belustheid op „anar
ebietisoh avontuur" finaal verleerd heeft
de openbare orde niet alleen momenteel
beveiligd, maar ook blijvend bevestigd.
(„Ned.")
Verlies van gemeente ambten
door vervulling van militie- of landweer-
dieneten.
Bij leden van gemeentebesturen en
ambtenaren van gemeenten heeft groote
ongerustheid gewekt het antwoord van
de regeering aan het Kamerlid Van
Dedem, dat als „krijgsman in werke
lijken dienst* moet beschouwd worden
iedere militie- en landweerplichtige die
herbalinge-oefeningen of inspectie maakt.
De gemeentewet verbiedt san burge
meester, secretaris, ontvanger, ambte-
naren van den burgerlijken stand en
leden van den raad om to zijn „krijgs
man in wevkelgfeen dienst". Reeae due
bet maken van da jearlijksehe inspectie
voer mililie of landweer doet volgens
de regeeringsopvatüng voor de betrok
kenen het Faadelidmóatsehap verliezPB,
het gemeenteambt verloren gaan. Da j
landweerdienst duurt tot 35-jarigen leef
tijd. Hei vereiseht geen uitvoerig be-
toog welke groote bezwaren de regèa-
ringeopvattiog kan opleveren, niet alleen
voor de betrokken raadsleden en amb-
tmaren, maar ook voor da gemeeBfen.
Geen enkel belang vordert intuesehen,
dat iemand een soms sa veel moeite
verkregen raadszetel of gemeenteambt
verliest, omdat in 's lands belang enkele
dagen herbaüngs oefeningen if enkele
uren inspeotie bij militie of landweer
moeten worden gemaakt. Integendeel
is dit hoogst onbillijk en tegen het al
gemeen belang. Wetswijziging mag dus
in dit opzicht in hooga mate urgent
heeten. In den Nederlandsohen band
van gemeente-ambtenaren wordt reeds
krachtig aangedrongen, dat alleen ba-
roeps-krijgaliedea en niet zij, die tot
militie- en landweerdienst -verplicht
worden, van het raadslidmaatschap en
van gemeente ambten zullea worden
uitgesloten.
Een JubUeum.
Gisteren was het zeventig jaar gele
den dat Ida Catharine Wilhelmina
Abfimw ments-AdYertentiën ®p zeer TOordeeJisn voorwasMea.
Roorda van Eysinga te Breda het le"
venelicht zag als dochter van den ba
kenden Isdoloog, P. P. Roorda van
Eyainga, die sedert 1836 (in Winkler
Prins' Gfïllustreerde Encyclopaedia,
waaraan wij deze bijzonderheden out -
leenen, staat 1826, maai' toen zat P.
P. Roorda van Eysinga nog goed en
wel te Batavia) als hooglearsar geplaatst
was bij de, aan de militaire academie
verbonden inrichting voor taal land
en volkenkunde van Oost-Indië.
Slechts weinigen weten, dat da naam
der zeventigjarige, die nu els echtge
noot® van dominee De Boer te Hulst
ia Zeeland vertoeft, verbonden is aan
een hoogst belangrijk werk, het Aard
rijkskundig en Statistisch Woorden
boek van Nedarlandoch-lndië, dat met
statistieke bijdragen van mr. Yan Al
phen en met bibüogrephisohe toevoeg-
selen en een voorrede van den hoog
leeraar Veth, in 3 deeien van 1861 tot
1879 bij P. N. van Kampen in het
licht verscheen,
„Het is", (ntleenen we aan opge-
melde bron, „op enkele artikelen na,
geheel van de hand der schrijfster, die
er 12 jaar aan besteedde, en hat is een
--miskenning van die zeldzame volhar
ding, dat genoemd werk doorgaans „Het
woordenboek van professor Yetk" ge
noemd wordt, terwijl laatstgenoemde
meermalen ten onrechte is hard geval
len wegens onjuistheden, die in dit
werk voorkomen.
De schrijfster, die na in 1867 met
den beer Yan den Berg van Eysinga
in het huwelijk te zijn getreden, deze
ia 1876 door den dood verloor, her
trouwde drie jaren later met ös. L M.
de Boer, die geijjk wjj reeds aangaven
thans als predikant werkzaam is te
Hulst. („Hbld.")
4
Vreemdelingenverkeer.
Man mag eerlang de opriehtiug hier
te lande tegemoet zien van een Alge
meen bureau voor reclame en reisin
formatie, onder het beheer van den
Nationalen Bond voor Vreemdelingen
verkeer.
Als plaats van vestiging komt in
aanmerking Amsterdam, Rotterdam,
Den Haag of Utrecht.
De benoodigde gelden, begroot op
f 5000 per jaar, zijn zoo goed als ge
vonden. De beide groote spoorweg maat
schappijen, de HollandAmerika en
de Batavier-lijn zegden belangrijke sub
sidies, voor minstens 3 jaren, toe en
ook de regeering zal belangrijk steunen,
als. zjj medekeuze krijgt in de plaats
van vestiging. De ministerieeie crisis
vertraagt echter de afdoening.
De Bond is mede in onderhandeling
met den Noord-Dnitschen Lloyd over
de inrichting vaa de Nederlandsche
afdeeling van een door dsn Lloyd met
1 April te Berlijn te openen informa
tiebureau.
Wjjlen mevr. wed. dr. E. J. Tbem-
meu, geb. Piekema, te Deveuter, heeft
de volgende legaten vermaakt: f 1000
aan de Maatsohsppg van Weldadigheid
te Frederiksoord f 1000 aan de Doopa-
j gezinde Zendingsvereeniging f 1000
j aan de Vereeu. tot steun aan verwaar-
j loosden en gevallenen te Amsterdam
j f 1000 aan de verschillende diaconiën
ta Deventerf 1000 aan de commissie
tot het verstrekken van versterkende
middelen aan behoeftigs zieken en her
stellenden te Deventer.
Actueel
Het bekende weekblad „Eigen Haard*
ia ditmaal weer bijzonder vlug, In het
jnies verschenen nummer vindt men
reeds verscheidene portretten van den
vermoorden koning van Portugal en
den kroonprins, van de koningin, dan
tegeawoordigen koning en vaa den
eersten minister Franca. Ja zelfs geeft
het 6ene afteelding van het Handels-
plein te Lissabon met aanduiding dat
plek, waar de moord gebeurde.
Verder vindt men portretten van
wijlen den burgemeester van Utreaht
es eene uitstekende afbeelding van zijns
begrefenia, van den zoo juist overleden
professor Gallee, van den deken van
Amsterdam, Monseigneur Lans enz. enz.
lu bet geheel bevat dit nummer niet
minder dan 40 mooie en groote ülu-
atratiën
Dit tijdschrift moet wel in den smaak
vallen het paart aotualitait aan iezene-
wasrdigheid, het is prachtig geïllustreerd
en geeft daarenboven belangrijke ver
halen en. Rrtikelen, kortom het mag ge
rust het- blad voor de huiskamer ge
noemd worden. Een los nummer kost
12Ys cent, een abonnement per post
slechts f 6.50 voor een geheel jaar.
Naar wjj meenet-, worden proefnummers
op aanvrage aan hst bureau ie Amster
dam, Rokin 60, gaarne toegezonden.
Viissingen, 6 Webv.
i Alhier is opgericht eea eomité inzake
huisindustrie, met de navolgende 'neerea
1 bestuursleden A. P. Leeuwenburg,
j voorzitterL. E. M. van Kaalte, secre
taris C. J. Scheer», penningmeester.
Zitting in het comité hebben de
S. D. A. P., Vrgz. Kieavereeniging, Ned.
i Ver. van spoor- en tramwegpersoneel,
I Ned. metaal -bawerkersboad, bond van
Ned. onderwijzers en het Christelijk
I Plastseljjk Arbsids Secretariaat, waarbij
j zjjn aangesloten Patrimonium, R. K.
Volksbond, Ohr. Timmerlieden Bond,
Gsr. Metialbewerkersboad en Metaal-
bewerkersboad St. Eloy.
De minister van oorlog heeft aan de
Tweede Kamer eea nota van ioliohtiu-
gen toegezonden op het adres van A.
van Wijk alhier, houdende verzoek om
vergoeding van f 1 per dag voor ver-
Hij wisselde eenige woorden met den
voerman, en terugkomende vertelde hij
aan Madeline, dat mijnheer Carr nog
leefde, bg kennis was en erg naar haar
verlangde.
Och, toe, rijd vlug, sprak het
arme meisje, terwijl zij haastig in het
rijtuig stapte.
De heer kwam naast haar 'zitten, en
een lange poos reden zg in stilte voort.
Eiüdeljjfe hield het rijtuig stil het
begon al te schemeren. Zij stapten voor
een huis uit. De deur stond open. Met
vluggen tred stapte Madeline naar binnen.
Welken weg welken weg
vroeg zjj.
Zij was te zeer ontroerd om acht te
slaan op hare omgeving; haar eenigst
verlangen was haar geliefde ie zien.
Met uw verlof, sprak haar geleider,
haar voorgaande. Hierheen, wees zoo
goed mjj te volgen.
Hjj ging een korte trap op, die recht
hoekig omboog, bleef even wachten en
opende toen zacht een deur. Hij trad
terzjjde om het meisje te laten binnen
gaan, De kamer was zwak verlicht en
bevatte een ledikant met dichtgeslagen
gordijnen. Madeline ijlde haar reisgezel
voorbij, eu terwijl zg bg het bed knielde,
waarin zij hulpeloos en met gebroken
ledematen den man harer kenze ver
wachtte te vinden, hoorde zg of
meende zg te hooren dat de deur
achter baar werd op slot gedaan.
HOOFDSTUK VII.
Carriston sliep iang den volgenden
morgen. Wetende dat elk oogenbük van
rust voor zgn lichaam en voor zgn
denkvermogen een kostelgka weldaad
was, stoorde ik hem niet. Hg sliep nog
vaat, toen omstreeks twaalf uur een
heer mg kwam spreken. Deze liet zgn
naamkaartje niet overhandigen, en
hieruit maakte ik op, dat hg een patient
zou wezen.
Op het oogenbük, dat hg in mgne
kamer binnentrad, herkende ik hem.
Het was de dunlippige heer, dien ik in
bet afgeioopen voorjaar op mgn reis naar
Bournemouth had ontmoet, de man,
op wien mgn inzichten over krankzin
nigheid zooveel indruk schenen ta maken,
en die zooveel belangstelling had getoond
voor de beschrgving, die ik had gegeven
van Carrieton's geestestoestand, zonder
een naam te noemen.
Dadelgk wilde ik gezegd hebben, dat
wg elkaar reeds kenden, maar voor dat
ik het woord kon nemen, trad bg vooruit
en verontschuldigde zioh voor de stoornis
die hg mg veroorzaakte.
Gg zult het mg niet ten kwade
duiden, wanneer ik n zeg, dat mgn naam
is Ralph Carriston, voegde hij er bg.
Gedachtig aan ons toevallig gesprek,
ki?aui bliksemsnel het denkbeeld bg mg
op, dat alles wel bezien de boosaardige
verdenking van Cbarlei Carriston toch
we! gegrond kon wezen. Ik hoopte
innig, dat de man mgn gelaat niet zou
herkennen, zooals ik het zgne. Ik
maakte een koele buiging, maar zeide
niets.
Ik geloof, dr. Braad, vervolgde
hg, dat zich op dat oogenbük een joBg
bloedverwant van mg bg u vertoeft.
Ja, de heer Oarrieton is mgn gast,
antwoordde ik. Wg zgn oude vrienden.
Ach, dat wist ik niet. Ik kan mg
niet herinneren, dat ik hem ooit u heb
hooren noemen als zgn vriend. Maar
als dit zoo is, dan kent niemand beter
dan gg den ongelukkigen toestand van
zgn gezondheid. Hoe is hg van daag,
razend
(Wordt vervolgd).